De Groeiling, stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs Gouda en omstreken



Vergelijkbare documenten
Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur

Toelichting bij de begroting 2015 Stopoz Hierbij biedt het bestuur van Stopoz u de toelichtingsbrief en de begroting 2015 aan.

Jaarverslag Missie:

Medezeggenschapsstatuut

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

Jaarverslag publieksversie

C. Herziene Begroting Bestuursbureau/bovenschools Strategisch Beleidsplan Omvang en verloop van reserves 15

Rapportage Eindresultaten 2014

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

Interconfessionele Basisschool De Triangel Schooljaar Inhoud. Inleiding Samenstelling MR Huidige samenstelling Leden Beoogde samenstelling

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

MANAGEMENTRAPPORTAGE. Januari t/m September 2012

Jaarverslag MR Interconfessionele Basisschool De Triangel Schooljaar

Jaarplan Basisschool St. Catharina Haastrecht

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Interconfessioneel Basisonderwijs te Rotterdam e.o /40269

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

Uitgaan van Mogelijkheden

Wij danken iedereen die heeft meegewerkt aan de behaalde resultaten van onze scholen. Bestuur Stichting Poolster

Bestuursformatieplan

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting voor Speciaal Basisonderwijs te Doetinchem

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m juli 2015

Ontwerpbegroting 2011

Jaarplan Basisschool de Krullevaar. Schoonhoven. Doelenplein CV Schoonhoven T

Jaarverslag Basisschool St. Catharina Haastrecht

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting dr. Aletta Jacobs College

Jaarplan Basisschool St. Catharina Haastrecht

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Onderwijs 4 Nieuwe Tijd (04NT) te Amsterdam

Jaarplan Sint Jozefschool Moordrecht

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

Presentatie voor Gemeenteraad Kapelle

Bijeenkomst GMR. maandag 23 juni 2014

Basisschool de Krullevaar. Schoonhoven

Rapportage Eindresultaten Wat zijn de prestaties van onze scholen?

Begroting Meerjarenbegroting Goedgekeurd door de ledenvergadering en vastgesteld door het bestuur op 21 juni 2018.

Geacht College van B&W Geachte leden van de Gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp. 30 april 2015 Begroting 2015 en Meerjarenbegroting

Schoolplan Stichting Katholiek Onderwijs Volendam

Meerjarenbegroting Stichting Openbaar Basisonderwijs Alblasserdam 2014 t/m 2017

Tweede kwartaalrapportage exploitatie Conceptversie 1.1

Planning & control cyclus

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing

FINANCIEEL VERSLAG 2014 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen /43967

Notulen MR-vergadering 6 december 2018

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

Toezichtkader AB - DB

Financieel verslag Derde Kwartaal d.d. 13 december DSW Rijswijk en omstreken

Jaarplan Basisschool De Regenboog

Raadsvergadering : 13 december 2010 Agendanr. 13. : jaarverslag en jaarrekening 2009 Scholengroep OPRON

Rapportage Eindresultaten 2013

Jaarplan BASISSCHOOL ST. CATHARINA HAASTRECHT

Begroting SKPO Eindhoven e.o.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij STICHTING VOOR R.K. HOGER- EN MIDDELBAAR VOORBEREIDEND ONDERWIJS NOORDELIJK ROTTERDAM

JAARVERSLAG GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

Schoolondersteuningsprofiel

Jaarverslag MR. Schooljaar

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

Raadsvergadering : 21 november 2011 Agendanr. 14

Jaarplan De Zwaneridder

FINANCIEEL VERSLAG 2016 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

5 # 2!$# 3 )$)*!$# 3 )$)* 7#.$% 3 )$)* 4 $%!$%! '#.!*$ 1 )! $% / 0##% " # "$%! &'() !$*$!+,!! -.!!

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt

Samenkomst gezamenlijke Medezeggenschapsraden STAIJ

Bestuursrapportage Derde kwartaal 2015

Eerste analyse van de in-, door- en uitstroom van het aantal leerlingen s(ba)o binnen het samenwerkingsverband

Raadsvergadering : 29 oktober 2012 Agendanr. 14. : jaarverslag en jaarrekening 2011 Scholengroep OPRON

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Meerjaren formatiebeleidsplan De Groeiling

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland

Financieel economisch verslag

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. R.K. basisschool De Regenboog

18 Begroting. Begroting

Drentse Onderwijs monitor

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

O2A5 Managementrapportage t.b.v. de vergadering van Raad van Toezicht Periode 31 mei september 2018

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Schoolvereniging Aerdenhout-Bentveld te Aerdenhout

Medezeggenschap en Financiën PO. Auke de Roos, MR trainer/adviseur

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Primair Onderwijs Peelraam te Wanroij /71749

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. o.b.s. Het Groene Hart

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden /42504

Onderzoek bestuurlijke fusie VCBO Kollumerland & Stichting Arlanta

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans.

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Vereniging Algemeen Onderwijs Kockengen e.o /70033

BASISSCHOLEN < EEN MEE ONTWERPBEGROTING september 2014

SOPOH. Bijgestelde. Begroting Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit. Begroting 2015.

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

Jaarverslag basisschool de Vijf-er schooljaar

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. SBO Rehoboth

FINANCIEEL VERSLAG 2015 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Transcriptie:

De Groeiling, stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs Gouda en omstreken

Inhoudsopgave 1. Voorwoord.. 3 2. Organisatie van De Groeiling. 4 2.1. Basisgegevens.. 4 2.2. Missie en visie.. 4 2.3. Bestuur en ondersteuning 5 2.4. Overige geledingen en organogram 5 3. Resultaten van de werkgebieden 7 3.1. Het Strategisch Beleidsplan: doelen en resultaten in 2014 7 3.2. Onderwijs.. 9 3.3. Personeel.. 12 3.4. Leerlingen: toelaatbaarheid en prognoses.. 14 3.5. Huisvesting en beheer 15 3.6. Communicatie met scholen en omgeving.. 17 3.7. Klachten 17 4. Ontwikkelingen in 2015.. 18 5. Financiële gang van zaken.. 19 5.1. Samenvatting van de jaarrekening 2014.. 19 5.2. Resultaatbestemming. 23 5.3. Kaders van het financieel beleid. 24 5.4. Europess aanbesteden en/of Nationaal aanbesteden 24 5.5. Centrale inkoop 25 5.6. Treasurymanagement. 25 6. Continuïteit en risicobeheer. 25 6.1. Continuïteitsparagraaf.. 25 6.2. Risicobeheer 28 6.3. Overzicht geïnventariseerde financiële risico s en beheersmaatregelen 28 6.4. Benodigde buffervermogen 31 7. Governance 33 7.1. Code Goed Bestuur 33 7.2. Verslag van de Raad van Toezicht 2014 33 7.3. Verslag van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 2014 37 7.4. Verslag van het directeurenberaad 2014 38 7.5. Afrondend 40 8. Jaarrekening - 2 -

1. Voorwoord Geachte dames en heren, Hierbij ontvangt u, ter afsluiting van het boekjaar 2014, het jaarverslag 2014 van De Groeiling, stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs Gouda en omstreken. In dit jaarverslag is de jaarrekening opgenomen die bestaat uit de balans per 31 december 2014, de rekening van baten en lasten over 2014, alsmede een toelichting op de balans en de staat van baten en lasten. In het jaarverslag wordt een toelichting gegeven op de structuur van de organisatie, de belangrijkste activiteiten, het gevoerde financiële beleid gedurende het boekjaar en de stand van zaken op de balansdatum. Het bestuursverslag legt de relatie tussen beleidsplanning, uitvoering, bewaking en bijstelling van de financiële jaarcijfers van 2014. Het bestuursverslag geeft daarnaast inzicht in de toekomstige financiële ontwikkelingen. De jaarrekening 2014 van De Groeiling is opgesteld door Onderwijsbureau Hollands Midden te Leiden. Deze jaarrekening is gecontroleerd door accountantskantoor Flynth te Arnhem. Mr. Harry van de Kant en Drs. Els van Elderen College van Bestuur - 3 -

2. Organisatie van De Groeiling 2.1. Basisgegevens De Groeiling is in 2009 opgericht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder dossiernummer 41174298. Per 31 december 2014 heeft De Groeiling het bestuur en beheer over 22 scholen voor primair onderwijs in de gemeenten Alphen aan den Rijn (kernen: Boskoop, Hazerswoude-Dorp) Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Oudewater, Schoonhoven, Vlist (kern: Haastrecht), Waddinxveen en Zuidplas (kern: Moordrecht): School Leerlingen 1-10-2014 Gemeente (kern) 03 NX Gerardus Majellaschool 110 Bodegraven-Reeuwijk 03 NZ De Krullevaar 113 Schoonhoven 04 XH De Zevensprong 209 Alphen a/d Rijn (Boskoop) 05 BG St. Catharina 135 Vlist/Haastrecht 05 BL St. Michaëlschool 188 Alphen a/d Rijn (Hazerswoude-Dorp) 06 FY De Bijenkorf 327 Gouda 06 JG Dorpsschool De Bron 172 Bodegraven-Reeuwijk 07 PI De Akker 239 Alphen a/d Rijn (Boskoop) 07 ST De Regenboog 353 Waddinxveen 08 KA De Goudakker 162 Gouda 08 ZK Speel en Werkhoeve 177 Bodegraven-Reeuwijk 09 WM Kardinaal Alfrinkschool 223 Waddinxveen 09 WS Pax Christischool 175 Bodegraven-Reeuwijk 10 PG Willibrord/Miland 338 Bodegraven-Reeuwijk 10 YZ St. Jozef 237 Oudewater 11 KG De Triangel 233 Gouda 11 MK Mariaschool 174 Oudewater 11 VU De Cirkel 370 Gouda 12 FK De Oostvogel 100 Gouda 14 ZW St. Jozef 206 Zuidplas (Moordrecht) 22 KF t Carillon/De Vuurvogel 471 Gouda 28 AK St. Aloysius 421 Gouda Totaal 5.133 In totaal zijn op 31 december 2014 binnen De Groeiling 530 personeelsleden werkzaam die onderwijs verzorgen voor 5.200 leerlingen. 2.2. Missie en visie De Groeiling is in 2009 opgericht met als doelstelling: het bieden van kwalitatief hoogwaardig en waarde(n)vol onderwijs aan allen die daar om vragen en die zich in de uitgangspunten van de stichting kunnen vinden. Primair staat het bieden van goed en eigentijds onderwijs aan kinderen. Uitgaande van de doelstelling luidt de collectieve ambitie van De Groeiling als volgt: Elke school binnen De Groeiling is een school die midden in de samenleving staat. De school is geen educatief eiland, maar een bruisend middelpunt van activiteiten die het leren bevorderen. De school biedt vanuit haar identiteit en binnen haar mogelijkheden passend onderwijs waarbij het kind centraal staat. Dat vereist een didactische aanpak waarin meervoudige instructie, zelfstandig leren en een adequate zorgstructuur centraal staan. - 4 -

Competente en gemotiveerde personeelsleden zetten zich in voor de persoonlijke ontwikkeling van ieder kind, die in een prettige, veilige en uitdagende leeromgeving plaats vindt. Dat doen ze samen met ouders/verzorgers en andere betrokkenen in voortdurende interactie met de maatschappelijke omgeving van de school. Daarbij staan zij open voor toekomstige ontwikkelingen. 2.3. Bestuur en ondersteuning De Groeiling heeft het raad van toezichtmodel. De samenstelling van het bestuur (College van Bestuur) per 31 december 2014 is: De heer mr. H. van de Kant voorzitter -benoemd vanaf 1-7-2009; -werkgebieden: financiën, personeel, huisvesting, organisatie. Mevrouw drs. E. van Elderen, lid -benoemd vanaf 1-3-2010; -werkgebieden: onderwijs, kwaliteitszorg. Het College van Bestuur wordt in de werkzaamheden ondersteund door negen medewerkers: mevrouw M. van Beijeren (personeelszorg: vertrokken per 1-11-2014), mevrouw L. Boekamp (bestuurssecretaresse). mevrouw C. Hoogeveen (controller), de heer J. Kamp (huisvesting en onderhoud gebouwen), de heer F. Mannens (onderwijs en kwaliteit), mevrouw R. Thierry (centrale inkoop), mevrouw T. Vos (bovenschools ict-er), mevrouw J. Wanschers (personeel & organisatie), mevrouw I. van Zijl (coördinator De GroeiAcademie). De totale bovenschoolse bezetting was eind 2014 effectief 6,1 fte (op een totaal van 323 fte = 1,9%. Onderzoek van ITS 1 wijst uit dat de landelijk gemiddelde bezetting van bestuursbureaus bij besturen met 15 scholen of meer 9,3 fte is. Het landelijk gemiddelde percentage aan totale bovenschoolse kosten is 3,7%. Ook hier zit De Groeiling ruim onder. De personele en financiële administratie is uitbesteed aan administratiekantoor OHM te Leiden. Bureau WPS te Schiedam organiseert de huisvestingszaken van de scholen tot 1-1- 2015. Daarna eindigt de samenwerking en is de heer J. Kamp verantwoordelijk voor huisvestingszaken. QL-ICT verzorgt het netwerkbeheer in de scholen en voor dienstverlening van arbo-zaken (o.a. de inzet van de bedrijfsarts) wordt gebruik gemaakt van de ArboUnie. 2.4. Overige geledingen en organogram Het College van Bestuur ontwikkelt het beleid in samenspraak met de directies van de scholen, draagt zorg voor de uitvoering, evaluatie en bijstelling en voert overleg met interne- (waaronder de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) en externe organisaties (waaronder het administratiekantoor, gemeenten en de Inspectie van het Onderwijs). De schooldirecties zijn verantwoordelijk voor de organisatie in de eigen school. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen het bestuur, en de schooldirecties zijn vastgelegd in het managementstatuut. In het organogram op de volgende pagina is de organisatie van De Groeiling weergegeven, zoals deze actueel was in het verslagjaar. 1 N. van Kessel/M.Hovius. Bestuur en management. Onderzoek naar eenpitters en meerpitters in het primair onderwijs, ITS, 2011-5 -

Raad van Toezicht College van Bestuur GMR Stafbureau OHM Directeurenberaad --------------------------------------------------------------- 22 MR-en Scholen (22)) 22 OV-en De Raad van Toezicht bestaat uit 5 leden en vergadert vijf maal in aanwezigheid van het College van Bestuur. Daarnaast zijn er nog bijeenkomsten zonder het College, waarin bijvoorbeeld de eigen werkwijze geëvalueerd wordt. Voor het verslag van werkzaamheden van de Raad: zie Hoofdstuk 7, paragraaf 7.2. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad bestaat uit maximaal 8 ouders en maximaal 8 personeelsleden en komt 6-7 maal per jaar in vergadering bijeen. Een deel van de vergadering is een lid van het College van Bestuur aanwezig om informatie te verstrekken dan wel een positief advies of instemming te verkrijgen inzake beleidsstukken. Voor een verslag van de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad: zie Hoofdstuk 7, paragraaf 7.3. Het Directeurenberaad bestaat uit de leden van het College van Bestuur en de directeuren (of hun plaatsvervangers) van de 22 onder De Groeiling vallende scholen. Eén van de directeuren is voorzitter van het overleg. Afhankelijk van het vergaderonderwerp kunnen stafmedewerkers aanwezig zijn. Het directeurenberaad kent een agendacommissie, die de jaarplanning bewaakt en de komende vergaderingen voorbereidt. Er zijn werkgroepen rondom beleidsaspecten die grotendeels gerelateerd zijn aan de vier thema s uit het Strategisch Beleidsplan 2011-2015 die aan de orde komen. Voor een verslag van de werkzaamheden van het directeurenberaad: zie Hoofdstuk 7, paragraaf 7.4. - 6 -

3. Resultaten van de werkgebieden 3.1. Het Strategisch Beleidsplan: doelen en resultaten 2014 De belangrijkste doelen en te bereiken resultaten op organisatieniveau zijn beschreven in het Strategisch Beleidsplan 2011-2015. In dit beleidsplan zijn vier thema s beschreven die in genoemde periode speerpunt van beleid vormen: Passend Onderwijs. Opbrengst- (en handelings-)gericht werken. Talentontwikkeling van leerlingen en personeelsleden. De professionele organisatie. Op schoolniveau zijn bovenstaande thema s in het schoolplan terug te vinden en worden in het jaarplan nader uitgewerkt in doelen en te bereiken resultaten in dat betreffende schooljaar. Op organisatieniveau worden eveneens jaarlijks doelen/activiteiten en te bereiken resultaten beschreven. In 2014 betrof het de volgende doelen-resultaten: Doelen/activiteiten Passend Onderwijs Doelen De inrichting van de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs is afgerond. Er zijn toekomstscenario s ontwikkeld voor (de plaats/positie van) De GroeiAcademie. Samenwerkingsverband WSNS Het Groene Hart is eind 2014 geliquideerd. Resultaat Per 1 augustus 2014 zijn de Samenwerkingsverbanden ingericht en actief. De scholen van De Groeiling behoren tot 3 samenwerkingsverbanden. De GroeiAcademie is stafonderdeel van De Groeiling geworden en het personeel is in dienst van De Groeiling gekomen. Is gerealiseerd. De positie van SBO De Oostvogel en De Vuurvogel is duidelijk. Intern begeleiders en directeuren geven aan voldoende bekend te zijn met de ondersteuningsstructuur van hun samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Per 1 augustus 2014 is voor hoogbegaafde leerlingen die onvoldoende ondersteund kunnen worden binnen het reguliere onderwijs een arrangement ingericht bij SBO De Oostvogel. Om geplaatsts te worden is een toelaatbaarheidsverklaring voor het SBO nodig die door een Samenwerkingsverband Passend Onderwijs wordt afgegeven. Voorlopig is sprake van een symbiosevoorziening waarbij leerlingen die nog op De Vuurvogel zitten gezamenlijk les krijgen met leerlingen van De Oostvogel die geplaatst zijn in het arrangement hoogbegaafden. Op De Vuurvogel worden geen nieuwe leerlingen meer toegelaten; per 1 augustus 2017 sluit deze voorziening. Er is een uitgebreid Ondersteuningsplan in elk samenwerkingsverband, maar bepaalde procedures zijn nog niet overal bekend. De GroeiAcademie heeft in het najaar van 2014 bijeenkomsten georganiseerd waarin bepaalde procedures werden toegelicht. - 7 -

Doelen/activiteiten Opbrengst-/handelingsgericht werken (OHGW) OHGW heeft zowel betrekking op individuele leerlingen (hoe worden zij het beste ondersteund) als op de algemene kwaliteit van het onderwijs (hoe verbeter je dat en hoe verantwoord je je). Het uiteindelijk doel is dat de kwaliteit van het onderwijs zich blijft verbeteren en kinderen zich optimaal ontwikkelen. Doelen De directies maken na de M- en E- toetsen een managementrapportage leeropbrengsten Bij alle scholen ligt de gemiddelde niveauscore (tussenresultaten) op of boven het landelijk gemiddelde 3,0. Middels een werkgroep wordt vanuit de scholen nagegaan hoe de prestaties op het gebied van Taal verbeterd kunnen worden. Medezeggenschapsraden zijn bekend met de principes van O(H)GW. Het toetsbeleid is geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Er wordt een inventarisatie uitgevoerd naar geschikte instrumenten voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Alle scholen hebben een basisarrangement. De vaardigheden van leraren versterken zich en dit is aantoonbaar vanuit klassenobservaties. De Kijkwijzer wordt gebruikt bij klassenobservaties en personeelsgesprekken. Het is bekend, uitgeprobeerd en waar nodig bijgesteld. Ervaringen van het oudergesprek over leerresultaten waarbij gebruik gemaakt wordt van de ouderportal van Parnassys worden gebundeld. De rolverdeling tussen directeur en intern begeleider is nader uitgewerkt. Bij tenminste 80% van de scholen ligt de Eindtoets of de M-toets Rekenen/ Wiskunde en Begrijpend Lezen boven de minimumnorm van de Inspectie. Bij tenminste 50% van de scholen ligt de eindtoets of de M-toet Rekenen/ Wiskunde en Begrijpend Lezen groep 8 op of boven het landelijk niveau. Resultaat Is gerealiseerd. De resultaten staan in het document Toetsresultaten 2010-2014 en in de Bestuursrapportage derde kwartaal 2014. Is gerealiseerd: het gemiddelde lag op 3,34. Is gerealiseerd. De aanbevelingen zijn verwerkt in een notitie over de kwaliteit van het onderwijs. Op 6 november 2014 is een gezamenlijke bijeenkomst geweest voor alle raden waarin de principes zijn toegelicht. Is gerealiseerd door een werkgroep. Is gebeurd door De GroeiAcademie; het resultaat is verwerkt in een overzicht dat voor alle scholen beschikbaar is. Er zijn 21 scholen (inclusief een nevenvestiging) met een basisarrangement; 1 school heeft verscherpt toezicht. Binnen de scholen worden klassenobservaties gedaan waarbij de Kijkwijzer gebruikt wordt. In voorkomende gevallen wordt scholing/begeleiding ingezet om de vaardigheden te verbeteren. De Kijkwijzer is geëvalueerd en wordt toegepast bij de klassenobservaties en personeelsgesprekken. Vanuit de CAO PO 2014-2015 wordt ook het onderscheid tussen basisbekwaam en vakbekaam gehanteerd. Een werkgroep bekijkt of dit in de huidige Kijkwijzer verwerkt kan worden. Een aantal scholen maakt gebruik van de ouderportal van ParnasSys; de ervaringen zijn nog niet gebundeld. Een werkgroep heeft een aantal aspecten in beeld gebracht en die worden nader uitgewerkt in 2015. Is niet gerealiseerd: het percentage was 74%. Is niet gerealiseerd: het percentage lag op 48%. - 8 -

Doelen/activiteiten Talentontwikkeling leerlingen en personeel Doelen De positie van hoogbegaafde leerlingen naar de nabije toekomst is duidelijk. Het scholingsaanbod van De GroeiAcademie wordt tijdig kenbaar gemaakt. Minimaal 4 scholen doen mee met Opleiden in de school (OIS). Er is stagebegeleiding voor minimaal 70 stagiaires. De samenwerking met de pabo s blijft bestaan/wordt geïntensiveerd. De mogelijkheden van interne mobiliteit zijn in beeld gebracht. Scholen maken over en weer gebruik van elkaars specialismen en kennis. Resultaat Begaafde leerlingen kunnen vanaf 1 augustus 2014 met een toelaatbaarheidsverklaring geplaatst worden op de SBO. SBO De Oostvogel biedt een arrangement voor hoogbegaafde leerlingen en werkt via een symbiosemodel samen met De Vuurvogel in de periode dat De Vuurvogel wordt afgebouwd. Is gerealiseerd in mei 2014. Is gerealiseerd. Drie scholen zijn in 2014 geaccrediteerd; de vierde school volgt in 2015. Is gerealiseerd. Het aantal pabo-stagiaires in 2014 bedroeg 103. Is gerealiseerd. Er zijn met twee pabo s samenwerkingsconvenanten en met de pabo Leiden is contact opgenomen om te bekijken of samenwerking een toegevoegde waarde kan zijn. Voor directeuren is nieuw mobiliteitsbeleid vastgelegd. Voor leraren onderzocht een werkgroep de mogelijkheden; de resultaten worden in 2015 gepresenteerd. Via De GroeiAcademie, medewerkers van het bestuurskantoor en (soms) het directeurenberaad worden vragen naar en aanbod van kennis en specialismen gekoppeld. Scholen kunnen hier een actievere rol in spelen. Doelen/activiteiten Professionele organisatie Scholen hebben in hun jaarplan opgenomen op welke wijze de te ontwikkelen aspecten van de professionele organisatie binnen de school vorm krijgt. De directeuren werken aantoonbaar aan hun professionele ontwikkeling en zetten daar het CAO-budget voor in. In het strategisch Beleidsplan 2015-2019 wordt aandacht geschonken aan de professionele ontwikkeling van medewerkers en organisatie. Scholen hebben dit in hun jaarplan opgenomen, waarbij elke school eigen accenten legt. Vanuit het directeurenberaad is een werkgroep professionele ontwikkeling gevormd met het doel handvatten aan te reiken om de professionele ontwikkeling/-ruimte vorm te geven in de (school)organisatie. Een aantal directeuren (4) heeft in 2014 studiereizen naar het buitenland ondernomen. Inmiddels zijn 15 directeuren aangemeld in het schoolleidersregister. Eén van de centrale thema s in het nieuwe plan is eigenaarschap, als aspect van de professionele ontwikkeling. Er is een vacature beleidsmedewerker HRM ontstaan die per 1 februari 2015 ingevuld wordt. Eén van de accenten in de werkzaamheden is het verder ontwikkelen van eigenaarschap en professionele ruimte in de (school)organisatie. 3.2. Onderwijs In elke school worden jaarlijks de tussenresultaten gemeten (januari M-toetsen en in juni de E- toetsen) van het Cito leerlingvolgsysteem. Daarnaast zijn er scholen die gebruik maken van de Cito-eindtoets in groep 8. Een overzicht van de resultaten in 2014: - 9 -

Eindresultaten (gerelateerd aan de Inspectienorm) 2012 2013 2014 School Toets Tot. Taal Re/ Wi Tot. Taal Re/ Wi Tot. Taal Re/ Wi Gerardus Majella B/C De Krullevaar A De Zevensprong B/C St. Catharinaschool A St. Michaëlschool C De Bijenkorf A Dorpsschool de Bron A/C De Akker B/C De Regenboog A De Goudakker A Speel en Werkhoeve B/C Kardinaal Alfrinkschool A Pax Christischool B/C Willibrord B/C Miland B/C St. Jozef (OW) A De Triangel A Mariaschool B/C De Cirkel A St. Jozef (MD) A De Vuurvogel A t Carillon A St. Aloysius A Toets A= Eindtoets Cito Toets B = Entreetoets 7 Cito Toets C= M-toetsen Begrijpende Lezen en Rekenen/Wiskunde groep 8 (in plaats van de Entreetoets, vanaf schooljaar 2011/2012). Een rood vlak geeft aan dat de score onder de ondergrens van de Inspectie/het Rijk ligt. Een groen vlak geeft aan dat de score op of boven de ondergrens van de Inspectie/het Rijk ligt. Een blauw vlak geeft aan dat de score op of boven de bovengrens van de Inspectie/het Rijk ligt De Groeiling had ten aanzien van de eindresultaten op haar scholen doelen gesteld: Norm Percentage scholen dat voldoet aan de norm Doel 2013-2014 Gerealiseerd Eindtoets of beide M-toetsen Rekenen/Wiskunde en Begrijpend Lezen op of boven het landelijk gemiddelde. 50% 48% Eindtoets of M-toetsen Rekenen/Wiskunde en Begrijpend Lezen boven de minimumnorm van de Inspectie 80% 74% Het is duidelijk dat de doelen voor het schooljaar 2013-2014 niet zijn gehaald, dit ondanks de inspanningen die zijn gedaan: Opbrengst- en handelingsgericht werken: binnen alle scholen wordt gewerkt met een groepsplan en heeft hierop veelal scholing plaatsgevonden; er is aandacht voor leerkrachtvaardigheden (inzet Kijkwijzer en cursus flitsbezoeken); er worden individuele en groepsdoelen gesteld en er vindt tweemaal per jaar een groepsbespreking plaats t.a.v. de resultaten op de Citotoetsen. Gerichte aandacht (vanuit het bestuur en middels extra begeleiding) voor scholen die het schooljaar 2012-2013 zwak scoorden. Drie van de zeven scholen die in 2013 zwak scoorden presteerden in 2014 opnieuw onder de norm van de Inspectie. - 10 -

Qua eindresultaten is het beeld van De Groeiling ongeveer overeenkomstig het landelijk beeld: 1 school (=4%) van de 23 scholen 2 heeft in 2013-2014 drie maal achtereen onder de norm van de Inspectie gescoord. Dit was ook in 2012-2013 het geval. Landelijk was in 2012-2013 bij ca. 2% van de scholen sprake van onvoldoende eindresultaten (3 jaar achtereen onder de minimumnorm van de inspectie). Tussenresultaten Per 1 augustus 2014 zijn in ParnasSys de nieuwe Cito-normen ingevoerd. Deze normen zijn over het algemeen zwaarder geworden. Hieronder zijn de tussenresultaten in de afgelopen jaren te zien waarbij bij alle resultaten de nieuwe norm is toegepast. De doelstelling is gehaald (ook bij de nieuwe normering): de gemiddelde niveauscore is hoger dan 3. Technisch Lezen Spelling Begrijpend Lezen Rekenen/Wiskunde 11/12 12/13 13/14 11/12 12/13 13/14 11/12 12/13 13/14 11/12 12/13 13/14 School CITO DMT Gerardus Majella 3,7 3,5 2,8 2,3 3,3 2,6 2,5 2,4 3,2 3,6 4,0 3,5 De Krullevaar 4,0 3,6 3,5 3,1 3,2 3,8 2,7 3,1 3,8 3,5 3,9 3,5 De Zevensprong 2,7 0,6 2,5 3,0 3,4 3,2 3,3 4,0 3,4 St. Catharina 2,4 2,9 3,6 2,5 3,2 3,4 2,9 3,2 3,8 3,0 3,2 3,5 St. Michaël 3,5 3,4 3,1 3,8 3,4 3,8 3,9 3,7 3,5 4,0 4,2 De Bijenkorf 3,2 3,3 3,6 2,9 3,0 3,2 3,6 3,7 3,9 2,9 3,1 3,5 Ds. De Bron 2,5 3,0 2,7 2,9 3,8 3,7 3,6 4,1 3,9 4,1 4,3 3,8 De Akker 2,3 2,8 3,4 2,2 3,1 3,2 2,6 2,7 3,1 3,5 3,9 3,7 De Regenboog 2,6 3,0 3,1 2,6 2,8 2,6 2,8 2,8 2,7 2,8 2,5 2,3 De Goudakker 3,0 3,6 3,8 1,9 2,7 2,8 1,4 2,7 3,0 2,5 3,3 3,1 Speel- en Werkh. 3,5 3,1 3,0 3,7 3,9 3,3 3,8 3,6 3,8 3,7 4,1 4,1 Kardinaal Alfrink 2,8 2,4 2,9 3,4 3,4 3,3 3,3 3,3 3,9 4,0 3,9 Pax Christi 2,5 1,8 2,3 1,9 1,3 1,4 2,3 1,9 2,0 3,2 2,6 3,9 Willibrord 3,3 3,1 3,5 3,4 3,5 3,3 3,2 3,4 3,1 3,8 3,5 3,7 Miland 2,2 1,5 2,4 0,8 1,6 2,6 3,4 2,3 1,8 4,1 2,4 2,3 St. Jozef-OU 3,1 2,8 2,8 3,4 3,2 3,6 3,4 3,8 3,8 3,6 3,5 3,3 De Triangel 3,9 3,8 3,5 3,5 3,3 3,0 3,5 3,5 3,5 3,6 3,0 2,9 Mariaschool 2,8 3,2 4,0 3,6 3,9 3,8 3,5 3,9 4,0 4,1 4,3 4,3 De Cirkel 3,3 2,9 3,1 2,9 3,2 3,4 3,4 3,3 2,9 3,2 2,9 3,1 St. Jozef-MO 3,5 3,7 3,1 3,8 3,8 3,8 3,2 3,6 4,0 3,7 3,9 3,8 t Carillon 3,3 3,7 3,6 3,5 3,6 3,8 3,0 3,1 3,6 2,7 2,7 3,2 De Vuurvogel 4,3 4,5 4,4 5,0 4,8 4,7 4,8 4,9 4,7 St. Aloysius 4,1 4,2 4,1 3,9 4,0 3,8 3,9 3,9 4,0 3,5 3,7 3,7 Gemiddeld 3,10 3,12 3,14 2,90 3,27 3,24 3,21 3,32 3,43 3,50 3,55 3,53 Qua tussenresultaten laten de scholen van De groeiling een positiever beeld zien dan het landelijk beeld: de tussenresultaten waren in het schooljaar 2013-2014 slechts bij 4% van de scholen onvoldoende. Het landelijk percentage bedroeg in het schooljaar 2012-2013 10%; recente gegevens over het schooljaar 2013-2014 ontbreken nog. Bezien we de tussenresultaten over de afgelopen 3 schooljaren, dan valt het volgende op: Op alle vakgebieden scoren De Groeilingscholen gemiddeld boven de door De Groeiling gestelde norm, namelijk het Landelijk Gemiddelde. De verschillen tussen de scholen zijn groot. Er valt her en der zeker nog winst te behalen. Dit betekent dat de gemiddelde score van De Groeiling scholen nog kan stijgen. 2 Inclusief nevenvestigingen. - 11 -

Een inhaalslag werd gepleegd op het gebied van Technisch Lezen en Spelling. Bekend is dat hierop ook door veel scholen expliciet is ingestoken. Toch zijn dit relatief gezien nog de zwakste gebieden en valt met name op het gebied van Technisch Lezen nog meer winst te behalen. De prestaties op het gebied van Rekenen/Wiskunde zijn vrijwel gelijk en op een hoog niveau gebleven. Dit zou kunnen betekenen dat de inzet op de andere vakken niet ten koste is gegaan van het rekenonderwijs. Dit lijkt echter toch niet helemaal het geval: de gemiddelde groepsscore daalde weliswaar amper, maar vaker dan vorig jaar lagen groepsscores van bepaalde groepen onder de Inspectienorm c.q. het landelijk gemiddelde. In oktober 2014 heeft het jaarlijks gesprek met de Inspectie van het Onderwijs plaatsgevonden waarbij de resultaten van het onderwijs besproken zijn. Alle scholen hebben een basisarrangement (het onderwijs is tenminste van voldoende niveau), met uitzondering van De Krullevaar. Wijze van monitoring Het College van Bestuur informeert de Raad van Toezicht en de overige geledingen middels een bestuursrapportage per kwartaal over de (beleids)ontwikkelingen op alle werkgebieden van de organisatie. De rapportage is net als alle beleidsdocumenten en overzichten van de kwaliteit van het onderwijs per school te downloaden via de website van De Groeiling (www.degroeiling.nl). Op deze wijze wordt ook meervoudig publieke verantwoording afgelegd. Middels het toezichtkader wordt eveneens op bestuurlijk niveau versus het niveau van de toezichthouder gemonitord. Belangrijke ken- en stuurgetallen betreffen dan de kwaliteit (opbrengsten) van het onderwijs, personeelsgegevens (tevredenheid, ziekteverzuim, in- en uitstroom) en financiën (exploitatie, liquiditeit, kapitalisatiefactor, solvabiliteit, weerstandsvermogen, de hoogte van reserves en voorzieningen). 3.3. Personeel De personeelssterkte van De Groeiling bedraagt per 31 december 2014 485 medewerkers (onderstaande grafieken zijn per peildatum en exclusief vervangingen). In 2014 is het aantal fte verder teruggedrongen door een aantal vacatures niet meer in te vullen dan wel door bovenformatief personeel met een vast dienstverband in de vervangingspool te plaatsen. Daarnaast hebben meer personeelsleden gebruik gemaakt van Keuzepensioen. Deze daling van omvang van het personeel is noodzakelijk om de personele uitgaven meer in evenwicht te brengen met de personele inkomsten. Bij het treffen van de noodzakelijke maatregelen is wel rekening gehouden met de effecten voor de organisatie op korte en - 12 -

middellange termijn. Vanwege de concurrentiepositie (bestaansrecht) of organisatorische redenen (een forse toename van het aantal leerlingen waar nog geen bekostiging tegenover staat) was het soms nodig om de uitgaven van een school niet volledig op het niveau van de (afnemende) inkomsten te brengen. Voor het opheffen van twee specifieke functies, onderwijsassistent en lerarenondersteuner is overleg gevoerd met de vakbonden. Nadat een reorganisatieplan is opgesteld (dat de instemming kreeg van de personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) is het decentraal georganiseerd overleg gestart met de vakbonden over het opstellen van een sociaal plan. Begin januari 2015 wordt dit overleg voortgezet met als beoogd resultaat een sociaal plan medio februari/maart 2015. De Groeiling kent de regeling werkgelegenheidsbeleid zoals deze in de CAO PO is beschreven. Boventallig personeel wordt niet in het risicodragend deel van de formatie geplaatst en ontslagen, maar behoudt werkgelegenheid. Dit is mogelijk door hen in de vervangingspool te plaatsen. De loonkosten worden betaald door het Vervangingsfonds waarbij het fonds uitgaat dat 98% van de werkzaamheden vervanging betreft. De vervangingspool bevatte eind 2014 12,2 fte, waarvan 8 fte leraren en 4,2 fte onderwijsassistenten/lerarenondersteuners. In de onderstaande grafieken wordt de samenstelling van het personeelsbestand, ingedeeld naar geslacht, deeltijdcategorie en leeftijd weergegeven per 31 december 2014. Het aantal mannen in de organisatie neemt verder af, in lijn met een landelijke tendens. De toename van het aantal parttimers is niet altijd gunstig: het kan leiden tot organisatorische problemen in een school (drie leraren voor een groep). Daar staat tegenover dat vermindering van uren van personeelsleden kan betekenen dat minder boventalligheid ontstaat. - 13 -

In voorgaande grafiek valt op dat sprake is van een onevenwichtige leeftijdsopbouw van het personeelsbestand. Gezien de leeftijdsopbouw van het personeel en het verschuiven van de AOW-pensioengerechtigde leeftijd is de jaarlijkse uitstroom beperkt tot zo n 8 fte gemiddeld. Pas in 2022 en 2023 vertrekken jaarlijks grote aantallen personeelsleden. Om toch een evenwichtiger instroom van jong personeel mogelijk te maken is meer voorlichting gegeven over de mogelijkheden om vanaf 60 jaar geheel of gedeeltelijk met keuzepensioen te gaan. Hieraan kan een financiële tegemoetkoming gekoppeld worden als bij vertrek een pas afgestudeerde benoemd kan worden in dezelfde werktijdfactor. Dit is in 2014 tweemaal gebeurd. Ook is de omvang van de vervangingspool iets vergroot waardoor werkgelegenheid geboden is aan jong personeel met een (verlengd) tijdelijk dienstverband. Verzuim Het ziekteverzuim in 2014 bedroeg 4,4% (2013: 4,9%). De ambities van De Groeiling zijn hoger, namelijk toewerken naar een verzuim onder de 4%. De verzuimcijfers over 2014 zijn in onderstaande grafiek weergegeven. 3.4. Leerlingen: toelaatbaarheid en prognoses Elke school heeft de katholieke of interconfessionele identiteit, maar staat open voor leerlingen van andere gezindten. Voorwaarde daarbij is wel dat de ouders en personeelsleden die er (willen) werken - de doelstellingen en uitgangspunten van de school onderschrijven en hun kind(eren) laten deelnemen aan de verschillende activiteiten (waaronder catechese-lessen, weekvieringen, kerstviering, e.d.). - 14 -

In iedere Schoolgids van elke school is beschreven op welke wijze de toelating van leerlingen geregeld wordt. Ook is er beleid ontwikkeld voor toelating van leerlingen met een handicap. De ontwikkeling en prognose van de leerlingenaantallen geeft het volgende beeld. School 1-10- 1-10- 1-10- 1-10- 1-10- 1-10- 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Gerardus Majellaschool 120 111 110 100 91 85 De Krullevaar 141 131 113 105 100 100 De Zevensprong 183 196 209 209 205 205 St. Catharina 147 147 135 125 115 115 St. Michaëlschool 207 200 188 180 173 170 De Bijenkorf 380 346 327 308 310 308 Dorpsschool De Bron 160 161 172 183 175 175 De Akker 249 233 239 228 221 215 De Regenboog 370 364 353 345 338 331 De Goudakker 187 188 162 162 165 165 Speel en Werkhoeve 183 176 177 170 172 170 Kardinaal Alfrinkschool 235 224 223 221 220 215 Pax Christischool 223 196 175 175 175 175 Willibrord/Miland 340 333 338 340 335 330 St. Jozef Oudewater 225 231 237 237 230 230 De Triangel 253 238 233 225 225 225 Mariaschool 189 182 174 177 170 165 De Cirkel 383 380 370 370 365 360 De Oostvogel 124 100 100 90 85 85 St. Jozef Moordrecht 218 209 206 206 200 200 t Carillon/De Vuurvogel 472 485 471 445 424 400 St. Aloysius 415 410 421 442 432 430 Westergouwe 0 0 0 0 5 20 Totaal 5.404 5.241 5.133 5.043 4.931 4.874 Mutatie -163-108 -90-112 -57 in % -3,0% -2,1% -1,8% -2,2% -1,2% 3.5. Huisvesting en beheer Het onderhoud van de scholen is in 2014 verzorgd door WPS Scholenbeheer (Schiedam). Dit contract loopt per 1 januari 2015 af. Vanwege efficiëncy en effectiviteit heeft De Groeiling per 1 oktober 2014 een beleidsmedewerker Huisvesting en Onderhoud in dienst genomen. Hij stelt de meerjarenoverzichten op in overleg met de schooldirecties en het bestuur, draagt zorg voor het uitvoeren van (klein) onderhoud en aanpassingen aan gebouwen. Alle gebouwen zijn goed toegankelijk. Dit aspect is nadrukkelijk meegenomen in de beoordeling van een externe deskundige (Bureau Lekkerkerker) die voor alle scholen van De Groeiling in 2014 een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) heeft uitgevoerd. Op basis van de rapportage is een plan van aanpak opgesteld in iedere school, waarin de prioriteiten zijn aangegeven op het gebied van arbobeleid, veiligheid in en rondom het gebouw, klimaat- - 15 -

beheersing, het welzijn en welbevinden van personeelsleden en overige bezoekers/gebruikers van de gebouwen. In een aantal gemeenten is sprake geweest van renovatie en/of nieuwbouw. Daarnaast is sprake van een gemeentelijke herindeling bij vijf gemeenten rondom Schoonhoven. Deze fuseren per 1 januari 2015 (gemeente Krimpenerwaard). Met oog op de overdracht van de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud van de gemeente naar de schoolbesturen zijn alle huisvestingsverordeningen voor schoolgebouwen aangepast. In alle gemeenten leidde dit tot extra overlegmomenten tussen de schoolbesturen en gemeente. Enkele ontwikkelingen in gemeenten Gemeente Oudewater Een deel van de Mariaschool is gerenoveerd en een ander deel (de voormalige kleuterschool) is vervangen door nieuwbouw. Eind 2014 werd het nieuwe gedeelte opgeleverd. Gemeente Gouda Eind 2014 zijn gesprekken gestart tussen de gemeente en drie schoolbesturen (waaronder De Groeiling) om een onderwijsvoorziening te starten in de nieuwbouwwijk Westergouwe met ingang van het schooljaar 2016-2017. De Groeiling staat hier positief in. Gemeente Waddinxveen In de gemeente Waddinxveen hebben het College van B&W en de gemeenteraad gekozen voor nieuwbouw van scholen in Waddinxveen-Noord (waartoe basisschool De Regenboog behoort). De keuze voor de locatie van de eerste nieuwbouw is bepaald, er is een externe projectleider aangesteld (de gemeente is bouwheer), en de besturen hebben een gezamenlijke visie ontwikkeld op samenwerking. Vooralsnog heeft het gebouw alleen ruimten voor drie basisscholen. De wens van besturen is ook ruimte te creëren voor kinderopvang en een gymzaal. Gemeente Zuidplas In Moordrecht wordt een scholencomplex gebouwd (waar de St. Jozefschool onderdeel van uitmaakt) dat in 2015 opgeleverd wordt. De aanbestedingsprocedure is in 2014 afgerond en de bouw is inmiddels gestart. Er is een andere bouwbegeleider aangesteld; al snel bleken er verschillen te zijn in de constructietekeningen waardoor de bouw enige tijd stil lag. Daarnaast waren er nog wat financiële tegenvallers. Inmiddels is bijna het hoogste punt van de nieuwbouw bereikt. Oplevering van het gebouw wordt juli 2015. Gemeente Schoonhoven De locatie Doelenplein van De Krullevaar is in het najaar van 2014 grondig gerenoveerd. De stichting ter bevordering van katholiek onderwijs Gouda e.o. heeft een maximale bijdrage toegezegd van 100.000. In december werd het vernieuwde gebouw officieel geopend door Sinterklaas. Vanwege de daling van het aantal leerlingen zal de school in het schooljaar 2015-2016 alle (4) groepen huisvesten in deze locatie. De hoofdlocatie Albert Plesmanstraat komt dan leeg te staan. Het voornemen is om De Krullevaar in 2015 te fuseren met basisschool St. Catharina (Haastrecht) waarna de hoofdlocatie van De Krullevaar aan de gemeente wordt overgedragen. - 16 -

Gemeente Vlist In MFA Haastrecht zijn drie scholen gehuisvest, waaronder St. Catharina. De drie scholen kennen een dalend leerlingenverloop; twee scholen hebben minder dan 90 leerlingen en St. Catharina 135. De schoolbesturen hebben in het najaar van 2014 een extern bureau opdracht gegeven om verschillende scenario s in beeld te brengen teneinde de samenwerking te versterken. Overdracht van scholen aan één bestuur is daarbij een reële optie. Begin 2015 wordt een haalbaarheidsonderzoek gestart om te bekijken welk scenario de meeste kansen biedt om basisonderwijs van goede kwaliteit te kunnen blijven bieden in Haastrecht, gegeven het feit dat het aantal geboorten verder daalt. 3.6. Communicatie met scholen en omgeving Op bovenschools niveau vindt de communicatie plaats: naar ouders/belanghebbenden: via de website van de Stichting (www.degroeiling.nl); naar personeel: via scholenbezoek, individuele gesprekken, studiedagen, verslagen van het directeurenberaad, het personeelsblad, de wekelijkse nieuwsbrief, brieven, mail, intranet; naar directies: via scholenbezoek, individuele gesprekken, het directeurenberaad, studiedagen, mail, intranet, de wekelijkse nieuwsbrief; naar externen: via schriftelijke en telefonische informatieverstrekking, deelname aan overleg, gesprekken, deelname aan netwerken, de website. Een lid van het College van Bestuur is het eerste deel van de vergadering van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad aanwezig om beleidsdocumenten toe te lichten, en/of om algemene/specifieke informatie te verstrekken. De leden van het College van Bestuur hebben veelvuldig contact/overleg met collegabestuurders in de regio inzake huisvestingszaken, passend onderwijs en/of gemeentelijke ontwikkelingen (lokaal educatieve agenda). Daarnaast zijn er de contacten met de leerplichtambtenaren, de Inspectie van het Onderwijs, de PO-Raad, besturenorganisatie VKO, de pabo s (Utrecht, Amersfoort en Rotterdam) en besturen elders in het land (door deelname aan landelijke netwerken voor bestuurders). 3.7. Klachten De Groeiling hanteert een klachtenregeling waarin een rol is weggelegd voor de contactpersoon, vertrouwenspersoon en klachtencommissie. De contactpersoon is een personeelslid van de school; de vertrouwenspersoon een externe (medewerker van de GGD Zuid-Holland) en de klachtencommissie bestaat uit personen die op geen enkele wijze verbonden zijn aan de stichting. In eerste instantie wordt een klacht op schoolniveau afgehandeld. Komen partijen er niet uit dan wordt door een bemiddelaar (i.c. de stafmedewerker Onderwijs en Kwaliteitszorg) gepoogd een bemiddelende rol te vervullen. Lukt dat ook niet dan kan een klacht worden voorgelegd aan de klachtencommissie. Er is in 2014 een klacht ingediend bij de klachtencommissie. De klacht is in drie subklachten gesplitst; twee subklachten zijn ongegrond verklaard, over de derde kon de commissie geen uitspraak doen omdat het een zakelijke aangelegenheid was tussen ouders en school. Voordat een klacht bij de commissie komt is er veelal ook bemiddeling geweest vanuit het bestuursbureau. Bij vijf scholen is dit in 2014 aan de orde geweest met voor alle partijen een bevredigend resultaat. - 17 -

4. Ontwikkelingen in 2015 Enkele ontwikkelingen die zich in 2015 voordoen noemen we hier met name: Krimp in de regio De daling van geboorten in de regio Midden-Holland zal aanhouden tot 2020. Dat betekent dat ook in de komende jaren scholen nog te maken krijgen met een afname van het aantal leerlingen en dus minder inkomsten en boventalligheid van personeel. In de meerjarenbegroting is een prognose van de vermindering van inkomsten weergegeven. Daarbij is uitgegaan van een jaarlijkse afname van 8 fte aan loonkosten van onderwijsgevend personeel door natuurlijk verloop. De instroom van nieuw (pas afgestudeerden) zal minimaal zijn. Een tweede besparing betreft de loonkosten van onderwijsassistenten en lerarenondersteuners. Middels een sociaal plan (vrijwillige fase) wordt een reductievermindering van de formatieomvang (deze bedraagt in totaal 16 fte) nagestreefd. Genoemde functies worden per 1 augustus 2017 opgeheven. Wet werk en zekerheid In 2015 treedt de Wet werk en zekerheid in werking. Voor het primair onderwijs heeft deze wet een paar grote gevolgen: -er komt per 1 juli een nieuw ketenbeding, waardoor invallers sneller dan voorheen recht krijgen op een vaste betrekking; -bij beëindiging van een dienstverband anders dan op eigen verzoek moet een transitievergoeding betaald worden om betrokkene medewerker in staat te stellen om snel weer elders aan het werk te kunnen; -beëindiging van het dienstverband anders dan op eigen verzoek moet via het UWV (bedrijfseconomische redenen) of via de kantonrechter. Om de nadelige effecten van deze wet te beperken worden zowel op landelijk niveau (overleg PO-Raad en vakbonden) als regionaal niveau (het inrichten van transfercentra) initiatieven ontwikkeld. Nieuw Strategisch Beleidsplan 2015-2019 Begin 2015 wordt het nieuwe Strategisch Beleidsplan 2015-2019 vastgesteld. In dit koersdocument wordt vanuit de missie, visie en kernwaarden beschreven waar de organisatie wil staan in 2019 en welke accenten (centrale thema s) daarbij gelegd worden. Dit koersdocument wordt vervolgens uitgewerkt in doelen/activiteiten en resultaten, waarbij onderscheid is tussen het organisatieniveau (De Groeiling) en het schoolniveau. De scholen verwerken de centrale thema s in hun schoolplan dat in het schooljaar 2015-2016 opgesteld wordt en eveneens vier jaar omvat (2016-2020). Naar integraal kindcentra Eén van de centrale thema s uit het nieuwe Strategisch Beleidsplan is te komen tot de vorming van een integraal kindcentrum in elke school van De Groeiling. Een dergelijk centrum heeft kinderopvang en naschoolse opvang onder één dak en onder één inhoudelijke aansturing (de school). In 2015 wordt met aanbieders van kinderopvang gesproken om te komen tot een aanbod van peuteropvang en naschoolse opvang op elke locatie van scholen van De Groeiling. Dit proces wordt in 2015 afgerond. - 18 -

5. Financiële gang van zaken 5.1. Samenvatting van de jaarrekening 2014 In deze paragraaf worden de balans en de staat van baten en lasten van De Groeiling, stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs Gouda en omstreken toegelicht. De cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2014 zoals deze in dit verslag is opgenomen. In dit hoofdstuk zijn de bedragen afgerond op duizenden euro s. De Groeiling heeft over 2014 een exploitatieresultaat gerealiseerd van -195.000 (begroot -154.000) In 2013 bedroeg het exploitatieresultaat 603.000. Het totaal van de baten daalde in 2014 ten opzichte van 2013 met 1.200.000 tot 26.370.000, een daling van 4%. Het totaal van de lasten daalde in 2014 ten opzichte van 2013 met 397.000 tot 26.639.000. Dit is een daling van 1%. De financiële baten stegen met 6.000 tot 75.000. FINANCIELE POSITIE (BALANS) De financiële positie van De Groeiling komt tot uitdrukking in de balans. De verkorte balans is onderstaand weergegeven. De bedragen zijn in duizenden euro s. De Groeiling Balans Balans Verkorte balans (x 1.000) 31-12-2014 31-12-2013 Activa Materiële vaste activa 3.336 3.109 Financiële vaste activa 17 0 Vorderingen 1.993 1.528 Liquide middelen 5.242 6.353 Totaal 10.588 10.990 Passiva Eigen vermogen 6.196 6.391 Voorzieningen 1.446 1.827 Schulden kort 2.946 2.772 Totaal 10.588 10.990 MATERIËLE VASTE ACTIVA De materiële vaste activa stijgen t.o.v. 2013 met 227.000. Dit wordt veroorzaakt doordat de investeringen van 892.000 de afschrijvingen van 665.000 overstijgen. FINACIËLE VASTE ACTIVA De financiële vaste activa stijgen t.o.v. 2013 met 17.000. Dit betreft betaalde waarborgsommen. - 19 -

VORDERINGEN De toename van de vorderingen met 465.000 wordt voornamelijk verklaard door de toename van de vordering op het Ministerie van OCW. Dit komt door een herberekening van de bekostiging voor 2014/2015. LIQUIDE MIDDELEN De liquide middelen dalen met 1.111.000. EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen van de Groeiling daalt met een bedrag van 195.000 tot 6.196.000. VOORZIENINGEN Er zijn voorzieningen gevormd voor groot onderhoud en personele voorzieningen voor jubilea van personeel. Aan de voorziening onderhoud is in 2014 een bedrag gedoteerd van 285.000. Ten laste van de voorziening onderhoud is een bedrag van 623.000 aan groot onderhoud uitgevoerd. Door de genoemde mutaties daalt de voorziening met 338.000 tot 1.152.000. Aan de voorziening voor jubilea is in 2014 een bedrag van 13.000 gedoteerd en werd aan jubilea een bedrag van 60.000 uitgekeerd. Tevens is er een bedrag ad 4.000 toegevoegd i.v.m. overname van de voorziening jubilea van Stichting SWV WSNS Het Groene Hart. De voorziening jubilea bedraagt per 31 december 2014 294.000. SCHULDEN KORT De schulden kort stijgen met 174.000. Belangrijkste oorzaak is de stijging van de post schuld aan overige overheden. Dit betreft vnl. de schuld aan de gemeente Gouda o.a. bestaande uit de schuld inzake het voegwerk van de St. Aloysiusschool. RESULTAAT (STAAT VAN BATEN EN LASTEN) In de staat van baten en lasten zoals deze is opgenomen in de jaarrekening 2014 worden de baten en lasten over 2014 vergeleken met de opgestelde begroting voor 2014 en met de baten en lasten over 2013. Onderstaand is de verkorte staat van baten en lasten opgenomen. De cijfers zijn ontleend aan de in de jaarrekening opgenomen staat van baten en lasten. De bedragen zijn in duizenden euro s. - 20 -

De Groeiling Realisatie Begroot Realisatie Verkorte resultatenrekening (x 1.000) 2014 2014 2013 Ministerie OCW 24.797 24.438 25.904 Overige overheidsbijdragen 224 178 225 Overige baten 1.348 988 1.441 Totaal baten 26.369 25.604 27.570 Personele lasten 22.294 21.619 22.374 Afschrijvingen 665 688 639 Huisvestingslasten 1.618 1.628 1.962 Overige instellingslasten 2.062 1.898 2.061 Totaal lasten 26.639 25.833 27.036 Saldo baten en lasten -270-229 534 Financiële baten 75 75 69 Exploitatieresultaat -195-154 603 BATEN MINISTERIE VAN OCW De subsidie van het Ministerie van OCW ligt in 2014 359.000 (1%) boven het begrote bedrag voor 2014 maar is 1.107 lager dan het bedrag in 2013. In de begroting voor 2014 is gerekend met de op dat moment beschikbare informatie omtrent de hoogte van de subsidies. In 2013 werden de baten sterk beïnvloed door de toegekende bijzondere bekostiging in december 2013 ad 994.000 en 119.000 inzake behoud jonge leerkrachten. In de OCW baten zijn vanaf 1 augustus 2014 de bijdragen van de samenwerkingsverbanden inzake Passend Onderwijs opgenomen. OVERIGE OVERHEIDSBIJDRAGEN De overige overheidsbijdragen vallen 46.000 hoger uit dan begroot. T.o.v. 2013 namen deze baten af met 1.000. Vanuit de gemeente Gouda is geld ontvangen voor een taalproject, voor twee schakelklassen van De Goudakker en voor de gymzaal van De Oostvogel. OVERIGE BATEN De overige baten liggen 360.000 boven de begroting 2013 en 93.000 onder het niveau van 2013. De hogere baten t.o.v. de begroting worden o.a. veroorzaakt door de baat inzake het liquidatiesaldo van Stichting SWV WSNS Het Groene Hart ad 132.000. De daling t.o.v. 2013 komt doordat in 2013 van het UWV een incidentele premierestitutie ad 96.000 was ontvangen. Ook zijn de bijdragen van de samenwerkingsverbanden in 2013 voor het hele jaar opgenomen. In 2014 zijn de bijdragen van de samenwerkingsverbanden i.v.m. Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 opgenomen onder de OCW baten. - 21 -

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN De financiële baten stijging t.o.v. 2013 met 6.000. In 2013 is er een bedrag ad 30.000 geboekt als gerealiseerd koersverlies bij de verkoop van de effecten. De rentebaten (incl. rente/dividend op effecten) zijn lager dan in 2013 vanwege de dalende rentetarieven en een lager liquiditeitssaldo. LASTEN PERSONELE LASTEN De personele lasten liggen in 2014 675.000 boven de begroting en 80.000 onder het niveau van 2013. De personele lasten bestaan uit de loonkosten van de medewerkers in dienst van de Groeiling en de overige personele kosten zoals inhuur van personeel, schoolbegeleiding, scholing, personeelsbijeenkomsten en verzuimbeheer. Belangrijkste oorzaak voor de hogere lasten dan begroot is de stijging van de loonkosten door premieverhogingen van Participatiefonds en Vervangingsfonds. De formatieve bezetting nam in 2014 verder af. AFSCHRIJVINGEN De afschrijvingen over 2014 zijn 26.000 hoger dan de afschrijvingen in 2013. In 2014 is gestart met de aankoop van kopieermachines. Totaal is voor een bedrag van 892.000 geïnvesteerd in verbouwingen, meubilair, inventaris, ict en leermiddelen. HUISVESTING De huisvestingslasten van de Groeiling liggen 10.000 onder de begroting voor 2014 en zijn t.o.v. 2013 met 344.000 gedaald. Deze daling wordt veroorzaakt doordat in 2013 een extra dotatie aan de voorziening onderhoud is gedaan ad 250.000. OVERIGE INSTELLINGSLASTEN De overige instellingslasten liggen 164.000 boven de begroting 2014 en 1.000 boven het niveau van de exploitatie over 2013. De kosten van buitenschoolse activiteiten zijn 40.000 hoger dan begroot. Tegenover deze kosten staan ook hogere bijdragen van ouders. KENGETALLEN PER BALANSDATUM Aan de balans en rekening van baten en lasten zijn de volgende kengetallen ontleend. Kengetallen 2014 2013 Liquiditeitsratio 2,46 2,84 Solvabiliteitsratio (excl. voorzieningen) 0,59 0,58 Solvabiliteitsratio (incl. voorzieningen) 0,72 0,75 Kapitalisatiefactor (balanstotaal excl.gebouwen/totale baten) 39,2% 39,3% - 22 -

LIQUIDITEITSRATIO De liquiditeit geeft aan in hoeverre de stichting op korte termijn aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit getal dient groter dan 1 te zijn. Het getal 2,46 geeft aan dat 2,4 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende verplichtingen. De liquiditeitsratio is iets gedaald. SOLVABILITEITSRATIO Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een organisatie de financiële verplichtingen aan verschaffers van vreemd vermogen kan nakomen. Er is sprake van een goede solvabiliteit indien deze boven de 0,4 -incl. voorzieningen ligt. KAPITALISATIEFACTOR De kapitalisatiefactor is vastgesteld exclusief de onder materiële vaste activa opgenomen gebouwen. De kapitalisatiefactor ligt met 39,2% rond het door de Commissie Don geadviseerde niveau van 35% voor grotere organisaties. Realisatie Begroot Realisatie Kengetallen (baten en lasten) 2014 2014 2013 Personele lasten in % van totale lasten 83,7% 83,7% 82,8% Verhouding rijksbijdrage / totale baten 94,0% 95,4% 94,0% Resultaat in % van totale baten -0,7% -0,6% 2,2% PERSONELE LASTEN IN % VAN TOTALE LASTEN Hierboven wordt het aandeel van de personele lasten in de totale lasten weergegeven. Het aandeel is in 2014 t.o.v. het voorgaande jaar licht gestegen. VERHOUDING RIJKSBIJDRAGE / TOTALE BATEN Hierboven wordt het aandeel van de rijksbijdrage in de totale baten aangegeven. Dit aandeel is t.o.v. 2013 gelijk gebleven. RENTABILITEIT De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. Het geeft aan hoeveel procent van de totale omzet omgezet wordt in het uiteindelijke bedrijfsresultaat. 5.2. Resultaatbestemming Het negatieve resultaat over 2014 van 195.000 wordt onttrokken aan de algemene reserve. - 23 -

5.3. Kaders van het financieel beleid Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de inzet van de middelen en stelt hiervoor richtlijnen vast. Deze zijn vastgelegd in het Financieel beleidsplan 2012 2016. Bij deze richtlijnen wordt onderscheid gemaakt tussen inzet op schoolniveau en op bovenschools niveau. Op bovenschools niveau worden (delen van) de volgende middelen ingezet: lumpsum; velo administratie, beheer en bestuur; budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid; prestatiebox; rente-opbrengsten. Als basis voor de jaarbegroting, die door het bestuur is vastgesteld, beschikt iedere school over een: formatieplanning; schoolplan (periode van 4 jaar); meerjaren onderhoudsplan (periode van tien jaar); meerjaren vervangingsplan meubilair en inventaris (periode van vijftien jaar); meerjaren vervangingsplan methoden/leermiddelen (periode van acht jaar). Het College van Bestuur stelt de hoogte van de reserves en voorzieningen vast die nodig zijn om aan de benodigde investering en lopende verplichtingen te kunnen voldoen. Tevens wordt een uitspraak gedaan over de hoogte van het eigen vermogen. Naast het Financieel beleidsplan is er een meerjarenbegroting op stichtingsniveau opgesteld (2015 2019). Op schoolniveau wordt de meerjarenbegroting gekoppeld aan het Schoolplan. 5.4. Europees aanbesteden en/of Nationaal aanbesteden Er is sprake van Europees aanbesteden wanneer het gaat om: levering/diensten die meer bedragen dan 207.000,- werken (bijvoorbeeld een nieuw schoolgebouw) die meer bedragen dan 5.186.000,- Alle verplichte offerteaanvragen van Nederlandse en Europese aanbestedende diensten, waaronder gemeenten, worden bekend gemaakt op de Aanbestedingskalender en de Europese Tender Electronic Daily. Op TenderNed worden reeds ook aankondigingen gepubliceerd. In de nabije toekomst zullen alle Nederlandse openbare aanbestedingen op TenderNed gepubliceerd moeten gaan worden. Er is sprake van Nationaal aanbesteden wanneer het gaat om: levering/diensten die minder bedragen dan 207.000,- werken die minder bedragen dan 5.186.000,- In 2014 is voor De Groeiling geen sprake geweest van Europese aanbesteding, noch van Nationale aanbesteding. - 24 -

5.5. Centrale inkoop In 2014 is door De Groeiling beleid vastgesteld rondom centrale inkoop en aanbesteding. Eén van de directeuren heeft de taak centrale inkoop op zich genomen en is een dag in de week werkzaam vanuit het bestuurskantoor. In 2014 zijn voor alle scholen nieuwe contracten afgesloten voor afvalverwerking, zijn ictmaterialen centraal aangeschaft, zijn contacten gelegd en gesprekken gevoerd met inkoopbedrijven en collega-schoolbesturen en vond een oriëntatie plaats op (gezamenlijke) inkoop van meubilair en inventaris, ict-diensten en schoonmaak. 5.6. Treasurymanagement In het treasurystatuut is vastgelegd op welke wijze De Groeiling tijdelijk overtollige eigen middelen en publieke middelen beheert en belegt. De Groeiling houdt bij het beleggen van publieke middelen rekening met de regelgeving zoals vastgelegd in de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs. De Groeiling beheert de beschikbare overheids- en eigen middelen op zodanige wijze dat zowel de liquiditeit als de solvabiliteit voldoende zijn gewaarborgd. De effecten (obligaties) worden op professionele wijze beheerd. Tussen belegger en bestuur zijn afspraken gemaakt. Daarnaast houdt De Groeiling een goede liquiditeitspositie aan in de vorm van spaarrekeningen en deposito s. Besluiten over wijzigingen in de beleggingsstrategie worden door het College van Bestuur genomen. Er is momenteel geen sprake meer van belegd vermogen. 6. Continuïteit 6.1. Continuïteitsparagraaf Met ingang van het Jaarverslag 2013 dient een continuïteitsparagraaf opgenomen te worden in het jaarverslag. Onderdelen die in de continuïteitsparagraaf aan bod moeten komen zijn: - Kengetallen personele bezetting en leerlingenaantallen; - Meerjarenbegroting en meerjarenbalans; - Risico s en risicobeheersing. - 25 -

De verwachte ontwikkelingen ten aanzien van leerlingenaantallen en personele bezetting laten het volgende beeld zien. De Groeiling Realisatie Begroot Begroot Begroot Ontwikkelingen leerlingenaantal 2014 2015 2016 2017 Leerlingen per teldatum 1 oktober 5.133 5.043 4.931 4.874 5.133 5.043 4.931 4.874 De Groeiling Realisatie Begroot Begroot Begroot Ontwikkelingen personele bezetting in fte 2014 2015 2016 2017 Bestuur en directie 30 29 29 28 Onderwijzend personeel 286 278 270 262 Onderwijsondersteunend personeel 47 47 47 47 Totaal personele bezetting 363 354 346 337 Deze aantallen zijn inclusief vervangingen Meerjarenbegroting en meerjarenbalans In de meerjarenbegroting 2015-2019 is een inventarisatie gemaakt van toekomstige ontwikkelingen en mogelijke financiële consequenties. Rekening is gehouden met: extra inkomsten (bijvoorbeeld vanuit het Nationaal Onderwijsakkoord dat in het najaar 2013 gesloten werd tussen werkgevers-, werknemersorganisaties in alle onderwijssectoren en het Kabinet, en het zogenaamde Herfstakkoord dat in het najaar 2013 gesloten werd tussen het Kabinet en drie oppositiepartijen); de daling van het aantal leerlingen (en dus vermindering van inkomsten); gewenste investeringen en nodige bezuinigingen. De Groeiling Realisatie Begroot Begroot Begroot Verkorte resultatenrekening (x 1.000) 2014 2015 2016 2017 Ministerie OCW 24.797 24.962 24.630 24.275 Overige overheidsbijdragen 224 177 60 60 Overige baten 1.348 708 600 600 Totaal baten 26.369 25.847 25.290 24.935 Personele lasten 22.294 21.542 20.850 20.300 Afschrijvingen 665 803 806 815 Huisvestingslasten 1.618 2.025 2.030 2.040 Overige instellingslasten 2.062 1.877 1.820 1.812 Totaal lasten 26.639 26.247 25.506 24.967 Saldo baten en lasten -270-400 -216-32 Financiële baten 75 64 50 50 Exploitatieresultaat -195-336 -166 18-26 -

In onderstaande overzichten zijn de investeringen weergegeven die in de komende periode gedaan zouden moeten worden. Tevens zijn geplande bezuinigingen weergegeven in de komende periode waardoor het resultaat wat minder negatief wordt. Investeren in kwaliteit (x 1.000) 2015 2016 2017 Thema s Strategisch Beleidsplan 2015-2019 195 170 130 Binnenklimaat scholen 0 75 75 Instroomgroep 4-jarigen (2) 45 45 45 Imago- en marktonderzoek alle scholen 0 25 25 Totaal 240 315 275 Bezuinigingsmaatregelen (x 1.000) 2015 2016 2017 Afname onderwijsondersteunend personeel 0 0 100 Vermindering omvang directiefunctie/bureau 25 60 25 Centrale inkoop/aanpassing aflopende contracten 100 100 50 Totaal 125 160 175 Resultaatrekening (na investeringen en bezuinigingen, x 1.000) 2015 2016 2017 Exploitatieresultaat -154-208 -578 Investeringen in kwaliteit 0-310 -310 Bezuinigingsmaatregelen 0 30 430 Totaal (ten laste/gunste van de algemene reserve) -336-166 18 Om te kunnen beoordelen wat het effect is op de reserves en voorzieningen is onderstaande meerjaren balans opgesteld: De Groeiling Balans Balans Balans Balans 31-12- 31-12- 30-12- 31-12- Verkorte balans (x 1.000) 2014 2015 2016 2017 Activa Materiële vaste activa 3.336 3.339 3.217 3.222 Financiële vaste activa 17 17 17 17 Vorderingen 1.993 1.525 1.525 1.525 Liquide middelen 5.242 4.987 4.573 4.864 Totaal 10.588 9.868 9.332 9.628 Passiva Eigen vermogen 6.196 5.860 5.694 5.712 Voorzieningen 1.446 1.448 1.078 1.356 Schulden kort 2.946 2.560 2.560 2.560 Totaal 10.588 9.868 9.332 9.628-27 -

Op basis van de bovenstaande meerjarige rekening van baten en lasten en balans kunnen de onderstaande kengetallen worden berekend en kan een overzicht worden samengesteld van de verwachte effecten op de liquiditeit in de vorm van een Kasstroomoverzicht 2014-2017. De kengetallen liggen voor de betreffende periode boven de norm. Realisatie Begroot Begroot Begroot Kengetallen (baten en lasten) 2014 2015 2016 2017 Personele lasten in % van totale lasten 83,7% 82,1% 81,7% 81,3% Verhouding rijksbijdrage / totale baten 94,0% 96,6% 97,4% 97,4% Resultaat in % van totale baten -0,7% -1,3% -0,7% 0,1% Realisatie Begroot Begroot Begroot Kengetallen 2014 2015 2016 2017 Liquiditeitsratio 2,46 2,54 2,33 2,45 Solvabiliteitsratio (excl. voorzieningen) 0,59 0,59 0,61 0,59 Solvabiliteitsratio (incl. voorzieningen) 0,72 0,74 0,73 0,73 Kapitalisatiefactor 39,2% 38,1% 36,8% 38,5% De Groeiling Kasstroomoverzicht (x 1.000) 2014 2015 2016 2017 Beginsaldo liquide middelen 6.353 5.242 4.987 4.573 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten -270-400 -216-32 Afschrijvingen 665 803 806 815 - Vorderingen -465 468 0 0 - Kortlopende schulden 174-386 0 0 Mutaties voorzieningen -381 2-370 278 Ontvangen interest 75 64 50 50 Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa -892-806 -684-820 (Des)investeringen financiële vaste activa -17 0 0 0 Mutatie liquide middelen -1.111-255 -414 291 Eindstand liquide middelen 5.242 4.987 4.573 4.864 6.2. Risicobeheer In het najaar van 2014 is door Controlgroep, Financieel Management en Bedrijfsvoering BV een financieel risicoprofiel van De Groeiling opgesteld. Hierbij is aangesloten bij de systematiek zoals die door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie Don) is voorgesteld in haar advies (2009). De Commissie Don introduceert in haar advies het begrip kapitalisatiefactor. De kapitalisatiefactor geeft de mate aan waarin het instellingskapitaal wordt benut om de primaire taken van de organisatie te vervullen. Met ander woorden: wordt het geld inderdaad besteed aan het verzorgen van goed onderwijs en zijn de aangelegde spaartegoeden bedoeld ter ondersteuning van dit doel, of is er sprake van excessief spaargedrag? - 28 -

Om hier een oordeel over te kunnen vellen, moet eerst worden vastgesteld waar het vermogen voor moet worden aangewend. De Commissie Don formuleert hiervoor een drietal functies te weten: de financieringsfunctie: dit zijn de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa (exclusief de gebouwen) te zijner tijd te kunnen vervangen. de transactiefunctie: dit zijn de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te voldoen. de bufferfunctie: dit zijn de middelen die worden aangehouden om de volgende risico s op te vangen: -fluctuaties in leerlingenaantallen; -financiële gevolgen van arbeidsconflicten; - instabiliteit in de bekostiging; -onvolledige indexering van de bekostiging; -restrisico s. 6.3. Overzicht geïnventariseerde financiële risico s en beheersmaatregelen Het voorgaande is door Controlgroep nader in beeld gebracht en levert de volgende indeling op: Allereerst beschrijven we per risicocategorie de belangrijkste beheersmaatregelen en de werking per beheersmaatregel. Vervolgens worden de risico s in een risicomatrix afgezet. 1 Onvoorzienbare en onbeheersbare leerlingfluctuatie Beheersmaatregelen De stichting werkt met een meerjaren leerlingprognose op schoolniveau die jaarlijks wordt geactualiseerd, waardoor leerlingfluctuatie als gevolg van toe- of afname van de basisgeneratie tijdig inzichtelijk wordt. In gesprek zijn en blijven met collega s over afspraken voor regulering van leerlingstromen. Dit wordt extra belangrijk tijdens de teruggang van leerlingaantallen. Permanent aandacht voor veiligheid en hier ook in investeren. Er is een goed werkende klachtenprocedure en een onafhankelijke klachtencommissie. De school heeft een door het bestuur bekrachtigd beleidsplan met een duidelijk tijdpad en meetbare prestatieafspraken waarin minimaal de vereisten van de inspectie en bijbehorende normen zijn opgenomen. Het beleidsplan met een duidelijk tijdpad en meetbare prestatieafspraken ten aanzien van onderwijskwaliteit is geïmplementeerd in de organisatie, waardoor naleving van de concrete afspraken en procedures en het behalen van kwaliteitsniveaus die in het plan c.q. beleid zijn opgenomen wordt geborgd. Periodiek wordt de realisatie van de meetbare prestatieafspraken in het onderwijs beleidsplan afgezet tegen de norm. De uitkomsten hiervan worden geanalyseerd en besproken door de schooldirecteuren en het bestuur en leiden waar nodig tot bijsturing. Werking Goed. Goed. Goed. Goed. Goed. Goed. - 29 -

Flexibiliteit van personele kosten; het beschikbaar zijn van een flexibele schil in de formatie, waardoor overformatie (voor een deel) sneller opgelost kan worden. Flexibiliteit van materiële kosten; het vermijden van langlopende contracten voor materiële uitgaven. 2. Financiële gevolgen van arbeidsconflicten Beheersmaatregelen Gesprekcyclus op orde, waarmee tijdig signalen (kunnen) worden ontvangen. Dossiervorming op orde. Ontwikkeld en geformaliseerd personeelsbeleid en instrumentarium (beoordelings systematiek, werving en selectieprocedures, verzuimprocedures, deskundigheidsbevordering (POP) en mobiliteit. Samenhang tussen het (strategisch) organisatiebeleid en het personeelsbeleid (bijdrage van personeelsbeleid aan het realiseren van organisatiedoelstellingen). Periodieke tevredenheidsmetingen onder personeelsleden, waarmee tijdig signalen (kunnen) worden ontvangen. 3. Instabiliteit van bekostiging 4. Onvolledige indexatie van bekostiging 5. Doordecentralisatie buitenonderhoud gebouwen in 2015 Beheersmaatregelen Flexibiliteit van personele kosten; het beschikbaar zijn van een flexibele schil in de formatie, waardoor overformatie (voor een deel) sneller opgelost kan worden. Flexibiliteit van materiële kosten; het vermijden van langlopende contracten voor materiële uitgaven. Matig. Matig. Werking Goed. Goed. Goed. Goed. Goed. Werking Matig. Matig. 6. Restrisico s Het betreft hier deelrisico s, variërend van tegenvallende inkomsten tot naleving van wet- en regelgeving. De gevolgschade bedraagt maximaal 150.000 als 50% van deze deelrisico s zich in enig jaar voor zou doen. De beheersmaatregelen zijn voldoende-goed. 7. Vaste voet- en bedrijfsrisico s Als zodanig zijn te noemen: - Verkeerde aannames in de begroting. - Het niet tijdig anticiperen op wijzigingen in de bekostiging. - Weglekken van geld door fraude/fouten etc. - Het niet/te laat bijsturen bij begrotingsoverschrijdingen. - Het niet tijdig realiseren van geplande bezuinigingsdoelstellingen. - Het ontbreken van tijdige, volledige en betrouwbare stuurinformatie. Geconcludeerd wordt dat de noodzakelijke beheersmaatregelen op orde zijn, waaronder: externe controle door de accountant, planning- en controlcyclus, financiële kennis bij de bestuurders, inzet van een controller, aanwezigheid van meerjarenbeleid dat regelmatig wordt bijgesteld. Wanneer de geïnventariseerde risico s worden afgezet in een risicomatrix, ontstaat het beeld op de volgende pagina: - 30 -

6.4. Benodigde buffervermogen Om het geïnventariseerde risicoprofiel van De Groeiling door te kunnen rekenen naar een benodigde hoogte van het aan te houden buffervermogen, zijn via de Monte Carlo simulatietechniek 10.000 simulaties uitgevoerd met een wisselende set startwaarden. Concreet betekent dit dat het geïnventariseerde financieel risicoprofiel 10.000 keer wordt doorgerekend, steeds met wisselende waarden voor de kans en financieel gevolg per risico, binnen de gestelde grenzen. Onderstaande grafiek laat zien hoeveel buffervermogen nodig is om alle risico s tegen maximale waarde af te dekken en nodig is bij de verschillende zekerheden: Uit voorgaande grafiek valt af te leiden dat om alle risico s binnen 1 jaar in hun maximale omvang af te kunnen dekken een buffervermogen van 2.400.000 benodigd is. Omdat niet alle risico s zich op hetzelfde moment in hun maximale omvang openbaren, is via de Monte Carlo simulatie bepaald dat met een gewenste zekerheid van 90% een aan te houden vermogen van 1.558.000 voldoende is om het financiële risicoprofiel af te kunnen dekken. Een te hanteren zekerheidspercentage van 90% is vrij standaard bij dit type analyses. Geconcludeerd kan worden dat: 1) Op basis van de uitgevoerde risicoanalyse, de huidige omgevingsfactoren en de huidige gehanteerde begrotingsuitgangspunten, een vermogen van 1.558.000 toereikend is om het financieel risicoprofiel af te kunnen dekken. Dit komt overeen met 5,6% van de - 31 -