Formulier Plan Verkenning Museale Nationale Voorziening Slavernijverleden

Vergelijkbare documenten
Formulier Plan Verkenning Museale Nationale Voorziening Slavernijverleden

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 17 Ω Over Indië en Suriname Ω Les 1: Van Batavia tot Jakarta Naam:

Driehoekshandel hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Geschiedenis van Suriname : de slavenhandel

Driehoekshandel hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

De leerkracht zorgt ervoor dat alle leerlingen een gatentekst en een ontdekkaart hebben.

Tijd van monniken en ridders Vroege Middeleeuwen. Tijd van jagers en boeren Prehistorie v C

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

NiNsee intensiveert slavernij onderzoek in Suriname

7.1 Slavenhandel en abolitionisme.

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 7, pruiken en revoluties

Excellenties, Dames en heren,

Samenvatting Geschiedenis H1 (-1.5)

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

Schrijf een goede betogende brief bij geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis

Slavernij vroeger en nu

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Verslag studiemiddag slavernij leerkrachten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van pruiken en revoluties: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie

INLEIDING Het onderwerp van mijn werkstuk is slavernij, de slavenhandel in de 17e en 18e eeuw en de rol die Nederland daarin speelde.

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

rijks museum Voorbereidende les bij de rondleiding Proef de Gouden Eeuw (NT2) 1/5

Werkstuk Geschiedenis Slavernij

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

week december B1

Suriname in de kijker

Praktische opdracht Geschiedenis Afrika

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie

HANDEL LES 2. De Oostzeevaart of de Sontvaart. Aangenaam. De naam is Bicker, Jacob Bicker, directeur bij de Oostzeevaart.

inhoud 1. Slavernij 2. Slavernij in de oudheid 3. Europa in de middeleeuwen 4. Afrikaanse slavenhandel 5. Nederland en slavernij

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Spreekbeurt Geschiedenis Slavernij

Geschiedenis tijdvak slavenarbeid op plantages

Paul Christiaan Flu, de eerste Surinaamse hoogleraar in Nederland.

week december 2013 C

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Voorbereiding en planning van een thema

week december 2013 B2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I

Werkstuk Geschiedenis Amerikaanse Burgeroorlog

Spreekpunten mw Bijleveld Nationale herdenking Slavernijverleden 1 juli

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Slavernij en. Slavenhandel. Antwoorden. Hoofdstuk 1. Opdrachten. Antwoorden

Foundation for Dutch Heritage Overseas BELEIDSPLAN NEW HOLLAND FOUNDATION Hoofdstuk 1 Inleiding p. 2. Hoofdstuk 2 Huidige situatie p.

Klas 2: Revoluties en Slavernij

Lees het verhaal over master Roelof en slaaf Tomboy (deel 1).

GAMMA VAKKEN Aardrijkskunde, Economie, Filosofie, Geschiedenis en Maatschappijeer.

Wat denken de jongens? Trek een lijn naar het denk-wolkje. Het is niet eerlijk, ik ben arm en hij is rijk. Ik wil graag vrienden blijven

7.1 Slavenhandel en abolitionisme.

Instroom pabo geschiedenis

- Waarom contacten met de Arabische wereld belangrijk waren voor nieuwe kennis (6.1.2)

Notitie Opzet Netwerk Slavernijverleden

Klas 2: Revoluties en Slavernij

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

Stukje van het middenpaneel van de koets.

Inleiding. Wie doet wat?

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

MENS & MAATSCHAPPIJ VAKKEN De Geo onderbouw 9e editie Nieuwe editie van De Geo voor de onderbouw, met digitaal aanbod in het nieuwe leerplatform

6,9. Samenvatting door B woorden 11 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. A Handel tussen oost en west. Specerijen uit Azië

Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Examenonderwerpen schooljaar

Les 11 Van zeehelden/ontdekkingsreizigers tot kolonisators

Een kasteel in de buurt bezoeken

Europese expansie hv123

Scholengroep Amnesty International Nijmegen WERKBLADEN - 2

Zeeuws slavernijverleden

Naam: VERENIGDE STATEN Indianen en slavernij

Doelgroepen: primaire doelgroep en laagopgeleiden, algemeen publiek 18+, allochtonen en studenten

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

kracht TWEEDE WERELDOORLOG VERSUS MENSENRECHTEN

Ontdekkingen en uitvindingen

Ontdek de Wereld. Hoofdstuk 1C7

Samenvatting door D woorden 15 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 7 Bepoederde pruiken en bruisende ideeën

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK

Afschaffing slavernij hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Achtergrond van het onderzoek:

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):

5.1 Monumenten. De leerkracht zorgt ervoor dat alle leerlingen een gatentekst en een ontdekkaart hebben.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5: Durf te denken! / de Verlichting

Slavernij in Afrika, Europese Slavenhandelaren

VERBANDENVIERKANT PAG 01 RONDE 1

Schooljaar: 2013/2014. Groep: 7a. Makers: Jesse m, Lucas, Nikki, Näara, Nancy en Sem

Transcriptie:

Gemeente Amsterdam Formulier Plan Verkenning Museale Nationale Voorziening Slavernijverleden 1. Algemene (contact) gegevens van de indiener(s) Naam organisatie (indien van toepassing) Kleio-Historia. Hét instituut voor geschiedenis, onderzoek en onderwijs! Samenstelling bestuur en Raad van Toezicht (indien van toepassing) Vul per regel een bestuurslid in. Naam contactpersoon Drs. G.H.M.M. Beumer Adres Ruijsdaelstraat Huisnummer 39 Postcode 6566 XS (vestigings)plaats Millingen aan de Rijn Telefoon 06-50241643 Mobiel E-mail kleiohistoria@markbeumer 1 van 17

2. Beschrijving beoogde museale voorziening Missie en visie: Wat beoogt u met de museale voorziening (intenties en ambities) en welke stappen zijn nodig om dit te bereiken? Educatie is het krachtigste wapen dat we kunnen gebruiken om de wereld te veranderen. Wrok is als het drinken van gif en vervolgens hopen dat het je vijanden doodt. Niemand wordt geboren met haat voor een persoon met een andere huidskleur, achtergrond of geloof. Een mens leert haten, en als we kunnen leren om te haten dan kunnen we ook leren om lief te hebben. Want liefde is een natuurlijker aspect voor de mens dan haar tegenpool. Ik heb gevochten tegen witte dominantie, en ik heb gevochten tegen zwarte dominantie. Ik heb het ideaal gekoesterd van een democratische en vrije samenleving, waarin elk persoon leeft in harmonie met elkaar en met gelijke kansen. Dit is het ideaal waar ik voor leef en hoop uit te zien komen. Maar mijn heer, als het moet, is het een ideaal waarvoor ik bereid ben te sterven. Het lijkt altijd onmogelijk, totdat het is gedaan. Vrijheid gaat niet zozeer over het loskomen van de boeien, maar om het leven op een manier waarbij je anderen respecteert en hun vrijheid vergroot. Nelson Mandela Bovenstaande uitspraken zijn afkomstig van Nelson Mandela die 27 jaar heeft vastgezeten op Robbeneiland, omdat hij in opstand kwam tegen de blanke overheersing van het apartheidsregime in Zuid-Afrika.Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst in Amsterdam op 15 juli 2018 heb ik gemerkt hoe diep de pijn verankerd is bij talloze nazaten, die hier aanwezig waren. Het is duidelijk dat de haat jegens de daden van Nederlandse slavenhandelaren tussen 1609 en 1863 nog zeer diep zit. Hoezeer ik hun pijn erken voor wat zich in het verleden heeft afgespeeld, ben ik tegelijkertijd van mening dat deze haat een constructieve oplossing in de weg zal blijven staan, als deze heftige emoties niet worden erkend en opgepakt door de Nederlandse overheid. Niemand van ons heeft de slavernij zelf meegemaakt, waardoor wij allen afhankelijk zijn van overgeleverde verhalen, wellicht opgeschreven in brieven, dagboeken of memoires. Bovenstaande doelen illustreren dan ook mijn doelen met deze museale voorziening, namelijk: 1. Vergeven, niet vergeten. Vergeven betekent dat je je lasten afschudt, zodat het je niet meer dagelijks belemmert in je denken en doen. Het betekent niet dat je ineens vrienden bent met blanken/witten of slavenhandelaren. Het betekent niet dat je ineens gezellig koffie gaat drinken met nazaten van slavenhandelaren. Het betekent wel dat je door kunt met je leven, dat je de gebeurtenissen in historisch perspectief gaat zien die altijd herdacht zullen blijven worden via deze museale voorziening, wat in mijn optiek een museum moet worden en via andere activiteiten, zoals de jaarlijkse herdenking op 1 juli. Met andere woorden: het propageren en ontwikkelen van liefde in plaats van haat. 2. Met het museum moet een vaste plek in de Nederlandse samenleving worden verankerd, waar bezoekers leren over slavernij in al haar aspecten. Slavernij bestaat al sinds de Oudheid, waar bijvoorbeeld de Griekse en Romeinse samenleving slavenmaatschappijen waren, zonder welke de maatschappij sociaaleconomisch totaal in elkaar zou storten. In het museum moet men leren over de trans-atlantische slavernij met specifiek de rol van de Nederlanders tussen 1609 en 1863 alsook de periode daarna tot aan heden. Het museum moet qua opvallen van verre afstand, het liefst met een sterke symbolische vorm. 3. Educatie is het krachtigste wapen dat we kunnen gebruiken om de wereld te veranderen. Door het museum een sterke educatieve waarde te geven, moet de gehele Nederlandse bevolking, maar vooral haar jongste inwoners geïnformeerd worden over wat zich die gedurende drie eeuwen heeft afgespeeld. Men moet zich bewust zijn van de tijdsgeest, waarom men het normaal vond, welke voor-en nadelen er aan slavernij zaten (Piet Emmer), wat het heeft aangericht in de lichamelijke en geestelijke natuur van deze mensen (Van Stipriaan, Bijnaar, Tang) en hoe mensen heden - in het bijzonder de nazaten - deze geschiedenis ervaren in het kader van racisme, discriminatie en haat. Leerlingen moeten binnen de school uitgebreid kennisnemen van dit thema, dat nu steeds meer gedetailleerder wordt gedoceerd. 2 van 17

2. Beschrijving beoogde museale voorziening (vervolg) 4. Samenwerking tussen alle partijen bevorderen. Nazaten van slaven en slavenhandelaren, overheid, scholen, musea, archieven, universiteiten, onderzoeksinstituten, instellingen en verenigingen die zich bezighouden met slavernij dan wel specifieke aspecten moeten bij elkaar gaan zitten en naar elkaar luisteren, om zo van elkaar te leren en draagvlak te creëren voor deze gedeelde geschiedenis. Via deze interdisciplinaire aanpak moet kennis doorsijpelen naar alle lagen van de bevolking. 3 van 17

2. Beschrijving beoogde museale voorziening (vervolg) Focus: geef in ieder geval antwoord op de volgende vragen: a) Hoe wordt de geschiedenis van het trans-atlantische slavernijverleden en de Afro-Caribische gemeenschap in Nederland behandeld in de museale voorziening en waar richt de museale voorziening zich (in de toekomst) nog meer op? b) Hoe verhoudt de museale voorziening zich tot het bestaande (museale) aanbod en programmering op het gebied van het slavernijverleden en hoe worden daarmee verbindingen gelegd? a) Ik kies hier voor het perspectief van geschiedenisonderwijs, aangezien leerlingen hier als eerste met het slavernijverleden in aanraking komen. Ik neem hierbij de leerstof van diverse lesmethoden als geïntegreerde visie op slavernij, waarbij slavernij vanuit de tijd zelf verteld dient te worden. Deze tekst ziet er als volgt uit: Kern De eerste Europeanen aan de West-Afrikaanse kust waren Portugezen. Zij verschenen daar omstreeks 1450. In de loop van de 17e eeuw werden zij ten dele verdrongen door de Britten, Fransen, Hollanders en Denen. De Europeanen kwamen om handel te drijven. In het begin ging het om producten als goud, specerijen en ivoor. Maar al spoedig werden slaven het belangrijkste handelsproduct. Uit de Spaanse koloniën in Amerika kwamen behalve zilver en goud, ook suiker, tabak, koffie en katoen naar Europa. Deze producten werden verbouwd op grote landbouwbedrijven, plantages. De koloniën kregen daardoor steeds meer het karakter van plantagekoloniën. Op de plantages was een groot gebrek aan arbeidskrachten. De lokale bevolking was te gering in aantal en bovendien ongeschikt voor het zware werk. Slavenhandelaren speelden daarop in door slaven vanuit Afrika naar Amerika te verhandelen. Toen in de 17e eeuw ook Engeland, Frankrijk en de Republiek in Amerika gebieden veroverden om er plantagekoloniën te stichten, namen ze een deel van de slavenhandel en handel in Amerikaanse producten over. De trans-atlantische slavenhandel, ook wel driehoekshandel genoemd, was zeer winstgevend. Vanuit Europa brachten schepen allerhande waar (ruilgoederen als metaalwaren, wollen en katoenen stoffen, geweren, buskruit, alcohol) naar Afrika om die te ruilen tegen slaven. Deze werden na de overtocht over de Atlantische Oceaan in Amerika verkocht. De slaven werden vaak onder afschuwelijke omstandigheden in volgepropte schepen, naar Amerika vervoerd en daar verkocht. Ten slotte namen de schepen zoveel mogelijk retourvracht (suiker, koffie, tabak, rum en later katoen) mee terug naar Europa. Al vanaf het begin waren de slavenhandel en het inzetten van slaven als arbeidskrachten onderwerp van discussie. Kwam dat wel overeen met de leer van het christendom en met de waardigheid van de mens? Tijdens de Verlichting, toen steeds meer de nadruk kwam te liggen op de gelijkheid van alle mensen, werd deze discussie steeds feller. Er ontstond een antislavernijbeweging. Medestanders noemden zich abolitionisten. Ze zouden in de 19e eeuw definitief succes hebben toen de slavenhandel en later de slavernij werden afgeschaft. Perspectief Slavernij kwam voor in bijna alle oude rijken: in het Oude China, Mesopotamië, Perzië, Egypte, Griekenland, het Romeinse Rijk. Krijgsgevangenen werden vaak tot slaaf gemaakt. Ook hun afstammelingen waren vanaf hun geboorte slaaf. Door de talrijke oorlogen die de Romeinen voerden, waren er in het Romeinse Rijk veel slaven. In de Middeleeuwen verdween in West-Europa de slavernij. Sommigen werden vrije mensen, anderen werden horigen. Maar in de Arabische wereld, in het Turkse Rijk en in grote delen van Afrika en Azië bleven slavernij en slavenhandel bestaan. Europese landen bestuurden de overzeese gebieden. De opbrengsten van de mijnen en de plantages waren voor de Europese regeringen, handelscompagnieën en bedrijven. Uit Afrika haalden slavenhandelaren mensen om te zware werk te doen. Al in de Tijd van Ontdekkers en Hervormers (1500-1600) waren er uitgesproken voor- en tegenstanders van slavernij. Het geloof vormde daarvoor het uitgangspunt: mocht een christen andere christen (mensen) bezitten? Onder invloed van de Verlichtingsdenkbeelden over de principes van gelijkheid en vrijheid van de mens laaiden die discussies in de 18e eeuw fel op. Literatuur Conny Bastiaans e.a., Sprekend Verleden. VWO Handboek 4/5/6. Geschiedenis Bovenbouw (Walburg Pers 2012). Hieruit: Slavenhandel - slavernij als historisch verschijnsel: - Trans-atlantische slavenhandel en de strijd ertegen, 86-87. Slavenhandel - slavernij als historisch verschijnsel: - Abolitionisten aan het werk, 114-119. Kolonisatie en nationale staten in Zwart Afrika, 277-283. '4. Vrijheid, ook voor de slaven?', in: Pia Fruytier e.a., MEMO. Geschiedenis voor de bovenbouw. VWO LEER/OPDRACHTENBOEK (Malmberg 2011) 196-203. '7.3 Slavenhouders en abolitionisten', in: Jos Venner, Cor van der Heijden, Maria van Haperen, Feniks. Geschiedenis voor de bovenbouw VWO. Overzicht van de geschiedenis (ThiemeMeulenhoff 2012) 198-203, aldaar 198. 4 van 17

2. Beschrijving beoogde museale voorziening (vervolg) b) Het kernwoord hier is samenwerking. Het museum moet een unieke instituut worden dat expert is in trans-atlantische slavernij, een one-issue beweging. Hierdoor onderscheidt zij zich van andere musea die soms aandacht aan (aspecten van) slavernij besteden, zoals het Rijksmuseum die onlangs een tentoonstelling over kolonialisme in Zuid-Afrika organiseerde. Door samen te werken met andere musea, instituten, kenniskringen en universiteiten kan de meest actuele kennis in het museum worden verankerd. Verhalen van slaven, slavenhandelaren, nazaten dienen als basis met relevante objecten als uitingsvorm. Hierbij kunnen documentaires en discussies als nuttige aanvulling dienen. Daarnaast kan men lesmateriaal ontwikkelen en dit delen met scholen, die op hun beurt hun materiaal kunnen delen en bespreken. Door met elkaar in gesprek te gaan, komt er de best mogelijke educatie uit. 5 van 17

2. Beschrijving beoogde museale voorziening (vervolg) Doelgroepen: Op welke doelgroepen richt de museale voorziening zich en hoe worden deze bereikt? Alle doelgroepen zijn relevant, van blank tot zwart, van oud tot jong, van inheems tot vluchteling. Door middel van televisie, radio, kranten, pamfletten, boeken, artikelen, discussies etcetera wordt een zo breed mogelijk publiek bereikt. Niemand heeft de volledige kennis in pacht en moet daarom worden aangevuld van alle mogelijke kanten. 6 van 17

2. Beschrijving beoogde museale voorziening (vervolg) Educatie: Op welke manier kunnen (jonge) bezoekers in de museale voorziening leren over het slavernijverleden van Nederland en over de koppeling naar het heden? (en is er samenwerking met bijvoorbeeld scholen?) Zie 2a. Door middel van onderwijs met behulp van documentaires, speciaal ontwikkeld lesmateriaal en interviews met nazaten krijgen leerlingen een zo breed mogelijk beeld van slavernij. Vakken als geschiedenis, maatschappijleer en levensbeschouwing moeten de krachten bundelen. Ja, er moet samenwerking zijn met scholen die hun leerlingen verplichten twee keer naar het museum te gaan. Een keer in de onderbouw en een keer in de bovenbouw, omdat de kennis over slavernij in de bovenbouw wordt herhaald en aangevuld. 7 van 17

3. Partners en samenwerking Beschrijving van en toelichting op de partners die een rol kunnen spelen bij: de verkenning en/of de realisatie van de programmering van museale voorziening. Waaruit bestaat de meerwaarde van de samenwerking? (bijvoorbeeld deskundigheid, expertise, etcetera). Alle denkbare organisaties moeten hier samenwerken: Basis- en voortgezet onderwijs. Alle docenten die over slavernij doceren dienen hun kennis, ervaring en materiaal te delen. Hogescholen en universiteiten. Alle onderzoekers die hun onderzoek op een publieksvriendelijke manier te delen via lezingen, PowerPoint, etc. Musea dienen hun kennis en ervaring met het maken van tentoonstellingen te delen. Archieven dienen hun stukken beschikbaar te stellen Media als televisie, radio en kranten dienen ten volste te worden gebruikt Instellingen en verenigingen zoals NiNsee die die zich met slavernij bezighouden, dienen hun kennis en ervaring te delen. Nazaten van slaven en slavenhandelaren dienen hun kennis, gevoelens en ervaringen met iedereen te delen. 8 van 17

3. Partners en samenwerking (vervolg) 9 van 17

4. Draagvlak Beschrijving van de wijze waarop een breed draagvlak kan worden gerealiseerd voor de museale voorziening. Door aan de gehele samenleving duidelijk te maken dat deze geschiedenis of geschiedenissen van gedeelde waarde zijn voor elke inwoner, moet een breed draagvlak te creëren zijn. Hoewel het slavernijverleden niet ieders verleden is, is het toch van essentieel belang - net zoals de Holocaust - dat men hiervan af weet. Vooral in een tijd waarin haat jegens ras weer oplaait, zoals in Amerika, is het van groot belang dit via educatie te voorkomen. 10 van 17

4. Draagvlak (vervolg) 11 van 17

5. Begroting Een uitgewerkte begroting voor het uitvoeren van de verkenning waarbij onder meer kosten voor een exploitatieonderzoek of een locatieonderzoek kunnen worden opgenomen. Het maximaal beschikbare bedrag is 100.000. De begroting dient u als bijlage toe te voegen. 6. Planning Beschrijving van de verschillende fasen van de verkenning met tijdsaanduidingen. Voor de uitvoering van de verkenning staat een periode van maximaal acht maanden. De planning dient u als bijlage toe te voegen. 12 van 17

7. Uitvoering Toelichting op de verschillende fasen in de planning. Met daarin: 1. Aandacht voor betrokken personen en/of partijen/stakeholders bij de verschillende fasen 2. De rol van de indiener van het plan N.V.T. Indien gewenst kunt u de toelichting op de fasen van de planning als bijlage toevoegen. 13 van 17

7. Uitvoering (vervolg) 14 van 17

8. Samenvatting Een samenvatting van het plan in maximaal 100 woorden. Deze samenvatting wordt gebruikt voor publicatie. In dit Slavernijmuseum worden alle kanten van de Nederlandse slavernij belicht, met ruimte voor alle standpunten van blank tot zwart, van jong tot oud, van inheems tot vluchteling. Via educatie wordt elke inwoner van Nederland onderwezen in de rol die Nederland heeft gespeeld tijdens de slavernij in de periode 1609-1863 tot aan de gevoelens van de hedendaagse tijd. Door kennis en inleving in elkaars geschiedenissen, ontstaat een gedeelde geschiedenis, waardoor haat wordt vervangen door liefde aldus Nelson Mandela. 15 van 17

9. Optioneel Indien u opmerkingen of aanvullingen heeft, kunt u die hiernaast aangeven. Tijdens de bijeenkomst op 15 juli 2018 te Amsterdam bleek hoezeer de pijn nog diep zit bij talloze nazaten. Hoe begrijpelijk hun verdriet, afkeer en haat ook is, niemand van ons heeft deze slavernij zelf meegemaakt. Alles wat wij weten komt uit secundaire bronnen, zoals overgeleverde verhalen, vastgelegd in brieven, dagboeken, verhalen, rekeningen ectetera. Het is daarnaast niet alleen de geschiedenis van nazaten, maar van elke inwoner in Nederland. Er kan dus nooit sprake zijn van claimen van de geschiedenis en ook niet van het alleen indienen van plannen door nazaten. Deze positieve discriminatie was ook zichtbaar in de vraag van de presentator naar de achtergrond van gesprekspersonen. Dit is zeer ongewenst en staat niet in verhouding in de vraag om gelijke behandeling. Het is daarom van het allergrootste belang dat wij elkaar op normale wijze aanspreken, dus niet zoals richting mij: "die witte meneer", maar "die meneer met dat roze shirt" of iets dergelijks. Wederzijds respect is hier van belang, wat zich moet uiten in het naar elkaar luisteren, doorvragen en empathie tonen, zonder in een slachtofferrol te vervallen. Daar bereikt niemand iets mee. Laten wij daarom allen samenwerken en zo een voorbeeld zijn voor de rest in de wereld. Laten wij elkaar beoordelen op onze daden en niet op onze afkomst. Dat is al te vaak gebeurt en gebeurt nog steeds. Met de meeste hoogachting, Drs. Mark Beumer MA Historicus en Docent Geschiedenis en Staatsinrichting 16 van 17

10. Bijlagen Naast de begroting en (toelichting) planning kunt u nog maximaal 4 bijlagen toevoegen aan de mail met dit ingevulde formulier. Bedankt voor het invullen! U kunt dit ingevulde formulier met bijlage(n) mailen naar: gedeeldegeschiedenis@amsterdam.nl Houdt u rekening met een totale omvang van 20MB. Uw persoonlijke gegevens worden door ons alleen gebruikt om contact met u op te nemen, als wij een vraag hebben over uw mail. Meer informatie over privacyverklaring vindt u op: www.amsterdam.nl/privacy/privacyverklaring 17 van 17