Rondleidingen ZOO Antwerpen

Vergelijkbare documenten
Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO Antwerpen

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

RONDLEIDINGEN ZOO ANTWERPEN

RONDLEIDINGEN ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO Planckendael

Rondleidingen Planckendael

Rondleidingen Planckendael

RONDLEIDINGEN ZOO PLANCKENDAEL

Rondleidingen Planckendael

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Eerste graad A-stroom

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

ROVERS EN HUN PROOIEN

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs.

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

De Oude Kaasmakerij. Algemeen

ROVERS EN HUN PROOIEN

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad. Patricia De Grande & dr.

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ZOO Antwerpen van A tot Z. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Beestige bundel van: 1

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk

Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen.

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8

Leerdoelen en kerndoelen

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

Climate Clash. eindtermen

Ecosysteem voedselrelaties

ZOO Antwerpen van A tot Z. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Verschillende voedselketens

Studiedag Duurzame Ontwikkeling

ZOO Antwerpen van A tot Z. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Invloeden uit milieu. In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving)

Biologie ( havo vwo )

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

BEWAREN VAN GROENTEN EN FRUIT LEERPLANNEN EN EINDTERMEN LES WETENSCHAPPEN

Schuilt er een onderzoeker in jou?

Duurzaamheid in het curriculum

Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen

Voedselweb en voedselketen

100 KRACHT

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 1

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

maandag - dinsdag - woensdag of woensdag - donderdag - vrijdag Groep van ±25 leerlingen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Voeding. Voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

verwerking : wat is een bos?

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

Antwoorden Biologie Thema 3: Ecologie

Infofiche Junior Helper

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Thema 2 Planten en dieren

Examenprogramma biologie havo

LANDSEXAMEN MAVO

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

Roof in het museum. Leerdoelen: Samenvatting: Uitgewerkte activiteit:

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Korte inhoud van de thema s

Wie eet wie en wie eet wat?

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Examenprogramma biologie havo

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

Lesbrief T. rex voedselweb

Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

Deel 3: het belang van koraal(riffen)

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. Voorstelling resultaten Werkseminarie 17 november 2016

Kaartenset gewervelde dieren

Transcriptie:

Rondleidingen ZOO Antwerpen In ZOO Antwerpen gaan leren en plezier maken hand in hand. Bovendien zijn al onze rondleidingen voor scholen volledig ontwikkeld op het niveau van je klas én conform de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Hieronder vind je per rondleiding een overzicht van de eindtermen die aan bod komen. Onder dit overzicht vind je bovendien handige keywords die de link met de leerplannen in een notendop weergeven. 1. CREEPY GRIEZELBEESTEN Oog in oog met amfibieën, reptielen en ongewervelden Sta oog in oog met spinnen, slakken en slangen. Een deel van dit thema speelt zich af in een speciaal lokaal waar de deelnemers levende dieren en materialen mogen aanraken. De meeste mensen vinden dit vieze beesten, zijn ze liever kwijt dan rijk of zijn er doodsbang van. Maar elke soort, zelfs een kakkerlak, speelt een belangrijke rol in de natuur. Leer ze naar waarde schatten en verwonder je over hun verschijningsvorm, leefwijze en bijzondere kwaliteiten. (VAKOVERSCHRIJDENDE) EINDTERMEN: Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.3 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden; 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. SECUNDAIR ONDERWIJS Secundair onderwijs, eerste graad - A-stroom 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren 7 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld van een biotoop aantonen dat organismen een en levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen. 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. Eindtermen - p. 1

Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom 5 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen gelijkenissen en verschillen ontdekken en weergeven. 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze 7 De leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens drie met elkaar verbonden voedselketens. 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. 9 De leerlingen kunnen belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering, voortplanting, transport en uitscheiding in het menselijk lichaam, lokaliseren. 10 De leerlingen kunnen de functie van de belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering, voortplanting, transport en uitscheiding in het menselijk lichaam op eenvoudige wijze weergeven. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 B 8* B 17 B 18 B 19 B 20 B 21 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het milieu. De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. De leerlingen kunnen met voorbeelden verschillen tussen aangeboren en aangeleerd gedrag illustreren. De leerlingen kunnen op het terrein organismen gericht waarnemen, hun habitat beschrijven, eenvoudige voedselketens en een voedselweb opstellen. De leerlingen kunnen bij waargenomen organismen overeenkomsten en verschillen beschrijven en deze organismen in een eenvoudige classificatie plaatsen. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren. Secundair onderwijs, tweede graad BSO Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leefmilieu. Vakoverschrijdende eindtermen: Context 4 Omgeving en duurzame ontwikkeling 4 De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Link met de leerplannen LO: Zorg en respect voor de natuur; biotoop; ontwikkeling van dieren vanaf bevruchting tot volwassen dier; huidbedekking; planteneter, vleeseter en alleseter, voortplanting; dieren vergelijken en classificeren; nuttige / schadelijke dieren voor de mens; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden Link met de leerplannen SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; classificatie; bescherming tegen hoge en lage temperaturen; opruimers; (aangeboren) dierengedrag Eindtermen - p. 2

2. DE ARK VAN NOAH Biodiversiteit, natuurbehoud en de rol van de dierentuin De dieren van ZOO Antwerpen spelen een belangrijke rol als ambassadeurs voor hun wilde soortgenoten die het vaak moeilijk hebben om te overleven. Kaalkap, jacht en de steeds verder oprukkende mens bedreigen hen en de biodiversiteit. Via de ambassadeurs geven we ze de levensnoodzakelijke aandacht. Kweekprogramma s, wetenschappelijk onderzoek in de ZOO of ver weg in Congo of Brazilië, natuurbehoudsprojecten in Azië, Afrika, Zuid-Amerika of dicht bij huis. Allemaal manieren om bedreigde diersoorten zoals mensapen, okapi s, goudkopleeuwaapjes, te ondersteunen. Zet er mee je schouders onder. (VAKOVERSCHRIJDENDE) EINDTERMEN: Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. 1.6 De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt. 1.24 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met het milieu. SECUNDAIR ONDERWIJS Secundair onderwijs, eerste graad - A-stroom 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren 7 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld van een biotoop aantonen dat organismen een en levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen. 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen dat de omgeving het voorkomen van levende wezens beïnvloedt en omgekeerd. 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 B 3 B 8* De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het milieu. De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen maatschappelijke ontwikkelingen en het milieu. De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. Eindtermen - p. 3

B 20 B 21 B 25 B 26 De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren. De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren. De leerlingen kunnen het belang van duurzame ontwikkeling aantonen. Secundair onderwijs, tweede graad BSO Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leefmilieu. 35 De leerlingen onder begeleiding illustreren hoe natuurwetenschappen kunnen bijdragen tot een duurzame globale en lokale leefomgeving. Deze eindtermen zijn in voege vanaf 01/09/2012 voor het 1ste leerjaar en vanaf 01/09/2013 voor het 2de leerjaar. 37 De leerlingen de invloed van omgevingsfactoren en micro-organismen op de menselijke gezondheid duiden. Deze eindtermen zijn in voege vanaf 01/09/2012 voor het 1ste leerjaar en vanaf 01/09/2013 voor het 2de leerjaar. Secundair onderwijs, derde graad ASO B2 De leerlingen kunnen illustreren dat biologisch verantwoord handelen noodzakelijk is voor het individu. B3 De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen biologische en maatschappelijke ontwikkelingen. B8* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. Secundair onderwijs, derde graad BSO Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 29* De leerlingen zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag. 31* De leerlingen zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen. 33 De leerlingen illustreren hoe natuurwetenschappen kunnen bijdragen tot een duurzame globale en lokale leefomgeving. Deze eindtermen zijn in voege vanaf 01/09/2014 voor het 1ste leerjaar en vanaf 01/09/2015 voor het 2de leerjaar. Secundair onderwijs, derde graad ASO, TSO, KSO Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde 7 De leerlingen kunnen de invloed van menselijke activiteiten op het milieu zoals: broeikaseffect, natuurrampen, zure regen, waterbeheersing, bodemdegradatie en verbetering met voorbeelden illustreren. 26 De leerlingen kunnen voorstellen aanbrengen voor het ruimtegebruik in het kader van duurzame ontwikkeling. Link met de leerplannen LO Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); biotoop; rol van een natuurdomein; klimaat; (voorbeelden van) natuurbehoud; belang van bossen; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; bedreigde diersoorten; oorzaken van bedreiging Link met de leerplannen SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; biodiversiteit; duurzame levensstijl; invloed van mens op natuur en milieu (positief en negatief); milieubescherming; duurzame ontwikkeling Eindtermen - p. 4

3. HANDIGE HARRY S Hoe passen mens & dier zich aan hun leefomgeving aan? Elke diersoort is aangepast, aan zijn levenswijze, aan zijn biotoop. De leeuw jaagt op de savanne, de tijger in het woud, de zeehond in het water. Ieder zijn eigen dada. Zelfs hun zintuigen passen zich aan hun leefomgeving aan. Waarom heb je zulke grote oren? Heel belangrijk in een gesloten landschap. Waarom heb je zulke grote ogen? Goed zicht is nodig in een open landschap. Wij mensen hebben ook onze eigen fysieke aanpassingen, en anders maken we wel een of ander werktuig om dat gemis op te vangen. Wij hebben geen scherpe horens maar dolken. In plaats van een grote longinhoud om te duiken nemen we duikflessen mee en als we niet willen opvallen, doen we een camouflagevest aan. Trek mee de parallel tussen mens en dier. (VAKOVERSCHRIJDENDE) EINDTERMEN: Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.3 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden; 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. SECUNDAIR ONDERWIJS Secundair onderwijs, eerste graad - A-stroom 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom 5 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen gelijkenissen en verschillen ontdekken en weergeven. 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze Link met de leerplannen LO biotoop; huidbedekking; planteneter, vleeseter en alleseter, voortplanting; dieren vergelijken en classificeren; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; Link met de leerplannen SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; biotoop; biodiversiteit; classificatie Eindtermen - p. 5

4. KOELE KIKKERS EN ZACHTE BEREN Huidbedekking bij dieren De buitenkant van het beestje (en van de mens) is het eerste dat we ervan zien. En meestal blijft het daarbij, want binnenin, dat is meer voer voor specialisten, dokters en dierenartsen. Het uiterlijk toont veel. Alleen al bij de gewervelden zijn er stekels, haren en wol, veren, schubben en slijm. Soms met ongelooflijke kleuren om op te vallen of juist helemaal niet. En elk systeem heeft voor- en nadelen. In elk geval is dit jasje erg belangrijk want hij houdt bacteriën buiten, is lekker warm en zacht en je kunt er soms zelfs mee vliegen. Ga je mee naar de modeshow? (VAKOVERSCHRIJDENDE) EINDTERMEN: Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.3 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden; 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. SECUNDAIR ONDERWIJS Secundair onderwijs, eerste graad - A-stroom 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen dat de omgeving het voorkomen van levende wezens beïnvloedt en omgekeerd. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom 5 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen gelijkenissen en verschillen ontdekken en weergeven. 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen biologie B 17 B 18 B 19 B 20 B 21 De leerlingen kunnen met voorbeelden verschillen tussen aangeboren en aangeleerd gedrag illustreren. De leerlingen kunnen op het terrein organismen gericht waarnemen, hun habitat beschrijven, eenvoudige voedselketens en een voedselweb opstellen. De leerlingen kunnen bij waargenomen organismen overeenkomsten en verschillen beschrijven en deze organismen in een eenvoudige classificatie plaatsen. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren. Eindtermen - p. 6

Secundair onderwijs, tweede graad BSO Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leefmilieu. Link met de leerplannen LO Zorg en respect voor de natuur; biotoop; klimaat; huidbedekking; dieren vergelijken en classificeren; nuttige / schadelijke dieren voor de mens; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden Link met de leerplannen SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; biodiversiteit; classificatie; bescherming tegen hoge en lage temperaturen; (aangeboren) dierengedrag Eindtermen - p. 7

5. ROVERS EN HUN PROOIEN Overleven = eten en niet gegeten worden Eten is niet vanzelfsprekend. Voor elk soort voedsel heb je een speciale uitrusting nodig. Daarom zijn er planteneters, vleeseters en zelfs alleseters. Hoe ziet hun gereedschap er uit? We kijken naar de dieren hun schedels, hun tanden, hun spijsvertering en vergelijken ze met onze eigen tools. We komen terecht in voedselketens: leeuw eet zebra, zebra eet gras of mens eet koe, koe eet gras. Om te eindigen in een ingewikkeld voedselweb waarin alles met elkaar verbonden is en elk knooppunt belangrijk is. Smakelijk! (VAKOVERSCHRIJDENDE) EINDTERMEN: Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.1 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 1.2 De leerlingen kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. 1.3 De leerlingenkunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. 1.7 De leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens. 1.8 De leerlingen kunnen de functie van belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering en bloedsomloop in het menselijk lichaam verwoorden op een eenvoudige wijze. 1.17 De leerlingen kunnen gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam. SECUNDAIR ONDERWIJS Secundair onderwijs, eerste graad - A-stroom 2 De leerlingen kunnen bij de mens de bouw, de werking en de onderlinge samenhang van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloed, de bloedsomloop en en het uitscheidingsstelsel beschrijven. 3 De leerlingen kunnen bij een bloemplant de functies van de wortel, de stengel, het blad en de bloem aangeven. 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren 7 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld van een biotoop aantonen dat organismen een en levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen. 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen dat de omgeving het voorkomen van levende wezens beïnvloedt en omgekeerd. 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. Eindtermen - p. 8

12 De leerlingen kunnen het belang van stofwisseling beschrijven voor de instandhouding van het menselijk lichaam. 13 De leerlingen kunnen uit waarnemingen afleiden dat in planten stoffen gevormd worden onder invloed van licht en met stoffen uit de bodem en de lucht. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom 5 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen gelijkenissen en verschillen ontdekken en weergeven. 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze 7 De leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens drie met elkaar verbonden voedselketens. 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. 9 De leerlingen kunnen belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering, voortplanting, transport en uitscheiding in het menselijk lichaam, lokaliseren. 10 De leerlingen kunnen de functie van de belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering, voortplanting, transport en uitscheiding in het menselijk lichaam op eenvoudige wijze weergeven. Link met de leerplannen LO Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); spijsvertering van de mens; delen van een plant; biotoop; klimaat; planteneter, vleeseter en alleseter, dieren vergelijken en classificeren; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; wet van eten en gegeten worden; voedselketen Link met de leerplannen SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; voedselrelaties (producent, consument, reducent); voedselketen en voedselweb; bouw van een plant; spijsverteringsstelsel van de mens; biodiversiteit; classificatie Eindtermen - p. 9

6. KLEUTERSAFARI Op ontdekking in de dierenwereld op maat van de allerkleinsten Kleuters zijn volop hun omgeving aan het ontdekken. Ze leren de kleuren kennen. Ze zien groot en klein, dik en dun. Voor hen is de ZOO één wonderlijke ontdekkingsreis. We laten hen kijken naar de kleurrijke vogels, grote olifanten, koddige pinguïns of verschrikkelijk gevaarlijke leeuwen. Uitgekeken geraken ze nooit. ONTWIKKELINGSDOELEN Muzische vorming 2.2 De kleuters kunnen ritme in beluisterde muziek en liedjes ervaren, herkennen en nabootsen. 3.2 De kleuters kunnen zich inleven in personages en dingen uit de omgeving en deze uitbeelden. Nederlands 1.1 De kleuters kunnen een mondelinge boodschap, eventueel ondersteund door gebaar, mimiek met betrekking tot een concrete situatie begrijpen. 1.2 De kleuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen. 1.3 De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen. 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. 2.2 De kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen. 2.4 De kleuters kunnen uitleggen hoe zij in een activiteit van plan zijn te werken of hoe zij werkten. Wereldoriëntatie 1.1 De kleuters kunnen verschillen onderscheiden in geluid, geur, kleur, smaak en voelen. 1.2 De kleuters tonen een explorerende en experimenterende aanpak om meer te weten te komen over de natuur. 1.3 De kleuters kunnen met hulp van een volwassene, eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur. 1.4 De kleuters kunnen organismen en gangbare materialen ordenen aan de hand van eenvoudige, zelf gevonden criteria. Zorg en respect voor de natuur; dieren herkennen en benoemen; verschillen in geluiden, geuren, voelen en kleuren; lichaamshoudingen en bewegingen uitvoeren. Eindtermen - p. 10

7. ZOO BACKSTAGE Achter de schermen van de dierentuin Tussen de ZOO en het centraal station is er een lange dienstgang waar een gewone bezoeker nooit komt. In Zoo Backstage dus wel! We beginnen met het ontstaan van de ZOO zo n 170 jaar geleden. We bezoeken de zeeleeuwen in hun privé-vertrekken en zien de indrukwekkende pompen en filters die zo n zeeleeuwenverblijf in stand houden. We komen achter de coulissen bij de leeuwen, en daar zit een geurtje aan Via de operatiezaal en de quarantaine belanden we bij de kweek van de vogelspinnen en kakkerlakken. We sluiten af met een vriendelijke handtamme slang die niet nat of slijmerig is maar zacht en droog aanvoelt. En dat voelt de bezoeker zelf, als hij wil. INFO EINDTERMEN: / / Eindtermen - p. 11

8. ZOO VAN A TOT Z Een rondleiding langs enkele hoogtepunten van de dierentuin De dieren in een dierentuin zijn de ambassadeurs voor hun wilde soortgenoten en voor natuurbehoud. We toeren langs enkele ambassadeurs en roddelen over hun kweekprogramma s. We houden ons eigen onderzoek en de bedoeling ervan onder de loep, want onze apen, olifanten, okapi s en tijgers zijn stuk voor stuk prachtige dieren. We doen er ons uiterste best voor om ze te behouden, niet alleen in de ZOO maar ook in hun eigen habitat. (VAKOVERSCHRIJDENDE) EINDTERMEN: Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. 1.6 De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt. 1.24 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met het milieu. SECUNDAIR ONDERWIJS Secundair onderwijs, eerste graad - A-stroom 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. Secundair onderwijs, tweede graad B 2 B 20 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het milieu. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. Secundair onderwijs, tweede graad ASO Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde 10 De leerlingen kunnen op een eenvoudige manier de natuurlijke en menselijke oorzaken van milieuproblemen in een gebied verklaren en er de gevolgen voor mens, natuur en milieu uit afleiden. 23* De leerlingen brengen aandacht op voor het fascinerende van de wereld. Vakoverschrijdende eindtermen: Context 4 Omgeving en duurzame ontwikkeling 2 De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. 4 De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Eindtermen - p. 12

Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom 5 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen gelijkenissen en verschillen ontdekken en weergeven. 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 B 3 B 8* B 18 B 20 B 21 B 25 B 26 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het milieu. De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen maatschappelijke ontwikkelingen en het milieu. De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. De leerlingen kunnen op het terrein organismen gericht waarnemen, hun habitat beschrijven, eenvoudige voedselketens en een voedselweb opstellen. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren. De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren. De leerlingen kunnen het belang van duurzame ontwikkeling aantonen. Secundair onderwijs, tweede graad BSO Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leefmilieu. Secundair onderwijs, derde graad ASO B2 De leerlingen kunnen illustreren dat biologisch verantwoord handelen noodzakelijk is voor het individu. Secundair onderwijs, derde graad BSO Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 29* De leerlingen zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag. 31* De leerlingen zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen. Link met de leerplannen LO Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); biotoop; rol van een natuurdomein; (voorbeelden van) natuurbehoud; belang van bossen; huidbedekking; planteneter, vleeseter en alleseter, dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; bedreigde diersoorten; oorzaken van bedreiging Link met de leerplannen SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; biodiversiteit; classificatie; dierenwelzijn; (aangeboren) dierengedrag; duurzame levensstijl; invloed van mens op natuur en milieu (positief en negatief); milieubescherming; duurzame ontwikkeling Eindtermen - p. 13