De zorg voor onze leerlingen



Vergelijkbare documenten
4. De zorg voor onze leerlingen

4. De zorg voor onze leerlingen

Stroomdiagram zorg. Versie september 2008

C:\Users\admin\AppData\Local\Microsoft\Windows\Temporary Internet Files\Content.Outlook\DY4SI3QT\Zorgstructuur de Reuzepas.doc

ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Zorg voor onze kinderen

Horizontaal rooster Op Bij de Bron wordt met een horizontaal

Stroommodel Beleidsvorming binnen het Basisonderwijs wat betreft het geven van onderwijs aan leerlingen met specifieke moeilijkheden.

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Begeleiding op basis van meten en observatie

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

6. Ondersteuning voor de leerlingen

Doublure protocol Groep 1 t/m 8

Protocol Advies keuze voortgezet onderwijs

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Ondersteuning van leerlingen op. CBS De Rank

Protocol Leerlingenzorg

Protocol verwijzing naar voortgezet onderwijs

Bovengenoemde zaken kunt u terugvinden in het KONOT-protocol Veilig op school: uw en onze zorg! Dit ligt ter inzage op school.

Toelatingsbeleid in het kader van de zorgverbreding.

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Naar het voortgezet onderwijs. Antwoorden op vragen

Met de rugzak naar school

Protocol. Doorstroom. CBS Mons Sinaϊ

Wat weet de leerkracht van uw kind?

Wat doet de Ondersteuningscommissie?

Protocol. Kinderoefentherapie

PESTPROTOCOL OBS DE DUIZENDPOOT

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen

Protocol remedial teaching

Schoolgids

Protocol. Overgang PO/VO

4. DE ZORG VOOR DE LEERLINGEN

het fundament christelijke basisschool genderen Protocol Leerlingenzorg Speciale Leergroep ~ huidige situatie ~

Doel Het verzamelen, noteren en bewaren van de belangrijke gegevens van de leerlingen op een eenduidige wijze om de doorgaande lijn te bewaken.

Beleidsplan aanname leerlingen m.b.t. Leerlinggebonden financiering:

Procedure schooladvies VO Basisschool St. Dionysius

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting ET Emmen Tel:

Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem. Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag?

Figuur 1: Leerlingen in basisonderwijs ( )

Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem. Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag?

Taken van interne begeleiders in de samenwerking

Beleidsplan. Ieder kind telt. Werken volgens de 1-zorgroute

Doel Het verzamelen, noteren en bewaren van de belangrijke gegevens van de leerlingen op een eenduidige wijze om de doorgaande lijn te bewaken.

Zorgverbreding. Rekenen/wiskunde. Basisschool Jahesuja Jantine, Heleen, Suzanna, Jacobine

Protocol Observeren en registreren peutergegevens en overleg/overdracht gegevens naar ouders en basisschool

Doorstroomgegevens groep 1 tot en met 8 Inhoud

5 oktober 2010 ZORGTRAJECT DE POELJEUGD

Doorstromen, vertragen en versnellen.

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Beleid doorstroming van groep 1 t/m 8

Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem. Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag?

4. De zorg voor kinderen.

Interne zorgstructuur

o.a. Carnaval, cito groep 1 en 2, protocol (meer)begaafdheid

Procedure schooladvies

Excellente Leerkracht SBO, SO/VSO. Stichting Meerkring LC 11 Onderwijsproces -> Leraren Marieke Kalisvaart

REGLEMENT PRIVACY LEERLINGADMINISTRATIE HOFDIJCKSCHOOL

Passend Onderwijs voor de kinderen op school: samen met ouders en leerkracht

Beleid leerlinggebonden financiering

ZORGPLAN 5 NIVEAUS VAN ZORG

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Procedure PO-VO

5. IEDER KIND IS UNIEK BIJ ONS De opvang van nieuwe leerlingen

Aannamebeleid Basisschool De Zonnewijzer

Procedure schooladvies

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Zorgplan van de Larense Montessorischool

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5.

Protocol Herfstleerlingen

Beleid voor NT2- leerlingen/ taalzwakke leerlingen op de Leilinde

Overdrachtsprotocol behorend bij het overdrachtsformulier peuter-kleuter gemeente Oss

Beleid uitstroom leerlingen groep 8

De zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in beeld Basis is het beleidstuk Het zorgsysteem in het basisonderwijs SWV H-M-S

Protocol Agressie, Geweld en Diefstal RK Bs De Duinsprong

Doel Het verzamelen, noteren en bewaren van de belangrijke gegevens van de leerlingen op een eenduidige wijze om de doorgaande lijn te bewaken.

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht

NB. Dit beleid is ook van toepassing op leerlingen met een persoonsgebonden budget van de GGD.

Protocol overgang PO VO

Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Zorgplan van de Larense Montessorischool

PROTOCOL instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen

Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland

Protocol ernstige rekenwiskundeproblemen. dyscalculie. St. Antoniusschool Klein Zundert

Procesgang PO-VO. Leidend in deze is de BOVO procedure. 1. De totstandkoming van het basisschooladvies;


Procedure Schooladvies Sint Jozefbasisschool

Ontwikkelingslijn: Teamleren Ontwikkelingsveld 2: Vormen van samenwerking Eigenaren: Nils Schutte en Lidy Meyer

GEDRAGSPROTOCOL PCB MEESTER LALLEMAN

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

Hoofdstuk 2 Begripsformulering doorstroming, doublure en versnelling Hoofdstuk 5 Doorstroming in de kleuterbouw 6

Begeleiding van een Zorgleerling

Preventieve Ambulante Begeleiding

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte)

Transcriptie:

Wilt u ervoor zorgen dat uw kinderen geen sieraden om hebben op de dagen dat ze gymmen? Oorbellen, horloges enz. kunnen ze beter thuis laten. Ze moeten tijdens de gymlessen, in verband met de veiligheid afgedaan worden en het komt regelmatig voor dat een en ander wegraakt. 3.17 Het schoolzwemmen Het schoolzwemmen is voor groep 3 en 4 en duurt een half schooljaar. De kinderen gaan hiervoor naar zwembad De Dolfijn in Hoogeveen. De groepsleerkracht gaat mee en voor de begeleiding in de bus en in de kleedkamers roepen we de hulp van ouders in. De zwemlessen worden betaald door de gemeente Hoogeveen, voor het vervoer wordt een bijdrage van de ouders gevraagd. 3.18 De vulpen en kleurpotloden In groep 3 krijgen alle kinderen een vulpen en een kleurdoos.. Deze worden meegenomen naar de volgende groep. De school verstrekt de pen eenmalig. Mocht de pen, door onzorgvuldig gebruik, kapot gaan, dan kan de school tegen een vergoeding van 3,50 een nieuwe pen verschaffen. Kleurpotloden worden door de school vervangen. Het schrijven met een vulpen bevordert het handschrift van de kinderen. Als u thuis een vulpen wilt aanschaffen laat u zich dan goed voorlichten. Vaak komen kinderen met een hele mooie pen op school, die of te dik of te dun is en die vrij snel gaat lekken. We vragen de kinderen een leeg etui mee te nemen naar school om hun pen en potlood etc. op te bergen. Een goed (kunst) stoffen etui is het beste. Het is niet de bedoeling dat de kinderen zelf kleurpotloden en stiften e.d. mee naar school nemen. 3.19 De buitenschoolse activiteiten De school neemt deel aan diverse buitenschoolse activiteiten, zoals sportdagen, schoolvoetbal en schoolhandbal. Daarnaast ontwikkelt de ouderraad activiteiten waaraan kinderen deel kunnen nemen eventueel samen met hun ouders. Jaarlijks worden er excursies gehouden met groepen. Deze sluiten aan bij de leerstof van dat moment. Ouders wordt gevraagd actief mee te doen met deze activiteiten. Ieder jaar kunnen ouders zich opgeven voor diverse activiteiten op school. 3.20 Speelgoed en persoonlijke eigendommen Kinderen nemen nogal eens eigen spullen of speelgoed mee naar school. Dat is geheel voor eigen risico. Waardevolle spullen kunnen bewaard worden in de mee-naar-huis doos in de klassen. De school is niet aansprakelijk voor verlies van of beschadiging aan, op eigen initiatief meegenomen, persoonlijk eigendommen. 15

4. De zorg voor onze leerlingen 4.1 Algemeen Binnen kwaliteitszorg is het belangrijk om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs: doen wij de goede dingen en doen wij die dingen goed. Wij hechten er aan om hiervoor instrumenten te gebruiken die algemeen erkend en betrouwbaar zijn en hebben daarbij gekozen voor het CITO leerlingvolgsysteem. Deze zijn landelijk genormeerd en geeft, naast de persoonlijke ontwikkeling van ieder individueel kind, een goede vergelijking tenm opzichte van het landelijk gemiddelde. Uiteraard maken wij ook gebruik van de methodegebonden toetsen, met name op het gebied van taal en rekenen. De resultaten worden besproken op groepsniveau en leiden waar nodig tot een groepsplan. De gegevens worden bewaard in de groepsmap. Voor de kleuters hanteren wij algemene en specifieke observatielijsten. 4.2 De intern begeleider Er is op school een leerkracht ingezet als intern begeleider (IB-er). Zij heeft als taak de zorg voor de kinderen binnen de school te bewaken. Het gebruik van toetsen geeft informatie over kinderen, welke zal moeten leiden tot een betere aansluiting van het onderwijs op de individuele behoeften van elk kind. De IB-er heeft 6-wekelijks overleg met de groepsleerkrachten. De toetsuitslagen worden bewaard in speciaal daarvoor bestemde mappen, die in een gesloten kast staan. 4.3 De zorg voor het jonge kind Wij vinden het van groot belang dat eventuele bedreigingen voor het ontwikkelingsproces zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd. Op het moment dat kinderen voor het eerst naar de basisschool gaan zijn er al verschillen in het ontwikkelingsniveau. Door observaties proberen we te bepalen welk aanbod het beste past bij welk kind, waarbij voorop staat dat ieder kind zich moet ontwikkelen, op welk niveau het zich ook bevindt. Dat houdt wel in dat de leerkracht een goed zicht moet hebben op het ontwikkelingsverloop van kinderen in het algemeen en van de kinderen in de groep in het bijzonder. Alleen dan kan immers een passend aanbod volgen. Wij gebruiken daarvoor een aantal overzichten waarin de opeenvolging van ontwikkelingsfasen beschreven zijn. Van elk kind worden gegevens bewaard in het leerlingdossier. Bij twijfel over voldoende ontwikkeling wordt de procedure gevolgd als hierna beschreven. 16

4.4 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften Alle groepsleerkrachten houden in de groepsmap de resultaten van de methodegebonden toetsen, het resultaat van individueel werk en observatie gegevens bij. Tijdens de kindbesprekingen, die we per locatie houden worden de vorderingen van kinderen besproken, waarbij we niet alleen oog willen hebben voor de kinderen die problemen hebben, maar ook voor hen die meer kunnen. Met het hele team wordt gezocht naar vervolgmogelijkheden, zoals: o extra toetsing en/of observatie door de IB er o extra hulp binnen de groep door de eigen leerkracht aan de hand van een handelingsplan van de IB-er o inschakeling van de ambulant begeleider uit het speciaal onderwijs o inschakeling van een andere deskundige Soms worden er videobeelden gemaakt in de groep. Deze beelden worden alleen bekeken door de leerkracht en degene die de camera bedient. Door tussentijdse evaluatie wordt bepaald of de geboden hulp juist is of dat de plannen bijgesteld moeten worden. Voor het opstellen van handelingsplannen is op beide locaties een orthotheek aanwezig. 4.5 De kindbespreking Per jaar worden er minstens 2 plenaire kindbesprekingen gehouden, deze wordt voorbereid door de IB-er. Aan de hand van toetsresultaten worden de kinderen besproken die extra zorg nodig hebben. Maar ook naar aanleiding van gedrag wordt er gesproken over kinderen. Leerkrachten brengen hun bevindingen dan in de vergadering. Dit wordt voorbereid in een voorgesprek met de IB-er. Tijdens de kindbespreking wordt er gezocht naar oplossingen. Dit gebeurt samen met de collega s; komen we er niet uit dan schakelen we externe deskundigen in bijvoorbeeld van de School Advies- en Begeleidingsdienst (SABD). Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders van de kinderen. Naast het plenaire overleg zijn er tussendoor diverse kindbesprekingen met de leerkrachten en IB-ers op school. De IB-ers komen ook in de groepen om kinderen te helpen of om ze te observeren. Aan de hand van deze zaken kan er dan een handelingsplan opgezet worden, dat wordt uitgevoerd in de groep. Ook dit gaat in overleg met de ouders. Daarnaast heeft de IB-er volgens rooster groepsbesprekingen met de groepsleerkrachten. 4.6 De opvang van nieuwe leerlingen Een nieuwe leerling wordt ingeschreven volgens de vaste inschrijfprocedure die u ook in dit boekje vindt. Daarnaast vindt er, wanneer er sprake is van tussentijdse overgang een overdracht plaats door de vorige school, meestal door middel van schriftelijke rapportage. De school kan besluiten het nieuwe kind een aantal toetsen af te nemen om het begeleidingsniveau goed af te kunnen stemmen. 4.7 Weer Samen Naar School In het kader van WSNS werken we samen met de school voor speciaal onderwijs, de Kameleon in Hoogeveen. Het doel van deze samenwerking is om de zorg voor de leerlingen in de school beter vorm te kunnen geven. De deskundigheid vanuit de Kameleon kan hierbij tot hulp zijn. Op gezette tijden bespreekt de ambulant begeleider van de Kameleon de hulpvragen vanuit de school met de intern begeleider. Hij kan vanuit zijn ervaring in het speciaal onderwijs de leerkrachten adviseren hoe je de kinderen extra hulp kunt geven, welke materialen je nodig hebt e.d. In sommige gevallen zal hij samen met het kind even een toetsje doen, een praatje maken of het kind observeren. 17

Omdat dit ter ondersteuning van de groepsleerkracht of de IB-er is, is voor dit soort hulp geen toestemming van ouders vereist. Uiteraard brengen we u er wel van op de hoogte. De eigen groepsleerkracht doet dit soort testjes immers ook. Wordt er onderzoek gedaan door de een medewerker van Kobalt, de logopedist of een maatschappelijk werkende, dan zal er altijd schriftelijk toestemming worden gevraagd. Soms blijkt dat de school niet in staat is een kind die opvang en begeleiding te geven die het nodig heeft en is verwijzing naar speciaal onderwijs een mogelijke oplossing. In dergelijke situaties melden wij het kind aan bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.). Na bestudering van het onderwijskundig rapport en het ouderformulier bespreekt de P.C.L. de opvang en begeleiding door de school gedaan. Indien de commissie van mening is dat de school al het mogelijke heeft gedaan, wordt de leerling naar het speciaal onderwijs doorverwezen. Ziet de P.C.L. nog mogelijkheden op de school, dan geeft zij adviezen en blijft het kind op school. Aan een verwijzing naar het speciaal onderwijs gaat dus altijd een heel traject vooraf, waarbij er steeds overleg is met de ouders. 4.8 Het Jeugdbuurtnetwerk Onze school neemt deel aan het buurtnetwerk jeugdhulpverlening. Hierin zijn nog meer instanties vertegenwoordigd, die allemaal te maken hebben met jonge kinderen. Het buurnetwerk kan u persoonlijk van dienst zijn. Het kan zijn dat ouders problemen tegenkomen bij de opvoeding van hun kind, en daarbij graag hulp willen hebben. Dat kunnen ze bespreken met een van de medewerkers van het buurtnetwerk. Op een bijeenkomst van deze medewerkers wordt er gezocht naar een oplossing. Deze wordt dan weer met de ouders besproken. Andersom kan het ook voorkomen dat een medewerker een knelpunt in de ontwikkeling van een kind opmerkt. Hij bespreekt dat met de ouders en vraagt toestemming om het in het buurtnetwerk te bespreken. De ouders bepalen of dat wel of niet mag. Omdat er in het netwerk mensen uit verschillende instellingen zitten kunnen ze hun gegevens snel uitwisselen en zo een completer beeld van de situatie krijgen. Zo willen ze voorkomen dat de ouders van het kastje naar de muur gestuurd worden. De opzet is om ouders zo snel mogelijk te helpen. Belangrijk in het netwerk is geheimhouding. Dat wil zeggen dat ouders ervoor kunnen kiezen om hun naam niet bekend te laten maken. Ze worden dan geholpen zonder dat het netwerk weet om wie het gaat. Alleen de medewerker die het contact met de ouders heeft is van hun naam op de hoogte en bespreekt met hen welke hulp het netwerk kan bieden. Een buurtnetwerk werkt alleen in eigen buurt of dorp. Een buurtnetwerk bestaat uit vertegenwoordigers van: o de scholen uit het dorp o de peuterzaal o een huisarts uit het dorp o Stichting Welzijnswerk uit Hoogeveen o Thuiszorg Drenthe o GGD ZW-Drenthe (schoolartsendienst) o de wijkagent 18

4.9 Signaal Bij het aanpakken van problemen is het van groot belang dat er een goed contact is tussen ouders en de school. Dat verloopt de ene keer gemakkelijker dan de andere keer. Bovendien zullen ouders, net als leerkrachten wel eens tegen problemen in de opvoeding aanlopen waarop ze direct geen antwoord weten. De laatste jaren neemt de vraag vanuit scholen naar deskundige begeleiding van problematiek rond kinderen steeds meer toe. Leerkrachten hebben behoefte met iemand van buiten de school te praten over de problemen waar ze tegen aanlopen, soms voor een advies, soms om hun verhaal kwijt te kunnen. We merken ook steeds meer dat ouders daaraan behoefte hebben, maar dat de drempel naar een maatschappelijke instantie erg hoog kan zijn. Daarom is er in Hoogeveen het project Signaal: opgestart. Dat houdt in dat een maatschappelijk werker op school aanwezig is waar ouders afspraken mee kunnen maken. Ook kan de school (via de IB-er) de maatschappelijk werker vragen contacten met ouders aan te gaan als er signalen zijn dat kinderen of ouders ergens mee zitten. De contacten verlopen via de IBers. Zij zullen hiervoor, net als de directie, een cursus volgen. 4.10 De begeleiding van kinderen naar het vervolgonderwijs. In groep 7 en 8 werken de kinderen een periode met het Basisonderwijs- Voortgezet onderwijs (BOVO) pakket, in het kader van Onderwijsvoorrang. Dit pakket heeft tot doel het beter voorbereiden van kinderen op hun keuze voor vervolgonderwijs. Ook de ouders kunnen in dit project betrokken worden. In januari/februari van het lopende schooljaar maken de kinderen van groep 8 de Compaz toets en de Cito-eindtoets. De ouders krijgen daarvoor reeds advies ten aanzien van de schoolkeuze. Vanuit onze school wordt meestal gekozen voor RSG Wolfsbos in Hoogeveen. 4.11 De schoolarts Een keer per jaar komt de schoolarts de kinderen van groep 2 onderzoeken. U ontvangt daarvoor van tevoren een uitnodiging en het is de bedoeling dat u daarbij aanwezig bent. Daarnaast doet de assistente een oogonderzoek bij de kinderen van groep 1. Daar hoeft u niet bij te zijn, maar u krijgt wel bericht wanneer het onderzoek plaats vindt. Groep 4 gaat voor onderzoek naar de schoolverpleegkundige. Ook daarvoor wordt u vooraf uitgenodigd. Tenslotte doet de schoolarts enkele controleonderzoeken van kinderen die al eerder uitgebreid onderzocht zijn. Kinderen van groep 7 worden niet meer automatisch onderzocht; maar kunnen wel opgeroepen worden voor een controle. De schoolarts is betrokken bij het Jeugdbuurtnetwerk. 4.12 Het plakboek Het plakboek is een document van en over uw kind. In deze map zitten per schooljaar drie verschillende werkjes. Zo kunt u samen met uw kind zien hoe de ontwikkeling op school is verlopen. Een vast onderdeel per jaar is bijvoorbeeld het zelfportret dat de kinderen maken. Aan het eind van de basisschool heeft u zo een mooi document over uw kind. 19

4.13 Het onderwijskundig rapport Wij kennen 3 onderwijskundige rapporten. o Als het kind van onze school naar een andere basisschool gaat. Hiervoor gebruiken wij het model uitgegeven door Samsom, 48705. o Als het kind naar een school voor speciaal onderwijs verwezen wordt. Hiervoor gebruiken wij het onderwijskundig rapport dat wordt aangeleverd door WSNS. o Als het kind naar het vervolgonderwijs gaat. Veelal zal het gaan om een school behorende bij de scholengroep van de Commissie van 10 uit Hoogeveen. Wij maken gebruik van het door hen samengestelde onderwijskundig rapport. Verwijzen wij een kind naar een school voor vervolgonderwijs in een andere gemeente, dan zullen wij het door hen gevraagde onderwijskundig rapport gebruiken. 4.14 De leerlinggebonden financiering Vanaf 1 augustus 2003 is de wet Leerling Gebonden Financiering in werking. Het invoeren van de Rugzak heeft gevolgen voor onze school. Ouders van kinderen met een handicap hebben het recht om hun kind bij ons op school aan te melden. De school heeft geen plaatsingsplicht. Dit betekent, dat wij voor ieder verzoek een afweging moeten maken. Wij gebruiken voor elke afweging een stappenplan / zorgprotocol (in ontwikkeling). Deze worden doorgenomen bij een aanmelding van een leerling: o met een positieve beschikking van een Commissie voor de Indicatiestelling (Rugzak) o met een positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School o die wordt teruggeplaatst van een speciale school (SBO) Aan de hand van het stappenplan beslissen wij of onze school in staat is de de vragen op onderwijskundig gebied te kunnen beantwoorden. Wij stellen het belang van het kind, maar ook de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen centraal. Wij maken gebruik van de hulp van bijvoorbeeld een school aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum, of Samenwerkingsverband (Weer Samen Naar School). Het besluit van toelating of weigering is een zaak van het schoolteam. Het bevoegd gezag van onze school neemt uiteindelijk het besluit. We gaan ervan uit dat bij toelating het kind de gehele basisschool periode op onze school welkom is. We evalueren de resultaten van de leerling echter jaarlijks. Bij afwijzing hebben de betreffende ouders mogelijkheid om een procedure aan te gaan. 4.15 Godsdienst- en Humanistisch vormingsonderwijs Omdat wij een openbare school zijn geven wij de gelegenheid, indien ouders dat wensen, tot het volgen van lessen van levensbeschouwelijke aard. Het gaat dan om godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs in de bovenbouw. Deze lessen worden gegeven door vertegenwoordigers van die instanties. Ouders wordt vooraf gevraagd of hun kind al dan niet mee doet met deze lessen. Voor kinderen die niet meedoen zorgt de groepsleerkracht voor vervangende lesactiviteiten. Momenteel is er geen van beide vormen van onderwijs op onze school, niet uitgesloten wordt dat dit in de toekomst weer mogelijk wordt. 20

4.16 Regeling toelating en verwijdering Bij toelating en verwijdering van leerlingen op de scholen voor openbaar onderwijs van de gemeente Hoogeveen zijn verschillende situaties mogelijk. Handelen is vaak afhankelijk van het individuele geval. Daarom hebben de scholen besloten om gezamenlijk een regeling te maken die een richtlijn tot handelen geeft. Voor een totaaloverzicht van maatregelen verwijzen we u naar het protocol toelating en verwijdering. Deze ligt ter inzage op school. 4.17 Actief Burgerschap Het zelfstandig verantwoordelijkheid nemen door leerlingen voor gemeenschapsbelangen binnen en/of buiten school Onderwijs staat midden in de samenleving, alleen al door de leerlingen. Daardoor onder vindt het ook rechtstreeks de invloed van uiteenlopende maatschappelijke ontwikkelingen. De school heeft een paar unieke kenmerken: Het is de plek waar alle kinderen voor het eerst samen zijn in grote groepen leeftijdgenoten, met alle verschillen van dien. Daarmee is school de aangewezen gelegenheid om te leren omgaan met verschillen en om te leren samenwerken met anderen op basis van gelijkheid. De school is ook de plek waar kinderen voor het eerst moeten leren omgaan met een grote groep relatief onbekende volwassenen. Toch vindt dit alles nog plaats binnen de beschutte ruimte die onze school biedt. Voor de voorbereiding op het functioneren in de maatschappij is meer nodig. De school haalt mensen van buiten: Voor gastlessen, voor bijdragen aan de leerlingenzorg, voor gezamenlijke actie van gemeenschappelijk belang. Hiermee zijn de leerlingen echter zelf nog niet actief betrokken bij de samenleving. Leerlingen nemen zelf natuurlijk ook deel aan het maatschappelijk leven in uiteenlopende situaties: Op straat, bij sport, in clubjes, onder vrienden. De school benut in elk geval die ervaringen. Het bevorderen van Actief Burgerschap is natuurlijk niet de eerste taak van de school. Het is zelfs niet een taak die je als school alleen kunt aanpakken. Alleen in samenwerking en afstemming met anderen is hier iets te bereiken. Buiten school zijn er gelukkig vele instanties die op dit punt met ons samenwerken. Actief Burgerschap is deel van de pedagogische opdracht van onze school. Dit betekent, dat wij niet kunnen volstaan met het aanbieden van alleen maar kennis uit de schoolvakken die zich daarvoor lenen. Actief Burgerschap is niet louter te ontwikkelen door overdracht van kennis. Evenmin is het mogelijk burgerschap te beoordelen door middel van werkstukken, proefwerken en toetsen, die bedoeld zijn om de overgedragen kennis terug te vragen. Actief Burgerschap leer je door het te doen, door te ervaren wat het is. Ervaringsgericht onderwijs gebeurt meestal op een onbewuste manier. Kinderen ontwikkelen zich door het zoeken en vinden van eigen oplossingen. Met name de interactie is daarbij van groot belang voor het leren. 21