Pedagogisch beleidsplan BSO



Vergelijkbare documenten
Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

Pedagogisch Werkplan BSO In de Manne

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Pedagogisch beleid. kinderdagverblijf

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen

Activiteitenbeleid 2013

Pedagogische werkwijze BSO Johanna Margaretha, februari 2016 Ellen Hemmelder, locatiemanager

Voorschoolse opvang Eben Haëzer

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

Pedagogisch beleidsplan BSO Tweemaster

Pedagogisch beleid. buitenschoolse opvang. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder. maatwerk kinderopvang voor elk gezin

Het Pedagogisch Beleidsplan

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kloek

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Pedagogisch Beleidsplan Peuterspeelzaal De Torteltuin Mariaschool Paterswolde

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Pedagogische werkwijze BSO De Wilgenboom, versie december 2015 Vera Snelle, locatiemanager

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Pedagogische werkwijze op de locatie

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Pedagogisch beleidsplan

PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK

Pedagogische werkwijze

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil. Staphorst

Kwaliteit & pedagogiek

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Pedagogisch beleidsplan. Inleiding. BSO Vrij Spel

STICHTING DE BROODTROMMEL. Pedagogisch Beleid Tussenschoolse Opvang

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Appendix bij Pedagogisch Beleidsplan voor Buiten Schoolse Opvang

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogische werkwijze op de locatie

Pedagogische werkwijze BSO De Capelle, februari 2019 Renate Piet, locatiemanager

Pedagogisch werkplan BSO De Toermalijin het Rooster

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kompas

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Pedagogische Visie en Beleid

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Visie (Pedagogisch werkplan)

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang Joppe Marije baak

Samen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie

Maak een afspraak voor een rondleiding bij jou in de buurt

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

PEDAGOGISCH BELEID BSO

Pedagogisch beleid Flexkidz

Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.

Pedagogische werkwijze KDV De Torenmolen, versie november 2015 Selma Schalkwijk, locatiemanager

Pedagogisch beleidsplan.

Pedagogisch werkplan BSO Bussloo

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleid gastouderbureau via Laura

Pedagogisch Beleidsplan

Pedagogisch beleid van De Veenborg

Pedagogische werkwijze Peuterspelen Het SchatRijk, Februari 2019 Anouk Aafjes, Locatiemanager

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Ruimte om te groeien. Oranje Nassau Pedagogisch werkplan. Buitenschoolse Opvang. Ingangsdatum: April 2016.

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse opvang

Pedagogisch beleidsplan Uit&Thuis

5 pedagogisch medewerkers

Pedagogische werkwijze BSO de Ooievaar (

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogische werkwijze op de locatie

K.b.s. de Polhaar ISH:/nwkl./infoboek juni

Pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Wervelwind

Pedagogisch Beleidsplan Voorschoolse Opvang Abeltje Vlindertuin & Bloementuin

Het kind centraal. Pedagogisch beleidsplan van kinderdagverblijf Small

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Pedagogische werkwijze

Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder schriftelijke toestemming van de Peuterspeelzaal Ukkie BV

Pedagogisch Werkplan gastouder

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Pedagogisch beleidsplan

groeien-spelen-ontwikkelen

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Informatie voor Ouders

Pedagogische werkwijze BSO De Hoek, versie januari 2018 Vera Snelle, locatiemanager

2 Algemene doelstelling en visie

Pedagogisch beleidsplan BSO

De pedagogisch medewerker kan deze tijd tevens gebruiken voor rapportage en het bieden van individuele ondersteuning.

Pedagogisch Beleidsplan

Ons pedagogisch handelen peutergroep Kleuterland

PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 1 van 5

De Buitenschoolse opvang van Stichting Kinderopvang t Planzoentje.

Pedagogisch Beleidsplan

Pedagogische basisregels

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Pedagogisch Beleid Tussenschoolse Opvang

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Ik ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje. Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Pippeloentje SPL / SJWB februari 2019

PEDAGOGISCH BELEID ONS HUIS pagina 1 van 6

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Kameleon & peutergroep t Snuffeltje

Pedagogisch beleid gastouderbureau OOK-Thuis

Inspectierapport Dikkertje Dap (KDV) Gerlachusstraat AK Loon op Zand Registratienummer

Transcriptie:

Pedagogisch beleidsplan BSO Voorwoord Welkom bij het lezen van het pedagogisch beleidsplan van De Kleine Reus. In dit beleidsplan hebben wij onze visie beschreven op de omgang met kinderen binnen De Kleine Reus. Wij vinden het belangrijk dat deze visie voor de verschillende doelgroepen duidelijk is, en hopen dat u hier op deze manier een goed beeld van kunt krijgen. Wij gaan ervan uit dat we met elkaar het beste willen voor onze kinderen en hier constant aan zullen werken. Elk kind is een uniek schepsel door God gemaakt. Ieder kind maar er zijn zoals hij/zij gemaakt is. Niemand is meer, niemand is minder. Als u na het lezen nog vragen of opmerkingen over dit beleidsplan heeft dan horen wij dat uiteraard graag. U leest nu het beleidsplan voor de buitenschoolse opvang. Hierin zullen wij ons dan ook beperken tot de omgang met kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De pedagogische werkwijze die wij met het team hebben ontwikkeld willen wij vastleggen om de volgende redenen: Ten eerste willen we naar ouders toe duidelijk kunnen maken wat onze manier van werken is met de kinderen, zodat ouders hun kind met vertrouwen naar De Kleine Reus kunnen brengen. Zij moeten er vanuit kunnen gaan dat hun kind in een veilige omgeving met liefde en zorg door de pedagogisch medewerksters/ werkers wordt opgevangen. Maar ook hebben (toekomstige) ouders het recht van te voren te weten hoe wij met hun kinderen zullen omgaan. Het is belangrijk dat zij goed geïnformeerd zijn over ons pedagogisch handelen. Iedereen wil immers het beste voor zijn kind! Ten tweede is het binnen De Kleine Reus belangrijk dat de werkwijze van de verschillende pedagogische medewerksters/werkers hetzelfde is. Voor kinderen is immers een constante aanpak belangrijk. Ten derde is dit pedagogisch beleidsplan belangrijk voor het gevoel dat we er als één team voor staan. Doordat wij met het team achter onze visie staan gaan kinderen bepaalde gewoontes en regels herkennen en weten ze waar ze aan toe zijn. Door deze regelmaat scheppen wij een veilig klimaat voor de kinderen. Ze kunnen zich hierdoor optimaal ontwikkelen en krijgen de ruimte om zichzelf te zijn. Tenslotte dient het plan om regelmatig na te denken over de wijze waarop we omgaan met de kinderen binnen. De Kleine Reus. Het plan zal dan ook regelmatig worden besproken tijdens de werkvergaderingen en indien het nodig blijkt zal het dan direct worden aangepast. De werkvergaderingen vinden gemiddeld eens in de 3 maanden plaats. Aangezien De Kleine Reus uit een klein team bestaat zal dagelijks de werkdag worden besproken. We zijn gericht op verbetering en vernieuwing waarin we altijd zullen streven naar een open sfeer met korte communicatielijnen. Uitsluitend omwille van de leesbaarheid wordt in de tekst de term ouder(s) gebruikt waar ook verzorger(s) gelezen kan worden en pedagogisch medewerkster(s) waar ook pedagogisch medewerker(s) kan worden gelezen.

Pedagogisch doel; Het hoofddoel met betrekking tot de kinderen is: Het begeleiden van kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar, in het verlengde van en in samenwerking met hun ouders. Dit wordt in een zodanige flexibele sfeer gedaan dat de kinderen zich vertrouwd en veilig kunnen voelen en zich individueel optimaal kunnen ontwikkelen. Uiteindelijk is bij De Kleine Reus het voornaamste doel om de kinderen op de buitenschoolse opvang een leuke dag te bezorgen. Het is belangrijk dat kinderen zich binnen De Kleine Reus veilig en thuis voelen. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor een kind om zich goed te kunnen ontwikkelen. Ons doel is dan ook om een omgeving te creëren waarin een kind kan spelen, eten, kletsen, vrolijk maar ook verdrietig kan zijn. De kinderen uit deze doelgroep hebben over het algemeen al de hele dag op school gezeten voordat ze bij De Kleine Reus komen. Omdat ze hun vrije tijd bij De Kleine Reus besteden is het voor hen extra belangrijk dat ze een leuke tijd bij ons hebben. Een goede verzorging en hygiëne is hierbij voor ons vanzelfsprekend. Het pedagogisch handelen gaat op in 4 competenties uit de Wet Kinderopvang, waar alle dagverblijven vanaf 2005 mee te maken hebben. De competenties zijn; sociale veiligheid. Sociale competentie, persoonlijke competentie en overdracht van normen en waarden. De sociale veiligheid; We vinden het erg belangrijk in de groep een sfeer te scheppen van veiligheid en vertrouwen. Elk kind mag er zijn er hoort erbij. We proberen het samen spelen samen delen te stimuleren, door gezamenlijke activiteiten te ondernemen, maar ook doen we activiteiten met maar een paar kinderen tegelijk, zoals voorlezen, een spelletje. Het is fijn om je even speciaal te voelen. Kinderen leren luisteren naar elkaar, verlegen kinderen erbij betrekken. Verder stimuleren we de kinderen om samen te spelen, samen iets te maken. Maar ook proberen we de kinderen te leren hun eigen grens aan te geven en voor jezelf op te komen als ze onder gesneeuwd worden door een mondig kind. Sociale competenties; Een kinderdagverblijf biedt een optimale gelegenheid voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Gedurende de hele dag doen zich situaties voor waarin kinderen samen spelen, samen delen en samen conflicten proberen op te lossen. De pedagogische medewerker/ster zullen de kinderen hier zoveel mogelijk in begeleiden. Ze doen dit door zelf het goede voorbeeld te geven. Maar ook door gedrag van de kinderen te benoemen, het invoelingsvermogen te stimuleren en de kinderen waar nodig is bij te sturen. Onder anderen de volgende vaardigheden hebben onze aandacht; -Leren samen te spelen en te delen, leren elkaar te helpen, leren luisteren naar elkaar, leren op te ruimen en zuinig te zijn op eigen spullen, maar ook op de spullen van een ander. -Als kinderen elkaar pijn doen, of ruzie maken, het samen uitpraten en het weer goed maken. -Respect hebben voor elkaar, maar ook voor jezelf durven opkomen. -Bepaalde grenzen en sociale regels leren in verschillende situaties, ze accepteren en nakomen. Persoonlijke competenties; De persoonlijke competenties hebben we opgedeeld in cognitieve ontwikkeling, de emotionele ontwikkeling en de motorische ontwikkeling.

Cognitieve ontwikkeling. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, op zijn eigen manier en niveau. Uit gaan van de mogelijkheden van elk individueel kind worden spelmateriaal en activiteiten aangeboden, die een beroep doen op de cognitieve ontwikkeling van het kind. We vinden het belangrijk de kinderen de mogelijkheden te bieden zelf hun omgeving te exploreren en de mogelijkheden van diverse materialen te ontdekken. In het uiteindelijke resultaat van de activiteiten zal de individuele creatieve inbreng van elk kind een grote rol spelen. Emotionele ontwikkeling; We vinden het belangrijk dat het kind zijn emoties kan uiten. Daarom proberen we op de groep een sfeer te scheppen van veiligheid en geborgenheid en leren de kinderen respect te hebben voor elkaars gevoelens. Door er over te praten proberen we de emoties van het kind een plek te geven. De wat oudere kinderen stimuleren we hun emoties te verwoorden. Wij proberen er bijvoorbeeld achter te komen waarom een kind bood of verdrietig is en zoeken dan samen naar een oplossing. Soms zal het kind het willen uitpraten, een ander keer wil het gewoon zijn boosheid uiten, even alleen zijn, of juist persoonlijke aandacht. Ons uitgangspunt is hierbij dat we op een goede wijze op de emoties van het kind kunnen reageren. Motorische ontwikkeling Grove motoriek De pedagogische medewerker/werkster stimuleert de motorisch ontwikkeling door het kind passend speelgoed, materiaal aan te bieden. Veel buiten activiteiten, dans en zangspelletjes, Fijne motoriek Oudere kinderen kunnen hun fijn motoriek verder ontwikkelen door knutselen, tekenen, puzzelen, constructie materiaal. Overdracht van normen en waarden Om kinderen bepaalde normen en waarden mee te geven die belangrijk zijn in de Bijbel en in onze samenleving, is het ten eerste belangrijk zelf het goede voorbeeld te geven. Kinderen leren op jonge leeftijd vooral door het in zich zelf opnemen van wat er in de wereld om hen heen gebeurt. Pedagogische medewerksters/werkers zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie en naast dat ze opletten op manieren en omgangsvormen staat voorop het kind en collega s te behandelen zoals je zelf ook het liefst behandeld zou willen worden. Normen en waarden die wij belangrijk vinden zijn onder anderen; Niet vloeken, geen vieze woorden zeggen, niet slaan, niet schoppen, vragen wanneer je iets wilt hebben, opruimen na het spelen, je excuses aanbieden. Hoe denken wij over opvoeden Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend binnen het eigen gezin plaats. Iedere ouder had daarin een eigen rol. Moeder was thuis bij de kinderen en nam een groot deel van de opvoeding voor haar rekening, vader werkte buitenshuis en zorgde voor het inkomen. Een dergelijke situatie is tegenwoordig niet meer zo vanzelfsprekend. De kinderopvang neemt tegenwoordig voor een deel de opvoedende taak over. Binnen De Kleine Reus zijn wij ons er ook bewust van dat een deel van de opvang opvoeden is. Het is dus goed om u te vertellen hoe wij over opvoeden denken: Zoals gezegd ligt de nadruk op het bevorderen van een omgeving waar de kinderen zich veilig en thuis kunnen voelen. De kernpunten die wij belangrijk vinden in de opvoeding binnen De Kleine Reus zijn: Ieder kind is anders, Regels en afspraken en Stimuleren van de ontwikkeling.

Het kind moet vertrouwen in de pedagogisch medewerksters opbouwen. Het is goed om regelmatig na te gaan hoe het met een kind gaat. Voelt het zich op zijn gemak? Vindt het dingen minder prettig, hoe gedraagt het zich binnen de groep? Kunnen wij dingen veranderen om het meer op zijn gemak te stellen? Doordat ieder kind verschillend is kan de manier hoe wij over opvoeden denken niet zonder meer bij ieder kind worden toegepast. We streven ernaar deze individuele verschillen te accepteren zodat het voor ieder kind mogelijk is om aan de waarden en normen te voldoen en zich op zijn eigen niveau en tempo te ontwikkelen. Het accepteren van alle kinderen heeft tevens een voorbeeldfunctie voor de kinderen. Ook voor hen is het van belang te leren dat ieder kind anders is. Onze waarden en normen leiden tot regels en afspraken die een kind structuur bieden. Zo werken we, voor zover mogelijk, met een vaste dagindeling waarin altijd samen gegeten en/of gedronken wordt. Bij ruzie wordt een kind aangesproken op z n gedrag, maar er wordt niet geschreeuwd tegen de kinderen. Bij onze regels en afspraken gaan we altijd uit van een positieve benadering. We hechten veel waarde aan het stimuleren van de zelfstandigheid van de kinderen door ze bijvoorbeeld zelf hun speelgoed op te laten ruimen. Ook het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen is een belangrijk aspect tijdens de opvoeding binnen De Kleine Reus. Het is van belang de kinderen op verschillende momenten te stimuleren zich op allerlei aspecten verder te ontwikkelen. Het doen van verschillende activiteiten is daarbij van belang. Het knutselen, samen spelletjes doen, zingen, gesprekken voeren met de kinderen, geven van geschikt speelgoed, enz. maakt dat kinderen actief bezig zijn en zich spelenderwijs ontwikkelen. De zorg voor de pedagogisch medewerksters/werkers is dat ze tijdens deze activiteiten, maar ook op andere momenten, een gezellige sfeer proberen te scheppen. Huisregels BSO De Kleine Reus; - We zeggen geen rare woorden tegen elkaar. - Het afmelden van kinderen die niet op de BSO komen gebeurt bij Jaap. - Een presentielijst wordt er bij gehouden. - Een tegelijk naar toilet. Gebruik van een ketting. Handen wassen na toilet gebruik. - Bij aanvang van de BSO krijgen kinderen allemaal drinken en een koekje, om half 5 nog een keer voor de kinderen die er dan nog zijn. - Wanneer kinderen uit school komen en ze hebben een werkje, dan gaat deze in een speciale kast, zodat het niet stuk gaat. Naam wordt erop gezet. - De afspraak is dat er geen tekeningen in de klas van juf worden gelegd. Ze willen liever niet dat de kinderen na schooltijd in de klas komen. - Uit de kasten van de leiding mogen kinderen niets pakken, tenzij ze hier toestemming voor hebben gekregen van een pedagogische medewerker. - Gekleurd papier e.d. geven wij maar 1 velletje per keer. - De schoenen gaan in bakken, de tassen ernaast. - De fietssleutels van de kinderen komen in de houten kast te liggen. (klapkast) - Met de klei wordt aan de tafel gespeeld. - We gooien niet met speelgoed. - Alles netjes terug zetten waar mee gespeeld is. De ontwikkeling van kinderen van 4 t/m 12 jaar Kinderen ontwikkelen zich in een bepaalde volgorde, maar elk kind doet dit in zijn eigen tempo. Hoe de omgeving reageert op het kind en het stimuleert, heeft invloed op de ontwikkeling en de persoonlijkheid. Zoals eerder gezegd moeten de kinderen zich veilig en thuis voelen op de kinderopvang om zich goed te kunnen ontwikkelen. Bij De Kleine Reus beseffen we ons dat ieder kind uniek is. Het ene kind kan bijvoorbeeld eerder lezen dan het andere kind. Het ene kind reageert verlegen op een nieuwe situatie en een ander gaat er heel impulsief mee om. De pedagogisch medewerksters/werkers zullen hun zorg en activiteiten aanpassen aan het ontwikkelingsniveau, de leeftijd, de mogelijkheden en de interesses van het kind. Zodat ieder kind met plezier naar ons toekomt. Er zijn zeven

ontwikkelingsgebieden. Deze worden hieronder in het kort beschreven. Daarbij zal eveneens kort verteld worden wat de rol van de pedagogisch medewerksters hierin kan zijn. Zintuiglijke ontwikkeling De pedagogisch medewerksters kunnen de ontwikkeling van de zintuigen stimuleren door het aanbieden van verschillend speelmateriaal zoals lego, kleien, puzzelen, knutselen met verschillende materialen enz. Motorische ontwikkeling Bij de ontwikkeling van fijne motoriek zijn zaken als, puzzelen, rijgen, knippen, scheuren, brood smeren, aankleden enz. van belang. De grove motoriek kenmerkt zich door klimmen, klauteren, hinkelen, fietsen enz. Het stimuleren van dit soort bewegingsactiviteiten is van groot belang. De pedagogisch medewerkster zal de lichamelijke ontwikkeling bij kinderen met name stimuleren met behulp van: Speelgoed, bewegingsspelletjes, knutselen (schilderen, kleien, plakken enz.) Dit kan bijvoorbeeld door middel van buitenspelen etc. Ook kunnen zij dit stimuleren door een kind steeds een moeilijkere uitdaging te geven. Is het kind hier nog niet aan toe dan proberen ze het later nog een keer. Verstandelijke (en taal-) ontwikkeling Onder de verstandelijke ontwikkeling verstaan we het opdoen van kennis en vaardigheden en het leren denken en uiten. In de loop van deze ontwikkeling leert het kind informatie op te slaan in beelden, symbolen, begrippen en het leggen van onderlinge verbanden. Taal is het belangrijkste onderdeel van deze ontwikkeling. Een kleuter kan dingen selecteren en ordenen, maar doet dit nog vooral op basis van intuïtie. Het kan nog niet uitleggen waarom hij dat zo doet. Schoolkinderen vanaf het zevende jaar kunnen dat wel. In de laatste fase van de basisschool leert het schoolkind nu ook abstract denken. Het kan zich in een ander verplaatsen, dingen uitleggen en weet het verschil tussen hoe dingen lijken en hoe ze werkelijk zijn. De vaardigheden van lezen en schrijven worden gedurende de gehele schoolperiode steeds beter ontwikkelt. Dit deel van de ontwikkeling kan door de pedagogisch medewerksters/werkers gestimuleerd worden door moeilijkere spelletjes zoals memory, wie is het? en pim-pampet, maar ook door het verzinnen van verhalen of gedichtjes, de kinderen zelf een poppenkastvoorstelling laten doen enz. Sociaal - emotionele ontwikkeling Bij het leren omgaan met andere kinderen en volwassenen zijn ouders vaak een voorbeeld. Kinderen imiteren het gedrag van ouders. Ook gaan kinderen hun ouders napraten. Vanaf de kleutertijd worden kinderen steeds zelfstandiger en gaan vriendjes een grotere rol spelen. Zij zijn vaak heel sociaal, helpen graag anderen en hebben een groot aanpassingsvermogen. Dit kan rond het zesde jaar soms veranderen, dan kan het gaan botsen in het sociale gedrag, kinderen zijn dan meer nadenkend en realistisch. Naarmate het schoolkind ouder wordt zal het steeds meer sociale vaardigheden gaan ontwikkelen waarbij verschillende fasen aanbreken waarin zij bijvoorbeeld graag contact met volwassenen willen, vrienden belangrijker gaan vinden dan familie, en jongens en meisjes elkaar eerst zullen afstoten, en later juist weer aantrekken. Pedagogisch medewerksters/werkers kunnen de sociale ontwikkeling stimuleren door leeftijdgenootjes samen te laten spelen. Bij kleuters zijn fantasiespelen hierbij vooral nog belangrijk. Maar ook verschillende gezelschapsspelen en het vieren van verjaardagen dragen hieraan bij. Het schoolkind vanaf zes jaar vindt het leuker om zich bezig te houden met de werkelijkheid. Zij doen vaak graag gezelschapsspelen samen met volwassenen. De pedagogisch medewerkster/medewerkers kan het oudere kind tevens helpen bij het ontdekken van zijn talenten en ideeën. Dit kan door zoveel mogelijk variatie in de activiteiten aan te brengen en hierbij te ontdekken waar de kwaliteiten van het kind liggen.

Emotionele ontwikkeling Het waarnemen en het serieus nemen van gevoelens van kinderen is belangrijk. De pedagogisch medewerkster kan de gevoelens van kinderen zoals blijdschap, woede, verdriet, angst en onverschilligheid verwoorden en bespreken. Zo leert het kind om te gaan met zijn eigen gevoelens, het herkennen van gevoelens van andere kinderen en leert het hiermee om te gaan. Kleuters uiten veel van hun gevoelens door spel. Ook dit kan worden gestimuleerd door bijvoorbeeld fantasie- en rollenspellen. Identiteitsontwikkeling Kinderen ontwikkelen een eigen identiteit of persoonlijkheid. De sociale en emotionele ontwikkeling zijn daarbij zeer belangrijk. Sommige kinderen zijn van nature angstig, verlegen, druk of bang. Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerksters een kind kennen en deze persoonlijke kenmerken kunnen onderkennen door ze bijvoorbeeld te helpen in situaties die misschien eng of moeilijk zijn of wanneer een kind overstuur raakt. Ook het geven van zelfvertrouwen speelt daarbij een belangrijke rol. Kinderen met zelfvertrouwen zijn beter in staat een positief zelfbeeld op te bouwen. Belangrijk is dat de pedagogisch medewerksters/werkers zich bewust zijn van hun voorbeeldrol. Zo is het van belang dat zij steeds rustig reageert op situaties die voor een kind beangstigend kunnen zijn. Het is erg stimulerend als de pedagogisch medewerker het kind complimenten geeft, maar ook opbouwende kritiek is iets waar kinderen veel van kunnen leren. Creatieve ontwikkeling Kinderen kunnen op alle leeftijden alle vormen van creativiteit beoefenen. Uiteraard wel op hun eigen niveau. Creatief zijn is voor kinderen een vorm van spel. Ze willen plezier maken, energie en emoties kwijtraken en vaardigheden oefenen. Door middel van creatieve activiteiten kunnen de kinderen zich uiten en creatief ontwikkelen. Ze ontwikkelen hierdoor hun lichaam, motoriek en taal. Vanaf het zesde jaar zullen kinderen hierbij steeds meer proberen de werkelijkheid te benaderen. Doordat de pedagogisch medewerksters verschillende creatieve activiteiten aanbieden kunnen zij erachter komen waar ieder kind goed in is en wat het leuk vindt, maar ook waar het nog wat minder goed in is. Met deze kennis kan de pedagogisch medewerkster/werker nog beter de individuele creatieve ontwikkeling per kind stimuleren. Spelmateriaal Om de verschillende ontwikkelingsgebieden te stimuleren streven we er bij De Kleine Reus naar dat het spelmateriaal aan de volgende voorwaarden voldoet: De ruimte moet uitdagend zijn waarin kinderen hun fantasie kwijt kunnen. Het materiaal nodigt dan uit tot individueel spelen of tot samenspelen. Het spelmateriaal moet herkenbaar zijn zodat de jonge kinderen hun omgeving kunnen imiteren. Bijvoorbeeld koken, doktertje spelen etc. Het is uiteraard zeer belangrijk dat het spelmateriaal veilig is. Er wordt niet teveel materiaal tegelijk aangeboden. Er wordt steeds afwisselend materiaal aangeboden De zorg van de kinderen binnen De Kleine Reus De zorg voor de kinderen vindt plaats in een omgeving die er voor moet zorgen dat de kinderen zich thuis en veilig voelen. Maar bovenal een omgeving waar kinderen graag naar toe willen gaan omdat het leuk is. Op het gebied van gezondheid, veiligheid en hygiëne worden de richtlijnen van de GGD en de gemeente gevolgd. Wij bieden zowel voor- als naschoolse opvang. De groepsgrootte is maximaal 20 kinderen, met maximaal 10 kinderen per pedagogisch medewerkster. Er zijn in totaal 3 horizontale groepen. Kinderen van groep 1 en 2 vormen een groep, kinderen van groep 3 en 4 eveneens. Tenslotte hebben we nog een groep waar kinderen van groep 5 t.m 8 inzitten. Op

sommige momenten moeten we vanwege de groepsgrootte afwijken van deze standaardindeling. Bij het buitenspelen verlaten ze hun stamgroep. Per ruimte zijn er niet meer dan 20 kinderen. Wanneer er meer dan 20 kinderen zijn, gaan deze naar een andere ruimte met vaste leiding. We mogen gebruik maken van het speellokaal, het BSO -lokaal en het crealokaal. De grotere kinderen, vanaf groep 3, komen zelf naar hun groepsruimte. Hier wordt gekeken met gebruik van een presentie lijst of de kinderen aanwezig zijn en dan gaan ze samen met een van de leiding naar binnen. Kinderen van de dislocatie van de basisschool worden, als ouders dit wensen, onder begeleiding opgehaald en naar de BSO gebracht. De buitenschoolse opvang vindt, in alle groepen, plaats in een grote overzichtelijke ruimte waarin verschillende speelhoeken gecreëerd kunnen worden. Voor de pedagogisch medewerksters/werkers is het prettig dat zij overzicht hebben over de hele groep. Tevens is dit met betrekking tot de veiligheid belangrijk. Voor het buitenspelen maken we gebruik van de grote speelplaats van de school. Er is voor zowel binnen als buiten voldoende speelmateriaal beschikbaar. De voorschoolse opvang begint om 7.30 uur. Deze vindt plaats in één van de BSOlokalen in de basisschool. Deze duurt tot 8.30 uur. Daarna beginnen de lessen van de kinderen op school. De naschoolse opvang begint bij het eindigen van de schooldag. De jongste kinderen worden door een medewerker uit hun groep gehaald. Als de kinderen zijn aangekomen gaan we eerst wat drinken en een koekje eten. Ondertussen wordt er verteld over de gebeurtenissen van die dag van elk kind. Daarna kunnen de kinderen naar eigen wens vrij spelen. We hechten er veel waarde aan dat de kinderen elke dag, als het weer het toelaat, even buitenspelen. Dit kan zowel in de vorm van buitenspelen op het schoolplein We betrekken de kinderen zoveel mogelijk bij het bedenken van de activiteiten. De kinderen mogen uiteraard zelf bepalen of ze daar aan mee willen doen. Wel zullen wij dit zoveel mogelijk stimuleren. Daarna wordt er weer wat gedronken en kunnen de kinderen weer vrij spelen tot ze worden opgehaald. Er is altijd een achterwacht aanwezig in de school in geval van calamiteiten. In de vakantieperiode brengen een aantal kinderen een hele dag bij De Kleine Reus door. Ook hier geldt: het is voor de kinderen vakantie, dus is het belangrijk dat ze een leuke, gezellige dag bij De Kleine Reus hebben. In deze periode zullen we dan ook vaak wat uitgebreidere activiteiten plannen en zo nu en dan wat verder weg gaan met de kinderen. Oudercontact De Kleine Reus is een flexibele kinderopvang, dit houdt in dat we de opvang zo goed mogelijk laten aansluiten op de wensen van de ouders. We proberen mee te denken met de ouders. Zo proberen we de opvang zo goed mogelijk te laten aansluiten op de werktijden. Daarnaast is het, bij het opvangen van de kinderen binnen de buitenschoolse opvang, natuurlijk van belang dat er een goede overeenstemming is tussen de groepsleiding en de thuissituatie. De gehanteerde normen, waarden en regels moeten in beide situaties zoveel mogelijk overeenstemmen om de kinderen een vertrouwde en leuke omgeving te bieden. Dit kan alleen tot stand komen, als er een goede communicatie tussen ouders, pedagogisch medewerksters en directie is. We zijn kleinschalig dus de lijnen tussen ouders en De Kleine Reus zijn kort. De volgende onderdelen maken een vast onderdeel uit van het oudercontact: Intakegesprek Dit is een vrijblijvend gesprek waarin we alle informatie met betrekking tot De Kleine Reus geven. Meestal telefonisch of schriftelijk, want het zijn vaak kinderen die ook al op de dagopvang hebben gezeten en alles zit onder een dak.

Hangmappen In een centrale hal staat een hangmappenwagen. Hierin is per ouder een hangmap beschikbaar waarin persoonlijke informatie betreffende kind en/of gezinssituatie aan leiding en ouders wordt overgedragen. Op de kar ligt tevens een notitieboek. Hierin kunnen ouders afwezigheid en/of aandachtspunten m.b.t. kun kind(eren) aangeven. Voor aanvang van BSO nemen we kennis van gemaakte notities en stellen leiding hiervan op de hoogte. Mondelinge overdracht bij het brengen en halen Het brengen en halen van het kind is een belangrijk contactmoment tussen ouders en de pedagogisch medewerksters/werker. Deze overdracht is het moment dat de pedagogisch medewerksters/werker en de ouders elkaar informeren over hoe het thuis gaat en hoe de dag bij De Kleine Reus is verlopen. Op deze manier kunnen zowel ouders als pedagogisch medewerksters goed inspelen op de behoeften van het kind. Hygiëne en veiligheid Een goede hygiëne en veiligheid zijn belangrijke voorwaarden waarin een kind zich goed kan ontwikkelen. In ruimten waar veel kinderen tegelijkertijd komen, verspreiden zich gemakkelijk ziektekiemen. Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan, worden handen veelvuldig gewassen, toiletten goed schoongehouden, groepsruimten regelmatig gelucht. De ruimtes in het gebouw worden dagelijks schoongemaakt door een schoonmaakbedrijf. De meubels en het speelgoed worden regelmatig door de pedagogisch medewerksters/werkers schoongemaakt. Kinderen moeten zich in de groep vrij kunnen bewegen zonder dat ze gevaar lopen. Risico en veiligheidsinventarisatie worden jaarlijks uitgevoerd door het personeel en gecontroleerd door de GGD. Het GGD rapport ligt ter inzage op de locatie. Achterwacht. In het pand zijn altijd meerdere personen aanwezig wanneer er kinderen zijn.