HANDBOEK ICD-9-CM CODERING



Vergelijkbare documenten
FEEDBACK DSM-IV code combinaties

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 2)

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie mei 2016 (deel 3)

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 3 25

9 e Post-O.N.S. Meeting

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie maart 2016 (deel 1)

Blasten in perifeer bloed

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering

Slaapproblemen en vermoeidheid bij een neurologische aandoening

Kinderen met hoofdpijn

Kindersterfte Doodsoorzaken

HOOFDSTUK 14 INFECTIES EN PARASITAIRE AANDOENINGEN

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014

23 april 2015 Dr. Luc Belmans (RZ Tienen)

Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheid verband houdende problemen

Overzicht Wijzigingen ICD-10 codering Per januari 2015

HOOFDSTUK 17 AANDOENINGEN VAN HET BLOED EN DE BLOEDVORMENDE ORGANEN EN BEPAALDE AANDOENINGEN VAN HET IMMUUNSYSTEEM

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 1)

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C 10 C

HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN

AZ Colloquia 2 april 2019

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C

Van sepsis tot orgaanfalen

Interpretatie labo-resultaten

Hoofdstuk 5: Het patientendossier als referentiedocument Inleiding Inhoud van het patientendossier... 52

Tarieven 2014 Antoni van Leeuwenhoek Ingangsdatum: 1 april 2014

Informatie voor patiënten die Vidaza gebruiken

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie

Kanker: klinisch beeld,

Obesitas op de recovery

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juli 2017 (nr. 4)

Acute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen

Inhoud. Voorwoord. Over de auteurs. 1 Inleiding 1


Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon


Welkom. Publiekslezing dementie 17 februari 2015 #pldementie

Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA)

Hairy cell leukemie (HCL)

Slaaplabo: indicaties, methodiek en outcome

HOOFDSTUK 29 NIEUWVORMINGEN

Kinderneurologie.eu. Hoofdbonken.

ICPC ICPC omschrijving Specificiteit Indicatie zoals genoemd in de standaard

Slaapapneu en vermoeidheidsklachten bij mensen met een CVA. Het venijn zit in de staart IV 11 april 2013 Justine Aaronson

Stamceltransplantatie

Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken

Slaapstudie volwassenen. Campus Henri Serruys

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA)

APR-DRG (versie 15.0)

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente

8 van de 10 meest terugbetaalde geneesmiddelen houden verband met onze levensstijl Bijlage

Myelo-Dysplastisch Syndroom

Obesitas Hypertensie Cardiovasculair risico Diabetes mellitus II

? Petra geeft aan dat ze probeert zwanger te worden en sinds kort in een traject zit van IVF (in vitro fertilisatie).

Proefexamen Pathologie. Deelexamen 1. In dit proefexamen worden vragen gesteld over: Hoofdstuk 1 t/m 8

Patiëntenbetrokkenheid bij medische beslissingen. Vragenlijst bij inclusie.

Sleep-disordered breathing: definitie

classificatie van epilepsieën Floor Jansen

GUIDELINES PBO CONTROLE. bij solide tumoren

K.B In werking B.S

Doelstellingen basisstage neurologie

Neurocognitieve stoornissen

De ziekte van Alzheimer. Diagnose

Diabetische Oogziekten

HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING

Hairy cell leukemie. Mariëlle Wondergem hematoloog VUmc

Er zijn verschillend oorzaken bij hersenletsel. Deze oorzaken worden verdeeld in 3 groepen.

HOOFDSTUK 12 Z CODES EN UITWENDIGE OORZAAK CODES

Slaapproblemen bij neurologische aandoeningen

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)


Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juni 2016 (deel 5)

T-cel lymfoom en beenmergcytologie. Jeanette Doorduijn Hematoloog Erasmus MC Rotterdam

ICD-9-CM CODERINGSADVIEZEN

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

Bijgevoegd vindt u de risico minimalisatie materialen.

K.B In werking B.S

Somatoforme stoornissen

Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1


Ondervoeding. 1.1 Begrippen

HOOFDSTUK 15 ENDOCRIENE -, VOEDINGS- EN METABOLE AANDOENINGEN

Vrouw, 75 jaar, blanco voorgeschiedenis. Uit bed gevallen, hoofd tegen nachtkastje. Fors bloedende hoofdwond. Werd wakker van de val.

Programma Translationeel Onderzoek Gehonoreerde projecten 2010 Publiekssamenvattingen

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Afdeling II. Genetische onderzoeken. 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming van de in 2 bedoelde geneesheer vereist is :

zeldzame aandoeningen -rare diseases

K.B B.S Erratum B.S In werking

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister

Pneumonie vaststellen bij onderzoek in verpleeghuizen

Transcriptie:

federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement HANDBOEK ICD-9-CM CODERING Nieuwe codes

Voorwoord ICD-9-CM heeft nieuwe diagnosecodes en procedurecodes gepubliceerd in oktober 2005, 2006, 2007 en 2008. Er zijn ook bepaalde codes gewijzigd of afgeschaft. Dit document zet een reeks van deze nieuwe ICD-9-CM codes uiteen. Niet elke code is hierin opgenomen, maar enkel de codes die belangrijke wijzigingen vertonen in vergelijking met het codeboek ICD-9-CM 2005 (International Classification of Diseases, 9th Revision, Clinical Modification, Sixth Edition, 2005) of waarvoor er nieuwe regels van toepassing zijn. Deze codes dienen gebruikt te worden voor de registraties van MG-MZG vanaf 1 januari 2009. De lijst met al de nieuwe, gewijzigde en afgeschafte codes - inclusief de in het Nederlands en het Frans vertaalde codetitels - is bij dit document gevoegd. De referentielijsten van de FOD zijn ook bijgewerkt met de nieuwe, gewijzigde en afgeschafte codes. Al de onderstaande nota's, evenals andere correcties en aanpassingen, zullen ingevoegd worden in de nieuwe versie van de Codeerhandleiding ICD-9-CM van de FOD, die voorzien is voor het eerste semester 2009. 2

1 Infectieuze en parasitaire ziekten Diagnoses 323 Encefalitis, myelitis en encefalomyelitis [Encephalitis, Myelitis and Encephalomyelitis] Bepaalde codes uit de categorie 323 zijn uitgebreid met een vijfde digit wat de mogelijkheid biedt de neurologische aandoening beter te preciseren. 038.12 Septicemie door Methicilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) [Methicillin resistant Staphylococcus aureus septicemia] 482.42 Methicilline resistente pneumonie te wijten aan Staphylococcus aureus (MRSA) [Methicillin resistant pneumonia due to Staphylococcus aureus] In de versie 2009 zijn er 2 nieuwe combinatiecodes: -septicemie door MRSA : 038.12 (Methicilline resistant staphylococcus aureus septicemia) -pneumonie door MRSA : 482.42 (Methicillin resistant pneumonia due to staphylococcus aureus) Conform de gebruikelijke codeerregels, wordt er in deze situaties geen gebruik gemaakt van 041.12 (Methicillin resistant Staphylocccus aureus) noch van code V09.0 (Infection with microorganisms resistant to penicillins) aangezien deze vervat zijn in de combinatiecode. 041.12 Methicilline resistente Staphylococcus aureus bij elders geklassificeerde aandoeningen en van niet gespecificeerde site [Staphylococcus infection in conditions classified elsewhere and of unspecified site, MRSA] Wanneer er sprake is van een infectie door MRSA en er geen combinatiecodes bestaan om dit te coderen, wordt de infectie gecodeerd en aangevuld met de code 041.12 om de kiem te preciseren. De resistentie tegen methicilline is begrepen in de code 041.12. De code V09.0 wordt niet gebruikt. V02.54 Drager of vermoedelijke drager van Methicilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) [Methicillin resistant Staphylococcus aureus (MRSA) colonization] V02.53 Drager of vermoedelijke drager van Methicilline gevoelige Staphylococcus aureus (MSSA) [Methicillin susceptible Staphylococcus aureus (MSSA) colonization] Enige waakzaamheid is geboden om het onderscheid te maken tussen een patiënt die een infectie doormaakt door een kiem enerzijds en een patiënt die drager is van een bacterie anderzijds. - De kolonisatie bij een patient door MRSA wordt gecodeerd met V02.54 (Methicillin resistant Staphylococcus aureus colonization) - De kolonisatie bij een patient door MSSA wordt gecodeerd met V02.53 (Methicillin susceptible Staphylococcus aureus colonization) - De code V02.59 (Carrier or suspected carrier of other specified bacterial diseases) wordt gebruikt voor kolonisaties door een andere Staphylococcusstam (Staphylococcus epidermidis, Staphylococcus saprophyticus) en voor andere bacteriën. 3

Als een dossier tegelijkertijd een infectie door MRSA vermeld en een kolonisatie door MRSA, dan worden zowel de code V.02.54 (Carrier or suspected carrier of other specified bacterial diseases) als de infectiecodes gebruikt. V12.04 Persoonlijke anamnese van Methicilline resistente Staphylococcus aureus [Personal history of methicillin resistant Staphylococcus aureus] De nieuwe code V12.04 wordt gebruikt om een antecedent van een MRSA infectie te coderen. 058 Andere human Herpes virus [Other human herpes viruses] 059 Andere infecties door Poxvirussen [Other Poxvirus infections] Nieuwe infecties : - Categorie 058: infectie door het humaan herpesvirus - Categorie 059: infectie door poxvirussen (orthopoxvirus, parapoxvirus, yatapoxvirus ) 415.12 Pulmonale septisch embool [Septic pulmonary embolism] 449 Arterieel septisch embool [Septic arterial embolism] Twee nieuwe codes om septische embolen te coderen wijzigen enigszins de codeerregels zoals zij bestonden. - 449: Arterieel septisch embool «Septic arteriel embolism» - 415.12: Pulmonale septisch embool «Septic pulmonary embolism» Voor deze twee codes moet eerst de onderliggende aandoening worden gecodeerd. (Code first underlying infection) Een code kan hieraan worden toegevoegd (Use additional code to identify the site of the embolism) om de lokalisatie van het embool te specificeren. VB.: acute endocarditis als oorzaak van een arterieel septisch embool ter hoogte van het onderste lidmaat: - 421.0 «Acute and subacute bacterial endocaditis» - acute bacteriële endocarditis - 449 «Septic arteriel embolism» - arterieel septisch embool - 444.22 «Arterial embolism and thrombosis- of arteries of extremities lower extremity» - arteriële embolie en thrombose van de arteriën van het onderste lidmaat. 995.9x Systemisch inflammatoir respons syndroom (SIRS) [Systemic inflammatory response syndrome (SIRS)] De benaming van de codes wijzigen maar de codeerregels voor deze codes wijzigen niet. 4

2 Neoplasmata Diagnoses 199.2 Maligne neoplasma geassocieerd met een getransplanteerd orgaan [Malignant neoplasm associated with transplant organ] Een neoplasme van een getransplanteerd orgaan moet gecodeerd worden als een complicatie. Dus eerst de code 996.8x complicatie van getransplanteerd orgaan [Complications of transplanted organ] gevolgd door de code 199.2 [Malignant neoplasm associated with transplant organ] en een code die de lokalisatie specificeert. 203-208 Maligne Neoplasma van het lymfatisch en hematopoïetisch weerfsel [Malignant neoplasm of lymphatic and hematopoietic tissue] Uitbreiding van het vijfde cijfer met nu drie mogelijkheden: 0: zonder vermelding van remissie 1: in remissie 2: herval Dit vijfde cijfer biedt dus de mogelijkheid om te preciseren of de hematologische tumor zich in remissie of herval bevind, maar enkel als dit duidelijk in het patiëntendossier wordt vermeld. Zoals voor de vaste tumoren is de categorie V10 Antecedent van neoplasma voorbehouden voor die gevallen waar de patiënt geen antineoplastische therapie meer krijgt. 209 Neuro-endocriene tumoren [Neuroendocrine tumors] Nieuwe categorie die alle maligne en benigne carinoïde tumoren omvat. Op de eerste plaats wordt steeds het syndroom van de categorie 258.0 gecodeerd die de syndromen MEN I, II en III omvat en worden de geassocieerde endocriene syndromen zoals 259.2 carcinoïdsyndroom erna gecodeerd. 233.3x Carcinoma in situ van de vrouwelijke genitaliën, andere en niet gespecificeerde [Carcinoma in situ of other and unspecified female genital organs] Het vijfde cijfer biedt de mogelijkheid om de lokalisatie te specificeren (vulva, vagina, andere). 238.7x Neoplasma met onvoorziene evolutie van andere lymfatische en hematologische weefsels [Neoplasm of uncertain behavior of other lymphatic and hematopoietic tissues] De code 238.7 [Other lymphatic and hematopoietic tissues] heeft nu een vijfde cijfer dat het mogelijk maakt om essentiële thrombocytose en de verschillende vormen van het myelodysplastisch syndroom te coderen. Zelfs als in de literatuur myeloproliferatieve afwijkingen en dysplastische syndromen nu als maligne neoplasmata worden beschouwd, blijven ze voor ICD-9-CM geklasseerd als neoplasmata met onvoorzienbare evolutie. Essentiële thrombocytemie (238.71) is een pathologie van de stamcellen die een overproductie van de thrombocyten induceert, soms geassocieerd met een toename van de witte bloedcellen. Sommige patienten zijn asymptomatissch, anderen hebben symptomen als gevolg van een staat van hyper coagulabiliteit. De pathologie kan evolueren naar een ernstiger 5

myeloproliferatief syndroom zoals myelofibrose of een acute myeloïde leukemie. In dat geval moet enkel nog de uiteindelijke pathologie worden gecodeerd zonder vermelding van de intermediaire stappen. Andere veel gebruikte termen zijn: essentiële thrombocytose, idiopathische thrombocytemie of primaire thrombocytose. Het myelodysplastisch syndroom (MDS) is een ziekte van het bloed en het beenmerg die de bloedcelproductie aantast. Normaal produceert het beenmerg stamcellen die zich ontwikkelen in mature celvormen van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. In MDS rijpen vele stamcellen niet uit. Het aantal onrijpe cellen (blasten) is een indicator van het type MDS. De symptomen zijn soms afwezig in het begin van de ziekte. In een later stadium kan de patiënt klachten ontwikkelen van vermoeidheid, frequente infecties en abnormale bloedingen. MDS kan een gevolg zijn van radio- of chemotherapie. Codes : 238.71 Essential thrombocythemia 238.72 Low grade myelodysplastic syndrome lesions Refractory anemia 238.73 High grade myelodysplastic syndrome lesions 238.74 Myelodysplastic syndrome with 5q deletion 238.75 Myelodysplastic syndrome, unspecified 238.76 Myelofibrosis with myeloid metaplasia 238.77 Post-transplant lymphoproliferative disorder In dit geval, wordt eerst de code voor complicatie van transplantatie (996.80 tot 996.89) gebruik. 238.79 Other lymphatic and hematopoietic tissues 200.3 tot 7 Lymphosarcoom en reticulosarcoom en andere gespecificeerde maligne tumoren van het lymfatisch weefsel [Lymphosarcoma and reticulosarcoma and other specified malignant tumors of lymphatic tissue] In de categorie 200 [Lymphosarcoma and reticulosarcoma and other specified malignant tumors of lymphatic tissue] werden nieuwe codes voorzien om beter het celtype van het lymfoom te kunnen coderen: 200.3x Marginal zone lymphoma 200.4x Mantle cell lymphoma 200.5x Primary central nervous system lymphoma 200.6x Anaplastic large cell lymphoma 200.7x Large cell lymphoma 795.8x Afwijkende tumormerkers [Abnormal tumor markers] Nieuwe categorie om afwijkende tumormerkers te kunnen coderen. Het gaat om substanties die worden geproduceerd door tumorcellen maar soms ook andere lichaamscellen en die abnormaal verhoogd kunnen zijn in bloed, urine of weefsels van kankerpatiënten. Deze merkers worden gebruikt voor screening, diagnose en opvolging van bepaalde kankertypes. Er was al een code voor het Prostate Specific Antigen (790.93), de volgende zijn hieraan toegevoegd: 795.81 Elevated carcinoembryonic antigen [CEA] 795.82 Elevated cancer antigen 125 [CA 125] 795.89 Other abnormal tumor markers. 6

V58.1x Opname voor chemo- en immunotherapie voor neoplastische aandoeningen [Encounter for chemo- and immunotherapy for neoplastic conditions] Het vijfde cijfer biedt de mogelijkheid om te specificeren of de patiënt werd gehospitaliseerd voor chemotherapie (1) of immunotherapie (2) in het kader van de behandeling van een neoplasma: V58.11 Encounter for antineoplastic chemotherapy V58.12 Encounter for antineoplastic immunotherapy V86.x Oestrogeen receptor status [Estrogen receptor status] Voor de categoriën 174 [Malignant neoplasm of female breast] en 175 [Malignant neoplasm of male breast] is het nu mogelijk om de oestrogeen receptor status te preciseren: V86.0 Estrogen receptor positive status (er+) V86.1 Estrogen receptor negative status (er-) 7

3 Endocriene, nutritionele, metabole en immunologische aandoeningen Diagnoses 585 Chronische Nierziekte/nierlijden [Chronic Kidney Disease (CKD)] heeft een nieuwe naam (was chronische nierinsufficiëntie) en krijgt bijkomend 4 de digit (zie hfst. 10). Gezien deze code nu bijkomende informatie bevat over de graad van het chronisch nierlijden vervalt de exclusie met de combinatiecodes met hypertensie van de categorie 403 en 404. Een code van de categorie 585 moet nu worden toegevoegd aan de codes van de categorieën 403 en 404. De regel van het automatische verband tussen diabetes, hypertensie en chronisch nierlijden blijft onveranderd en het is nog steeds onnodig om de code 583.81 Nefritis en nefropathie, niet gespecificeerd als acuut of chronisch, bij elders geclassificeerde ziekten [Nephritis and nephropathy, not specified as acute or chronic, in diseases classified elsewhere] toe te voegen gezien deze geen bijkomende informatie geeft. 362.0x Diabetische Retinopathie [Diabetic retinopathy] is uitgebreid met bijkomende codes om de graad van diabetische retinopathie verder te verfijnen en om desgevallend een extra code 362.07 Diabetisch maculair oedeem [Diabetic macular edema] te kunnen toevoegen zo duidelijk vermeld in het medisch dossier en beantwoordend aan de regels voor nevendiagnoses. 249.xx Secundaire Diabetes Mellitus [Secondary diabetes mellitus] Nieuwe categorie die het mogelijk maakt om diabetische complicaties te coderen volgens dezelfde indeling (en regelgeving) als die voor primaire diabetes in de categorie 250. De vijfde digit geeft weer of het gaat om ontregeld (1) of niet-ontregeld/niet gespecificeerd (0). Het gebruik van de categorie 251 om secundaire diabetes weer te geven vervalt. De regels omtrent de bepaling of diabetes primair dan wel secundair is blijven echter dezelfde. 255.4x Bijnierschorsinsufficiëntie [Corticoadrenal insufficiency] krijgt een vijfde digit om onderscheid te maken tussen de bijnierschorsdeficiënties voor glucocorticoïden (255.41) en mineralocorticoïden (255.42). Als beide deficiënt zijn wordt de code voor glucocorticoïddeficiëntie gebruikt (255.41). 258.0x Polyglandulaire activiteit bij multipele endocriene adenomatose [Polyglandular activity in multiple endocrine adenomatosis] Vanaf 2009 bevat de subcategorie 258.0 een vijfde cijfer die toelaat het MEN (Multiple endocrine neoplasie) syndroom te coderen. Voor Lloyd en Schmidt syndromen, wordt code 258.1 nog altijd gebruik. (Other combinations of endocrine dysfunction) Bijkomende codes zijn vereist voor alle geassocieerde maligniteiten en bijkomende afwijkingen (zie hoofdstuk 2 Neoplasmata). Voor de genetische susceptibiliteit aan het MEN-syndroom is de code V84.81 (2009) voorzien. 8

799.4 Cachexie [Cachexia] Vanaf 2009 is er voor cachexie een Code First Underlying Disease van toepassing voor zover de onderliggende oorzaak gekend is. 276.5x Volumedepletie [Volume depletion] Nieuwe naam en onderverdeling in: 276.50 Volumedepletie NOS (zoals vroeger) 276.51 Dehydratatie: verlies aan totaal lichaamsvocht met relatief behoud van circulerend bloedvolume (door compensatie vanuit de weefsels) 276.52 Hypovolemie: verlies aan circulerend bloedvolume zonder belangrijk verlies aan totaal lichaamsvocht o rechtsreeks door (interne) hemorrhagie o onrechtsreeks door third-spacing waarbij bloedvocht verloren gaat in tussenweefselruimte zoals bij ascites of oedeem (ICD-9-CM COORDINATION AND MAINTENANCE COMMITTEE MEETING OCTOBER 7-8, 2004) 278.0x Obesitas [Overweight and Obesity] wordt uitgebreid met 278.02 overgewicht [Overweight]. Bovendien moet er zo mogelijk een code van de categorie V85 Body Mass Index (BMI) aan worden toegevoegd (zie verder). Hierdoor wordt het onderscheid als volgt aangepast: BMI WGO classificatie diagnosecode V-code volwassenen 25 en < 30 Overgewicht 278.02 V85.2x 30 en < 35 Obesitas (klasse 1) 278.00 V85.30-4 35 en < 40 Ernstige obesitas (klasse 2) 278.01 V85.35-9 40 Morbiede obesitas (klasse 3) 278.01 V85.4 Om de voedingstoestand van kinderen te beoordelen, moet nog steeds gebruik gemaakt worden van groeicurven (zie handleiding) maar nu met toevoeging van BMI-codes van reeks V85.5. Voor zwangere vrouwen is er een nu een specifieke reeks codes voor obesitas tijdens de zwangerschap (ongeacht of deze nu voor of tijdens de zwangerschap is ontstaan): 649.1x. Hierbij moet een bijkomende code van de categorie 278 worden toegevoegd als nevendiagnose. Voor excessieve gewichtstoename tijdens de zwangerschap wordt een code van de subcategorie 646.1 Oedeem of excessieve gewichtstoename tijdens de zwangerschap [Edema or excessive weight gain in pregnancy without mention of hypertention] gebruikt. V45.86 Status na bariatrische chirurgie [Bariatric surgery status] Nieuwe code voor mensen met (oorspronkelijk meestal morbiede) obesitas die hiervoor een maagverkleinings- of intestinale bypasschirurgie ondergingen. Obesitas mag dan nog enkel worden gecodeerd indien nog aanwezig (lengte en gewicht gemeten tijdens opname in dossier). Bij zwangeren moet voor de status na bariatrische chirurgie de categorie 649.2x [Bariatric surgery status complicating pregnancy, childbirth, or the puerperium] worden gebruikt. 9

V85.xx Body Mass Index (BMI) Nieuwe categorie die toelaat om de BMI-waarde zelf te coderen. De BMI moet worden meegegeven (tenzij onbekend) bij de volgende diagnoses: 278.0x Obesitas [Overweight and obesity] 783.x Abnormaal gewichtsverlies en ondergewicht [Abnormal loss of weight and underweight] 793.91 Niet-conclusieve medische beeldvorming te wijten aan overmaat aan lichaamsvet [Image test inconclusive due to excess body fat] V65.3 Dietetische begeleiding en advies [Dietary surveillance and counselling] 279.5x Graft-versus-host disease Nieuwe reeks van codes voor de transplantatiecomplicaties waarbij getransplanteerd(e) beenmerg of stamcellen de eigen weefsels van de patiënt aanvallen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen acuut, chronisch, acuut op chronisch en niet gespecificeerd. Belangrijk hierbij te noteren is dat de onderliggende complicatiecode eerst moet gecodeerd worden: 996.8x Complicatie van getransplanteerd orgaan (beenmerg) [Complication of transplanted organ (bone marrow)] 999.8 Complicatie van bloedtransfusie [Complication of blood transfusion] Eventuele gespecificeerde manifestaties zoals diarree, haarverlies, dermatitis, mogen als nevendiagnose worden toegevoegd. 10

4 Aandoeningen van bloed en hematopoietische organen Diagnoses 284 Aplastische anemie en andere beenmerginsufficiëntie-syndromen [Aplastic anemia and other bone marrow failure syndromes] Uitbreiding van de vroegere naam die beperkt was tot aplastische anemie. Twee nieuwe codes werden gecreëerd om pancytopenie en myelophtysis te onderscheiden van de pure aplastische anemie: 284.1 Pancytopenie 284.2 Myelophtysis of medullaire infiltratie De onderliggende pathologie b.v. een borstneo of tuberculose moet als eerste worden gecodeerd. In tegenstelling met de codeerregels in de Codeerhandleiding ICD-9-CM 2007-2008 mogen er in 2009 niet meer drie codes voor de verschillende aangetaste bloedcellijnen worden gecodeerd, maar alleen de adequate code voor de pancytopenie. Pancytopenie ten gevolge van chemotherapie wordt gecodeerd met 284.89 [Red cell aplasia] (exclude bij 284.1) + E933.1 [Antineoplastic and immunosuppressive drugs causing adverse effects in therapeutic use]. De subcategorie 284.0 Constitutionele aplastische anemie werd uitgebreid met een vijfde cijfer die het onderscheid maakt tussen: 284.01 Constitutional red blood cell aplasia (Constitutionele rode bloedcelaplasie) Aplasia, (pure) red cell: congenital, of infants, primary (Pure) rode bloedcelaplasie: congenitaal, infantiel, primair Blackfan-Diamond syndrome (Blackfan-Diamond syndroom) Familial hypoplastic anemia (Familiale hypoplastische anemie) 284.09 Other constitutional aplastic anemia (Overige constitutionele aplastische anemieën) Fanconi's anemia (Fanconi s anemie) Pancytopenia with malformations (Pancytopenie met malformaties) Eenzelfde aanpassing is ook uitgevoerd op de subcategorie 284.8 Overige gespecificeerde aplastische anemieën: 284.81 Rode bloedcelaplasie NOS 284.89 Overige gespecifieerde aplastische anemie Aplastische anemie ten gevolge van chronische systeemziekten, medicatie, infectie, bestraling, toxisch (paralytisch) 11

287.3 Primaire thrombocytopenie [Primary thrombocytopnenia] wordt nu gevolgd door een vijfde cijfer om de verschillende primaire thrombocytopenieën van elkaar te onderscheiden: primaire thrombocytopenie NOS (287.30), idiopathische thrombocytopenische purpura of ITP (287.31), het syndroom van Evans (287.32), congenitale et erfelijke thrombocytopenische purpura (287.33) en de andere primaire thrombocytopenieën (287.39). ITP is een auto-immuunaandoening waarbij de patiënt antilichamen ontwikkelt tegen zijn eigen bloedplaatjes die hierbij worden vernietigd door de fagocyten, voornamelijk in de milt. De behandeling bestaat meestal uit steroïden maar soms moet er een splenectomie worden uitgevoerd. 288.xx Ziektes van de witte bloedcellen [Diseases of white blood cells] In 2009 zijn er nieuwe codes toegevoegd die het mogelijk maken om de aangetaste cellijn te specificeren: lymphocyten, neutrofielen, monocyten, eosinofielen of basofielen. De oorzakelijke pathologieën voor vermindering van het aantal witte bloedcellen zijn multipel: neveneffecten van medicatie, vitaminedeficiëntie, infectie, bloed- en beenmergpathologie, inname van niet-steroidale antiflogistica (NSAIDs), enz. Maar ook voor leucocytose zijn er veelerlei oorzaken: infectie, inflammatie, allergische reactie, enz. Het is daarom belangrijk om in herinnering te brengen dat deze anomalieën nooit alleen mogen worden gecodeerd op basis van laboresultaten. De code 288.0 Agranulocytose is diepgaand herzien en hernoemd in 288.0x Neutropenia, Decreased Absolute neutrophil count. Een vijfde cijfer geeft de mogelijkheid om de etiologie van de neutropenie weer te geven (congenitaal, medicamenteus, infectieus, ) In tegenstelling tot de Codeerhandleiding ICD-9-CM 2007-2008 volstaat 288.0 niet meer voor neutropene koorts maar moet de code 780.6 (Fever) als nevendiagnose worden toegevoegd aan de correcte 288.0x code. Als er echter een duidelijke infectie als oorzaak wordt geponeerd, blijft deze wel hoofddiagnose, wordt de neutropenie nevendiagnose en wordt er geen symptoomcode voor de koorts toegevoegd (zoals voorheen). 289.xx Overige bloedziekten en ziekten van de hematopoïetische organen [Other diseases of blood and blood-forming organs] 289.53 : neutropene splenomegalie is een bijzonder zeldzame pathologie die wordt gecaracteriseerd door een belangrijke splenomegalie. In het verdere verloop ontstaat ook anemie, leucopenie, neutropenie en stolllingsstoornissen (verhoogde bloedingsneiging). Deze aandoening die ook gekend is onder de naam splenische neutrofilie evolueert met opstoten en kan genezen na wegname van de milt (splenectomie). 289.83 : myelofibrose is een zeldzame pathologie waarbij de het beenmerg geleidelijk wordt vervangen door fibreus collageenweefsel. Deze aandoening wordt ook idiopathische myelofibrose of chronische myelosclerose genoemd en is vaak secundair aan andere aandoeningen zoals borst- of prostaatkanker, leukemiën, tuberculose, de ziekte Gaucher, enz. Hierbij moet de onderliggende pathologie als eerste worden gecodeerd. 12

5 Mentale aandoeningen Diagnoses 291.82 Alcohol geïnduceerde slaapstoornissen [Alcohol induced sleep disorders] Een alcohol geïnduceerde slaap stoornis werd in boek 2005 geklasseerd onder de code 291.89 Other specified alcohol-induced mental disorders, Other (Overige gespecificeerde alcohol geïnduceerde mentale stoornissen, overige). Dit heeft nu zijn eigen code gekregen 291.82 Other specified alcohol-induced mental disorders, Alcohol induced sleep disorders (Overige, Alcohol geïnduceerde slaapstoornissen). Analoog daaraan werden ook de drugs geïnduceerde slaapstoornissen uit de groep 292.89 Other specified drug-induced mental disorders, Other (Overige gespecificeerde door drugs geïnduceerde mentale stoornissen, Overige) gehaald en in een aparte categorie gestoken 292.85 Other specified drug-induced mental disorders, Drug induced sleep disorders (Overige, door drugs geïnduceerde slaapstoornissen) 302.5x Transseksualiteit [Trans-sexualism] Bij code 302.5 Trans-sexualism is er een onderregel bijgekomen Sex reassignment surgery status (Status van geslachtsverandering). Deze code is dus ook de status code voor patiënten die een sex reassignment operatie (operatie voor geslachtsverandering) hebben ondergaan in het verleden. Bij de code 302.85 Gender identity disorder in adolescents or adults (Gender identiteitsstoornis in de adolescentie of op volwassen leeftijd) dient er een bijkomende code gebruikt te worden om de sex reassignment operatieve status te identificeren (302.5). 305.1 Tabagisme (Tabaksgebruiksstoornis) [Tobacco use disorder] Bij de code 305.1 Tobacco use disorder (Tabaksgebruikstoornis) zijn er twee exclusies bijgekomen Smoking complicating pregnancy (649.0) (Roken als complicatie van de zwangerschap) en Tobacco use disorder complicating pregnancy (649.0) (Tabaksgebruikstoornis als complicatie van de zwangerschap). Deze zijn nu immers ondergebracht in de categorie 649, Other conditions or status of the mother complicating pregnancy, childbirth, or the puerperium (Andere aandoeningen of status van de moeder als complicatie van de zwangerschap, de geboorte of het puerperium) en mogen dus niet meer onder de code 305.1 geregistreerd worden. 305.1 Tobacco use disorder (Tabagisme - Tabaksgebruikstoornis) Tobacco dependence (Afhankelijkheid van tabak) Excludes: history of tobacco use (V15.82) (Anamnese met tabaksgebruik) smoking complicating pregnancy (649.0) (Roken als complicatie van de zwangerschap) tobacco use disorder complicating pregnancy (649.0) (Tabaksgebruikstoornis als complicatie van de zwangerschap) 306.4 Fysiologische functiestoornissen van het spijsverteringskanaal, veroorzaakt door psychische factoren [Physiological malfunction arising from mental factors, Gastrointestinal] In de groep 306.4 Physiological malfunction arising from mental factors, Gastrointestinal (Fysiologische functiestoornissen veroorzaakt door mentale factoren, spijsverteringskanaal) 13

is er een exclusie bijgekomen Associated with migraine (346.2) (Geassocieerd met migraine). Code 346.2 Variants of migraine, not elsewhere classified (Varianten van migraine, niet elders geclassificeerd) is ook gewijzigd. 307.4 Specifieke slaapstoornissen van niet-organische oorsprong [Specific disorders of sleep of nonorganic origin] De codes 307.4 zullen niet meer gebruikt worden. Deze aandoeningen worden nu in de nieuwe categorie 327 Organic sleep disorders (Organische slaapstoornissen) ondergebracht. (cfr. hoofdstuk 6) 307.5x Eetstoornissen, overige en niet gespecificeerde [Other and unspecified disorders of eating] De code 307.5 heeft een extra exclude Associated with migraine (346.2) (Geassocieerd met migraine), daar deze nu in de code 346.2 Variants of migraine, not elsewhere classified (Varianten van migraine, niet elders geclassificeerd) opgenomen is. Bij de code 307.59 Other and unspecified disorders of eating, Other (Overige en niet gespecificeerde eetstoornissen, overige) wordt de exclusie verder verduidelijkt door de vermelding of nonorganic origin (van niet-organische oorsprong) ook te vermelden bij Feeding disorder of infancy or early childhood (Eetstoornis van de kleutertijd of de vroege kinderjaren). 307.81 Spanningshoofdpijn [Tension headache] Bij de code 307.81 zijn er twee nieuwe exclusie s, namelijk Syndromes (339.00-339.89) (Syndromen) en Tension type (339.10-339.12) (Spanning vorm). Deze aandoeningen worden nu immers geklasseerd onder een nieuwe categorie 339 Other headache syndromes (Overige hoofdpijn syndromen) 307.81 Tension headache (Spanningshoofdpijn) Excludes: headache (hoofdpijn): NOS (784.0) migraine (346.0-346.9) (migraine) syndromes (339.00-339.89) (syndromen) tension type (339.10-339.12) (type spanning) 307.89 Overige psychalgieën (Pijn stoornissen gerelateerd aan psychologische factoren, andere) [Pain disorders related to psychological factors, Other] Bij code 307.89 is de code first regel uitgebreid zodat zowel het type als de lokalisatie van de pijn vermeld wordt. 307.89 Other Code first to type or site of pain Excludes: pain disorder exclusively attributed to psychological factors (307.80) (pijnstoornissen uitsluitend gerelateerd aan psychologische factoren) psychogenic pain (307.80) (psychogene pijn) 309.81 Aanpassingsreacties, Posttraumatische stress stoornis [Adjustment reactions, Post-Traumatic Stress Disorder] De Post-Traumatic Stress Disorder (PTSD) wordt nu ook expliciet vermeld bij de code 309.81 en niet alleen de Post-traumatic stress disorder NOS. Dit is enkel een verduidelijking tov de ICD-9-CM versie 2005. 14

310.2 Postcommotioneel syndroom [Postconcussion syndrome] Bij de code 310.2 Postconcussion syndrome (Postcommotioneel syndroom) is er nu de vermelding Use additional code to identify associated post-traumatic headache, if applicable (339.20-339.22) bijgekomen. De categorie 339 Other headache syndromes (Overige hoofdpijn syndromen) is een volledig nieuwe categorie (cfr. infra) 315.32 Taalstoornis, gemengd receptie en expressie [Mixed receptive-expressive language disorder] De code 315.32 Mixed receptive-expressive language disorder (Taalstoornis, gemengd receptie en expressie) heeft de inclusie Central auditory processing disorder en de exclusie Acquired auditory processing disorder (388.45) vermeld gekregen. 388.45 Acquired auditory processing disorder (Verworven stoornis van auditieve verwerking) is een nieuwe code in de categorie 388.4 Other abnormal auditory perception (Overige afwijking van de gehoorsperceptie). In de categorie 315 Specific delays in development (Specifieke vertragingen in de ontwikkeling) is er ook de nieuwe code 315.34 Speech and language developmental delay due to hearing loss (Vertraging in de spraak- en taalontwikkeling door doofheid). Er is in de versie ICD-9-CM 2009 geen code 315.33. 15

6 Aandoeningen van zenuwstelsel en zintuiglijke organen Diagnoses 6.1 Aandoeningen van zenuwstelsel 323 Encefalitis, myelitis en encefalomyelitis [Encephalitis, myelitis, and encephalomyelitis] In categorie 323 Encephalitis, myelitis, and encephalomyelitis is er een verschuiving van acute transverse myelitis van de inclusies naar de exclusies. Er zijn nu immers de nieuwe codes 341.20 Acute transverse myelitis NOS, 341.21 Acute transverse myelitis in conditions classified elsewhere en 341.22 Idiopathic transverse myelitis De omschrijving van de code 323.0 is gewijzigd naar Encephalitis, myelitis, and encephalomyelitis in viral diseases classified elsewhere. Myelitis en encephalomyelitis zijn toegevoegd. De exclusies die vermeld werden in boek 2005 zijn vervallen en worden nu al dan niet gedeeltelijk hernomen bij de nieuwe codes 323.01 en 323.02. De ene wordt gebruikt voor de encephalitis and encephalomyelitis en de andere voor myelitis omvatten. Niet verrassend zijn de exclusies voor de 323.01 dezelfde als die voor de vroegere 323.0. Ze zijn wel uitgebreid met West Nile (066.41) De titulatuur van codes 323.1, 323.2 en 323.4 zijn net zoals de hoofdcategorie 323 uitgebreid met myelitis, and encephalomyelitis. Deze laatste categorie 323.4 is nu onderverdeeld in 323.41 en 323.42. De 323.41 Other encephalitis and encephalomyelitis due to infection classified elsewhere heeft dezelfde exclusies als de vroegere 323.4, met dien verstande dat de exclusie Meningoencephalitis due to free-living ameba [Naegleria] nu verwijst naar de nieuwe code 136.29 Ook de omschrijving van de code 323.5 is uitgebreid met myelitis, and encephalomyelitis. Net zoals de 323.4 categorie is ook deze verder onderverdeeld in twee, namelijk 323.51 en 323.52 Ook de omschrijving van de code 323.6 is uitgebreid met myelitis, and encephalomyelitis. Deze is nu onderverdeeld in drie nieuwe categorieën: 323.61 Infectious acute disseminated encephalomyelitis (ADEM), 323.62 Other postinfectious encephalitis and encephalomyelitis en 323.63, Postinfectious myelitis. De infectieuze acute gedissemineerde encefalomyelitis (ADEM) heeft een incidentie van 0.8 op 100.000 mensen per jaar en treft vooral 5 to 8 jarigen. Deze aandoening heeft nu zijn eigen code. Ook de omschrijving van de code 323.7 is uitgebreid met myelitis, and encephalomyelitis. Logischerwijze wordt deze code dan ook opgesplits in 323.71 Toxic encephalitis and encephalomyelitis en 323.72 Toxic myelitis. Ook de omschrijving van de code 323.8 is uitgebreid met myelitis, and encephalomyelitis. Logischerwijze wordt deze code dan ook opgesplits in 323.81 Other causes of encephalitis and encephalomyelitis en 323.82 Other causes of myelitis. Op te merken is dat de Noninfectious acute disseminated encephalomyelitis (ADEM) ondergebracht wordt bij categorie 323.81. Ook de omschrijving van de code 323.9 is uitgebreid met myelitis, and encephalomyelitis. Deze wordt echter niet opgesplitst. 16

327 Organische slaapstoornissen [Organic Sleep Disorders] Een nieuwe reeks codes (327) is toegevoegd om slaapstoornissen die een organische oorzaak hebben te kunnen coderen. Voorheen beschreef de reeks 307.4x de slaapstoornissen in samenhang met bepaalde mentale aandoeningen, terwijl de andere slaapstoornissen werden geklasseerd in het hoofdstuk van de symptomen 780.5x. Deze nieuwe gedetailleerde beschrijving van slaapstoornissen met langs de ene kant een organische oorzaak en langs de andere kant een niet-organische oorzaak, zorgt ervoor dat de weinig precieze en weinig gedetailleerde codes van de categorie 780.5 van weinig belang worden. Er bestaat trouwens een verwarrende redundantie tussen meerdere codes van de categorieën 307.4x en 327.x Het is daarom aangeraden om nog enkel de codes van de reeks 327 te gebruiken voor gelijk welke slaapstoornissen. 327.0x beschrijft de slapeloosheden waarbij het onderscheid wordt gemaakt tussen 327.01 «Slapeloosheid omwille van elders geklasseerde medische aandoeningen» Men denkt hier aan aandoeningen zoals astma, hartinsufficiëntie, menopauze, alle chronische pijnlijke aandoeningen, enz. 327.02 «Slapeloosheid omwille van een mentale aandoening», met exclusie van alcoholisme (291.82) of drugs (292.85). 327.09, andere of 327.00 zonder verdere precisering 327.1x beschrijft de aandoeningen hypersomnolentie en hypersomnie 327.11 «Ideopathische hypersomnie met verlengde slaapduur», is een aandoening met een ongekende etiologie die gekenmerkt wordt door een onweerstaanbare somnolentie aanval in de loop van de dag. Deze diurnale hypersomnolentie kan vergezeld zijn van zeer lange slaaptijden (12 uur of meer per nacht) 327.12 «Ideopathische hypersomnie zonder verlengde slaapduur», is eveneens een aandoening met een ongekende etiologie. Het verschil is dat hier de nachtelijke slaaptijd normaal is, maar de patiënt vertoont eveneens frequente onweerstaanbare inslaapmomenten in de loop van de dag. 327.12 «Recurrente hypersomnie» is een congenitale aandoening. 327.14 «Hypersomnie te wijten aan een elders geklasseerde medische aandoening» zoals hersentumoren, voornamelijk van de thalamus, of slaapapnoe, in tegenstelling tot de exclusiecriteria die verwijzen naar 780.53 327.15 «Hypersomnie te wijten aan mentale aandoening» met exclusie van alcoholisme (291.82) of drugs (292.85). N.B. Narcolepsie is een zeer specifieke uiting van hypersomnie die gecodeerd wordt met 347.01 of 347.00 afhankelijk of ze al dan niet vergezeld gaat met catalepsie 327.2x Organische slaapapnoes 327.21 «Primaire centrale slaapapnoe», ideopathische aandoening gekenmerkt door een periodische onderbreking van de centrale respiratoire opdracht. Deze inlichting wordt normalerwijze in detail beschreven in de conclusies van een polysomnografie. 327.22 «Grote hoogte periodische ademhaling» 327.23 «Obstructieve slaap apnoe» meestal gelinkt aan een regelmatige afsluiting van de bovenste luchtwegen, voornamelijk tijdens de diepe slaapfases. De obstructie is meestal gelegen op het niveau van de larynx door het verlies van de spiertonus. De apnoes eindigen ten koste van een ontwaken of op zijn minst door een bruuske overgang naar een meer oppervlakkige slaapfase, die vergezeld gaat met een herstel van de normale spiertonus op het niveau van de larynx. 327.24 «Ideopathische slaap gerelateerde niet obstructieve alveolaire hypoventilatie» is een zeldzame pathologie, meestal het Ondine Syndroom genoemd, waarbij het insla- 17

pen vergezeld gaat met een zeer sterke vermindering van de ventilatie, met als gevolg een hypoxie en een belangrijke hypercapnie. 327.25 «Congenitaal centraal alveolair hypoventilatie syndroom» is een congenitale pediatrische aandoening 327.26 «Slaap gerelateerde hypoventilatie/hypoxemie in elders geklasseerde aandoeningen». Het gaat hier om hypoventilatie- en hypoxieproblemen die men tegenkomt bij obese patiënten, BPCO of zelfs restrictief van iedere pathologie (cyphoscoliose, myopatie). Deze hypoventilatie kan geïsoleerd voorkomen of geassocieerd zijn aan een slaapapnoe syndroom. De ernst van de nachtelijke hypoxie kan sterk verschillen van de ene patiënt tot de andere - In de meest eenvoudige gevallen is de hypoxie gewoon een symptoom van slaapapnoe en verdwijnt ze met behandeling met cpap. In dat geval lijkt het niet nuttig om de code van nachtelijke hypoxie te gebruiken, de code voor slaapapnoe is voldoende - In meer ernstige gevallen is de hypoxie niet volledig verdwenen na de behandeling van de apnoe en heeft de patiënt bovendien nood aan zuurstoftherapie gedurende de nacht. En dit in het kader van een overeenkomst met het RIZIV, volgens strikte en zwaarwichtige criteria van hypoxie. In dat geval moet de code 327.6 bij de code voor apnoe gecodeerd worden. - In de meest ernstige gevallen kunnen die hypoxies (al dan niet met geassocieerde hypercapnie) leiden tot een meer een ernstig klinisch beeld van chronisch respiratoir falen, die dan een zuurstoftherapie zowel overdag als s nachts aan huis nodig maakt. Dit kan dan gaan tot een beeld van chronisch cor pulmonale. Enkel en alleen indien deze klinische elementen duidelijk vermeld zijn door de geneesheer in zijn eindverslag, mag aan de code 327.6 de code 518.83 «chronisch respiratoir falen» toegevoegd worden. 327.27 «Centrale slaapapnoe in elders geklasseerde aandoeningen» In tegenstelling met primaire centrale apnoes, komen deze voor in het kader van andere aandoeningen zoals hartfalen of drugsmisbruik 327.79 «Andere» en 327.70 «Zonder verdere precisering» 327.3 Circadiaans ritme slaapstoornissen Deze reeks van codes beschrijft hoofdzakelijk goed gedefinieerde problemen van het circadiaans ritme, voor een deel van genetische origine, voor een ander deel gelinkt aan specifieke externe oorzaken zoals werken in wisselende shiften of uurverschuivingen. N.B. Het is daarom aangeraden om geen rekening te houden met de exclusies in verband met de niet organische aandoeningen en die naar code 307.45 verwijzen, die zelf in zijn inclusies het Jet Lag syndroom en het werken in wisselende shiften vermeld heeft. 327.4 Organische Parasomnieën Parasomnieën zijn aandoeningen verbonden met de slaap, zoals somnambulisme, paradoxale bewegingen, episodes van verwardheid enz. De reeks codes van 327.4x laat toe om ze in detail te beschrijven. 327.41«Verward ontwaken» Deze situatie kenmerkt zich door nachtelijk ontwaken in een staat van verwardheid, soms agressief, waarvan de patiënt zich de volgende dag niets meer herinnert. Het gaat vaak om problemen bij de oudere mensen. 327.42 «REM slaapgedragsstoornissen» In deze situaties wordt de patiënt wakker tijdens een droom die hem in een onwerkelijke situatie plaatst waardoor zijn gedrag onaangepast is aan de realiteit. De patiënt droomt bijvoorbeeld dat hij het slachtoffer is van een agressie, wordt wakker en valt zijn partner aan, overtuigd zijnde dat hij zich aan het verdedigen is tegen de aanvaller uit zijn droom. In tegenstelling tot het verward ontwaken herinnert de patiënt zich over het algemeen zijn droom door het vervolg. 18

327.43 «Recurrente geïsoleerde slaap paralyse» De patiënt wordt wakker in een staat van totale paralyse, maar is zich volledig bewust van zijn toestand 327.44 «Parasomia in elders geklasseerde aandoeningen» Dit komt bijvoorbeeld voor bij de ziekte van Parkinson 327.45 «Andere parasomnieën» 327.5 Organische slaap gerelateerde bewegingsstoornissen 327.51 «Periodische bewegingsstoornis van ledematen» meer frequent wel nocturnale myoclonieën genoemd 327.52 «Slaap gerelateerde beenspierkrampen» 327.53 «Slaap gerelateerd bruxisme» 327.59 «Andere Organische slaap gerelateerde bewegingsstoornissen» In deze categorie zitten aandoeningen zoals ritmische bewegingen van het hoofd of van het ganse lichaam (body rocking) N.B. het Restless Legs Syndrome blijft gecodeerd worden met 333.94 331 Overige cerebrale degeneraties [Other cerebral degenerations] Bij categorie 331 is er de vermelding Use additional code, where applicable, to identify dementia: with behavioral disturbance (294.11) without behavioral disturbance (294.10) toegevoegd. Deze was voordien enkel bij de code 331.1 Frontotemporal dementia en 331.82 Dementia with Lewy bodies vermeld, maar is dus vanaf codes 2009 voor de volledige categorie van toepassing. De exclusies bij code 331.3 Communicating hydrocephalus zijn uitgebreid met idiopathic normal pressure hydrocephalus (331.5), normal pressure hydrocephalus (331.5). De Secondary normal pressure hydrocephalus is nu inbegrepen in de categorie 331.3. Code 331.4 Obstructive hydrocephalus heeft dezelfde uitbreiding van zijn exlusies gekregen. Code 331.5 Idiopathic normal pressure hydrocephalus (INPH) is nieuw in deze versie. Code 741.0 word voor Spina bifida with hydrocephalus gebruiken. Code 331.83 is eveneens een nieuwe code Mild cognitive impairment, so stated. MCI is een aandoening die gedefinieerd wordt als een verminderde geheugenfunctie (of een andere verminderde cognitieve functie) die meer uitgesproken is dan wat als normaal wordt gevonden i.f.v de leeftijd, terwijl de andere cognitieve functies relatief intact zijn gebleven. De standaard criteria om MCI te diagnosticeren zijn: - Geheugenklachten, bij voorkeur bevestigd door derden - Objectieve achteruitgang van het geheugen ifv de leeftijd - Relatief bewaard cognitief vermogen ifv de leeftijd - Relatief intacte activiteiten van het dagelijkse leven - Geen dementie Personen met MCI kunnen al dan niet later Alzheimer vertonen. Sommige patiënten met MCI kunnen herstellen en een normaal cognitief vermogen herwinnen. Deze diagnose van deze aandoening moet duidelijk vermeld worden door de behandelend arts. Deze aandoening mag niet verward worden met 294.9 Cognitive disorder, not otherwise specified en 310.1 Cognitive or personality change of other type 332 Parkinson ziekte [Parkinson s disease] Bij de code 332.1 wordt nu ook de Neuroleptic-induced Parkinsonism vermeld als zijnde geïncludeerd in deze code. Een E code mag vermeld worden 19

333 Overige extrapyramidale stoornissen [Other extrapyramidal disease ] Code 333 heeft nu in het kader van de nieuwe categorie 327 een bijkomende exclusie Sleep related movement disorders (327.51-327.59) Code 333.1 heeft een nieuwe inclusive : Medication-induced postural tremor De omschrijving van code 333.6 is gewijzigd in Genetic torsion dystonia. In boek 2005 was de omschrijving Idiopathic torsion dystonia. Code 333.7 heeft een andere omschrijving gekregen Acquired torsion dystonia i.p.v. Symptomatic torsion dystonia. Ze is ook opgesplitst in 333.71 Athetoid cerebral palsy, 333.72 Acute dystonia due to drugs en 333.79 Other acquired torsion dystonia. Bij code 333.72 Acute dystonia due to drugs moet de E code vermeld worden. Subacute dyskinesia due to drugs heeft nu een eigen code 333.85. Als gevolg hiervan is er zowel bij code 333.81 en 333.82 een exclusie bijgekomen, daar zowel blepharospasm due to drugs als orofacial dyskinesia due to drugs onder de nieuwe code 333.85 vallen. In categorie 333.9 Other and unspecified extrapyramidal diseases and abnormal movement disorders is er ook een nieuwe code 333.94 Restless legs syndrome (RLS) Code 333.90 heeft zowel een include Medication-induced movement disorders NOS als de opdracht om een bijkomende E code te gebruiken om - in voorkomend geval - het geneesmiddel te identificeren. Code 333.92 heeft een exclude gekregen Neuroleptic induced Parkinsonism (332.1). Dit expliciteert de reeds geldende regels. Ook bij code 333.99 is er nu de opdracht Use additional E code to identify drug, if drug-induced bijgekomen. 337 Disorders of the autonomic nervous system [Stoornissen van het autonome zenuwstelsel] Code 337.0 is opgesplits in drie nieuwe categorieën: 337.00 Idiopathic peripheral autonomic neuropathy, unspecified, 337.01 Carotid sinus syndrome en 337.09 Other idiopathic peripheral autonomic neuropathy. Hierdoor kan de Idiopathic peripheral autonomic neuropathy nauwkeuriger worden gecodeerd. Onder de codes 337.2x staat nu steeds de vermelding dat Complex regional pain syndrome type I, x in deze code inbegrepen is. 338 Pijn, NEC [Pain, NEC] Er is een compleet nieuwe categorie 338 Pain. Opnames voor pijn waren vroeger moeilijk te coderen. Vroeger waren de codes voor pijn beperkt tot de anatomische lokalisatie van de pijn. Category 338, Pain Not Elsewhere Classified: 338.0, Central pain syndrome 338.1x, Acute pain 338.2x, Chronic pain 338.3, Neoplasm-related pain (acute) (chronic) 338.4, Chronic pain syndrome 780.96, Generalized pain - used when the site of the pain is not specified De codes van de categorie 338 mogen gebruikt worden samen met andere codes om meer informatie te geven over acute of chronische pijn en of het een neoplasma gerelateerde pijn is. Als de pijn niet gespecifieerd werd als acuut of chronisch, mag men geen codes van de categorie 338 gebruiken, met uitzondering van de postthoracotomie pijn, postoperatieve pijn neoplasma gerelateerde pijn of centraal pijn syndroom. 20

Over het algemeen worden de codes van de subcategorieën 338.1 en 338.2 niet gebruikt, tenzij de reden voor de opname pijncontrole en/of management is en niet de behandeling van de onderliggende aandoening. De codes van categorie 338 zijn aanvaardbaar als hoofddiagnose als en enkel als pijncontrole en/of management de reden van opname is Als de opnames specifiek is voor een procedure gericht op het behandelen van de onderliggende aandoening, dan moet een code voor de onderliggende aandoening als hoofddiagnose vermeld worden. Geen enkel code van categorie 338 dient dan vermeld te worden. Bvb opname voor een kyfoplasty ter behandelig van een spinaal stenose. Als een patiënt wordt opgenomen voor een neurostimulator voor pijn controle, dan dient de overeenkomende pijn code als hoofddiagnose vermeld te worden. Als de patiënt werd opgenomen voor de behandeling van de onderliggende aandoening maar een neurostimulator werd tijdens het verblijf ingepland, dan moet de juiste pijncode als nevendiagnose vermeld worden Centraal pijn syndroom (338.0) is een neurlogische aandoening veroorzaakt door schade en/of dysfunctie van het centraal zenuwstelsel. Het kan veroorzaakt worden door een CVA, MS, tumoren, epilepsie, trauma, De pijn geassocieerd met dit syndroom is zeer divers. De pijn is meestal wel constant maar kan kort of lang na de oorzakelijk aandoening optreden en beperkt of uitgebreid zijn. Dejerine-Roussy syndroom, myelopathisch pijn syndroom en het thalamische pijn syndroom (hyperesthesie) worden onder met 338.0 gecodeerd Acute pijn begint plots. Het kan mild of ernstig zijn en enkele minuten tot enkel weken duren. Chronische pijn duurt weken tot maanden. Als acute pijn niet verholpen wordt, kan dit lijden tot chronische pijn, die kan persisteren zelfs als het oorzakelijk letsel is geheeld. De behandelende arts dient duidelijk te vermelden of de pijn acuut of chronisch is. Postoperatieve pijn wordt geklasseerd in categorie 338.1 en 338.2, afhankelijk of de pijn acuut of chronisch is. Bij default is postoperatieve pijn die niet beschreven werd als acuut of chronisch, acuut. De normale postoperatieve pijn dient niet gecodeerd te worden. Enkel een ongewone of ongewoon grote postoperatieve pijn mag gecodeerd worden. Dit moet uiteraard als dusdanig vermeld zijn in het dossier Pijn geassocieerd met devices, implantaten of greffes of specifieke postoperatieve complicaties wordt echter met de specifieke pijncode uit hoofdstuk 17 gecodeerd. Bijkomende codes van de categorie 338 worden niet gebruikt. 338.3 wordt gebruikt voor neoplasma gerelateerde pijn. En dit onafgezien of de pijn acuut of chronisch is. Als de opname voor de controle van een dergelijk pijn is, dan dient de code 338.3 gebruikt te worden. Het onderliggende neoplasma dient dan als nevendiagnose vermeld te worden. Chronische pijn syndroom 338.4 is verlengde, persisterende pijn die significant interfereert met de mogelijkheden van een patiënt om te functioneren in het dagelijkse leven. Het chronische pijn syndroom is een aparte aandoening, die niet verwart mag worden met chronische pijn. 339 Overige hoofdpijn syndromen [Other headache syndromes] Er is ook een categorie 339 Other headache syndromes is toegevoegd in ICD-9-CM 2009. De nieuwe categorie 339 bestaat uit 6 nieuwe subcategorieën en 23 nieuwe codes. (Zie onderstaande tabel met een mapping tussen ICD-9-CM en de specifieke hoofdpijn classificatie ICHD II) De 6 grote subcategorieën zijn: 339.0 Cluster headaches and other trigeminal autonomic cephalgias TACS 339.1 Tension type headache 339.2 Post-traumatic headache 21

339.3 Drug induced headache, not elsewhere classified 339.4 Complicated headache syndromes 339.8 Other specified headache syndromes 341 Overige demyeliniserende ziekten van het centrale zenuwstelsel [Other demyelinating diseases of central nervous system] In de categorie 341 Other demyelinating diseases of central nervous system is er een nieuwe code toegevoegd 341.2. De acute (transverse) myelitis kan dus nu specifiek worden geregistreerd. Let echter op de vele exclusies waar deze code niet mag gebruikt worden. Code 341.21 wordt voorafgegaan door de onderliggende aandoening. 345 Epilepsie [Epilepsy] In de categorie 345 zijn er meerdere wijzigingen. Zo is de omschrijving nu Epilepsy and recurrent seizures, ipv Epilepsy in de versie 2005. 2005 2009 345 Epilepsy Epilepsy and recurrent seizures 345.4 Partial epilepsy, with impairment of consciousness Localization-related (focal) (partial) epilepsy and epileptic syndromes with 345.5 Partial epilepsy, without mention of impairment of consciousness complex partial seizures Localization-related (focal) (partial) epilepsy and epileptic syndromes with simple partial seizures 345.8 Other forms of epilepsy Other forms of epilepsy and recurrent seizures 346 Migraine [Migraine] Er zijn nu exclusies voor de categorie 346: headache NOS (784.0) en headache syndromes (339.00-339.89). Code 784.0 bestond al, de categorie 339 is volledig nieuw Er zijn nu ook 4 mogelijkheden voor het 5 de cijfer in deze groep door de al dan niet vermelding van de status migrainosus: 0 without mention of intractable migraine without mention of status migrainosus 1 with intractable migraine, so stated,without mention of status migrainosus 2 without mention of intractable migraine with status migrainosus 3 with intractable migraine, so stated, with status migrainosus 2005 2009 346.0 Classical migraine Migraine with aura 346.1 Common migraine Migraine without aura 346.2 Variants of migraine Variants of migraine, not elsewhere classified 346.3 Hemiplegic migraine 346.4 Menstrual migraine 346.5 Persitent migraine aura without cerebral infarction 346.6 Persistent migraine aura with cerebral infarction 346.7 Chronic migraine without aura 346.8 Other forms of migraine Other forms of migraine 346.9 Migraine, unspecified Migraine, unspecified 22