4. DE ZORG VOOR DE LEERLINGEN

Transcriptie

1 4. DE ZORG VOOR DE LEERLINGEN 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen op onze school Vanaf 2 ½ jaar mag uw kind de peuterspeelzaal bezoeken. Zodra uw kind 4 jaar is, mag het op de basisschool geplaatst worden. Voor die tijd mag het al 10 dagdelen komen wennen op onze school. Bij de inschrijving van uw kind kunnen deze dagen indien mogelijk al afgesproken worden. Anders wordt er met u een datum afgesproken, waarop u met de leerkracht van het kind kan overleggen over deze wendagen. Uw kind krijgt ook altijd een welkomstkaartje 1 à 2 weken voordat het 4 jaar wordt. Het aanmelden van nieuwe leerlingen kan dagelijks liefst na een afspraak plaatsvinden. Het is verstandig om hiermee niet tot het laatste moment te wachten, maar dat tijdig te doen. Neem hiervoor de ziekenfondskaart(en) van uw kind(eren), het burgerservice (sofi)nummer van uw kind en uw paspoort mee. Komt uw kind van een andere basisschool, dan zullen we altijd contact opnemen met die school. Plaatsing is afhankelijk van de leer- en zorgbehoeften van uw kind en de mogelijkheden die onze school kan bieden. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen Wij streven er op onze school naar om uw kind zich zo goed mogelijk te laten ontwikkelen. Hiervoor moeten we natuurlijk wel goed aansluiten bij wat uw kind al wel en niet kan. Hiervoor maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. In de peuterspeelzaal en de groepen 1 en 2 volgen we de ontwikkeling van de leerlingen vooral door middel van observaties en het registreren van de vorderingen die het kind maakt bij het speelleermateriaal. Voor de ontwikkelingen op het gebied van taal, voorbereidend rekenen en lezen maken we gebruik van de toetsen uit het peuter- en kleuter leerlingvolgsysteem van Cito. Vanaf groep 3 worden er naast de toetsen van de methode ook 3 keer per jaar verschillende landelijk genormeerde toetsen (de meeste toetsen zijn ontwikkeld door Cito) afgenomen. Elk jaar worden er 3 toetsweken afgesproken. Na het verwerken van de gegevens wordt de ontwikkeling van elk kind door de leerkracht besproken met de Intern Begeleider en de directeur. Deze toetsweken houden we vlak voor de ouderavonden. Van elk kind wordt een leerlingvolgkaart met de toetsuitslagen bijgehouden. Tijdens de ouderavond kunnen we u dan precies op de hoogte houden van de ontwikkeling van uw kind. Wilt u een kopie van de leerlingvolgkaart van uw kind dan kunt u daar op de ouderavond om vragen. 1

2 4.2.1 Het Leerlingvolgsystemen CITO Groep psz Taal X X X Ordenen X X X Ruimte en tijd X X X 3-minutentoets X X X X X X Luisteren X X Woordenschattoets X X Lees-woordenschat X X X X Toets Begrijpend Lezen X X X X X X Schaal vorderingen X X X X X X in spellingvaardigheid Rekenen en wiskunde X X X X X X Entreetoets X X X Cito- Eindtoets X Overige toetsen Taalplan X X HTR (rekenautomatismen) X X X X X X TAK (woordenschat) X X Leesvoorwaarden X DGO X VGO X HAGO X Gym (motorische test) X X X X X X. Derde en vijfde groeps onderzoek HCO Orthotheek Leerlingbesprekingen: Leerlingbespreking algemeen Bespreking zorgleerlingen ja aanwezig ja, driemaal per jaar maandelijks 4.3 De extra zorg voor de leerlingen Naar aanleiding van deze toetsen wordt bekeken welke leerlingen extra aandacht of hulp nodig hebben. We kijken zowel naar kinderen die moeite hebben met de basisstof als naar kinderen die extra verdiepingsstof nodig hebben. Soms nemen we nog een toets af om nog duidelijker vast te stellen wat het kind wel en wat het niet beheerst. Aan de hand van deze gegevens wordt een plan gemaakt om de leerling zo goed mogelijk te helpen. Soms kan een leerling die extra hulp gewoon in zijn eigen groep krijgen. Het kan ook zijn dat de leerling alleen of samen met een paar andere leerlingen hulp krijgt van een andere leerkracht. Op deze manier proberen wij ervoor te zorgen dat elk kind onderwijs krijgt dat past bij zijn of haar mogelijkheden. 2

3 4.4 Sociaal-emotionele ontwikkeling In elke groep wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind gestimuleerd via de methode Leefstijl. Via een leerlingvolgsysteem wordt de ontwikkeling op dit gebied gevolgd. In elke groep wordt aan het begin van het schooljaar een sociaalemotionele kaart van elke leerling door de leerkracht ingevuld. In groep 6 en 8 wordt er een schoolvragenlijst door de leerling zelf ingevuld, zodat we kunnen zien hoe de leerling er zelf over denkt. Op deze manier kunnen we bekijken of er op het gebied van het gedrag extra zorg besteed moet worden aan een leerling. Voor deze sociaalemotionele problemen is een Intern Begeleider (IB-er) aangesteld: mevrouw Vink- Berger. Zij ondersteunt de leerkracht bij de begeleiding van deze leerlingen. We maken met name voor deze gedragsproblemen veel gebruik van de ambulante begeleider uit het speciaal onderwijs. Deze geeft ons vanuit haar ervaringen in het speciaal onderwijs waardevolle adviezen. 4.5 Pesten We vinden het belangrijk dat kinderen met plezier naar school gaan. Pestgedrag kan het plezier van kinderen grondig verzieken. Daarom treden wij op tegen pesten. We hebben vaste afspraken (protocol) hoe we hiermee omgaan. Als u de indruk heeft dat uw kind gepest wordt, is het verstandig om hierover met de leerkracht te praten, zodat we gepaste maatregelen kunnen nemen. U kunt ook terecht bij onze IB-er sociaal-emotionele ontwikkeling: mw. Vink-Berger. 4.6 Discriminatie Discriminatie op grond van geloof, sekse, ras, huidskleur, afkomst of seksuele geaardheid is op onze school niet toegestaan. Meldingen van discriminatie worden behandeld door de vertrouwenspersonen mw. Vink-Berger of mw Corbeau. Museumles in het Museon 3

4 4.7 Regels Om er voor te zorgen dat iedereen zo goed mogelijk met elkaar omgaat, heeft de school 5 basisregels opgesteld. Voor de kinderen is het erg belangrijk dat we ons hier allemaal aan houden: 1. Heb respect voor volwassenen, kinderen en ieders geloof 2. Ga zorgvuldig om met elkaars en eigen spullen 3. Wees zorgvuldig in je taalgebruik 4. Houd je aan gemaakte afspraken. Kom dus op tijd! 5. Wees eerlijk Agressie en geweld Om tot leren te komen is het van groot belang dat leerlingen zich veilig weten op school. Onze school doet zijn best om een veilige omgeving voor de kinderen te creeren. Wij hebben hiervoor een aantal omgangsregels (zie hoofdstuk 4.7) opgesteld. Aan het begin van elk schooljaar bespreken we deze regels met de kinderen. Omdat het gevoel van veiligheid zeer belangrijk is, accepteren we niet dat ouders of leerlingen inbreuk op deze regels maken. In geval van agressie of geweld van leerlingen of ouders tegen leerlingen, personeelsleden of materiële zaken in de school hanteren wij daarom duidelijke regels: 1. Er wordt aangifte gedaan bij de politie. 2. Er wordt onderzocht of de leerling van school verwijderd moet worden of de ouder de toegang tot de school ontzegd moet worden. 3. Materiële schade zal worden verhaald. Onder agressie verstaan we iedere vorm van gedrag dat erop gericht is iemand lichamelijk of geestelijk te schaden. Als de agressie zich uit in een opzettelijke poging om ernstig lichamelijk letsel toe te brengen spreken we van geweld Kledingafspraken Voor wat betreft de kleding van de leerlingen zijn de volgende regels op niveau afgesproken: 1. Kleding mag niet onhygiënisch zijn 2. Kleding mag niet aanstootgevend zijn 3. Kleding mag geen statement zijn dat in verband gebracht kan worden met discriminatie op ras, kleur, geaardheid, sekse of politieke overtuiging 4. Kleding mag de veiligheid van de leerling zelf en anderen niet in gevaar brengen 5. Kleding mag niet het vervullen of uitoefenen van een taak belemmeren 4

5 4.8 Weer samen naar school Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk kinderen in het basisonderwijs blijven en dat verwijzen naar het speciaal basisonderwijs alleen gebeurt indien dat strikt noodzakelijk is. Het overheidsbeleid met deze doelstelling heet Weer Samen Naar School. Dit beleid is ontstaan, omdat in het verleden steeds vaker leerlingen verwezen werden naar het speciaal basisonderwijs. Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband van Haagse PC scholen. Wij proberen om met elkaar te zorgen voor een goede opvang in de basisschool voor zoveel mogelijk kinderen. Als het uiteindelijk toch niet lukt in de basisschool, dan heeft een kind recht op de zorg die gegeven kan worden door een speciale basisschool binnen ons Samenwerkingsverband. Wij verwijzen dan, na overleg met u, in principe naar één van de volgende scholen: de Scholengemeenschap voor speciaal basisonderwijs Het Mozaïek (Van den Eyndestraat 24) of de Springplank voor speciaal basisonderwijs (Pachtersdreef 3) Leerlinggebonden financiering (de rugzak) Met ingang van het cursusjaar hebben kinderen met een geïndiceerde handicap, op grond van het landelijke integratiebeleid, toegang tot de reguliere basisschool. Ouders hebben dus keuzevrijheid van onderwijs: de speciale school of met een rugzak naar een basisschool naar keuze, dus ook de Paul Krugerschool. In die rugzak zitten middelen om uw kind extra ondersteuning bij het leerproces te geven. Om voor zo n rugzak in aanmerking te komen moet u uw kind aanmelden bij een Commissie Voor Indicatiestelling (CVI). Op grond van landelijk vastgestelde normen bepalen zij of uw kind in aanmerking komt voor indicering. Daarbij bent u als ouders formeel verantwoordelijk voor het aanleveren van de gegevens die nodig zijn voor indicatie. Ook wanneer uw kind al onze school bezoekt kan het, als het voldoet aan de criteria, van deze regeling gebruik maken. Als de CVI een positief besluit heeft genomen, kunt u uw kind bij ons op school aanmelden. Wij zullen met u in gesprek gaan over de mogelijkheden van onze school voor uw kind. Daarbij verkennen we met elkaar de hulpvraag van het kind, uw verwachtingen en de mogelijkheden van de school. Als blijkt dat we uw kind de hulp kunnen bieden die het bij het onderwijs nodig heeft, wordt er samen met u een handelingsplan gemaakt met ondersteuning van de Ambulant Begeleider van het speciaal onderwijs. Blijkt dat het voor de school niet mogelijk is om uw kind verantwoord op te vangen, dan moeten we u, ook in het belang van uw kind, teleurstellen. Het recht op keuzevrijheid betekent namelijk geen toelatingsrecht in het reguliere onderwijs. U kunt in dat geval bezwaar aantekenen bij de adviescommissie voor toelating en begeleiding ( ). Op school kunt u informatie opvragen over de rugzakregeling in het algemeen, het adres van de betreffende CVI, het traject voor indicatiestelling, de geldende criteria voor indicering, de checklist met betrekking tot de toelating voor uw kind op onze school en mogelijkheden tot het aantekenen van bezwaar. Mocht u overwegen uw kind met een rugzak te plaatsen op de Paul Krugerschool dan is het verstandig al in een vroeg stadium contact op te nemen met de directie en/of de intern begeleider omdat het regelen van een verantwoorde opvang de nodige tijd kost. 5

6 4.9 Verwijdering Als de school zelf vaststelt dat een leerling niet langer met succes het onderwijs op onze school (zoals verwoord in het schoolplan) kan volgen (door oorzaken in of buiten de leerling gelegen) of als er sprake is van ernstige verstoringen op het gebied van veiligheid of orde kan het bevoegd gezag (of bestuur) besluiten deze leerling van onze school te verwijderen. De beslissing tot verwijdering wordt, nadat de groepsleerkracht en de ouders over het voornemen tot verwijdering zijn gehoord, schriftelijk en met redenen omkleed door de algemeen directeur van de medegedeeld. Daarbij is het voor betrokken ouder(s)/verzorger(s) mogelijk om, binnen 6 weken na dagtekening, schriftelijk bezwaar aan te tekenen tegen dit besluit. Vervolgens beslist het bevoegd gezag (bestuur) binnen 4 weken op het bezwaar, maar zal wel de ouders eerst horen. 6