Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3: de Franse Revolutie (Nemo)

Opdracht Geschiedenis De Franse Revolutie

Antwoorden Geschiedenis Standensamenleving 1789 Frankrijk

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 7, pruiken en revoluties

De franse revolutie vmbo12

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Tijd van pruiken en revoluties

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Samenvatting Geschiedenis Franse Revolutie

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Wetenschappelijke revolutie, Verlichting en Franse Revolutie

Werkstuk Geschiedenis Franse revolutie

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Werkstuk Geschiedenis De Franse revolutie

Tijd van pruiken en revoluties

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Werkstuk Geschiedenis De Franse revolutie

De vele nieuwe ontdekkingen in de wetenschap in de nieuwe tijd heet de wetenschappelijke revolutie. Er was een nieuwe manier van onderzoeken:

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 1 t/m 10

7,7. Samenvatting door een scholier 2647 woorden 6 maart keer beoordeeld. Geschiedenis 3.2 HET ANCIEN RÉGIME

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Boekverslag door F woorden 30 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Paragraaf 5.5: Een verlichte toekomst?

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES


DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Samenvatting Geschiedenis 4.1

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Tijd van regenten en vorsten Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

De Verlichting. De Verlichting

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Samenvatting Geschiedenis H7 de wereld op zijn kop

Lodewijk XVIII van Frankrijk: Kasteel van Versailles, 17 november 1755 Parijs, 16 september 1824

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I

GESCHIEDENIS SO3 TV

Samenvatting Geschiedenis Verlichting

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?

Samenvatting Geschiedenis examenkatern De Verlichting

Tijd van pruiken en revoluties

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Definitie Kant: De bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is.

Napoleon. bekendste persoon uit de geschiedenis

Samenvatting door een scholier 1691 woorden 20 juni keer beoordeeld. Geschiedenis

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Werkstuk Geschiedenis Marie Antoinette

Antwoordkernen bij Eureka 6 V: Verlichting en democratische Revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Historische Context De Verlichting

Samenvatting Geschiedenis H8 Verlichting en revoluties

Info plus Het leenstelsel

Samenvatting Geschiedenis Verlichting en revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5: Durf te denken! / de Verlichting

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

2 De oprichting van de VOC en de WIC zorgde ervoor dat overal op de wereld Zeeuwse en Hollandse schepen voeren.

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

7,8. Samenvatting door A woorden 22 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Start: De vlucht van de koning.

Renaissance-onderzoekers: empirisme (waarneming, ervaring, experiment), In Oudheid ook al, maar in Renaissance systematischer.

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Lodewijk XIV van Frankrijk: Saint-Germain-en-Laye, 5 september 1638 Versailles, 1 september 1715

Schrijven van lesmateriaal

Samenvatting Geschiedenis heel hoofdstuk 7 Tijd van Pruiken en Revoluties + Tijd van Regenten en Vorsten

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643

Klas 2: Revoluties en Slavernij

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Klas 2: Revoluties en Slavernij

Tom Van der Beken

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Antwoorden Geschiedenis Hoofdstuk 4

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

De klassieke tijdlijn

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

een zee van tijd In Omdat 14 juli het begin van de Franse Revolutie is. Werkblad 42 Ω Fransen en koningen Ω Les 1: De Fransen komen Naam:

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Samenstelling De eerste versie werd in 1988 gepubliceerd en was samengesteld door: Henk Innemee Sandra Niekerk Aad Roeleveld Barend Bode

Praktische opdracht Geschiedenis Franse revolutie, de bestorming van de Bastille, Lodewijk XVI

Transcriptie:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1669 woorden 17 januari 2005 5,6 10 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 3: de Franse Revolutie. Paragraaf 1: het oude Koninkrijk. De Franse samenleving was een standensamenleving? De bevolking had weinig te zeggen. De sociale laag zag er zo uit: Geestelijken Edelen Burgers ( 95% van de bevolking) Alleen de 3e stand moest belasting betalen, 10% van je salaris aan de kerk betalen en een deel van hun tijd op het land van de edelman werken. De 1e en 2e stand hadden zo hun rechten en plichten maar de 3e stand kende alleen maar plichten. Lodewijk XIV voelde zich ver boven het volk verheven. Hij noemde zich de Zonnekoning omdat de zon het middelpunt van de aarde was. Hij woonde buiten Parijs in Versailles. Zijn macht was onbegrensd. Hij had de wetgevende macht, de rechtsprekende macht en de uitvoerende macht. Hij bedacht wetten en stelde ze vast, hij benoemde rechters die de rechtspraak uitoefenden en hij zorgde ervoor dat zijn besluiten werden uitgevoerd? Hij regeerde dus absoluut. Zijn manier van regeren noemen we absolutisme. Franse koningen verdedigden het absolutisme op verschillende manieren. Ze konden wijzen op de ideeën van Hobbes. Hij vond de mensen in wezen zo slecht dat het beter is als ze zich volledig onderwierpen aan de vorst. Niet iedereen was het hiermee eens? Montesquieu vond het vreemd dat het leger het Franse koningsschap in stand moest houden. Wetgevende macht: de macht om wetten te bedenken en vast te stellen. Rechtsprekende macht: macht om te oordelen over overtreders van de wet die voor de rechtbank moeten verschrijnen. Uitvoerende macht: de macht om besluiten en wetten in praktijk te brengen, wat vastgesteld is, laten uitvoeren. Absolutisme: vorm van bestuur waarbij de vorst/ koning alle macht heeft. in de 16e en 17e eeuw regeerde er in de meeste Europese landen een absoluut vorst. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-3-20450 Pagina 1 van 5

Belangrijke personen: Lodewijk XIV: Lodewijk XIV werd geboren op 5 september 1638 als zoon van Lodewijk XIII (1601-1643) en Anna van Oostenrijk (1601-1666). Koning Lodewijk XIV wilde alle macht in handen hebben. Hij en niemand anders bepaalde hoe het land geregeerd werd. Hij kreeg wel hulp van ministers en ambtenaren, maar Lodewijk was uiteindelijk de baas. Deze manier van regeren noemen we absolutisme. Lodewijk XIV was daarom een absoluut vorst. Bovendien dacht hij dat hij koning was, omdat God dat gewild had. God had hem het recht gegeven om te regeren over Frankrijk en de veroverde gebieden. Montesquieu: Montesquieu was een Franse filosoof.hij vond het belachelijk dat de Franse vorsten absoluut regeerden. Hij had theorieën over de scheiding van de machten van de vorst. Die worden nu nog steeds in de meeste democratische staten toegepast. Hobbes: Hobbes vroeg zich af hoe het zou zijn als we geen vrije wil zouden hebben. Hij dacht dat we dat niet een zouden merken! Met andere woorden mocht de vorst alles bepalen. Dat was veel makkelijker vond hij! Hij was een Engelse filosoof. Paragraaf 2: geld armoede en macht. Sociale laag: Geestelijken Edelen Burgers? Niet iedereen was gelijk Burgers? Arme loonarbeiders en de rijke kooplui? Bourgeoisie. Graanoogst mislukt? Dure broodprijs? de arme hebben het zwaar te verduren. Na afloop van een moeilijke periode kwamen de arme Fransen in verzet. Hongersnood? te druk met overleven om in verzet te komen. Alleen de 3e stand moest betalen. Dat vonden velen oneerlijk. En dat de belastingplichtigen niets over de besteding van het geld te zeggen hadden? de Bourgeoisie wilde daarom politieke macht? aantasting van het absolute gezag van de koning. De Bourgeoisie vond steun bij filosofen die tegen het absolutisme waren? Voltaire, Rousseau en Montesquieu. Niet het geloof maar het verstand was de ware raadsman. Verstand zou licht brengen in de duisternis die door het geloof veroorzaakt werd? filosofen die zo dachten horen bij de 18e eeuwse verlichting. Lodewijk XVI zat in 1788 in de problemen omdat zijn schatkist leeg was en het volk had genoeg redenen om in opstand te komen. Verlichting: stroming in de 18e eeuw waarin geloof en absolutisme plaats moesten maken voor het verstand (de rede), vrijheid en gelijkheid en de idee van vooruitgang. Bourgeoisie: de rijke burgerij. Belangrijke personen: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-3-20450 Pagina 2 van 5

Voltaire: De Fransman François-Marie Arouet is beter bekend onder de Voltaire was onder meer auteur, filosoof en historicus tijdens de Verlichting. Hij was tegen het goddelijke absolutisme. Rousseau: Rousseau was net als Voltaire een filosoof. Hij vond dat alle mensen gelijk waren en dat de standen moesten verdwijnen. Hoe een land bestuurd moest worden had volgens de filosofen niets met godsdienst te maken. Als je je verstand gebruikte, kon je de wereld begrijpen en verbeteren. Lodewijk XVI: Deze \\\'laatste koning van Frankrijk\\\' hield meer van jagen en knutselen aan ingewikkelde sloten, dan het besturen van zijn land. Het liep dan ook tragisch met hem af. Lodewijk XVI volgde in 1774 zijn grootvader op. Als twintigjarige op de troon deed hij zijn best, maar was op geen enkele manier opgewassen tegen de eisen die het koningschap aan hem stelde. Hij gaf geld uit dat er niet was. Oorlogvoering en rent op schulden kostten zoveel dat hij elk jaar weer geld tekort kwam. Hij deed alleen maar waar hij zin in had. In 1789 voelde hij dat er een opstand dreigde. 1789: Lodewijk XVI zat in echt in de problemen: zijn schatkist was leeg omdat hij te veel uitgaf en het volk had genoeg van hem. Paragraaf 3: de revolutie breekt uit. Staten generaal: vergadering van vertegenwoordigers van de drie standen die met de koning overlegden omdat Lodwijk XVI geldproblemen had. In mei 1789 Nationale vergadering: vergadering van de derde stand omdat ze kwaad waren over de oneerlijke stemverhouding richten ze een eigen vergadering op. Het doel daarvan was zorgen voor een grondwet. Bestorming van de Bastille: bestorming van de staatsgevangenis omdat het gerucht ging dat de koning de Nationale vergadering uit elkaar wilde jagen. La Grande Peur: de bestorming van kastelen van de heren omdat het gerucht ging dat de edelen de Nationale Vergadering gevangen wilde nemen. Rechten van de mens en burger: In augustus nam de Nationale Vergadering de Rechten van de Mens en Burger aan. Hierin stond onder andere dat het volk de baas was en zijn eigen regering kon kiezen. Frankrijk was bezig met een grote verandering: de Franse Revolutie was aangebroken! Staten-Generaal: in Frankrijk de vergadering van vertegenwoordigers van de drie standen die met de koning overlegden. Nationale Vergadering: in 1789 door vertegenwoordigers van de derde stand bijeen geroepen uit protest tegen de standensamenleving. Grondwet: document waarin de rechten en plichten van burgers en bestuur staan opgetekend. Grande Peur: opstand van de Franse boeren tegen de adel in de zomer van 1789. Ze waren bang dat de adel de Revolutie zou keren, vandaar de naam. Rechten van de mens en Burger: geschrift dat de Franse volksvertegenwoordigers opstelde, waarin alle rechten staan die de inwoners van een land moeten hebben. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-3-20450 Pagina 3 van 5

Franse Revolutie: grote, plotselinge verandering van de Franse samenleving die begon in 1789. 1789: Lodewijk XVI zag zich gedwongen om de Staten Generaal bijeen te roepen, de Bastille werd op 14 mei 1789 bestormd en kastelen werden in zomer van 1789 geplunderd. Paragraaf 4: dood aan de koning! Lodewijk XVI moest in 1789 met de Nationale Vergadering vergaderen in Parijs omdat het volk het bestuurd dan beter kon controleren. De Nationale Vergadering trok zich niets van de koning aan en besloot dat alle landerijen, paleizen en kloosters van de kerk bezit waren van de Franse Staat Veel Katholieke Fransen waren het daar niet mee eens. De paus was woedend en riep alle Europese vorsten op om oorlog te voeren om het absolutisme in Frankrijk te herstellen. Lodewijk XVI besloot toen om te vluchten maar hij werd in Varennes ontdekt en teruggebracht naar Parijs. Frankrijk kreeg in 1791 een nieuwe grondwet en behield zijn koning? monarchie. De macht van de koning werd beperkt door wat er in de grondwet stond? constitutionele monarchie. De koning moest de wetten uitvoeren zoals de Nationale Vergadering ze vaststelden. De Nationale Vergadering werd gekozen door mensen met bezit. Frankrijk kwam in 1792 in oorlog met Oostenrijk en Pruisen. Vrijwilligers uit Frankrijk werden soldaat om hun revolutie te verdedigen en Europa te bevrijden van het absolutisme. Lodewijk XVI wist niet wat hij moest doen en schreef brieven met de Oostenrijkse bevelhebbers? dat werd ontdekt en hij en zijn familie werd gevangen genomen? na een kort proces werd hij onthoofd? Frankrijk was een republiek! Monarchie: vorm van bestuur met een koning of keizer aan het hoofd. Constitutionele monarchie: koninkrijk waarbij een grondwet de macht van de koning beperkt. Marseillaise: Franse volkslied, eerst gezongen door vrijwilligers uit Marseille, die als soldaat dienst namen om Frankrijk en de revolutie te beschermen. 1791: Frankrijk kreeg een nieuwe grondwet. 1792: Frankrijk kwam in oorlog met Oostenrijk en Pruisen. 1793: Lodewijk XVI is onthoofd, Frankrijk werd een republiek. Paragraaf 5: van een republiek tot een keizerrijk. In de nationale vergadering was de gematigde bourgeoisie de baas. Veel franse waren ontevreden over hun regering. Veel fransen wilden dat er stemrecht voor iedereen werd ingevoerd, zij steunde de tegenstanders van de bourgeoisie, de Jakobijnen. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-3-20450 Pagina 4 van 5

Na de dood van Lodewijk XVI, kregen de Jakobijnen in 1793 onder leiding van Robespierre en Marrat de macht. Terreur= periode in de franse revolutie waarbij een kleine groep Jakobijnen de alle macht had en de franse onder de duim hield door ze angst aan te jagen. Robespierre liet alle tegenstanders oppakken en liet ze onder de guillotine gaan. Later werd het het franse volk te gortigà Robespierre ging zelf onder de guillotine. In 1795 kwam er een nieuwe regering van 5 directeurenà het Directoire Er kwam ook een nieuwe grondwet; alleen rijken hadden kiesrecht, de kerk kreeg al zijn macht weer terug en clubs zoals die van de Jakobijnen werden verboden. 1799: jonge generaal aan de macht; napoleon bonaparte. Hij vestigde een dictatuur (een manier van regelen waarin een kleine groep of 1 persoon de macht had. War overgebleven is van het regeren van napoleon is dat volgens de grondwet iedereen gelijk is, en dat iedereen eerlijke rechtspraak verdient, in de; Spanje Duitsland en Nederland is dit principe ook ingevoerd. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-3-20450 Pagina 5 van 5