Opsporen van lokale private archieven

Vergelijkbare documenten
Archiefbank Vlaanderen. Archiefbank als hulpmiddel voor uw collectiebeschrijving

Sporterfgoed. De gereglementeerde boekenprijs Dyslexie? Welkom in onze bibliotheek Digital storytelling Het ABC-huis

Een workshop rond het maken van beschrijvingen op collectieniveau

Vacature erfgoedcoördinator (B1 B3) ondersteuning en vrijwilligerswerking erfgoedcel Pajottenland Zennevallei. - contract onbepaalde duur -

RELIGIEUS ERFGOED INVENTARISEREN

1. Registratie. Portaalsite Aalter Handleiding externe gebruikers - verenigingen. Portaalsite Aalter. Handleiding externen verenigingen 1

Reflectiegesprekken met kinderen

Samenwerken èn netwerken

Voorstelling project Het geheugen van de sport door Bregt Brosens, Sportimonium

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Gezocht én gevonden: vrijwilligers met een hart voor religieus erfgoed Lothar Casteleyn, Coördinator Erfgoedbeleid

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten

Samenwerkingstraject Op handen gedragen Erfgoed van processies

Onderzoek naar archieven en collecties in de beeldende kunsten

Archiefbank Vlaanderen vzw

Bronnen voor de toekomst

Klantgericht communiceren met donateurs

Zonder partners lukt het niet

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

De kracht van bewonersplatforms

Ouders over tevredenheidmetingen.

Hoe krijg je verjonging van je bestuur?

Het depotbeleid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Samenwerken zonder gezamenlijke depots

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule

Processies en documentair erfgoed

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

Om na te gaan of je klachtenprocedure zinvol is kan je jezelf de volgende vragen stellen:

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Het klopt in mijn hoofd!

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

Bibliotheekvoorzieningen in verzorgingsinstellingen. Rode Kruis Vlaanderen dienst Ziekenhuisbibliotheken

WERVINGSCIRKEL. De juiste persoon op de juiste plaats

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek

Schudden, delen, geven

Subsidiedossier Projectsubsidiereglement van 4 februari 2009 ter versterking van het lokaal cultureel erfgoedveld 2 de herziene versie juni 2012

Hoe een nieuwe organisatiefiche toevoegen als fichebeheerder?

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo osb in de onderbouw theoretische leerweg

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: Klas: 2B2

STAGEVOORSTELLEN - ERFGOED ZUIDWEST

Inleiding op het lespakket. Blz. 3. Het verhaal van Musa Blz. 4. Even voorstellen, Inleiding op Musa in de klas. Blz. 5

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

ZET DE BOXEN AAN! Kijk op de week. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Beoordelingsformulieren

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEW

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

goede redenen voor het bezoeken van een zelfhulpgroep

FUNCTIEBESCHRIJVING JURIST

Subsidiedossier Projectsubsidiereglement van 4 februari 2009 ter versterking van het lokaal cultureel erfgoedveld herziene versie juli 2010

Draaiboek mini-burgerkabinet

SMART trainen. Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training. Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina

Ik als begeleider van de begeleiders. Keuzewerkwinkel inspiratiedag IJD Hasselt

Inge Test

aan de slag met archief en documentatie lessenreeks over archief- en documentatiebeheer voor de lokale erfgoedhouder

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen.

Toespraak Sven Gatz Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel CultuurContentement Brussel, dinsdag 13 maart 2018.

Intact. goede redenen om een zelfhulpgroep te bezoeken

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Van huidige situatie naar gewenste situatie

Pedagogisch beleid Lunchkids

VIRTUEEL LEEFSTIJL CENTRUM TESTAPP RESULTATEN

Cultureel erfgoed = roerend en immaterieel erfgoed = Cultuur => Gemeenschapsmaterie

SAMENWERKING OVER DE GEMEENTEGRENZEN HEEN

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren.

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Omgevingsanalyse religieus erfgoed in het Pajottenland en de Zennevallei

Voorbeeldig onderwijs

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode

Handleiding: Hoe een activiteit inschrijven?

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Ronde 6. Wordt u ook pro bso-contractwerk? 1. Inleiding

Evaluatie Nieuwsbrief Duurzame Mobiliteit

Participatieverslag Nieuw & Anders

Succesvol Netwerken BCLR

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Hierbij informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de transitie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum naar een historisch museum.

nr. 170 van CATHY COUDYSER datum: 22 februari 2016 aan SVEN GATZ Cultureel Erfgoed - Inventaris van te digitaliseren erfgoed

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Vrijdag 1 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Officiële Opening Studio Alijn - Gent

Nieuwsbrief 5 5. Beste lezer,

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Vormingsaanbod voor universiteiten en hogescholen 2014/2015

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Archiefinstellingen aan het woord: Van Nelle s vormgevingsarchief

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Europese projecten in de praktijk. Maandag 8 december, Provincie West-Vlaanderen

De Aankomst: Molukkers naar Nederland

1. VRIJWILLIGERSBELEID- EN WERVING

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven.

Onderzoek POD en Sport

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen;

Bruikbare Aanbevelingen om de EILEEN- Benadering toe te passen

Ook jouw activiteiten in de kalender op Retie.be! Handleiding bij het invoeren

Transcriptie:

Fotoalbum uit de fotocollectie van Herman De Neve over de Joggingclub Liedekerkse Pallieters. Foto: Roger Hanon. Opsporen van lokale private archieven Roger Hanon, vrijwilliger; Koen Demarsin, Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei; Annelien Noppe, Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei; Katrien Weyns, Archiefbank Vlaanderen Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei en Archiefbank Vlaanderen bundelden de krachten in een vrijwilligersproject voor het opsporen van sporterfgoed. De sterktes en verschillende insteken van de intergemeentelijke en de Vlaamse speler zorgden voor een interessante samenwerking. Een sportclub benaderen om een erfgoedverhaal te brengen is een echte uitdaging waarvan we de opgedane ervaringen graag delen. Daarbij is het opzet van dergelijk gezamenlijk vrijwilligersproject nieuw in Vlaanderen. Wie is wie? Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei zag het levenslicht in mei 2011. De erfgoedcel is een lokaal aanspreekpunt voor iedereen die met erfgoed bezig is en wil de lokale inwoners warm maken voor het rijke culturele erfgoed in de streek. In de dertien gemeentes ten westen van Brussel die haar werkingsgebied omvatten, zijn heel wat lokale erfgoedorganisaties actief. Met minstens vier organisaties per gemeente (musea, archieven, heemkringen, diverse erfgoedwerkingen) waren dit al gauw 74 echte erfgoedorganisaties. Bij de opstart bestond de eerste uitdaging er voor de erfgoedcel in om op een systematische wijze deze organisaties en hun collecties en archieven te leren kennen, zodat een adequaat netwerk en een doeltreffende ondersteunende werking uitgebouwd kon worden. Om de opdracht haalbaar te houden, startte de erfgoedcel met een experimenteel traject waarbij ze met hulp van vrijwilligers een overzicht van de collecties en archieven opstelde. Op twee jaar tijd bezochten de vrijwilligers alle organisaties en noteerden ze informatie over de vereniging, hun noden en het bewaarde erfgoed in een access-databank. Intussen werden plannen gemaakt om ook andere doelgroepen op eenzelfde manier te bevragen. 8 META 2015 7

De online databank Archiefbank Vlaanderen staat al tien jaar ter beschikking van het publiek. 1 Waar kan ik een archiefbestand vinden over een bepaald thema, van een bepaalde organisatie of van een persoon? Met zulke vragen kan de onderzoeker bij Archiefbank terecht. De aangeboden informatie beperkt zich tot de basisgegevens over private collecties en archiefbestanden, genoteerd volgens internationale standaarden. Zo vind je bijvoorbeeld terug over welke periode erfgoed bewaard is en wat je kan raadplegen. Het is dus niet de bedoeling specifieke stukken uit een archief te ontsluiten. De doelstelling van het project overstijgt echter het beschikbaar stellen van informatie. Door private archieven op te sporen en ze te registreren, wil de organisatie bewaarders wijzen op de waarde van hun unieke stukken voor de gemeenschap en hen met raad en daad bijstaan om vernietiging te voorkomen. De scope van het project is breed. Private archieven raken alle aspecten van de samenleving: politiek, religie, cultuur, sociale bewegingen, economie, onderwijs en Archiefbank zoekt deze zowel op Vlaams, regionaal als lokaal niveau. Dat gaat van het archief van een vakbond tot het archief van de lokale tennisclub. Het benaderen en overtuigen van deze nietevidente doelgroepen vormde een grote uitdaging. Hoe overtuig je de secretaris van een lokale vereniging dat zijn archief de moeite waard is om te registreren in een Vlaamse databank? echter duidelijk dat de prospectie bijgestuurd moest worden. Archieven over bepaalde thema s, zoals kunsten, sport, ontspanning, eetcultuur en voedingssector, bleken duidelijk ondervertegenwoordigd in de online databank. Het gros van dit erfgoed moest gezocht worden in de Vlaamse huiskamers en verenigingslokalen, bovendien bij mensen die vaak weinig kaas gegeten hadden van erfgoedwerking. Dit was een gigantische opdracht voor de vier medewerkers. Een proefproject met vrijwilligers kon uitkomst bieden. Om deze nieuwe gronden aan te boren, ging Archiefbank vanaf 2013 thematisch op zoek naar privaat archivalisch erfgoed. 2 In een draaiboek werden de stappen vastgelegd. Elke campagne werd ingezet met enkele bekende voorbeeldarchieven die lokale verenigingen en personen konden inspireren om hun erfgoed aan te melden. Vervolgens werden netwerken en koepels aangeschreven om erfgoedregistratie te promoten. Deze werkwijze wierp echter onvoldoende vruchten af. Ook de diensten die Archiefbank aanbood, zoals vormingen over archiefbeheer, kenden weinig respons. De organisatie stond te ver van de lokale verenigingen die weinig kennis van of interesse in erfgoed hadden. Bovendien bleek het moeilijk om de doelgroepen echt duidelijk te maken wat erfgoed is, welke informatie gezocht werd en waarom, zeker via massacommunicatie. Daarbij was er meestal geen directe nood aan advies, die de verenigingen kon motiveren om deel te nemen, zoals die bestaat naar aanleiding van een jubileumviering. De medewerkers konden her en der via persoonlijke contacten wel basisgegevens vergaren over privéarchieven, maar de aanpak was weinig structureel en tijdsintensief. Intussen had de erfgoedcel samen met haar vrijwilligers een hoop informatie vergaard over de collecties van lokale erfgoedverenigingen in een accessdatabank. Ze wilde graag deze gegevens ter beschikking stellen aan het publiek via Archiefbank en namen contact op. Beide organisaties vonden elkaar en startten een pilootproject op. Lokaal vrijwilligersproject in de praktijk In samenwerking met de erfgoedcel kreeg een proeftraject vorm waarin lokale vrijwilligers in hun eigen regio op zoek gingen naar private sportarchieven. De taakverdeling zag er als volgt uit: Archiefbank wierf een vrijwilliger aan, die onder begeleiding van de erfgoedcel lokale sportclubs bevroeg. De bekomen informatiefiches werden gecontroleerd en gevalideerd door beide organisaties. De vrijwilliger voerde deze gegevens in de databank van de erfgoedcel in. De verzamelde gegevens in de interne databank werden vervolgens geëxporteerd naar de onlinedatabank van Archiefbank. Elke partner bracht op die manier zijn expertise in, wat resulteerde in een vollediger Beide organisaties ontplooiden gelijkaardige activiteiten vanuit een andere insteek, namelijk het verzamelen en registreren van informatie over collecties en archiefbestanden. Dit vormde de basis voor een samenwerking. De zoektocht Zowel Archiefbank als de erfgoedcel begonnen hun zoektocht naar archieven en collecties dicht bij huis in de erfgoedsector. Archiefbank startte met het verzamelen van de reeds beschikbare informatie in professionele bewaarinstellingen. Sporadisch volgde het verbrokkelde erfgoed dat in situ bewaard wordt. Een grondige evaluatie in 2010 maakte De aanpak onder de vorm van een lokaal vrijwilligersproject had een aantal belangrijke troeven voor Archiefbank. META 2015 7 9

Benadering van een sportvereniging: een vrijwilliger aan het woord Hoe krijg je voet aan de grond bij verenigingen die weinig of geen interesse hebben in erfgoed? Hoe krijg je je boodschap overgebracht? Vrijwilliger Roger Hanon zet zijn ervaringen op een rij. De opdracht van de erfgoedvrijwilliger is meestal pionierswerk dat overtuigingskracht vergt om de gesprekspartner mee te krijgen in het verhaal. De meest efficiënte manier om tot resultaat te komen is een e-mail met daarop aansluitend een telefonisch contact. Een e-mail alleen volstaat niet, want daarop komt slechts in 10 procent van de gevallen een antwoord. Vaak is dat dan nog negatief. Alleen met een persoonlijk contact via telefoon kan de weg naar meer geëffend worden. Vaak heeft de clubverantwoordelijke een verkeerd beeld van wat er gevraagd wordt en maakt hij er zich gemakkelijk van af met te antwoorden dat er niets bewaard is gebleven. Aan de telefoon kan je dit soms counteren en kan er enige goodwill losgemaakt worden. Vaak hebben de aangesproken personen de mail gezien, maar ze hebben er niets mee gedaan en vaak zelfs niet op geantwoord. Dat is al een indicatie dat het niet evident zal zijn om resultaat te boeken. Wat helemaal geen effect heeft is het achterlaten van berichten op de contactpagina van websites. Het is heel belangrijk om te benadrukken dat er geen materiaal zal meegenomen worden; dat schrikt veel clubbestuurders af uit vrees het materiaal nooit terug te krijgen. In 70 procent van de gevallen komt de vrijwilliger terecht bij relatief nieuwe clubbestuurders die vaak geen notie hebben van het clubverhaal uit de voorbije decennia. In dat geval moeten zij bereid gevonden worden om een inspanning te leveren door ofwel de oude bestuurders te contacteren met de vraag naar oud materiaal, ofwel om andere contactpersonen door te geven bij wie de vrijwilliger kan gaan aankloppen. In de praktijk gebeurt dat laatste het meest. Soms voelt het aan alsof de aangesprokene er zich op die manier wil van afmaken. Klopt de vrijwilliger direct aan bij bestuursleden met een lange staat van dienst, dan is de kans zeer groot (80 procent) dat het effectief tot een persoonlijke ontmoeting komt en dat er historisch materiaal naar boven komt. Het lukt bijna nooit om materiaal dat verspreid zit bij meerdere (oud-)bestuurders te laten samenbrengen. Meestal moet men zich tevreden stellen met het inventariseren van wat beschikbaar is bij de centrale contactpersoon. Op schaarse uitzonderingen na, zijn meerdere telefonische contacten nodig. Vaak is er na het eerste contact niets gebeurd en moet de vraag opnieuw aangewakkerd worden. Sporterfgoed inventariseren is een opdracht van lange adem. Dat komt omdat sportclubs er zich niet of zeer weinig van bewust zijn dat hun historisch materiaal ook voor mensen buiten de club interessant kan zijn. Sommige bestuurders zijn gecharmeerd met die interesse en zijn dan uiteraard bereid om inspanningen te leveren. Andere bestuurders reageren eerder achterdochtig en daarop moet ingepraat worden o.m. door te verwijzen naar andere sportclubs die reeds werden bezocht. De vraag wat er met het geïnventariseerde materiaal zal gebeuren komt nagenoeg bij elke club naar voor. Het zou resultaatbevorderend zijn, mocht daar een concreet project vanuit de initiatiefnemers tegenover geplaatst worden. Ik heb er voor geopteerd om de inventarisatieformulieren nooit te tonen aan de bevraagde personen, ik gebruikte ze enkel als leidraad in het gesprek. Door de techniciteit ervan zouden ze naar mijn gevoel de gesprekspartners afgeschrikt hebben. Het resultaat van de bevraging stuurde ik alleen door wanneer daar expliciet om gevraagd werd en dat was zeer zelden. Dat is eigenlijk al een indicatie van het belang dat de clubs hechten aan de inventarisatie. Ik verwees altijd naar de website van Archiefbank Vlaanderen. Ik wilde vermijden dat men ontgoocheld zou zijn over manier waarop dit meestal gemoedelijk gesprek vertaald werd in een droog formulier en dat dit contraproductief zou werken bij volgende contacten. Halverwege het inventarisatietraject ben ik begonnen foto s te nemen van bepaalde archiefstukken. Ik merkte dat dit goed overkwam bij de contactpersonen en de serieux van de hele aanpak ondersteunde. beeld en kwaliteitsvolle beschrijvende archiefsteekkaarten. De taak van de vrijwilliger bestaat erin om aan de hand van een adreslijst contact op te nemen met verenigingen, te peilen naar de dynamiek van de vereniging en naar de aanwezigheid van archiefstukken om vervolgens tijdens een plaatsbezoek ontbrekende gegevens te noteren en de databank te vervolledigen. Per sportvereniging vulde hij hiervoor een formulier in. De erfgoedcel en Archiefbank ondersteunden hem met een intensieve begeleiding (bespreken van de ingevulde fiches, gezamenlijke vergaderen, begeleiden bij de bezoeken en bij de invoer in de databank ), zodat de vrijwilliger de nodige vaardigheden kon verwerven om de opdracht uit te voeren. Troeven van het traject De aanpak onder de vorm van een lokaal vrijwilligersproject had een aantal belangrijke troeven voor Archiefbank. De lokale inbedding en samenwerking met de erfgoedcel vereenvoudigde namelijk de zoektocht naar de juiste contactpersonen. De aangetrokken vrijwilliger kende de regio en kon gebruik maken van een eigen netwerk als startpunt. Dit bracht de bal sneller aan het rollen. De erfgoedcel kon op haar beurt gebruik maken van haar contacten bij de gemeentelijke diensten tijdens de zoektocht naar informatie. Door de lokale verankering was er meer aandacht voor lokale accenten bij het vastleggen van de prioriteiten van de bevraging. Zo werden uitzonderlijke of representatieve verenigingen niet uit het oog verloren. Het project leefde in de regio binnen het netwerk van de erfgoedcel en de vrijwilliger. Persoonlijke contacten en bezoeken bleken de sleutel tot succes. Zo kreeg het erfgoedverhaal een gezicht, wat de drempel voor deelname aan de bevraging verlaagde. De ons-kent-ons aanpak opende niet alleen deuren, maar leidde ook naar verborgen erfgoed dat niet op de bestaande lijsten te vinden was. De juiste achtergrond en de gedrevenheid van de vrijwilliger hadden daar veel mee te maken. De resultaten werden relevant 10 META 2015 7

in hun lokale context. Zij vormen immers de basis voor verdere analyse en ondersteuningsprojecten. Het gevonden erfgoed kon direct aangewend worden in lokale tentoonstellingen en onderzoek. Ook dit verhoogde de zichtbaarheid en verlaagde de drempel tot medewerking. Het waarom van de bevraging werd zo concreter. In de samenwerking groeide het besef dat er gezocht moest worden naar een evenwicht in kwaliteitsbewaking en terminologie enerzijds en haalbaarheid van de bevraging door vrijwilligers en voor niet-erfgoedorganisaties anderzijds. Het is belangrijk om goede gegevensreeksen op te bouwen, maar in de eerste plaats moet je bij de verenigingen binnenraken. Het overtuigen van de clubs om deel te nemen bleef moeilijk. Het theoretische kader dat Archiefbank aanreikte, werd daarom aangelengd met een goede dosis pragmatisme van de erfgoedcel. Na een korte theoretische inleiding rond het begrip erfgoed en de invulling van de gegevensvelden konden de vrijwilligers de bevraging kaderen en het ingekorte formulier correct invullen. De moeilijkste opdracht was echter om de juiste taal te vinden om hun verhaal inspirerend over te brengen en erfgoedbewaarders niet af te schrikken. De nadruk lag daarom op het boeken van vooruitgang en het verzamelen van gegevens. De kwaliteit van de ingevulde formulieren verbeterde, maar controle en bijsturing van de resultaten door de erfgoedcel en Archiefbank bleef nodig, bijv. op het vlak van de consequente invulling van een veld. Het is wel duidelijk dat een dergelijk vrijwilligersproject de nodige begeleiding vereist en pas op lange termijn rendeert. Het begrip archief Archiefbank conformeert zich aan verschillende internationale standaarden voor het verzamelen van haar gegevens: De erfgoedcel noteerde ook de noden van de verenigingen en zal op termijn werk maken van een passend ONDERSTEUNINGSaanbod. De bevraging leverde zo ook een meerwaarde voor de deelnemende clubs zelf. META 2015 7 11

inhoud die een onderzoeker kan verwachten en de waarde van het geheel. Bij de vertaling van de vragenlijst binnen het project rond sporterfgoed werd de term archief veelal vermeden en vervangen door een vraag naar oude documenten of wat er overgebleven is uit het verleden. Het is daarbij moeilijk uit te leggen bij bewaarders dat de door hun bewaarde stukken feitelijk tot het archief van de sportvereniging hoort. Foto s uit de documentaire collectie van Theo Buelinckx over de toenmalige voetbalploeg Union Halle. Foto: Roger Hanon. 1 www.archiefbank.be 2 De aanpak en voorlopige resultaten van de campagne rond sporterfgoed kan je terugvinden in het volgende rapport: http://www.archiefbank.be/ doc/archiefbank_rapport_campagne_sporterfgoed_20150416.pdf (bezocht op 14 juli 2015). ISAD(G), ISDIAH, ISAAR-CPF. De gehanteerde begrippen binnen dat kader zijn voor een archivaris evidenties, maar vragen om uitleg wanneer ze ingevuld moeten worden door vrijwilligers. Wat houdt een veld als datering in? Datering van wat? Wat versta je onder omvang? Het gebruik van deze standaarden hebben absoluut een meerwaarde op lange termijn, bijvoorbeeld wanneer je gegevens wenst uit te wisselen of resultaten wilt vergelijken. Deze voordelen bestaan echter alleen als de informatie correct en uniform wordt genoteerd. Zo vormen ze eerder obstakels voor vrijwilligers. De problemen beginnen al bij het begrip archief. In de zoektocht naar in situ bewaard erfgoed is het niet mogelijk om telkens van een archief te spreken. Oudleden van verenigingen hebben vaak documentatie bewaard of reproducties, soms vermengd met originele stukken. De term collectie werd daarom ook ingezet om een onderscheid te kunnen maken met de resultaten van verzamelwoede. Dit vergemakkelijkte de opdracht van de vrijwilligers niet. Het onderscheid is in sommige gevallen moeilijk te maken bijv. als een oud-lid oude foto s van de vereniging verzamelde. Ook archivarissen worstelen vaak met de begrippen. Desalniettemin verduidelijkt de term de Ook de concepten archiefvormer en bewaarplaats bleken moeilijk voor de vrijwilligers. Voor een lokaal verenigingsarchief dat bij (oud-)leden verspreid bewaard is, zouden in Archiefbank Vlaanderen in principe meerdere informatiefiches ingevuld moeten worden één per bewaarlocatie met telkens dezelfde archiefvormer, namelijk de sportclub. In de databank van de erfgoedcel werd van in het begin al één collectiefiche gehanteerd per organisatie, gezien de organisatie vanuit hun doelstelling centraal stond. Deze lijn werd aangehouden uit praktische overwegingen, waardoor telkens maar één fiche per sportclub ingevuld werd. Het feit dat er iets bewaard is, is van groot belang want het toont aan dat iemand zich persoonlijk engageerde voor de bewaring. De sportverenigingen werden aangemoedigd om hun erfgoed te centraliseren om de kans op bewaring in de toekomst te maximaliseren, maar voor velen ligt dat moeilijk. De meeste mensen zijn niet bereid om afstand te doen van wat zij als hun eigendom beschouwen. De gegevens van verzamelaars werden wel apart genoteerd als collectie. Tot slot De gezamenlijke zoektocht van Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei en Archiefbank Vlaanderen leverde een boeiende samenwerking op, die hopelijk navolging krijgt in andere regio s. Door het inzetten van lokale vrijwilligers werd het erfgoed in een regio efficiënt en structureel bevraagd. Iets waar het 12 META 2015 7

Archiefbankteam eerder niet in slaagde. Het was eenvoudiger en sneller om voet aan de grond te krijgen in de verschillende sportclubs door gebruik te maken van de bestaande netwerken. Daarbij werd een dubbele bevraging van de verenigingen, eerst door de erfgoedcel en later door Archiefbank, vermeden. De lokale verankering van het project zorgde ervoor dat het verhaal niet eindigde bij het noteren van de gegevens. De erfgoedcel noteerde ook de noden van de verenigingen en zal op termijn werk maken van een passend ondersteuningsaanbod. De bevraging leverde zo ook een meerwaarde voor de deelnemende clubs zelf. Toch was het motiveren van de clubs om deel te nemen aan de bevraging een kritiek punt. Alle acties vertrokken vanuit de doelstellingen van de erfgoedcel en Archiefbank. Om clubs bewuster met hun archieven te laten omgaan, zullen in de toekomst vooral doelstellingen gezocht moeten worden vanuit de noden van de clubs. Een mogelijk aanknopingspunt is daarom de jubileumviering. Door de opname van de resultaten in Archiefbank Vlaanderen maakte de erfgoedcel het erfgoed uit haar streek zichtbaarder. Om dit mogelijk te maken werd de invoer van gegevens bijgestuurd conform ISAD(G) en beter gecontroleerd. Wat op zijn beurt de weg opende voor een langetermijnvisie. Wat gaan we met de gegevens en het erfgoed doen in de toekomst? De samenwerking resulteerde dus in een win-winsituatie voor de erfgoedcel en Archiefbank. Dit wel op voorwaarde dat ieder realistische verwachtingen koestert. Zo zal de beschrijving die gemaakt wordt door een vrijwilliger, vaak niet te vergelijken zijn met die van een professional. Er is wat ervaring nodig om gedegen te beschrijven. In dergelijk vrijwilligersproject hangt veel af van de vaardigheden van de vrijwilliger en de ondersteuning van de organisatie. Heeft hij of zij voldoende zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen om naar de verenigingen te stappen? Is hij of zij snel weg met de concepten? Kan hij of zij het verhaal voldoende verkopen? Don ts Een onpersoonlijke e-mail: je krijgt hierop zelden respons op. Je kan wel in een e-mail je project voorstellen en een telefoontje aankondigen. Niet luisteren naar hun verhaal: Neem de tijd, want soms krijg je de volledige geschiedenis van de club te horen. Dring jezelf niet op Te strakke planning: Het vergt tijd om de juiste personen te vinden en ze te motiveren om deel te nemen. Do s Neem persoonlijk contact op: tijdens een telefoongesprek kan je de eerste afspraken maken. Teken het vervolgparcours uit: geef aan dat je binnen x-aantal weken terugbelt en wat ze kunnen verwachten binnen een bepaalde tijdspanne. Plan een bezoek ter plaatse in: zo kan je direct alle nodige informatie correct noteren. Hanteer de juiste taal: pas je terminologie aan en spreek dus niet over archieven, collecties of erfgoed, maar maak het concreet met voorbeelden. Zoek argumenten en overtuig: schuw niet een argument als de andere verenigingen deden wel al mee of enkel jouw vereniging ontbreekt nog in het overzicht, dat wil je toch niet Kleed je bezoek in: Toon legitimiteit aan de hand van een folder, die je kan achterlaten. Of neem foto s van het erfgoed. Zorg ervoor dat de resultaten van een bezoek zichtbaar of concreet zijn: koppel na een bezoek terug door bijvoorbeeld te verwijzen naar een platform waar de verzamelde gegevens geraadpleegd kunnen worden of verwijs naar een vervolgtraject. Gun de vereniging de nodige tijd: meestal is het erfgoed van een vereniging bewaard bij verschillende personen. Vraag om al het erfgoed vooraf te verzamelen ten behoeve van het bezoek en de registratie en geef de vereniging de nodige tijd daarvoor. Bel eventueel op een afgesproken tijdstip terug voor een stand van zaken. META 2015 7 13