Trainershandleiding In je kracht Trainershandleiding bij de bijeenkomst In je kracht voor taalvrijwilligers. Deze bijeenkomst is in te zetten bij EVA, de aanpak voor laaggeletterde vrouwen. De Verdiepingsmodule In je kracht is een introductie voor vrijwilligers die laaggeletterde vrouwen ondersteunen bij het verbeteren van hun basisvaardigheden, maar hen ook willen stimuleren om de eigen talenten, vaardigheden en mogelijkheden te verkennen. Om zo hun zelfvertrouwen en zelfredzaamheid te vergroten.
Inhoud 1. Welkom bij EVA! 3 2. Inleiding bijeenkomst In je kracht! 10 3. Tijdspad 12 3.1 Introductie 13 3.2 Voorkennis activeren 15 3.3 Talenten en kwaliteiten herkennen 18 3.4 Vertrouwensband opbouwen en informatie verzamelen over mogelijke wensen en doelen 20 3.5 Tegelijkertijd werken aan basisvaardigheden en empowerment 24 3.6 Aan de slag 27 3.7 Realistische stappen zetten 29 3.8 Afsluiting 32 4. Bijlage 1 33 Bijlage bij 3.4 36 Bijlage bij 3.7 37 In je kracht 2
1. Welkom bij EVA! Voor je ligt de trainershandleiding voor de bijeenkomst In je kracht! Deze bijeenkomst kan worden aangeboden als verdiepingsmodule of als onderdeel van de basistraining voor taalvrijwilligers. Deze specifieke bijeenkomst is ontwikkeld vanuit EVA, de aanpak voor laaggeletterde vrouwen. EVA is onderdeel van Taal van het Leven en kent dezelfde werkwijze, maar richt zich op het vergroten van de kansen van vrouwen op economische zelfstandigheid. EVA vult het lesmateriaal voor deelnemers en het aanbod voor vrijwilligers aan met specifiek materiaal gericht op vrouwen die moeite hebben met basisvaardigheden, nog weinig participeren of concrete ondersteuning nodig hebben bij de stap richting arbeidsmarkt. Hieronder volgt een uitleg over de aanpak voor laaggeletterde vrouwen. Deze uitleg dient als achtergrondinformatie bij deze module en helpt je bij het beantwoorden van vragen die je van vrijwilligers kunt krijgen over de aanleiding voor deze aanpak, de aangeboden trajecten en de werkwijze. Wil je liever eerst meer lezen over de inhoud van de module? Sla dit onderdeel dan over en begin bij het hoofdstuk Inleiding bijeenkomst In je kracht in hoofdstuk 2. Waarom is EVA, een aanpak voor laaggeletterde vrouwen nodig? In Nederland scoren vrouwen gemiddeld lager op alle basisvaardigheden dan mannen. Het verschil tussen de basisvaardigheden van mannen en vrouwen in Nederland is groter dan in de ons omringende landen. In de gezinsfase nemen veel vrouwen afstand tot de arbeidsmarkt, waardoor hun verworven basisvaardigheden kunnen wegzakken. Omdat zij minder vaak een werkgever of uitkering hebben, is er geen partij dat in hen investeert om verandering te kunnen aanbrengen in hun achterstandspositie. Omdat opleidingsniveau en basisvaardigheden (taal, rekenen en digitale vaardigheden) een grote rol spelen in sociale ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, besteedt Stichting Lezen & Schrijven extra aandacht aan deze vrouwen. Arbeidsmarktpositie van vrouwen Arbeid is de meest bepalende factor voor de sociaal-maatschappelijke kloof tussen mannen en vrouwen. 1 Nederlandse vrouwen zijn minder vaak economisch zelfstandig en vaker financieel kwetsbaar dan Nederlandse mannen (zie factsheet EVA). Als vrouwen een baan hebben, is die niet altijd toereikend om zichzelf te kunnen onderhouden. 2,3,4 Uiteraard speelt het aantal werkuren hier 1 Durbin, S., & Fleetwood, S. (2010). Gender inequality in employment: Editors introduction. Equality, Diversity and Inclusion: An International Journal, Vol. 29 (3), pp. 221 238. 2 Merens, A., Hartgers, M., & Van den Brakel, M. (2012). Emancipatiemonitor 2012. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. 3 CBS (2012a). Welvaart in Nederland: Inkomen, vermogen en bestedingen van huishoudens en personen. Den Haag/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. 4 Van den Brakel, M. (2012). Sociaaleconomische trends, 3e kwartaal 2012. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. In je kracht 3
een rol. In Nederland nemen veel vrouwen in de gezinsfase afstand tot de arbeidsmarkt, veelal beïnvloed door hun sociale omgeving. 5 Traditionele rolpatronen, geïnternaliseerde normen en waarden, bijvoorbeeld over goed moederschap, en sociale verwachtingen kunnen vrouwen ertoe bewegen om niet te werken. Veel vrouwen werken in deeltijd en verdienen daardoor slechts de helft van het gemiddelde inkomen van hun mannelijke collega's. 6 Minder tijd voor werk wordt vaak gecompenseerd door het vervullen van meer zorgtaken. Nederlandse vrouwen tussen de 20 en 65 jaar zijn in de week twee keer zo lang met zorgtaken bezig dan mannen. 7 Het verschil in opleidingsniveau tussen mannen en vrouwen blijkt hierbij van invloed te zijn op de hardnekkige tweedeling in sociale ongelijkheid. 8 Taal, rekenen en digitale vaardigheden zwakker bij vrouwen Arbeid is niet alleen belangrijk voor de economische zelfstandigheid van vrouwen. Het is ook van groot belang voor het op peil houden van de basisvaardigheden taal, rekenen en digitale vaardigheden 9, die weer essentieel zijn om zich verder te ontwikkelen en mee te kunnen blijven doen in de maatschappij. Ook hier is de kloof tussen mannen en vrouwen zichtbaar: op alle basisvaardigheden scoren vrouwen lager dan mannen. Laaggeletterdheid komt vaker voor onder vrouwen (13 procent) dan onder mannen (11 procent) van 16 tot 65 jaar. 10 Laaggecijferdheid komt in Nederland eveneens vaker voor onder vrouwen dan onder mannen. 11 Zorgwekkend is dat het verschil in het niveau van basisvaardigheden tussen de Nederlandse vrouwen en mannen groter is dan in bijna alle andere onderzochte landen. 12 Vicieuze cirkel In Nederland hebben vrouwen dus een duidelijke achterstand in basisvaardigheden op mannen. Hierbij is het aannemelijk dat het verlies aan basisvaardigheden gerelateerd is aan de arbeidsparticipatie: use it or lose it. 13 Tegelijkertijd maakt het verlies van de basisvaardigheden het verkrijgen en behouden van werk moeilijker. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel die maar 5 Ruitenberg, F. (2014). Socialized Choices. Labour Market Behaviour of Dutch Mothers. Proefschrift Universiteit van Amsterdam. 6 CBS, 2013. 7 Breedveld, K., & Van den Broek, A. (2013). Zorgende Nederlanders. CPS. 8 Bijl, R., Boelhouwer, J., Cloïn, M., & Pommer, E. (2011). De sociale staat van Nederland 2011. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau. 9 Van der Velden, R. (2013). Presentatie conferentie Programme for the International Assessment of Adult Competencies (PIAAC). 8 oktober 2013. 10 ECBO en Stichting Lezen & Schrijven. Laaggeletterdheid in Nederland; stand van zaken in 2012. 11 Houtkoop, W. (2013). Rekenvaardigheid en probleemoplossend vermogen in digitale omgevingen voor mannen en vrouwen. Ongepubliceerd. 12 Houtkoop, W., Allen, J., Buisman, M., Fouarge, D., & Van der Velden, R. (2012). Kernvaardigheden in Nederland. s-hertogenbosch: ECBO: Expertisecentrum Beroepsonderwijs. 13 Van der Velden, R. (2013). Presentatie conferentie Programme for the International Assessment of Adult Competencies (PIAAC). 8 oktober 2013. In je kracht 4
moeizaam te doorbreken is, met de nodige risico s voor de economische zelfstandigheid van vrouwen. 14 Gevolgen De gevolgen laten zich raden. Een van de problemen is dat vrouwen door een gebrek aan basisvaardigheden moeilijker aan het werk komen nadat ze er een tijd uit zijn geweest, zeker in tijden van grote werkloosheid. De afstand tot de arbeidsmarkt is groot en meestal langdurig, zo niet definitief. De emancipatiemonitor zegt hierover: Uiteraard moet er een bepaalde bereidheid bestaan om te gaan participeren op de arbeidsmarkt, maar tegelijk kan de grotere onzekerheid die vooral niet-werkende laagopgeleide vrouwen parten speelt hen er eveneens van weerhouden om de stap richting de arbeidsmarkt te zetten. 15 Bij belangrijke transities, zoals echtscheiding, komt de financiële positie van vrouwen direct in het gevaar, soms met armoede voor de kinderen tot gevolg. 16 Maar ook als zij niet gescheiden zijn, ontstaat er een kwetsbare situatie als de ene partner zijn baan verliest en de andere partner een kleinere kans heeft om werk te vinden. Een ander punt is dat het moeilijker is om kinderen op te voeden en hen bijvoorbeeld te helpen met huiswerk, als de eigen basisvaardigheden onvoldoende zijn om de schoolboeken te begrijpen. Zorgelijk is bovendien dat vrouwen zich vaak niet bewust zijn van hun (financieel) kwetsbare situatie 17 en dat veel niet-uitkeringsgerechtigde vrouwen niet weten, als zij dat al zouden willen, hoe zij een overstap naar de arbeidsmarkt kunnen maken door in zichzelf te investeren. 18 Voor deze potentieel kwetsbare doelgroep is het dus van groot belang dat de vrouwen specifieke ondersteuning krijgen, eerst bij het opbouwen van hun motivatie voor opleiding en werk en vervolgens bij het opbouwen van hun basisvaardigheden en zelfvertrouwen. Doel is dat zij uiteindelijk de stap naar de arbeidsmarkt kunnen maken en economisch zelfstandig worden. Met de aanpak EVA organiseren lokale partnerorganisaties leertrajecten waarmee vrouwen hun vaardigheden kunnen verbeteren en gemotiveerd worden om de volgende stap te verkennen. Professionals en vrijwilligers begeleiden deze trajecten. De trajecten zijn te volgen tijdens groepsbijeenkomsten of via individuele begeleiding door een vrijwilliger. De deelnemers werken met zowel papieren lesmaterialen als online lesmateriaal via evaenik.nl. Doelgroep EVA en bijbehorende vrijwilligersmodules De deelnemers van EVA zijn tussen de 30 en 55 jaar en kunnen Nederlands als eerste taal of als tweede taal hebben. Zij zijn aanspreekbaar in het Nederlands en het taalniveau waarmee zij binnenkomen ligt net onder A2/1F en loopt tot 14 Clement, C., & De Greef, M. (2013). Is economische zelfstandigheid mogelijk voor iedereen? Sociaal bestek, februari 2013. 15 Merens, A., Hartgens, M., & Van den Brakel, M. (2012). Emancipatiemonitor. SCP en CBS. 16 E-Quality (2008). Nieuwe gezinnen. 17 E-Quality (2012). Vrouwen en financiën, Van roze wolk naar financieel bewustzijn. 18 Hoofdlijnenbrief Emancipatie 2013. In je kracht 5
ongeveer 1F. Om deze doelgroep goed te kunnen begeleiden, hebben vrijwilligers specifieke vaardigheden en kennis nodig. We bieden twee verdiepingsmodules aan: In je kracht helpt de vrijwilligers om ambitie bij vrouwen aan te wakkeren, Aan de slag helpt hen om vrouwen te ondersteunen bij het vinden van een baan. Deze modules sluiten aan op de trainingsmodules over het ondersteunen bij het verbeteren van vaardigheden. Vrijwilligers die deze modules volgen, doen dit als extra verdieping nadat zij al gestart zijn als vrijwilliger en een training gevolgd hebben of als onderdeel van de eerste training die ze via Stichting Lezen & Schrijven volgen. De ervaring leert dat er veel verschillen tussen deelnemers zijn en dat de route die elke deelnemer bewandelt anders is, dus dat er altijd goed gekeken moet worden naar hun wensen en mogelijkheden. Toch onderscheiden we voor het gemak grofweg twee groepen laaggeletterde vrouwen. De volgende paragrafen geven uitleg over deze twee groepen en de bijbehorende trainingen voor vrijwilligers. Basisvaardigheden leren en toekomstmogelijkheden verkennen De eerste doelgroep bestaat uit de vrouwen die wij nu voornamelijk bereiken in onze trajecten. Dit zijn over het algemeen vrouwen die Nederlands als tweede taal hebben, die aan hun basisvaardigheden werken (door gebruik van de leesen schrijfmethode Succes!) of met ouderbetrokkenheid bezig zijn (bijvoorbeeld door gebruik van Taal voor Thuis). Deze vrouwen willen in eerste instantie hun taalvaardigheid verbeteren en leren hoe zij hun kinderen thuis en op school goed kunnen helpen. Zij hebben vaak een laag taalniveau, vooral op de gebieden lezen en schrijven, en geen concrete ambitie om aan het werk te gaan. Zij beseffen mogelijk niet de potentie en de mogelijkheden die zij zouden hebben als zij zich meer zouden ontwikkelen. Zij hebben vaak nog niet nagedacht over hun toekomstmogelijkheden. Verdiepingsmodule In je kracht Deze eerste module is gericht op het stimuleren van de bewustwording van het eigen kunnen en de toekomstmogelijkheden, het motiveren en activeren van deelnemers en het stimuleren van deelnemers om wensen en doelen te bepalen. Vrijwilligers leren hoe zij het zelfvertrouwen van de deelnemers kunnen vergroten en hun dromen kunnen aanwakkeren. Deze dromen bieden een duidelijk doel en motivatie voor de deelnemer om meer aan de eigen ontwikkeling te werken, meer te participeren en mogelijk uiteindelijk stappen te zetten richting de arbeidsmarkt. De vrijwilliger verwerft in deze module vaardigheden en kennis en zet deze in binnen de lessen waarin gewerkt wordt aan de basisvaardigheden of specifieke vaardigheden rondom ouderbetrokkenheid. De vrijwilliger raakt bekend met de website www.evaenik.nl en weet dat daar oefeningen voor de deelnemer te vinden zijn, maar ook extra tips en opdrachten voor de vrijwilliger (aansluitend bij de verschillende thema s in het papieren lesmateriaal van Taal voor het Leven), die kunnen helpen om met deelnemers het gesprek aan te gaan over hun eigen ontwikkelwensen en toekomstmogelijkheden. In je kracht 6
Ambitieus en gemotiveerd om aan de slag te gaan De tweede doelgroep zijn vrouwen met de ambitie 19 om aan het werk te gaan, maar bij wie dit lastig is, omdat zij moeite hebben met bepaalde basisvaardigheden. Dit is een groep die wij tot nu toe minder vaak bereiken, maar waar wij wel met EVA onze aanpak op richten. De lokale medewerkers van Stichting Lezen & Schrijven gaan actief op zoek naar deze vrouwen, samen met UWV s, gemeenten (sociale diensten), bibliotheken, wijkcentra, schuldhulpverlening, opvangcentra enzovoorts, en experimenteren met nieuwe manieren om deze vrouwen te bereiken. Ook zullen er enkele vrouwen uit de eerste groep doorstromen naar deze groep wanneer de ambitie is aangewakkerd. Wanneer de vrouwen deelnemen aan een traject waarin zij aan hun basisvaardigheden werken, krijgen zij ondersteuning om hun ambities te verwezenlijken. Deze ondersteuning bestaat uit het helpen herkennen en benoemen van talenten en werknemersvaardigheden en het blijven motiveren als het even tegenzit. De ondersteuning zit daarnaast ook in het lesmateriaal dat zij kunnen gebruiken. Er is materiaal om hen te leren solliciteren of te laten nadenken over het starten van een eigen onderneming. Maar het materiaal kan ook bijdragen aan de financiële onafhankelijkheid van deelnemers. Het materiaal wordt gekozen aan de hand van de ambitie waarmee zij binnenkwamen. Verdiepingsmodule Aan de slag Voor vrijwilligers die werken met de tweede groep is er een training in ontwikkeling die hen helpt vrouwen te begeleiden bij het realiseren van hun ambitie. Deze vrijwilligers zijn óf mensen die al verstand hebben van de begeleiding naar werk en juist ondersteuning nodig hebben bij taal en didactiek (zij volgen vaak trainingsmodules die over ondersteunen bij het verbetern van vaardigheden gaan) óf (bestaande) taalvrijwilligers die het interessant vinden vrouwen te helpen bij een nieuwe stap in hun leven en meer willen leren over deze coachende rol. De training is gericht op het stimuleren van de motivatie, het herkennen van competenties en werknemersvaardigheden in de activiteiten die de vrouwen al ondernemen, de stappen die zij moeten nemen om een baan te vinden en het werken met de materialen en evaenik.nl die wij daarvoor ontwikkelen. 19 Ambitie is een breed begrip en betekent voor iedereen iets anders. Het gaat er in dit geval om dat de vrouwen de wens hebben om aan de slag te gaan maar hier nog ondersteuning bij kunnen gebruiken. In je kracht 7
In je kracht 8
In je kracht 9
2. Inleiding bijeenkomst In je kracht! In deze handleiding vind je een globaal tijdspad (pagina 9) en een uitwerking van alle onderdelen van de bijeenkomst In je kracht. In het tijdspad zijn ook de doelen per onderdeel aangegeven. Deze handleiding geeft je richtlijnen en handvatten om er een actieve en afwisselende bijeenkomst van te maken. Gebruik vooral ook je eigen relevante voorbeelden en vraag naar de ervaringen van vrijwilligers. Tijdens deze bijeenkomst leren vrijwilligers hoe zij deelnemers kunnen helpen om meer in hun kracht te komen staan. Dat is nog niet zo eenvoudig. Een vrijwilliger zet iemand niet even in haar kracht, dat suggereert een passieve houding van de deelnemer. Nee, deelnemers moeten zichzelf in hun kracht zetten en vrijwilligers kunnen helpen om die ontwikkeling in gang te zetten en op gang te houden. De training gaat uit van de kracht en diversiteit van de laaggeletterde deelnemers. Aan de hand van uiteenlopende casussen wordt er gekeken naar welke talenten en vaardigheden deelnemers al hebben, hoe je die kunt benoemen om de bewustwording en het zelfvertrouwen te stimuleren, en hoe de vrijwilliger hen kan motiveren om na te denken over hun wensen en doelen. De vragen die vrijwilligers stellen en de wijze waarop zij deelnemers benaderen, ook als zij mogelijk belemmeringen ervaren, zijn hierbij cruciaal. Hier wordt in de training mee geoefend, evenals met het bepalen van kleine maar realistische vervolgstappen voor een deelnemer, zoals het verbeteren van een bepaalde vaardigheid. Het doel is om het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van vrouwelijke deelnemers te vergroten, zodat zij kunnen nadenken over een mogelijke opleiding of betaalde baan. Tot slot leert de vrijwilliger meer over de urgentie van deze specifieke aanpak voor laaggeletterde vrouwen. De vrijwilliger weet hoe dit thema geïntegreerd kan worden in de lessen rondom basisvaardigheden en weet gebruik te maken van het vrijwilligersmateriaal en het digitale lesmateriaal dat naast het papieren lesmateriaal van Taal voor het Leven beschikbaar is via evaenik.nl. Veel plezier! In je kracht 10
Benodigdheden Je hebt de volgende materialen nodig voor deze bijeenkomst: een computer met internet, geluid en een beamer (de organisatie waar de training plaatsvindt zorgt hiervoor, maar het is goed om dit te checken) een flip-over de PowerPointpresentatie Verdiepingsmodule In je kracht een presentielijst vrijwilligersmappen (heeft de vrijwilliger al ontvangen bij een eerdere trainingsmodule), een set achtergrondinformatie bij deze module en naambordjes (zijn geregeld door de organisatie die de training aanbiedt) voor elke vrijwilliger éen usb-stick met trainingsmateriaal toegang tot de website evaenik.nl In je kracht 11