Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

Vergelijkbare documenten
Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Hoofdstuk 1. Opgave ,60 1,05 100/80 1,21 = 31,13, afgerond 32, /121 32,- = 5,55.

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering

1. Bereken het bedrag aan Deense kronen dat Van den Berg ontvangt.

Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Direct costing en break even analyse

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

UITWERKINGEN OPGAVEN

Hoofdstuk 1. Oefenopgaven. Oefenopgave 1A. Bereken: ,37 25, , : 8,25 12, ,45.

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 4

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

UITWERKINGEN OPGAVEN

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

Samenvatting Management & Organisatie H22, H23 & H24

Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Het aantal te behalen punten is 100. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten je daarvoor kunt behalen.

Cumulatieve. De economische gebruiksduur van het verbeterde type bestelwagen is 4 jaar.

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Samenvatting M&O De Industrie

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen 2

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 8 EN 9 JANUARI 2013

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Kostencalculatie niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

Examentermen Vakman-ondernemer / editie Titel: Financieel plan

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

Onderdeel van Praktijkdiploma Boekhouden (PDB ) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

Deze examenopgaven bestaan uit 6 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Onderdeel van Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

M&O VWO 2011/

2 Constante en variabele kosten

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Motiveer altijd uw antwoorden, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

OPGAVEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) Examen. Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Bijzonderheden. Pagina 1

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld

1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans ,-

BEDRIJFSREKENEN OPDRACHTEN BASIS EN KADER

Examen HAVO en VHBO. Handelswetenschappen en recht

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

EXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 15 EN 16 JANUARI 2013

Bedrijfsadministratie 1 Examennummer: Datum: 3 juli 2010 Tijd: uur

Transcriptie:

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie Vraag 1 Wat zijn de functies van kostprijsberekening? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a. het berekenen van de economische gebruiksduur van een duurzaam productiemiddel b. het berekenen van de break-evenafzet c. het berekenen van de verkoopprijs d. het waarderen van de voorraad producten op de balans Antwoord: en D Vraag 2 Antwoord: Wat wordt verstaan onder de dekkingsbijdrage? De dekkingsbijdrage is het verschil tussen de verkoopprijs en de a. constante kosten per product b. indirecte kosten per product c. variabele kosten per product Vraag 3 Antwoord: A Welke kosten worden bij de integrale kostencalculatie in de kostprijs opgenomen? a alle kosten van het product b alleen de constante kosten van het product c alleen de variabele kosten van het product

Vraag 4 Antwoord: Ondernemer De Vries berekent de standaardkostprijs van een koelkast als volgt: Kosten onderdelen 360,-- Directe loonkosten 240,-- Totale directe kosten 600,-- Opslag indirecte kosten: 50% van 240,-- 120,-- Opslag totale directe kosten: 13,5% van 600,-- 81,-- 801,-- Welke methode past De Vries toe voor het berekenen van de indirecte kosten? a. direct costing b. primitieve opslagmethode c. verfijnde opslagmethode Vraag 5 Antwoord: A, B en Wat zijn voorbeelden van constante kosten? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a huurkosten van het kantoorpand b afschrijvingskosten van vaste activa c interestkosten van vaste activa d verpakkingskosten van de verkochte artikelen

Vraag 6 Antwoord: Paars/groen De directeur van onderneming Verweij wil weten vanaf welke afzet winst wordt gemaakt. De administrateur heeft hiervoor de volgende grafiek gemaakt, waarin lijn 1 de totale constante kosten zijn, lijn 2 de totale variabele kosten, lijn 3 de totale kosten en lijn 4 de totale opbrengsten. Geef in de grafiek het snijpunt van de lijnen aan van waaruit de afzet kan worden weergegeven waarbij de onderneming noch verlies maakt, noch winst maakt. Vraag 7 Antwoord: 2.656,62 Onderneming Schakel heeft verpakkingsmateriaal in Zweden gekocht. Op de ontvangen factuur van de Zweedse leverancier staat een bedrag van SEK 24.740,--. Dit bedrag is inclusief 2% kredietbeperkingstoeslag. De koers van de Zweedse kroon is: 1,-- = SEK 9,13 (aankoop) en SEK 9,88 (verkoop). Schakel betaalt binnen de gestelde krediettermijn en mag daarom de kredietbeperkingstoeslag in mindering brengen. Wat is het bedrag in euro s dat aan de Zweedse leverancier moet worden betaald? Geef ook de berekening LET OP! Het factuurbedrag SEK 24.740 is inclusief kredietbeperkingstoeslag. Schakel betaalt op tijd. Dus moet de kredietbeperkingstoeslag uit het factuurbedrag. De kredietbeperkingstoeslag is 2% VAN het gewone factuurbedrag. Factuurbedrag SEK 24.254,90 100% Kredietbeperkingstoeslag SEK 485,10 2% Factuur inclusief kredietbeperkingstoeslag SEK 24.740,00 102% Het bedrag dat Schakel betaald is dus SEK 24.254,90 DUS EERST MOET HET TE BETALEN BEDRAG WORDEN BEREKEND. PAS DAARNA DE OMZETTING IN ANDERE VALUTA.

Schakel koopt SEK tegen de aankoopkoers van 9,13 en is hiervoor nodig SEK 24.254,90 9,13 = 2.656,62 Vraag 8 Antwoord: 199.323,30 Groothandel Zandstra verkoopt een partij potgrond met een bruto gewicht van 200.000 kg. De verkoopprijs per kg. is 1,-- exclusief 21% omzetbelasting. De tarra is 5%. Het rabat is 15%. De kredietbeperkingstoeslag is 2%. Deze toeslag vervalt als binnen 10 dagen wordt betaald. Stel de verkoopfactuur samen die Zandstra voor de levering van de 200.000 kg. potgrond verstuurt. Bruto gewicht Tarra 5% Netto gewicht 200.000 kg 10.000 kg 190.000 kg Netto gewicht 1 190.000 Rabat 15% 28.500-161.500 Omzetbelasting 21% 33.915 + Te voldoen 195.415 Kredietbeperkingstoeslag 2% 3.908,30+ 199.323,30 Bij betaling binnen 10 dagen mag de kredietbeperkingstoeslag in mindering worden gebracht. Vraag 9 Antwoord: Zeep 28, Shampoo 34,60 Onderneming Verkaik verkoopt zeep en shampoo. De vaste kosten van de zeep en shampoo worden begroot op 120.000,--. Van de vaste kosten wordt 60% toegerekend aan de zeep en 40% toegerekend aan de shampoo. De zeep en shampoo worden verpakt en verkocht in dozen van 10 stuks. De overige gegevens voor de zeep en shampoo zijn: Wat is de standaardkostprijs van een doos zeep en van een doos shampoo? Geef ook de berekening.

De formule om de standaardkostprijs uit te rekenen. N + V W Standaard kostprijs Zeep: onstante kosten zeep 60% 120.000 = 72.000 Normale hoeveelheid Zeep 9.000 Variabele kosten Zeep 20 72.000 + 20 = 8 + 20 = 28 9.000 Standaard kostprijs shampoo: onstante kosten shampoo 40% 120.000 = 48.000 Normale hoeveelheid shampoo 5.000 Variabele kosten shampoo 25 48.000 + 25 = 9,60 + 25 = 34,60 5.000 Vraag 10 Antwoord: 70,60 Groothandelsonderneming Klerk koopt, verpakt en verkoopt kookpannen. De volgende gegevens voor jaar 1 voor de kookpan van het type Hoog zijn bekend: Voor de kostprijsberekening van de kookpan van het type Hoog worden de indirecte loonkosten aan de kookpan toegerekend op basis van een percentage van de variabele verpakkingskosten. De overige indirecte kosten worden aan de kookpan toegerekend op basis van een percentage van de inkoopprijs. Wat is de kostprijs van een kookpan van het type Hoog? Geef ook de berekening. Percentage indirecte loonkosten: Indirecte loonkosten 30.000 Verpakkingskosten 40.000 Opslagpercentage indirecte loonkosten m.b.t. de verpakkingskosten is

30.000 100% = 75% 40.000 Percentage overige indirecte kosten: Overige indirecte kosten 36.000 Inkoopprijs 600.000 Opslagpercentage overige indirecte kosten m.b.t. de inkoopprijs 36.000 100% = 6% 6000.000 Standaard kostprijs Inkoopprijs 60 Variabele verpakkingskosten 4 Indirecte loonkosten 75% 4 3 Overige ind. kosten 6% 60 3,60 + Standaard kostprijs 70,60 Vraag 11 Antwoord: 541.500 Wijngroothandel Bijsterveld koopt en verkoopt vier soorten wijn: Bella, Fosso, Martin en Zenato. De groothandel koopt de wijn in grote vaten en vult de flessen zelf. Voor jaar 1 zijn de volgende standaardgegevens per 100 flessen bekend: De maximale afzet in jaar 1 is: 80.000 flessen Bella, 60.000 flessen Fosso, 40.000 flessen Martin en 50.000 flessen Zento. De verpakkingskosten en de directe loonkosten zijn proportioneel variabel met de afzet. De normale afzet is 75% van de maximale afzet en de verwachte afzet voor jaar 1 is 80% van de maximale afzet. Wat zijn de totale begrote constante kosten voor alle flessen wijn tezamen voor jaar 1? Geef ook de berekening. Voor het berekenen van de constante kosten gebruiken we de formule: = tarief deel constante kosten N We gaan nu kijken of de gegevens in de opgave staan. We beginnen met Bella onstante kosten Bella De normale hoeveelheid is De normale afzet is 75% van de maximale afzet

75% 80.000 = 60.000 Het deel van het tarief dat de constante kosten betreft is 180 100 = 1,80 (de rest is variabel) Invullen in de formule = tarief deel constante kosten N 60.000 = 1.80 voor de fles Bella is 108.000 Op dezelfde wijze worden de constante kosten voor de andere wijnen berekend. Bella 108.000 Fosso 90.000 Martin 156.000 Zenato 187.500 + Totaal constante kosten 541.500 Vraag 12 Antwoord: 13,20 Een machine voor het verpakken van koekjes met een aanschafprijs van 100.000,-- wordt in vijf jaar afgeschreven met 40% van de boekwaarde aan het begin van het jaar. De interestkosten van de verpakkingsmachine in het derde gebruiksjaar zijn 1.728,--. De complementaire kosten zijn in het derde gebruiksjaar 10.500,-- en zijn voor 50% variabel. Het verwachte aantal machine-uren in het derde gebruiksjaar is 2.100. Het normale aantal machine-uren per jaar is 2.000. Wat is het machine-uurtarief van de verpakkingsmachine in het derde gebruiksjaar? Geef ook de berekening. Rond af op 0,10.

De formule die wordt gebruikt is: N + V W Eerst worden de constante kosten berekend: De afschrijvingskosten in het derde gebruiksjaar Jaar Boekwaarde begin Afschrijving Boekwaarde eind I 100.000 40.000 60.000 II 60.000 24.000 36.000 III 36.000 14.400 21.600 De vaste kosten zijn in het derde gebruiksjaar: Afschrijvingskosten 14.400 Interestkosten 1.728 omplementaire kosten 50% 10.500 5.250 + Totaal vaste kosten 21.378 De totale te verwachten variabele kosten zijn: 50% 10.500 = 5.250 De normale hoeveelheid is 2.000 De verwachte hoeveelheid is 2.100 Het machine-uurtarief is dan N + V W 21.378 2.000 + 5.250 = 10,689 + 2,50 = 13,19 ==> 13,20 2.100 Vraag 13 Antwoord: 37,60 Onderneming Hersbach koopt en verkoopt stoelen. De stoelen worden geadministreerd tegen een vaste verrekenprijs, die bestaat uit de verwachte inkoopprijs inclusief de verwachte directe inkoopkosten. Voor jaar 1 is de verwachte inkoopprijs 22,50 en zijn de directe inkoopkosten 1,10. De normale inkoop en verkoop zijn 3.000 stoelen per maand. De totale constante indirecte inkoopkosten zijn 324.000,-- per jaar. De verkoopkosten, die geheel constant zijn, zijn 15.000,-- per maand. Wat is de commerciële kostprijs van een stoel? Geef ook de berekening. De formule die wordt gebruikt is: N + V W

onstante kosten zijn: Let op! De totale constante indirecte inkoopkosten zijn 324.000,-- per jaar. Per maand is dit dus: 324.000 12 = 27.000 per maand onstante verkoopkosten 15.000 per maand Totale constante kosten per maand is 27.000 + 15.000 = 42.000 De variabele kosten zijn: VVP is 22,50 + 1,10 = 23,60 dit zijn variabele kosten Normale hoeveelheid is 3.000 stoelen. De werkelijke verwachte hoeveelheid is onbekend. Dit is niet erg want het variabele tarief hoeft niet te worden uitgerekend. Deze is gegevens 23,60 N + V W 42.000 + 23,60 = 14 + 23,60 = 37,60 3.000

asus: Verpakkingsmachine taarten Handelsonderneming Schalk koopt, verpakt en verkoopt taarten. Voor het inpakken van de taarten wordt een verpakkingsmachine gebruikt. Jaarlijks worden 25.000 taarten verpakt en verkocht. De aanschafprijs van de verpakkingsmachine is 250.000,--. De restwaarde is op elk moment nihil. De technische gebruiksduur van de verpakkingsmachine is vijf jaar. De interestkosten zijn 6% van het gemiddeld gedurende de gehele gebruiksduur in de verpakkingsmachine geïnvesteerde vermogen. De jaarlijkse complementaire kosten zijn: Vraag 14 Antwoord: 50.000 Wat zijn de jaarlijkse afschrijvingskosten van de verpakkingsmachine op basis van de technische gebruiksduur? Geef ook de berekening. 250.000 5 = 50.000 Vraag 15 Antwoord: 7.500 Wat zijn de jaarlijks ingecalculeerde interestkosten van de verpakkingsmachine? Geef ook de berekening. De formule die wordt gebruikt is Aanschafwaarde + restwaarde 2 250.000 + 0 6% = 7.500 2 percentage = jaarlijkse interestkosten

Vraag 16 Antwoord: 3,61 Wat is de economische gebruiksduur van de verpakkingsmachine? Vul hiervoor de onderstaande tabel in. Allereerst worden de cumulatieve bedragen en prestaties op een rij gezet: umulatieve complementaire kosten umulatieve Jaar omplementaire kosten complementaire kosten I 2.500 2.500 II 11.500 14.000 III 22.000 36.000 IV 45.000 81.000 V 90.000 171.000 umulatieve interestkosten Jaar Interestkosten umulatieve interestkosten I 7.500 7.500 II 7.500 15.000 III 7.500 22.500 IV 7.500 30.000 V 7.500 37.500 umulatieve kapitaallasten. De restwaarde van de machine is op elk moment 0. Dus de kapitaallasten zijn bij iedere gebruiksduur 250.000 umulatieve prestaties De prestaties zijn jaarlijks 25.000. Deze nemen dus niet af. Jaar Prestaties umulatieve prestaties I 25.000 25.000 II 25.000 50.000 III 25.000 75.000 IV 25.000 100.000 V 25.000 125.000

De berekende gegevens kunnen nu in de tabel worden ingevuld: Jaar umulatieve kapitaallasten umulatieve interestkosten umulatieve complementaire kosten umulatieve totale kosten Aantal stuks t/m jaar Kosten per stuk I 250.000 7.500 2.500 260.000 25000 10,40 II 250.000 15.000 14.000 279.000 50000 5,58 III 250.000 22.500 36.000 308.500 75000 4,11 IV 250.000 30.000 81.000 361.000 100000 3,61 V 250.000 37.500 171.000 458.500 125000 3,67 Vraag 17 Antwoord: 621.000 Onderneming Hoogendoorn verkoopt en installeert audioapparatuur voor auto s. Er worden drie typen audioapparatuur verkocht: type Loudy, type Sound en type Black. Voor jaar 1 zijn de volgende gegevens van deze audioapparatuur gegeven: De verkoopprijzen zijn exclusief omzetbelasting. Wat is de totale dekkingsbijdrage voor jaar 1? Geef ook de berekening De dekkingsbijdrage is: Verkoopprijs variabele kosten De totale dekkingsbijdrage is de dekkingsbijdrage de afzet De verkoopprijs is bekend De variabele kosten kunnen worden berekend: Loudi 40% 150 = 60 Sound 35% 300 = 105 Black 30% 450 = 135 De dekkingsbijdrage per stuk is Loudi 150-60 = 90 Sound 300-105 = 195 Black 450-135 = 315 De totale dekkingsbijdrage is: Loudi 800 90 = 72.000 Sound 1.200 195 = 234.000 Black 1.000 315 = 315.000 + Totale dekkingsbijdrage 621.000

Vraag 18 Antwoord: 344.000 De kostprijs van een tablet is 520,--. De kostprijs bestaat voor 70% uit variabele kosten en voor 30% uit constante kosten. De verkoopprijs van een tablet is 968,-- inclusief 21% omzetbelasting. Over het boekjaar 1 is het volgend bekend: de normale verkoop is 1.200 tablets; de werkelijke verkoop is 1.300 tablets. Wat is in hele euro s de break-evenomzet van tablets voor het boekjaar 1? Geef ook de berekening. De formule voor de break-evenafzet is onstante kosten = break evenafzet Dekkingsbijdrage Let op! Dit is nog geen break-evenomzet! Het deel van de formule waarmee de constante kosten uitgerekend kunnen worden is onstante kosten = constante deel van het tarief Normale hoeveelheid onstante kosten staan nergens. Wel de normale hoeveelheid 1.200 stuks. Het constante deel van het tarief is bijna gegeven. Deze is 520 30% = 156. De constante kosten kunnen nu worden berekend. onstante kosten 1.200 = 156 De constante kosten zijn 187.200 De dekkingsbijdrage bestaat uit de verkoopprijs en de variabele kosten De verkoopprijs is gegeven maar echter inclusief BTW. De BTW moet er uit. De verkoopprijs exclusief BTW is 968 1,21 = 800 De variabele kosten zijn 70% van de kostprijs van 520. De variabele kosten zijn dus 364. De break-evenafzet kan nu worden berekend: onstante kosten = break evenafzet Dekkingsbijdrage 187.200 800 364 De break-evenomzet = 429,35 altijd naar boven afronden = 430 430 800 = 344.000 (altijd de verkoopprijs exclusief btw)

Vraag 19 Antwoord: 317.600 Onderneming Schouten koopt en verkoopt onder andere stofzuigers. Voor jaar 1 zijn de volgende gegevens over de stofzuiger bekend: de normale inkoop en verkoop is 40.000 stofzuigers per jaar. De in- en verkopen zijn gelijkmatig over het jaar gespreid; de standaard commerciële kostprijs is 92,--; de verkoopprijs inclusief 21% omzetbelasting is 145,20; de constante kosten in de standaard commerciële kostprijs bestaan uit constante machinekosten van 8,-- en de constante verkoopkosten van 1,60; de werkelijke afzet van de stofzuigers in het eerste kwartaal van jaar 1 is 11.000 stofzuigers. Wat is het bedrijfsresultaat van de stofzuigers over het eerste kwartaal van jaar 1 op basis van absorption costing? Geef ook de berekening. De verkoopprijs exclusief BTW is 145,20 1.21 = 120 Omzet 11.000 120 1.320.000 onstante kosten: Fabricage 80.000 40.000 4 = 10.000 8 = 80.000 Verkoop 16.000 + 40.000 4 = 10.000 1.60 = 16.000 Totale constante kosten 96.000 Variabele kosten: ommerciële kostrijs tarief constante kosten 92-8 - 1.60 - = 82,40 1.224.000 11.000 82,40 = 906.400 Bedrijfsresultaat 317.600

Vraag 20 Antwoord: 46.915 Van eenmansbedrijf Hulsbergen is over jaar 1 het volgende gegeven: eigen vermogen aan het begin van jaar 1 107.740,-- eigen vermogen aan het eind van jaar 1 128.855,-- privéopname uit de zaak door de eigenaar per kas 27.400,-- door de eigenaar uit de zaak onttrokken goederen voor eigen gebruik 1.400,-- door de eigenaar op de bankrekening van de zaak gestort in verband met de verkoop van privéaandelen 3.000,-- Wat is de winst van de eenmanszaak over jaar 1? Geef ook de berekening. Eigen vermogen einde jaar 128.855 Privé opnamen uit de zaak: Deze moeten bij het eigen vermogen worden opgeteld. Zouden deze privé opnamen niet hebben plaatsgevonden den was het eigen vermogen aan het einde van het jaar 27.400 hoger. 27.400 + 156.255 Onttrekking goederen: Zelfde verhaal als bij privéopnamen 1.400 + 157.655 Storting Had de storting niet plaatsgevonden dan was het eigen vermogen aan het einde van het jaar 3000 minder geweest. Dus moet de storting bij het eigen vermogen worden afgetrokken. 3.000 154.655 De privékwesties hebben niets met de bedrijfsactiviteiten te maken. Dus moeten geen invloed hebben op de winst. Door bovenstaande handelingen worden de veranderingen geëlimineerd. Het verschil tussen het eigen vermogen (gecorrigeerd) aan het einde van het jaar eigen vermogen aan het beging van het jaar is winst. 154.655 107.740 = 46.915