Energiebundel. handleiding. Energiebundel. Status. Auteur. Revisie historie. Ewald Hafkenscheid, Zelziuz BV - Werkgroep Prestatiegarantie.



Vergelijkbare documenten
Energie Prestatie Vergoeding

Energie Prestatie Vergoeding

Bijlage bij uw huurovereenkomst (project EGW Arnhem Presikhaaf) versie tussenwoning

BROCHURE. Energieprestatie vergoeding

KLIMAATGARANT. Bewonershandleiding. Woningen met EnergiePrestatieVergoeding

CO2 neutraal wonen. Hoe verbruikt u energie en wat betaalt u?

Datum Referentie Behandeld door 26 maart P. Smoor/CVr

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Auteur: Doris de Bruijn Met medewerking van Ivo Opstelten, Marnette Vroegop, Maurice Coen, Sanne de Wit en Simon Verduijn.

Energiezuinig bouwen; Wat is wat?

Nul-op-de-Meter. Waardevolle ontwikkeling voor ontwikkelaars. Stroomversnelling

Sprekers Ivo Opstelten Jose van der Loop Sjoerd Klijn-Velderman

Datum Referentie Behandeld door 21 maart ir. D.M. van Brakel/ATr

Nul-op-de-Meter en EnergiePrestatieVergoeding

EPV FAQ versie BOUWERS

Toelichting. 1. Inleiding

WETGEVING ENERGIEPRESTATIEVERGOEDING

Businesscases zonne-energie: waar kan het, en wat levert het op?

Nota van Toelichting. 1. Inleiding

ZONNEPANELEN PROJECT. RADIJSSTRAAT 2 t/m 82 te Groningen

De energieprestatievergoeding

Nul op de Meter businesscase nieuwbouw

Verduurzaming woningportefeuille: de woonbundel. 4 maart 2013

Eteck maakt het nu al mogelijk voor projectontwikkelaars. tegen geringe kosten energieneutraal of zelfs Nul op Meter te maken.

EPV IN GESTAPELDE BOUW KOSTEN EN OPBRENGSTEN EXACT GEMETEN

met lage temperatuur warmtebron Kennisgroep lage temperatuur warmtenetten

EPV... UHM, WAT IS DAT?

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 2, derde lid, en 3 van het Besluit energieprestatievergoeding huur (hierna: het besluit).

NOM KienhuisHoving. 5 april Esther Hovenier Advocaat

Algemene beschrijving Ezie. GEN Methodiek kansrijk aanbod

AMBTELIJK CONCEPT. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Veelgestelde vragen. over de energievergoeding, het verbruik en de energieleverancier

Ik ben de allergroenste

Wat is een nul-op-de-meter woning? Versie 1.2

Wonen in een energieneutrale woning

echt Nul op de meter HRsolar : Robbert van Diemen Techneco : Niels van Alphen

Nieuwe woningwaarderingsstelsel. (puntenstelsel) en het energielabel

juli 2013 Extra hypotheek voor energieneutrale woningen

WAT IS DE BIJDRAGE VAN DE ENERGIEPRESTATIEVERGOEDING AAN NUL-

Fase 2. NOM Nul Op de Meter. type C, D

Wonen in een energieneutrale woning

Themablad Jaarlijkse EPV Toets NOM Keur

NIEUWBOUW HUURWONINGEN TOLHUIZEN

Energiekosten nieuwbouw woningen Uniforme bepalingsmethodiek. Datum 29 april 2014 Referentie

BECO Energievergelijker & OverstapService

Rekenmodel Gelijk Als Anders (GAA) tarieven warmte

Enkeltarief is op elk uur van de dag hetzelfde, ongeacht het tijdstip waarop u elektriciteit verbruikt.

Versterken naar nul-op-de-meter

Energie Prestatie Vergoeding. Effect Energie Prestatie Vergoeding op woonlasten van een woning met gasaansluiting

De zon als energiebron!

Technieken en financiering van de aardgasvrijoplossingen

Overeenkomst Energieprestatievergoeding (EPV) voor de woning.

14 Nul op de Meter woningen Groenhove. te Stolwijk TE HUUR! Duurzaam, energiezuinig en comfortabel wonen in Stolwijk

ALGEMENE INFORMATIE SALDEREN SOLAR2020. Uw Specialist in Zonnepaneelsystemen.NL

Themablad Rekenmethodiek NOM Keur

BENG, ZEN en/of NOM? Wie ben je?

ADEM Groene Stroom Variabel

Postcoderoos. Wie mogen meedoen? Inwoners uit postcoderoosgebied

Overeenkomst uitvoering energiebesparende maatregelen

NOM (Nul-op-de meter) nieuwbouw grondgebonden

Leveringstarieven elektriciteit en gas voor kleinverbruikers: Vast tarief 1 jaar en Vast tarief 3 jaar juni / juli 2016

Tarieven Groene Stroom Vast 1 Jaar


Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bedankt, voor het gebruiken van onze diensten

Salderingsoverzicht

Wat betekenen de SDE+, Salderen, en postcoderoos voor de netbeheerder?

Salderingsoverzicht Update november

Verkoopbaarheid en verhuurbaarheid van vastgoed verhogen door Duurzame Energieopwekking

Salderingsoverzicht 2012 Inventarisatie van het beleid omtrent salderen en terugleveren van zonnestroom in de Nederlandse energiemarkt

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE DUURZAAMHEID

Energiebesparing! Waarom Energielabel en WWS Woonlastenwaarborg Pilot Noord

Energietransitie. Bouw op onze kennis

Financieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen. Verschillen naar woningtype en energielabel

Tarieven Groene Stroom Variabel

Coöperatie Zon4Ons. NB: jonge, energieke bestuursleden gezocht!!!

Wie heeft u voor u? Iris Uittien manager Wonen UWOON. Raymond Bouman bedrijfsleider Van der Sluis. Marco van der Meiden algemeen manager Sunforce

WONEN IN EEN ENERGIEZUINIGE WONING: PRAKTISCHE INFORMATIE EN TIPS

Memorie van toelichting. Inleiding

ENERGIE PRESTATIE VERGOEDING. Maurice Coen

Woonlastenmonitor over Vergelijking van de woonlasten van huurders van Wold & Waard en alle huurders in Nederland

ZONNEPANELEN. Goed voor uw portemonnee. en het milieu!

Pluswoning Nieuwbouw. energiezuinige woningen OP METER

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Meedoen met EigenWijkse Zonprojecten

Variabele Stroomtarieven van 1 juli 2012 tot en met 31 december Onderstaande leveringstarieven zijn exclusief Heffingskorting en Netwerkkosten.

Recapitulatie voortgang woning Nul73

Wonen in een energieneutrale Passiefhuis woning

Salderingsoverzicht

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Salderingsoverzicht Particulieren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

leveringstarieven elektriciteit voor kleinverbruikers: variabel tarief / modelcontract 1 juli 2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Energiebesparing bestaande koopwoningen. Effecten stimuleringspakket

Rapportage Energiebesparingsverkenner

Veel gestelde vragen Over zonnepanelen

Transcriptie:

Energiebundel handleiding Status Concept Auteur Ewald Hafkenscheid, Zelziuz BV - Werkgroep Prestatiegarantie Revisie historie 0.3 9-3-2015 eerste concept zonder rekenvoorbeeld 0.5c 31-3-2015 opmerkingen van Jan Willem van de Groep verwerkt check door Ivo Opstelten versie uitgebreid met voorbeeld berekening Pagina 1

1. Inleiding In onderliggend document wordt de energiebundel (EB) beschreven. De energiebundel heeft betrekking op de specifieke energieprestatie-afspraak die de verhuurder maakt met de huurder voor het gebruik van een woning die voldoet aan de minimale eisen van de energieprestatievergoeding in termen van energieverbruik en hernieuwbaar opgewekte energie en de vergoeding die de huurder hiervoor betaalt aan de verhuurder. De energiebundel moet niet verward worden met de energieprestatievergoeding (EPV). De EPV is de maximale vergoeding die de verhuurder naast huur en servicekosten in rekening mag brengen als de woning extreem energiezuinig wordt uitgevoerd en daarnaast voldoende energie opwekt voor een gemiddeld verbruik. Uitgangspunt is dat woning bij standaard gebruik en bewoning vrijwel energieneutraal tot mogelijk zelfs energieleverend is Deze handleiding is bestemd voor woningcorporaties en dient als hulpmiddel bij het bepalen van de EB. Voor een uitgebreide beschrijving van de EPV wordt verwezen naar de Handleiding EPV. In dit document wordt de energiebundel besproken en aan de hand van een rekenvoorbeeld toegelicht. Pagina 2

2. Energiebundel 2.1 Energie Prestatie Vergoeding De Rijksoverheid heeft voor de energieprestatievergoeding (EPV) een systematiek bedacht waarbij de energiewinst en de daaraan gekoppelde financiële besparingen van de huurder, buiten de huur om, maandelijks in rekening worden gebracht. Uitgangspunt is dat woning bij standaard gebruik en bewoning vrijwel energieneutraal tot mogelijk zelfs energieleverend is. De eisen met betrekking tot EPV zijn vastgelegd in een aantal tabellen. De eisen hebben betrekking op de maximale netto warmtevraag voor ruimteverwarming, de minimale hernieuwbare warmteopwek voor ruimteverwarming en warm tapwater en de minimale productie van saldeerbare, hernieuwbaar opgewekte finale energie voor (extra) hulpenergie en huishoudelijk verbruik. Onderscheid wordt gemaakt tussen woningen met een individueel verwarmingssysteem en woningen met een collectief warmtesysteem, vallend onder de warmtewet, zoals stadsverwarming. Voor woningen die zijn gebouwd na 1995 geld een afslag op de EPV. De warmtevraag wordt berekend met de EPG-methodiek. In tegenstelling tot de reguliere EPC berekeningen, wordt de warmtevraag uitgedrukt in kwh_th in plaats van MJ (mega Joules). Hierbij geldt: 1 kwh_th = 3,6 MJ. De eisen en vergoedingen zijn weergegeven per oppervlakte-eenheid van de woning. Als definitie wordt hiervoor het gebruiksoppervlak A g oftewel GO woonfunctie aangehouden conform NEN 2580:2007. Onderstaande EPV eisen i hebben betrekking op woningen met individuele warmteopwekking, niet vallend onder de warmtewet: I. EPC < -0,2 II. Warmtevraag voor ruimteverwarming op basis van EPG: Q verw 50 kwh_th/m 2 III. Minimale hernieuwbare warmteopwek Q tot voor verwarming en warm tapwater in kwh_th/m 2 : Q tot = Q verw + 15 IV. Minimale productie saldeerbare, hernieuwbare opgewekte finale energie E fin in kwh/m 2 : E fin = E hulp + 25 Indien aan alle eisen is voldaan mag door de verhuurder een EPV in rekening worden gebracht bij de huurder. De hoogte van de maximale vergoeding wordt bepaald door warmtevraag voor ruimteverwarming conform de EPV tabel. i Q verw = energie voor ruimteverwarming, Q tap = energie voor warm tapwater, Q tot = totale warmteopwek, E fin = finale energie, E hulp = additionele hulpenergie en E huis = energie voor huishoudelijk verbruik. Pagina 3

2.2 Energiebundel Onderscheid dient te worden gemaakt tussen de energieprestatievergoeding (EPV) en de energiebundel (EB). De EPV is de maximale vergoeding die de verhuurder naast de huur en servicekosten in rekening mag brengen voor de (verbeterde) energieprestaties van de woning. De EB heeft betrekking op de specifieke energieprestatie-afspraak die de verhuurder maakt met de huurder. De EPV kan onderdeel zijn van deze afspraak. In de EB garandeert de verhuurder van de woning het energieverbruik van de woning voor ruimteverwarming, bij standaard gebruik en bewoning van de woning onder standaard klimaatcondities. Daarnaast wordt beschreven hoeveel hernieuwbare energie wordt opgewekt voor: ruimteverwarming warm tapwater finale energie, opgesplitst in: o hulpenergie voor ventilatie, (comfort)koeling en monitoring o huishoudelijk verbruik (incl. verlichting en koken) Voor zittende huurders, die de niet-meer-dan-nu garantie hebben, wordt individueel aangegeven hoe de nieuwe energiekosten, na renovatie, zich verhouden tot de bestaande energiekosten. Als norm voor de bestaande energiekosten geldt het gemiddeld, jaarlijks energieverbruik over de afgelopen drie jaar contant gemaakt tegen de huidige energietarieven en belastingen. 2.3 Rekenmodellen Ter bepaling van de EB zijn verschillende Excel rekenmodellen ontwikkeld. Het model van Tiwos is met name geschikt voor doorrekening van de energiekosten van hele woningcomplexen voor en na renovatie. De modellen van Ballast Nedam en Lefier zijn met name bedoeld voor de individuele doorrekening van de totale woonlasten en hebben een gebruikersvriendelijke interface. Het model van Ballast Nedam is zeer geschikt voor interactieve invoer samen met de bewoners. De rekenmodellen bieden de mogelijkheid om het energieverbruik in termen van kwh elektriciteit en m 3 aardgas van één of meerdere huurders in te voeren. Op basis van de geldende energieprijzen, netwerkkosten en belastingen, wordt vervolgens berekend wat totale energiekosten zijn van de huurder voor en na renovatie. Voor een exacte berekening dienen de netwerktarieven van de lokale netbeheerder en energietarieven van de door de huurder gecontracteerde energieleverancier te worden ingevoerd. In praktijk verschillen levertarieven, teruglevertarieven (van opgewekte zonnestroom boven de salderingsgrens) en vastrecht, afhankelijk van energieleverancier, contractvorm (variabele of vaste prijs), contractduur en productmix (bijv. 100% Duurzaam opgewekt, of 100% Nederlandse Wind). 2.4 Zittende huurders Zittende huurders kunnen na renovatie van de woning aanspraak maken op de zogenaamde niet-meerdan-nu garantie, die garandeert dat de integrale energiekosten na renovatie niet hoger uitvallen dan voor renovatie. Basis voor de garantie is het gemiddeld jaarlijks energieverbruik over de afgelopen drie jaar vóór renovatie van de woning contant gemaakt tegen de huidige energieprijzen en belastingen. Pagina 4

De verhuurder maakt inzichtelijk naar de huurder wat het energieverbruik is van de woning bij standaard gebruik en bewoning en hoeveel energie hernieuwbaar wordt opgewekt en welke vergoeding hier tegenover staat in termen van een beperkte huurverhoging en een EPV. Om de kosten van de EB te bepalen dienen de volgende stappen doorlopen te worden: 1. reken het gemiddeld energieverbruik van het complex uit, bijvoorbeeld met het model van Tiwos 2. top de bedragen af die boven het gemiddelde liggen 3. bereken het nieuwe gemiddelde, dit is de basis voor de business case 4. check de maximaal te halen praktijkwaarde (PW) bij de bouwer 5. beoordeel de individuele gevallen met het model van Ballast Nedam of Lefier a. huurders met een energierekening < PW: gemiddeld jaarverbruik over afgelopen 3 jaar b. huurders met een energierekening PW: PW stap 1. reken het gemiddeld energieverbruik van het complex uit Met behulp van het model van Tiwos kan het gemiddeld energieverbruik en de totale jaarlijkse energiekosten worden bepaald voor het hele complex. Voorwaarde is dat de energieverbruiksgegevens van de individuele huurders bekend zijn. Indien dit niet het geval is kan mogelijk gebruik gemaakt worden van de Energie in Beeld dienst van de netbeheerders: Enexis, Liander, Stedin en Endinet. Gemeenten en woningcorporaties kunnen via een besloten internet portal (www.energieinbeeld.nl) toegang krijgen tot de historische gas- en elektriciteitsverbruiksgegevens van de netbeheerder op postcode-6 basis. De dienst is gratis voor gemeenten. Op basis van de energietarieven van de bijvoorbeeld de 3 grootste energieleverbedrijven (Essent, Nuon en Eneco) kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de gemiddelde energiekosten van de woningen in het complex. Nadeel van de gemiddelde waarden op postcode-6 basis is echter dat de individuele afwijkingen in het verbruik ontbreken. Statistisch gezien zijn energiekosten van de woningen binnen een complex Normaal-verdeeld (zie Figuur 1). Dit is de bekende, symmetrische klok-curve die we ook kennen van veel demografisch onderzoek waarbij een bepaalde eigenschap, zoals bijvoorbeeld energiekosten, wordt uitgezet tegen de frequentie of de kans op voorkomen. De verdeling kenmerkt zich door een gemiddelde µ en een spreiding of standaard afwijking σ. Bij een Normale verdeling ligt 64,2% van de waarden rond het gemiddelde plus of min de spreiding, dus: µ ± σ (zie Figuur 1). Indien gebruik gemaakt wordt van de geaggregeerde verbruiksgegevens van de netbeheerder op postcode-6 niveau zal het gewogen gemiddelde gelijk zijn aan het gemiddelde van de individuele verbruiksgegevens van de huurders. In deze fase kan worden volstaan met de gemiddelden op complex-niveau. Voor een de uiteindelijke bepaling van de EB dienen de individuele energieverbruiksgegevens van de individuele huurders geïnventariseerd te worden. Leidend voor de gemiddelde energiekosten zijn de energietarieven en belastingen zoals ze gelden in het jaar voor renovatie van de woningen. Pagina 5

Figuur 1 Normale verdeling met gemiddelde µ en spreiding σ (bron: Wikipedia). stap 2. top de bedragen af die boven het gemiddelde liggen Voor alle woningen waarvan de energiekosten boven het gemiddelde liggen van het complex, dient een waarde genomen te worden die gelijk is aan het gemiddelde. Gegeven de symmetrische Normale verdeling zal dus bij 50% van de huurders (voor de berekening) de energiekosten worden verlaagd tot het gemiddelde. stap 3. bereken het nieuwe gemiddelde Na aftopping van het energiekosten boven het gemiddelde, dient opnieuw het gemiddelde berekend te worden. Dit nieuwe gemiddelde vormt de basis voor de business case. Het nieuwe gemiddelde kan op twee manieren worden bepaald: a. We kunnen in het Tiwos model alle verbruikskosten boven het gemiddelde aanpassen en het complex gemiddelde opnieuw berekenen. b. We kunnen ook gebruikmaken van de statistische eigenschappen van de nieuwe verdeling. We kunnen afleiden ii dat het nieuwe gemiddelde µ is gelijk aan het oude gemiddelde µ minus 0,4 keer de spreiding σ. Vertaald naar de oorspronkelijke Normale verdeling, betekent dit dat 34,5% van de huurders lagere energieverbruikskosten heeft dan het nieuwe gemiddelde. In de onderstaande grafiek zien we een voorbeeld het van de werkelijke verdeling van de energiekosten binnen een complex van 67 grondgebonden rijwoningen. ii De nieuwe verdeling is een combinatie van een Half-Normale en Uniforme verdeling. Het nieuwe gemiddelde µ is gelijk aan het gemiddelde van het gemiddelde van beide verdelingen: µ = µ - σ / (2 * π) µ µ - 0,40 * σ Pagina 6

Figuur 2 Praktijkvoorbeeld van de verdeling van de werkelijke energiekosten binnen een complex van grondgebonden rijwoningen. De werkelijke verdeling komt redelijk goed overeen met de theoretische Normale verdeling. Het gemiddelde van de oorspronkelijke (werkelijke) verdeling ligt op 202,18 per maand met een spreiding van 52,-. Het aangepaste, nieuwe gemiddelde komt zodoende op: 202,18-0,40 * 52,00 = 181,38. stap 4. check de praktijkwaarde bij de bouwer De praktijkwaarde (PW) is het bedrag dat de waarde van de energetische maatregelen vertegenwoordigt. De praktijkwaarde wordt dus bepaald door het concept van de bouwers. Het gaat erom dat de combinatie van besparing en opwekking minimaal het gemiddeld energieverbruik van een blok of complex afdekt. Meer mag altijd. De bouwer moet aan de corporatie aannemelijk maken dat het technische concept voldoende basis biedt voor het niet-meer-dan-nu principe. Als het goed is moet de praktijkwaarde boven het nieuwe gemiddelde te liggen dat berekend is in stap 3. De praktijkwaarde is het extra bedrag dat de verhuurder kan vragen na mutatie van de woning. stap 5. beoordeel de individuele gevallen Met het model van Ballast Nedam kunnen de individuele situaties van de huurders worden doorgerekend. Er zijn twee mogelijkheden: a. huurders met een energierekening < PW: gemiddeld jaarverbruik over afgelopen 3 jaar b. huurders met een energierekening PW: PW Pagina 7

ad. a. Zittende huurders waarvan de gemiddelde jaarlijkse energiekosten over de afgelopen 3 jaar lager zijn dan de praktijkwaarde van de woning. Dit betreft (zie bovenstaande statistische analyse) ongeveer ⅓ van de huurders. De verhuurder kan in dit geval niet de volledige praktijkwaarde in rekening brengen. De huurder betaalt op basis van het niet-meer-dan-nu principe, een vergoeding aan de verhuurder die niet meer is dan zijn huidige energiekosten, gecorrigeerd voor het overschot aan hernieuw opgewerkte energie dat tegen een vergoeding wordt teruggeleverd aan de energieleverancier van de huurder. ad. b. Zittende huurders waarvan de gemiddelde jaarlijkse energiekosten over de afgelopen 3 jaar hoger of gelijk zijn aan de praktijkwaarde van de woning. Deze huurders betalen na renovatie een vergoeding aan de verhuurder die gelijk is aan de praktijkwaarde van de woning. Voor de resterende energiebehoefte (die niet wordt afgedekt door praktijkwaarde) betaalt de huurder maandelijks een bedrag aan zijn energieleverancier naar keuze. De bepaling van de gemiddelde energiekosten geschiedt op basis van de gemiddelde energieverbruiksgegevens over de afgelopen 3 jaar, contant gemaakt tegen de energietarieven en belastingen zoals ze gelden in het laatste jaar voor renovatie van de woning. Met andere woorden, de energietarieven en belastingen in het jaar voor renovatie zijn bepalend voor de gemiddelde jaarlijkse energiekosten. De vergoeding aan de verhuurder bestaat uit een EPV in combinatie met een beperkte huurverhoging op basis van de verbetering van het energielabel van de woning. Voor de nieuwe streefhuur kunnen op basis van het (verbeterde) energielabel maximaal WWS 32 punten toegerekend worden. Dit komt overeen met punten behorende bij een energielabel B. Voorwaarde is dat de nieuwe streefhuur de liberalisatiegrens niet overschrijdt. Het totale bedrag van EPV, huurverhoging en resterende energiekosten (kan negatief zijn) zal in alle gevallen lager of gelijk zijn aan de gemiddelde energiekosten voor renovatie. In onderstaand voorbeeld wordt de situatie bij verschillend energieverbruik voor en na renovatie schematisch weergegeven. Pagina 8

Figuur 3 Voorbeeld van de opbouw woonlasten voor en na renovatie voor zittende huurders. Zittende huurders die voor renovatie energieverbruikskosten hebben gelijk aan het nieuwe gemiddelde, hebben na renovatie dezelfde woonlasten als voor de renovatie, of beter als de woning een hogere praktijkwaarde heeft en meer hernieuwbare energie opwekt. De energiebundel wordt in rekening gebracht middels een huurverhoging passend bij energielabel B en een EPV. Huurders die lagere energielasten hebben worden gecompenseerd conform de niet-meer-dan-nu garantie middels een lagere EPV. Daarnaast zullen zij meestal een negatieve energierekening hebben (zie blauwe pijl). Dit betreft ongeveer ⅓ van de zittende huurders. Huurders die een hoog energieverbruik hebben, zijn in het algemeen na renovatie voordeliger uit. Met name het lage woninggebonden energieverbruik van de genoveerde woning leidt tot lagere energiekosten. 2.5 Nieuwe huurders Na mutatie van de woning kan aan nieuwe huurders voor de EB de volledige praktijkwaarde gevraagd worden. De EB is opgebouwd uit een combinatie van EPV en de extra huur op basis van het verbeterd energielabel. Op basis van de bouwkundige energetische maatregelen garandeert de bouwer aan de verhuurder van de woning een bepaalde warmtevraag van de woning en een bepaalde hernieuwbare energieopwekking. Op basis hiervan wordt de praktijkwaarde bepaald. De verhuurder maakt inzichtelijk naar de huurder wat het energieverbruik is van de woning bij standaard gebruik en bewoning en hoeveel energie hernieuwbaar wordt opgewekt en welke vergoeding hier tegenover staat in termen van een beperkte huurverhoging en een EPV. Pagina 9

De gevraagde EPV dient kleiner of gelijk te zijn aan de maximale EPV. Voor de nieuwe streefhuur kunnen op basis van het verbeterde energielabel maximaal WWS 32 punten toegerekend worden. Dit komt overeen met punten behorende bij een energielabel B. Voorwaarde is dat de nieuwe streefhuur de liberalisatiegrens niet overschrijdt. Pagina 10

3. Voorbeeld Energiebundel In dit hoofdstuk wordt de bepaling van de energiebundel (EB) stapsgewijs uitgelegd aan de hand van een typische Nederlandse voorbeeld corporatiewoning: de grondgebonden rijwoning. Het voorbeeld sluit aan bij het voorbeeld in de Handleiding EPV. De bepaling wordt toegelicht aan de hand van drie energieverbruiksprofielen, die aansluiten bij Figuur 3Figuur 1. De beschreven voorbeeldwoning is gebaseerd op een van de voorbeeldwoningen die zijn beschreven in het rapport van VROM/SenterNovem over voorbeeldwoningen bestaande bouw iii. Voor het elektriciteitsverbruik zijn we uitgegaan van een typisch NOM-huishouden met een huishoudelijk elektriciteitsverbruik (incl. verlichting, excl. koken) van 2500 kwh per jaar. Voor het voorbeeld zijn we uitgegaan van de volgende karakteristieken: type woning: rijwoning, bouwperiode 1946 1965 (tussenwoning) aantal woningen binnen complex: 67 gebruiksoppervlakte (A g ): 95,8 m 2 bewoners: 3 energielabel: E WWS punten: 134 maximale huur per maand: 671,06 percentage max. redelijke huur: 70% huur per maand: 469,74 servicekosten per maand: 1,85 3.1 Bepaling Energiebundel stap 1. reken het gemiddeld energieverbruik van het complex uit Op basis van een inventarisatie van de energiejaarafrekeningen over de afgelopen drie jaar van de individuele huurders binnen het complex, komen we tot het onderstaand gemiddeld jaarlijks energieverbruik en gemiddelde energieverbruikskosten: energieverbruik (gemiddeld) per jaar: gasverbruik 1.776 m 3 elektriciteitsverbruik 2.720 kwh - hulpenergie 220 kwh - huishoudelijk verbruik 2.500 kwh iii Voorbeeldwoningen bestaande bouw 2007 SenterNovem in opdracht van VROM Kompas - maart 2007 - publicatienummer 2 KP WB 0618 Pagina 11

energiekosten inclusief BTW per jaar iv : Gas levering (1.776 m 3 ) 1.127,76 vastrecht 45,00 netwerk 160,72 + 1.333,48 Elektriciteit levering (2.720 kwh) 614,72 vastrecht 39,00 netwerk 240,13 heffingskorting -377,33 + 516,52 + Energiekosten (aan energieleverancier) 1.850,- We veronderstellen dat de energieverbruikskosten binnen het complex een Normale verdeling hebben met een gemiddelde µ van 1.850,- per jaar of 154,17 per maand en een spreiding σ van 504,- per jaar of 42,- per maand. stap 2. top de bedragen af die boven het gemiddelde liggen Ten einde de praktijkwaarde te bepalen van de energetische renovatie van de woning, worden alle energieverbruikskosten boven het gemiddelde afgetopt naar het gemiddelde van 1.850,- per maand. stap 3. bereken het nieuwe gemiddelde Voor de berekening van de nieuwe gemiddelde jaarlijkse energieverbruikskosten µ maken we gebruik van de formule: µ µ - 0,40 * σ µ 1.850,00-0,40 * 504,00 µ 1.648,40 per jaar, of 137,37 per maand Dit bedrag komt overeen met een jaarlijks energieverbruik van bijvoorbeeld: 1.500 m 3 gas en 2.605 kwh elektriciteit v. De opbouw van de jaarlijkse energiekosten voor renovatie ziet er dan als volgt uit: iv Energie levertarieven incl. energiebelasting en BTW: gas: 0,635/m 3, elektriciteit: 0,226/kWh, excl. vastrecht en netwerkkosten v Een andere mix van gas en elektriciteit kan tot dezelfde jaarlijkse kosten leiden. Pagina 12

energiekosten inclusief BTW per jaar vi : Gas levering (1.500 m 3 ) 952,50 vastrecht 45,00 netwerk 160,72 + 1.158,12 Elektriciteit levering (2.605 kwh) 588,73 vastrecht 39,00 netwerk 240,13 heffingskorting -377,33 + 490,53 + Energiekosten (aan energieleverancier) 1.648,65 stap 4. check de praktijkwaarde bij de bouwer Op basis van de bouwkundige maatregelen in de schil en de technische installaties bepaalt de bouwer de praktijkwaarde van de energetische verbeteringen. Als het goed is, ligt de praktijkwaarde boven de nieuwe gemiddelde energieverbruikskosten van Stap 3. Voor dit voorbeeld gaan we uit van de bouwkundige maatregelen en technische installaties conform het voorbeeld in de Handleiding EPV. De totale gemiddelde jaarlijkse hernieuwbare energieproductie van de gerenoveerde woning komt hiermee op 4.378 kwh, opgesplitst in: 599 kwh voor ruimteverwarming 579 kwh voor warm tapwater 500 kwh hulpenergie voor ventilatie, (comfort)koeling en monitoring 200 kwh koken. 2.500 kwh huishoudelijk verbruik Het energieverbruik behorende bij de nieuwe gemiddelde energieverbruikskosten µ ligt wat lager. Een hoger of lager verbruik wordt meestal veroorzaakt door meer of minder bewoners in de woning. Dit beïnvloedt met name de vraag naar warm tapwater en elektriciteit voor huishoudelijk verbruik. We hebben eerder bepaald dat het nieuwe gemiddelde overeenkomt met een jaarlijks energieverbruik van bijvoorbeeld: 1.500 m 3 gas en 2.605 kwh elektriciteit. Hieruit leiden we af dat de vraag naar elektriciteit voor huishoudelijk verbruik ongeveer 115 kwh lager ligt op 2.385 kwh per jaar. Voor dit voorbeeld schatten we de energiebehoefte aan warm tapwater zo n 10% oftewel 58 kwh lager in op 512 kwh per jaar. De totale jaarlijkse elektriciteitsvraag komt hiermee op 4.205 kwh, oftewel 173 kwh per jaar lager dan de beschikbare hernieuwbare opwek van de woning. Dit betekent dat de huurder vi Energie levertarieven incl. energiebelasting en BTW: gas: 0,635/m 3, elektriciteit: 0,226/kWh, excl. vastrecht en netwerkkosten Pagina 13

jaarlijks netto elektriciteit overhoudt en teruglevert aan de energieleverancier vii. Hiermee komen de jaarlijkse energiekosten van de nieuwe gemiddelde huurder na renovatie op viii : energiekosten inclusief BTW per jaar ix Gas levering - vastrecht - netwerk - + Elektriciteit Levering (4.205 kwh) 950,33 teruglevering binnen saldering (4.205 kwh) -950,33 boven saldering ( 173 kwh) -12,11 vastrecht 39,00 netwerk 240,13 heffingskorting -377,33 + 0-110,31 + Energiekosten (aan energieleverancier) -110,31 Door de combinatie van een energieleverende woning en een heffingskorting die de kosten van het vastrecht en de netwerkaansluiting overschrijdt, ontstaat een negatieve energierekening. De energetische verbeteringen vertegenwoordigen in dit geval een praktijkwaarde van: 1.648,65, - (- 110,31) = 1.758,96 per jaar De huurder krijgt een energiebundel aangeboden die bestaat uit bovengenoemde elektrische energie voor ruimteverwarming, warm tapwater en finale energie, bestemd voor huishoudelijk verbruik (incl. verlichting en koken) en additionele hulpenergie voor ventilatie, (comfort)koeling en monitoring. Als tegenprestatie betaalt de huurder (mits de woning voldoet aan de minimale EPV eisen) een EPV en huurverhoging gekoppeld aan de energielabelverbetering. De maximale EPV bedraagt in dit geval op jaarbasis (zie Handleiding EPV): 1,40 * 12 * 95,8 = 1.609,44 vii Voor netto teruglevering (dus boven saldering) van duurzaam opgewekte elektriciteit geldt een wettelijke bepaalde redelijke vergoeding van de energieleverancier, zonder teruggave van energiebelasting en BTW. Deze vergoeding verschilt tussen de verschillende energieleveranciers. Voor deze berekening gaan we uit van een (terug)levertarief boven saldering van 0,070/kWh viii Voor de berekening gaan we er gemakshalve vanuit dat alle opgewerkt elektriciteit wordt teruggeleverd. In de praktijk zal dit slechts een deel zijn; een deel wordt direct gebruikt. Door het principe van saldering maakt dit voor de totale energiekosten niet uit. ix Energie levertarieven incl. energiebelasting en BTW: gas: 0,635/m 3, elektriciteit: 0,226/kWh, excl. vastrecht en netwerkkosten. Voor saldeerbare elektriciteit geldt hetzelfde (teruglever)tarief als het levertarief. Pagina 14

Daarnaast is er sprake van een energielabelverbetering van label E naar maximaal label B. Dit komt overeen met 32-8 = 24 WWS punten extra. Hiermee komt, als we eventuele andere woningverbeteringen buiten beschouwing laten, het aantal WWS punten van de woning in dit voorbeeld op 158, oftewel een maximale huur van 792,73 per maand. Indien de verhuurder vasthoudt aan 70% toerekening als maximale redelijke huur, dan komt de maximaal redelijke huur op 554,91 per maand. Hiermee ligt de huur binnen de liberalisatiegrens van 710,68 per maand. Dit betekent een huurverhoging i.v.m. de energielabelverbetering van 85,17 per maand. De maximale prijs van de energiebundel komt hiermee op: 1.609,44 per jaar voor de EPV 1.022,04 + per jaar voor verbetering energielabel 2.631,48 totaal Dit ligt ruim boven de praktijkwaarde van 1.758,96 per jaar. In dezen zou de verhuurder de toerekening van de energielabelverbetering in de huur moeten verlagen tot: 1.758,96-1.609,44 = 149,52 per jaar De prijs van de energiebundel is hiermee gelijk aan de praktijkwaarde, waarmee de woonlasten voor de (nieuwe) gemiddelde zittende huurder gelijk blijven voor en na renovatie. Aangezien het recht op huurtoeslag behouden blijft, vallen de netto woonlasten voor deze zittende huurder na renovatie zelfs iets lager uit. stap 5. beoordeel de individuele gevallen Op dezelfde wijze als de berekening in Stap 4, moeten per huurder de financiële consequenties in beeld gebracht worden. Dit kan aan de hand van het model van Ballast Nedam. In Tabel 1 zijn 3 scenario s naast elkaar gezet, voor respectievelijk: laag: een huurder met een 10% lager energieverbruik dan het nieuwe gemiddelde, middel: een huurder met een verbruik gelijk aan het nieuwe gemiddelde, hoog: een huurder met een 20% hoger verbruik dan het nieuwe gemiddelde. De huurder met een laag energieverbruik komt in aanmerking voor een korting op de EPV op basis van de niet-meer-dan-nu garantie. De huurder met het (nieuwe) gemiddeld verbruik is voor en na renovatie even duur uit. De kosten van de energiebundel zijn gelijk aan de gemiddelde energiekosten voor renovatie. De huurder met een hoog verbruik is na renovatie voordeliger uit. Pagina 15

Opbouw energienota Elektriciteit laag voor renovatie middel hoog laag na renovatie middel hoog netbeheerder 240,13 240,13 240,13 240,13 240,13 240,13 vastrecht 39,00 39,00 39,00 39,00 39,00 39,00 levering + energiebelasting 529,86 588,73 706,48 855,30 950,33 1.140,40 teruglevering binnen saldering -855,30-950,33-989,43 boven saldering -41,55-12,11 - heffingskorting -377,33-377,33-377,33-377,33-377,33-377,33 Subtotaal 431,66 490,53 608,28-139,75-110,31 52,77 Gas netbeheerder 160,62 160,62 160,62 - - - vastrecht 45,00 45,00 45,00 - - - levering + energiebelasting 857,25 952,50 1.143,00 - - - Subtotaal 1.062,87 1.158,12 1.348,62 - - - Totaal per jaar 1.494,53 1.648,65 1.956,90-139,75-110,31 52,77 Energieverbruik laag middel hoog laag middel hoog elektriciteit [kwh] 2345 2605 3126 3785 4205 5046 gas [m 3 ] 1350 1500 1800 0 0 0 Energieopwek elektriciteit [kwh] 4378 4378 4378 Netto energieverbruik elektriciteit [kwh] 2345 2605 3126-594 -173 668 gas [m 3 ] 1350 1500 1800 0 0 0 Energiekosten per jaar Energiebundel EPV 1.484,75 1.609,44 1.609,44 huurverhoging 149,52 149,52 149,52 Totaal energiebundel 1.634,27 1.758,96 1.758,96 Energiekosten energieleverancier 1.494,53 1.648,65 1.956,90-139,75-110,31 52,77 Netto energiekosten per jaar 1.494,53 1.648,65 1.956,90 1.494,53 1.648,65 1.811,73 Tabel 1 Voorbeeld van de totale jaarlijkse energiekosten voor en na renovatie bij laag, gemiddeld en hoog energieverbruik. Alle kosten inclusief 21% BTW, m.u.v. teruglevering boven saldering. Pagina 16

4. Definities en begrippen Pagina 17

Referenties Rekenmodel Energiebundel Ballast Nedam Frank Gommers, Ballast Nedam Rekenmodel Energiebundel Lefier Johan Duut, Lefier Rekenmodel Energiebundel Tiwos Mark Verhallen, Tiwos Handleiding EPV De Stroomversnelling, Ewald Hafkenscheid, Zelziuz Voorbeeldwoningen bestaande bouw 2007 SenterNovem in opdracht van VROM Kompas - maart 2007 - publicatienummer 2 KP WB 0618 Pagina 18