Tussenrapportage experimenten transitie jeugdzorg regio Eemland



Vergelijkbare documenten
Sociaal wijkteam?!?! Marijke Versteeg Teamleider sociaal wijkteam Kruiskamp- Koppel. 15 april 2014

Wijkteams in de startblokken. Aswin van der Linde

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Opleidingsprogramma De Wmo-professional

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Het Wat Werkt boekje. Wat werkt voor wijkteams?

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Medisch specialist ziekenhuis

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam

Met elkaar voor elkaar

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs

Waarmee helpt Thuisbegeleiding?

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014

sociale teams In de stad Groningen

Uitkomsten toezichtonderzoek Hengelo

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

AMHK Gelderland Noord & Midden

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

Wat werkt in wijkteams jeugd? Amsterdamse ervaringen doordenken

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving

Functioneel Ontwerp 3D Hilvarenbeek

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Anders doen. Carolien de Jong, 21 januari 2012

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Toegang tot zorg voor kinderen met een beperking. Hier komt tekst Gemeente Utrecht. Hier komt ook tekst. Marlies Kennis. Floris Fonville. Utrecht.

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Opleidingsprogramma het keukentafelgesprek

Instructie cliëntprofielen

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht

Kortdurend intensief verblijf

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Anders denken, anders doen!

Jeugdhulp in Nissewaard

Regie binnen het Sociale Domein (30 januari 2017)

KomPas Samen sterker op basisscholen

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

Commissie ethiek van de jeugdzorg, 24 januari 2014 Presentatie van Sijta de Vries. Inleiding Situatie tot De nieuwe situatie...

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving

Beschrijving. Bij opvoedingsproblemen kan doorverwezen worden naar het CJG screeningsoverleg.

Trainingsaanbod. Studiecentrum Bureau Jeugdzorg Utrecht Voor beroepskrachten die met ouders en kinderen werken

Gezin aan Zet. Een onderzoek naar de Jeugd- (en Gezins)teams in Holland Rijnland en Den Haag. Janna Eilander Jeugd in Onderzoek 2018

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving

Aanvraag Transformatiefonds Jeugdhulp regio Amersfoort

Aanpak: 1 Gezin 1 Plan Nieuw Den Helder. Beschrijving

Samenwerkingsafspraken SWV de Eem en wijkteams Amersfoort, januari 2015

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Aanpak: Gezinsmanagement/WIG. Beschrijving

Integraal en ontschot werken; kan het? Divosacongres 17 november 2016

Aanpak: OGGz. Beschrijving

Masterclass. Huiselijk geweld en het sociale wijkteam

Regie binnen het Sociale Domein

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Waarmee helpt Thuisbegeleiding?

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Workshop Privacy en Triage

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving

Project in het kader van de voorbereiding op de transformatie jeugdzorg

Specialistische Gedragscoach

Eerder en Dichtbij. Projectplan

CJG4kracht: De krachten gebundeld! Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn

Sociale wijkteams

De verbinding tussen gezondheidsachterstanden en de 3 D s in het sociaal domein: de rol van het (wijk)team

Voorbereiden door krachten te bundelen Visie op nieuwe taken Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

multiprobleem gezinnen

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

MET HART EN ZIEL VOOR KINDEREN IN DE KNEL

DOEN WE HET IN ARNHEM

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Transcriptie:

Tussenrapportage experimenten transitie jeugdzorg regio Eemland periode januari 2013 - januari 2014 Stad met een hart gemeente Baarn Leusden G E M E E N T E

Inhoud! Proeftuin Jeugd- en Gezinsteam Soesterkwartier 2 ABC Liendert na School 30 Buurtzorg Jong in Baarn en Eemnes 34 Experiment huisartsen Leusden en Woudenberg 38 Proeftuin oude en nieuwe Oosterhei in Baarn 52 Ontwikkelwerkplaats passend onderwijs Baarn 56 Ontwikkelwerkplaats passend onderwijs Leusden 62 Ontwikkelwerkplaats passend onderwijs Soest 66 Ontwikkelwerkplaats passend onderwijs Soesterkwartier 72 ZAT naar voren: jeugd in het voortgezet onderwijs (VO) 77

Proeftuin Jeugd- en Gezinsteam Soesterkwartier Amersfoort Rapportageperiode januari 2013 januari 2014 Inleiding In januari 2013 is het Jeugd- en Gezinsteam Soesterkwartier (JGTS) als eerste generalistisch team namens regio Eemland als proeftuin gestart. Het team kreeg als taak de door de Eemlandgemeenten vastgestelde leidende principes in de zorg voor jeugd (bijlage 1) in praktijk te brengen en te toetsen. De proeftuin Soesterkwartier wil leren hoe de omslag gecreëerd kan worden: van aanbod- en systeemgericht naar vraag- en mensgericht werken; van zware zorg naar lichte ondersteuning, waarbij een verschuiving van de tweedenaar de eerstelijn moet leiden tot minder instroom in de tweedelijnszorg. Daarnaast wil de proeftuin de nuldelijn versterken. Het doel van deze notitie is om u als betrokken partijen in regio Eemland te informeren over de ontwikkeling van wijkteams in Amersfoort. Het beschrijft de eerste resultaten en voortgang van het JGTS, hierna te noemen generalistisch wijkteam. Tegelijkertijd is gewerkt aan de oprichting en uitrol van meer en andere wijkteams in Amersfoort. De belangrijkste ervaringen hiermee zijn meegenomen in dit verslag. Effectmeting In het najaar 2013 is een effectmeting gedaan om te beoordelen of de inzet van het generalistisch wijkteam daadwerkelijk bijdraagt aan de genoemde doelen en dezelfde of betere resultaten biedt dan de klassieke werkwijze. De belangrijkste resultaten zijn opgenomen in dit verslag. Het complete rapport (het Ecorys onderzoek) kunt u opvragen.via de gemeentelijke website van Amersfoort: www.amersfoort.nl. Proefjaar met ruimte om te leren Het generalistisch wijkteam is een proeftuin. Dit betekent dat er ruimte is geschapen om te leren. Waar nodig kan worden bijgesteld en worden hulptroepen ingeschakeld. Nieuw te vormen wijkteams hebben deze luxe niet vanzelfsprekend. Ons advies is om ook bij deze wijkteams tijd en ruimte in te bouwen om te wennen aan en te leren van deze nieuwe manier van werken. Tijdens dit eerste proefjaar was de vraag ambtelijke interne gemeentelijke organisatie geen onderdeel van het experiment. Toch speelt hier een aantal vragen die we op enig moment moeten beantwoorden. Te denken valt aan accounthouderschap ten opzichte van de wijkteams, de sturing van de ambtelijke organisatie, de rol van de beleidsadviseur van verbinder etc. De ontwikkeling en uitrol van wijkteams is nog niet klaar. De teams leren nog dagelijks van de praktijk. Wat dat betreft hebben we niet overal een antwoord op. Dit betekent dat er gaandeweg het eerste proefjaar nieuwe vragen en onderwerpen bij zijn gekomen. Deze notitie is een momentopname en beschrijft de opbrengsten tot en met januari 2014.! "!

Leeswijzer Deze notitie is opgebouwd rond de ontwikkelvragen: 1. Geografische variëteit/schaalgrootte: Wat zou een passend verzorgingsgebied voor een wijkteam moeten zijn? 2. Inhoudelijke breedte: Wat is de doelgroep en wat als de zorg of voorziening buiten het wijkteam valt? Hoe ziet dan de aansluiting op de zorg door het wijkteam (dat altijd regie heeft) er uit? 3. De diepte: Waar liggen grensvlakken met specifieke zorg (specialismes of langdurig intensieve zorg), met informele zorg en met collectieve voorzieningen? En welk mandaat heeft het team; is zij de toegangspoort (indiceerder) naar de specifieke zorg? De beantwoording van de ontwikkelvragen is opgesplitst in drie items: a. Beschrijving van de proeftuin Soesterkwartier b. De ervaringen c. De beleidsmatige / bestuurlijke en operationele resultaten en bevindingen In de bijlagen zijn de volgende verdiepende documenten opgenomen: 1. Leidende principes en ontwikkelvragen 2. Selectieprocedure en profiel wijkteammedewerker en wijkteamleider 3. Het werkproces 4. SAVE-team 5. Samenvatting cliëntevaluaties afgeronde casussen 6. Geraadpleegde bronnen! #!

1. Geografische variëteit/schaalgrootte Wat zou een passend verzorgingsgebied voor een wijkteam moeten zijn? 1.a Beschrijving Het Soesterkwartier kenmerkt zich door een hoge instroom in de jeugdzorg, veel sociale problematiek en al veel gestarte initiatieven ter verbetering van de samenwerking, bijvoorbeeld tussen partijen als de ontwikkelwerkplaats passend onderwijs en actieve bewoners. Op basis van deze globale analyse van de wijk is gekozen om hier bij wijze van proef van start te gaan met een Jeugd- en Gezinsteam. Voor de proeftuin is gekozen om al doende te leren. Dit betekent dat alleen de noodzakelijke kaders zijn vastgelegd: veiligheid borgen, en werken volgens de door regio Eemland vastgestelde leidende principes (zie bijlage 1). Samenstelling generalistisch wijkteam Het generalistisch wijkteam bestond van januari tot en met juli 2013 uit negen professionals en vanaf september tot en met januari 2014 uit tien professionals en een teamleider. Zij werken gemiddeld 28 uur per persoon per week. De teammedewerkers zijn afkomstig van verschillende instellingen op het gebied van welzijn en zorg in Amersfoort. Ze hebben ieder hun eigen expertise op het gebied van: licht verstandelijke beperking, psychiatrie, contextueel en systemisch werken. Ze zijn allemaal deskundig en ervaren op het gebied van hulpverlening aan gezinnen. Het wijkteam is vooralsnog (als tijdelijke oplossing) ondergebracht in een basisschool in het Soesterkwartier. Achterliggende gedachte is dat het team op deze manier dicht bij de vindplaats van kinderen is gehuisvest. Onafhankelijke teamleider De aangestelde teamleider is van buiten aangetrokken om de onafhankelijkheid te kunnen borgen en te kunnen functioneren zonder ballast van de eigen organisatie. Daarnaast kan de onafhankelijke teamleider met een frisse blik naar de domeinen welzijn en zorg kijken. 1.b Ervaringen Werkproces De start van een traject is een gesprek dat in principe bij de mensen thuis plaatsvindt. De hulpvrager licht de situatie toe en vertelt waarom hij/zij hulp heeft gezocht. De wijkteammedewerker gaat in op alle vragen van de gezinsleden. Samen met de hulpvrager brengt de medewerker de mogelijkheden in beeld om zaken aan te pakken: wat kan de persoon zelf, waarvoor kan hij/zij zijn/haar netwerk inschakelen en wat kan het wijkteam betekenen? Belangrijk is dat niet alleen gekeken wordt naar zorgen, maar ook naar krachten en oplossingen. Het operationaliseren van de leidende principes heeft geleid tot een werkproces zoals beschreven in bijlage 3. Hulpvraag stabiliseert Na een jaar zien we dat de hulpvraag stabiliseert en dat een team van tien professionals die ieder 28 uur per week werken, voldoende is voor de caseload die nu binnenkomt. We weten ook dat een aantal zorgaanbieders nog steeds zelf langdurige zorg biedt aan gezinnen in de wijk. We zijn met hen in gesprek over overdracht naar het generalistisch wijkteam. Dit betreft bijvoorbeeld de begeleiding van gezinnen waarvan de ouders een verstandelijke beperking hebben en kinderen die bij de RIAGG in behandeling zijn. Toegankelijk team Het is inmiddels een hecht team en vooral toegankelijk voor instanties en organisaties.! $!

Voor de bewoners minder. Dit wordt niet als problematisch ervaren omdat is gebleken dat het niet nodig is zolang de verwijzers (huisartsen en scholen, Jeugdgezondheidszorg (JGZ)) het team maar weten te vinden. Zelfsturend vermogen De eerste ervaringen met betrekking tot de omvang van het team leren dat een team niet te groot moet zijn. Het generalistisch wijkteam heeft een groot zelfsturend vermogen, maar is niet zelfsturend. Het team is bij voorkeur niet groter dan twaalf professionals om een gedeelde verantwoordelijkheid te blijven voelen (optimaal is ongeveer tien) omdat: de professionals volledig op elkaar moet kunnen vertrouwen. Je wordt namelijk met een teamlid op de meest zware probleemgezinnen afgestuurd. Je moet blind op elkaars vakkundigheid kunnen rekenen. Dat kan niet als de groep te groot wordt; je moet immers met ieder teamlid de vertrouwensband kunnen voelen. je in een kleiner team weet bij wie je wat kunt halen. Je moet een goed beeld hebben van ieders deskundigheid/expertise zodat je jezelf kunt ontwikkelen tot generalist. Rol teamleider Het team is niet geheel zelfsturend. We hebben gekozen voor een teamleider, omdat we een nieuwe werkwijze willen ontwikkelen, gebaseerd op de leidende principes. De teamleider stuurt op het toepassen van de leidende principes. Dit betekent dat hij/zij bij elke casus waarom-vragen stelt en de wijkteammedewerkers leert geen genoegen te nemen met de bestaande situatie ( zo gaat dat nu eenmaal ). De teamleider stuurt op snelheid van handelen en op resultaatgericht werken. Met name de resultaatgerichtheid (welke doelen stel je in het gezin? Wanneer zijn de doelen bereikt en kan de begeleiding afgesloten worden?) is in de klassieke werkwijze onderbelicht. De teamleider coacht verder de medewerkers in de ontwikkeling tot generalist. Daarvoor stimuleert hij/zij samenwerking en van elkaar leren. De teamleider zorgt ervoor dat van elke casus geleerd wordt, ook op het niveau van samenwerking met andere hulpverleners. Benodigde expertise Idealiter bestaat een generalistisch wijkteam uit een mix van eerste- en tweedelijnsprofessionals. Hun expertise is veelzijdig. Wat voor een team nodig is, zijn collega s: jeugdhulpverleners uit de tweedelijnsjeugdzorg, jeugdhulpverleners uit de eerstelijnszorg, professionals van Bureau Jeugdzorg, professionals met kennis van LVB en GGZ (hoeven geen specialist te zijn). Het algemeen maatschappelijk werk is voor een jeugd- en gezinsteam minder van belang dan voor een sociaal wijkteam. Voor professionals is het van belang dat zij leren dat een hulpvraag nooit als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Verwijzers Vanaf de start van het generalistisch wijkteam blijken de huisartsenpraktijk Soesterkwartier en de GGD belangrijke doorverwijzers te zijn. Verder komen, naast aanmeldingen door gezinnen zelf, de vragen binnen via de basisscholen, de ondersteuningsteams, het casusoverleg huiselijk geweld, het Centrum voor Jeugd en Gezin en de leerplichtambtenaar. Ook vanuit de omgeving van het gezin of de persoon (bijvoorbeeld vrienden of familie) worden vragen gesteld bij het wijkteam. 1.c-1 Resultaten en bevindingen Beleidsmatig/bestuurlijk Registratiesysteem Het is noodzakelijk om uiteindelijk te werken met een eenduidig regionaal registratiesysteem. Eenduidige managementinformatie geeft ons handvatten om te sturen. Als pilot is gekozen voor de ontwikkeling van een digitaal registratiesysteem dat onderdeel is van Mens Centraal. Dit systeem biedt de mogelijkheid om regionaal eenduidig te registreren, informatie te delen (met goedkeuring van de cliënt) en hiermee! %!

onnodige bureaucratie te voorkomen. Deze ontwikkeling moet regionaal gedragen worden. Vertrouwen van partners Voor het slagen van het wijkteam is het winnen en krijgen van vertrouwen van partners als onderwijs en huisartsen een voorwaarde. Zij zijn belangrijke verwijzers (ieder ongeveer 25 procent en de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ongeveer 30procent) en blijven alleen verwijzen als ze zien dat het werkt. Hen informeren over waar het wijkteam voor is en over het starten en afsluiten van trajecten in gezinnen die zij verwezen hebben, is van groot belang. Verwijzers verwachten een terugkoppeling over de ingezette acties en resultaten. Committeren van organisaties De samenstelling van een nieuw wijkteam vraagt niet alleen veel van de betrokken professionals. Ook de betrokken organisaties moeten zich committeren aan de leidende principes als vertrekpunt en mee durven gaan in een andere manier van professioneel handelen. Ze moeten regelruimte voor de professional organiseren en blijven bouwen op eigen kracht en redzaamheid. Het is sterk aan te bevelen om door te vragen op de bereidwilligheid zelf veranderingen aan te brengen in de interne prioriteiten en werkprocessen van de organisaties, inclusief het instrueren van de managers. Kwaliteitsborging Het is belangrijk gebleken om ook in een proeftuin vanaf de start oog te hebben voor kwaliteitsborging van het wijkteam. In het eerste kwartaal van 2014 wordt in Amersfoort gewerkt aan een kwaliteitsbeleid. Deze wordt verankerd in de werkprocessen. Apparatuur De wijkteammedewerkers zijn veel onderweg en bij gezinnen in huis. Hier hoort goed functionerende apparatuur bij. Door de professionals te voorzien van telefoons en tablets kunnen zij hun werk efficiënt en onafhankelijk van plaats en tijd uitvoeren bij en met cliënten samen. Gemeentelijk beleid Hoe meer problemen huishoudens hebben, des te vaker zal maatwerk nodig zijn om de problemen effectief aan te pakken. Ons systeem is hoofdzakelijk ingericht op het geven van toegang tot individuele standaardvoorzieningen. Terwijl maatwerk meestal gericht is op een heel huishouden of zelfs de directe omgeving van het huishouden. Sommige situaties zijn zo uniek dat een persoonlijke benadering de enige manier is om effectief oplossingen te bieden. Echter, de regels, routines en centrale benadering zijn leidend. Dit gaat ten koste van maatwerk. Op het niveau van beleid zou een afwegingskader voor maatwerk ontwikkeld kunnen worden. Enerzijds zijn er regels, routines en een centrale organisaties voor de meerderheid van de burgers, anderzijds bestaan er vrije kaders waarbinnen professionals decentraal, legitiem maatwerk aan mensen met meerdere problemen kunnen bieden, omdat dit beter, goedkoper en effectiever is. Voorbeeld hiervan is huisvestingsbeleid. 1.c-2 Resultaten en bevindingen Operationeel Omvorming tot generalist Bij de vorming van wijkteams is de vlotte ontwikkeling in het team van de professional tot generalistisch werker erg belangrijk. We hebben professionals nodig, die gespecialiseerd zijn in het maken van een integraal overzicht, het stellen van de diagnose genoeg is genoeg en het verschaffen van toegang tot professionele hulp en ondersteuning die echt nodig is. In de praktijk blijkt dat investeren in scholing van de professional van cruciaal belang is en een structureel onderdeel moet zijn van de uitvoeringspraktijk. Professionals moeten niet alleen met elkaar samenwerken, maar in toenemende mate ook met hun cliënt.! &!

Analyse van de wijk Bij de definitieve keuze voor het verzorgingsgebied van een wijkteam is het belangrijk een analyse van de wijk te maken. Een en ander op basis van variabelen als te verwachten zorgbehoefte, leeftijdsopbouw, samenstelling van huishoudens en stapeling van het zorggebruik, aantal bijstandsgerechtigden, opleidingsniveau en de mate van sociaal isolement. Doelstellingen formuleren Voor de start is het verstandig samen met partners in de wijk doelstellingen te formuleren over de gewenste resultaten. Huisvesting Zorg bij de start van een wijkteam voor goede huisvesting. Eén lokaal in een schoolgebouw is ontoereikend. Soms is het nodig (bijv. bij een huisverbod van een van de ouders) om cliënten uit te nodigen op de locatie van het wijkteam. Daarvoor moet een spreekkamer beschikbaar zijn. Het scheiden van werkruimtes en teamruimten is aan te bevelen. Gezamenlijke huisvesting met de JGZ, huisartsen, onderwijs en/of welzijn heeft grote meerwaarde. Inmiddels is een eisenlijstje opgesteld waaraan een geschikte locatie voor een wijkteam moet voldoen. Samenwerken Samenwerken is niet vrijblijvend. Het is verstandig om in de samenwerking tussen wijkteams en bijvoorbeeld SAVE-teams (zie bijlage 4), Bureau Jeugdzorg en collectieve voorzieningen duidelijk te bepalen wie waar verantwoordelijk voor is en vast te stellen wie wat doet voor wie. Ureninvestering Bij de start van proeftuin Soesterkwartier is 24 uur per professional gevraagd. Dit bleek onvoldoende, omdat er dan in verhouding tot directe klantcontacten teveel tijd besteed wordt aan de noodzakelijke overleggen (2 x 2,5 uur per week). Hierdoor blijft te weinig tijd over om in gezinnen aan de slag te zijn. Bij volgende wijkteams is een minimumeis gesteld van 28 tot maximaal 36 uur per week. Flexibiliteit is hierin overigens ook van belang: s avonds werken, vrije dagen ruilen, etc. Doorstroom naar dure zorg verminderen Een belangrijke doelstelling van het wijkteam is de doorstroom naar dure zorg verminderen. Wat betekent dit voor de samenstelling van het team? Het advies is om op basis van een globale analyse van het verzorgingsgebied de aard van de benodigde expertise en kennis per team vast te stellen. Om doorstoom naar dure zorg te verminderen is het aan te bevelen om continu aandacht te hebben voor het ontwikkelen van de juiste vaardigheden. Er is hiertoe bijvoorbeeld een kick-off training van vier dagdelen ontwikkeld voor nieuw te starten wijkteams. Doel van deze training is extra bagage mee te geven over het hoe en waarom van wijkgericht werken, de inhoudelijke beweging in het sociale domein en wat de generalistische werkwijze inhoudt. Voorselectie van professionals Een duidelijk omschreven profiel van de wijkteamgeneralist en van de teamleider helpt in het duidelijk maken van de verwachtingen en de werving en selectie van de juiste mensen in het team (zie bijlage 3). Duidelijk maken aan de zorgaanbieders wat het wijkteam nodig heeft en hen zelf de voorselectie laten doen (vraag naar motivatiebrief en cv), bespaart veel tijd in de selectieprocedure. Registratiesysteem Bij de start van nieuwe teams helpt het om meteen met een goede registratie in een eenduidig systeem te beginnen en een uniform werkproces te volgen. Zie ook punt 1.c-1.! '!

Klachtenregeling Het hebben van een klachtenregeling is onmisbaar bij de start van een nieuw te vormen wijkteam. Het wijkteam heeft op dit moment geen juridische status en valt daarmee onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit betekent dat de gemeente ook verantwoordelijk is voor de behandeling en afwikkeling van klachten over de wijkteams. Wij hanteren hiervoor de geldende verordening Klachtbehandeling 2012. Voor de medewerkers van de wijkteams is een interne werkinstructie opgesteld, gebaseerd op de geldende verordening. 2. Inhoudelijke breedte In deze leervraag staat centraal wat de doelgroep is en wat als de zorg of voorziening buiten het wijkteam valt: hoe ziet de aansluiting op de zorg door het wijkteam (dat altijd de regie heeft) er dan uit? 2.a Beschrijving Het generalistisch wijkteam is er om mensen (tijdelijk) te ondersteunen als het niet lukt om zelf oplossingen te vinden voor vragen rond bijvoorbeeld opvoeden, huisvesting, financiën en relatie. Veel zorgvragen die bij het generalistisch wijkteam binnenkomen, zijn afkomstig van gezinnen die op meerdere leefgebieden vragen/problemen ervaren. Dit wil zeggen dat op meerdere leefgebieden van de Zelfredzaamheid-Matrix zorgen zijn (verslaving, huiselijk geweld, financiën, huisvesting, opvoeding, relatie, etc). Eenvoudige opvoedvragen worden zo snel mogelijk doorgespeeld naar de JGZ. Regie bij wijkteam Het wijkteam draagt zorg voor afstemming en samenwerking met andere partijen zoals huisarts, JGZ, welzijn en onderwijs. Het team is ook verantwoordelijk voor het inschakelen van meer specialistische zorg. De regie blijft in principe bij het wijkteam, samen met de hulpvrager (één huishouden, één plan). Het wijkteam vormt de centrale toegang en startpunt voor hulp en ondersteuning. Burgers en professionals komen terug bij het wijkteam als een probleem niet opgelost kan worden met een bepaalde voorziening of interventie. Hiermee voorkom je shopgedrag en wordt de praktijk van doorverwijzen voorkomen. Alle betrokken hulpverleners werken vanuit hetzelfde gezinsplan. Veiligheid borgen Zodra het generalistisch wijkteam vragen of zorgen heeft over de veiligheid van een kind, wordt afgestemd met het SAVE-team. De Jeugdreclassering, spoedeisende hulp, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), medewerkers van de Toegang en Jeugdbeschermingswerkers (Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU) en William Schrikker Groep (WSG)) en raadsonderzoekers opereren in dit team samen. Op basis van verschillende casuïstiek zijn criteria ontwikkeld voor het inschakelen van het SAVE-team (consult, direct samen erop af, later inschakelen als sprake is van zorgmijding, etc.). Het SAVEteam werkt in principe voor alle nieuwe wijkteams. Op dit moment is nog onvoldoende zicht op het maximale voedingsgebied /de benodigde capaciteit SAVE-teammedewerkers in relatie tot de wijkteams. Wijkteammedewerkers zijn op het gebied van veiligheid op de volgende manier toegerust: Training Zicht op veiligheid Taxatie-instrumenten veiligheid Meldcode kindermishandeling Elkaar kritisch bevragen op het leidende principe veiligheid voorop! (!

2.b Ervaringen Meerwaarde multidisciplinaire karakter De wijkteammedewerkers zijn erg te spreken over het multidisciplinaire karakter van het generalistisch wijkteam. Medewerkers ervaren enorme toegevoegde waarde in het snel vinden van elkaars expertise en het snel en proactief mogen en kunnen handelen zonder indicatie. Ook ervaren de professionals dat ze vinger aan de pols kunnen houden bij een huishouden. Als de primaire zorgvraag is opgelost, helpt dit sterk bij het voorkomen van herhaling van de vraag. Door de bredere blik kunnen de professionals ook helpen in situaties die in de klassieke werkwijze nergens thuis hoorden. Het werkt voor zowel professional als cliënt motiverend om niet eerst in kaart te hoeven brengen wat precies het probleem is en tot welke doelgroep de hulpvrager behoort (t.b.v. de financiering). Wijkteammedewerkers kunnen direct, oplossingsgericht aan de slag op alle leefgebieden waar zorgen zijn. Op deze manier zijn ze weer in staat hun vak uit te oefenen (professionele autonomie) zoals beschreven in het eerste visiedocument. In de praktijk blijkt dus dat veel meer opgelost kan worden dan van tevoren was voorzien. Dit komt overeen met uitkomsten elders in het land. Trainingen Het generalistisch wijkteam heeft diverse trainingen en een opleiding gekregen van specialistische instellingen: Bureau Jeugdzorg verzorgde Zicht op veiligheid en omgaan met gescheiden ouders, Victas Signalen van verslaving en Youké Hechtingsstoornissen. De professionals hebben zich hiermee verder kunnen ontwikkelen tot breed werkende generalist. Samenwerken Het generalistisch wijkteam werkt intensief samen met diensten als Sociale Zekerheid, Stadsring51 (financiële- en sociaaljuridische problematiek) en VIA (Voorkomen huisuitzetting). Dit leidt ertoe dat effectiever hulp kan worden verleend aan multiprobleemgezinnen. Vaak zijn de financiën of huisvestingsproblemen niet het hoofdprobleem, maar door daarin wat beweging te creëren ontstaat (emotionele) ruimte om aan de andere problemen te werken. Wijkteams, mits goed toegerust met voldoende expertise, zijn goed in staat gezinnen te begeleiden met problemen op meerdere leefgebieden. Verwijzers zijn enthousiast over de samenwerking met wijkteams. De scholen en de JGZ zijn erg tevreden over de snelheid van handelen en de mogelijkheid om het wijkteam in te zetten zonder al precies te hoeven aangeven waarvoor. Voorheen moest er een gerichte vraag gesteld worden aan één specifieke aanbieder of aan meerdere aanbieders voor één gezin met verschillende problemen. De directe betrokkenheid van het wijkteam bij het ondersteuningssysteem onderwijs (letterlijk aan tafel zitten met de ouders) levert sneller inzicht in het vraagstuk en daarmee in de te zetten stappen. De huisartsen zijn vooralsnog bescheiden enthousiast over de samenwerking met het wijkteam. Zij hebben behoefte aan vaste contactpersonen waar ze vertrouwen in hebben en meer terugkoppeling over wat het wijkteam aan het doen is in de gezinnen die zij doorverwezen hebben. Het wijkteam hanteert het principe niet over, maar met cliënten te praten. Door mét de ouders en de gezinsleden in gesprek te gaan in plaats van over hen te praten kom je sneller tot de kern van de vraag en vindt directe aansluiting plaats op de leefsituatie van het gezin. De ouder is in dat geval de regisseur en bepaalt mede het traject. De huisarts voelt zichzelf regisseur in het gezin want uiteindelijk komt de cliënt altijd bij hem/haar terug. Het wijkteam heeft ook een regisserende rol in het traject. Dit is soms een lastige combinatie.! )!

SAVE-team In 2013 heeft Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU) een pilot ontwikkeld: SAVE. Het SAVEteam is geen extra schakel, maar werkt aanvullend op het wijkteam. BJU heeft een SAVE-team als pilot gepositioneerd in het Soesterkwartier (zie bijlage 4). Dit heeft geresulteerd in de volgende afspraken tussen proeftuin Soesterkwartier en BJU: 1. We streven hetzelfde taalgebruik na. 2. Wanneer schakelt het wijkteam het SAVE-team in? Als cliënten na een zorgmelding openstaan voor hulpverlening kunnen duidelijke afspraken worden gemaakt over de veiligheid en wordt zonder SAVE gestart. Het is hierbij van belang informanten te raadplegen(bv. school, consultatiebureau, huisarts etc.). Is er binnen zes maanden een hermelding, dan wordt contact gelegd met SAVE. Bij een zorgmelding waarbij jonge kinderen betrokken zijn en sprake is van meervoudige problematiek wordt SAVE altijd geconsulteerd. Bij zorgmijdende gezinnen waarbij kinderen zijn betrokken. Bij gesloten en hierboven genoemde gezinssystemen kan een vroege inschakeling van SAVE een groot voordeel hebben: het wijkteam kan invoegen en BJU kan de kaders stellen. Hierdoor krijgen interventies de kans in alle rust gewogen te worden en hebben cliënten in een vroeg stadium invloed op de weg die ingeslagen wordt. Bij risicozwangerschappen (verslaafde moeders, LVB-ouder, huiselijk geweld of een combinatie etc.) wordt SAVE ingeschakeld. 3. Wanneer gaat SAVE ertussenuit? De Save-medewerker blijft zo kort mogelijk, maar zo lang als nodig is betrokken bij het gezin. Hierop heeft het gezin zelf invloed: de afspraken zijn gemaakt en de wegen zijn duidelijk. Multiprobleemgezinnen Het wijkteam blijkt in staat te zijn ook de multiprobleemgezinnen succesvol te begeleiden. Door dit bij het wijkteam te beleggen is vooralsnog geen apart team voor de multiprobleemgezinnen nodig. Zie ook 3.c-2. 2.c-1 Resultaten en bevindingen Beleidsmatig/bestuurlijk Toegang tot collectieve voorzieningen De toegang van het wijkteam tot de collectieve voorzieningen moet laagdrempelig zijn. Als het generalistisch wijkteam bij scholen, huisartsen, kinderopvang, vrijwilligersinitiatieven en kerken goed bekend is, kunnen deze organisaties sneller en makkelijker verwijzen naar het wijkteam en vice versa. Gaat het om eenvoudige hulpvragen, dan kan de organisatie - onder begeleiding van het team - zelf helpen bij het verhelderen van de hulpvraag of het oplossen ervan. Gezamenlijke huisvesting helpt enorm in het vinden van elkaar. Relatie met huisartsen Investeren in een goede relatie met de huisartsen is in proeftuin Soesterkwartier erg nuttig en belangrijk gebleken. Ook al heeft het wijkteam de regie zodra de cliënt onder haar hoede valt, de huisarts blijft zich eindverantwoordelijk voelen voor wat er gebeurt rond zijn of haar patiënt(en). Het is niet de bedoeling dat over cliënten uitgebreid gerapporteerd wordt zonder inbreng van de cliënt. Hoe kan de huisarts wel in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen? Dit is bijzonder relevant als het wijkteam óók, naast de huisarts, het mandaat krijgt toe te leiden naar specialistische zorg. Op twee niveaus wordt hierover met de huisartsen gesproken: 1. De behoefte aan terugkoppeling/informatievoorziening. De huisarts blijft de continue factor in de zorg voor het gezin. Wat heeft hij nodig om die rol goed te kunnen vervullen? Daarin moeten wijkteam en huisartsen elkaar nog beter vinden. Wijkteam en huisartsenpraktijk(en) in de wijk vormen straks immers het hart van de zorgverlening voor de mensen in de wijk.! *+!

2. De toeleiding naar specialistische zorg. Het wijkteam kan in een traject specialistische zorg inschakelen, evenals de huisarts. De huisarts kan er ook voor kiezen een persoon niet naar het wijkteam te verwijzen maar direct door te sturen naar een specialist. Deze gezamenlijke poortwachtersfunctie moet de komende periode worden uitgewerkt. Dit gebeurt op regionaal niveau in samenwerking met de huisartsenvereniging Eemland. Budgetbeheer De verbinding leggen met de juiste partijen zoals budgetbeheer en woningcorporatie kan helpen om snel te schakelen als dat nodig is. Vaak ondersteunt dit in het oplossen van de daadwerkelijke hulpvraag omdat het overheersende belemmeringen als stress over huisvesting en schulden snel weg kan nemen. Samenwerking met gemeente Met Sociale Zekerheid van de gemeente Amersfoort is geconcludeerd dat bij een aantal gezinnen de regie kan worden overgedragen aan het wijkteam. Het gaat dan om gezinnen op de onderste trede van de participatieladder, met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (dus niet in een traject, wel met een uitkering). We zien hier dat het voor de gemeentelijke organisatie ook een opgave is optimaal aan te sluiten op de wijkgerichte aanpak. Er is geleerd dat ook van gemeentelijke diensten de omslag aanpassingen vergt in de eigen werkwijze/werkprocessen. Randvoorwaarden Het operationaliseren van de leidende principes uit de visie vraagt meer dan alleen het inrichten van een nieuwe structuur. In het denken en doen moeten wijkteams tijd en aandacht hebben voor de randvoorwaarden om het generalistisch werken goed toe te kunnen passen. Verschillende aandachtspunten zijn hierbij van toepassing: Schep de juiste randvoorwaarden met betrekking tot het toepassen van vraaggericht werken (snelheid, beschikbare tijd, dichtbij/vertrouwen, één huishouden - één plan, generalistische scope) Organiseer blijvende scholing/intervisie/coaching om professionals te helpen de nieuwe manier van werken te internaliseren (losweken van oude patronen) Blijf investeren in de relatie met andere professionals (onderwijs/ huisartsen e.d.) Samenwerking met SAVE De samenwerking met het SAVE-team verloopt uitstekend, omdat onder andere heel duidelijk is afgesproken wie waarvoor verantwoordelijk is en wie wat doet voor wie in deze samenwerking. De mogelijkheid voor de wijkteammedewerkers om het SAVE-team in te schakelen met betrekking tot onveilige thuissituaties (huiselijk geweld, kindermishandeling of crimineel gedrag) voelt als de juiste steun rondom het garanderen van de veiligheid. Het goed communiceren over de functie van SAVE valt aan te bevelen: inschakelen betekent niet direct gedwongen kader. Geen SAVE inschakelen betekent niet dat het wijkteam niet dringend de veiligheid bespreekt. SAVE is dus iets anders dan spoed. Eindconclusie: de pilot is geslaagd en vraagt om structurele inzet voor regio Eemland. Om dit al in 2014 verder uit te rollen is het gesprek met BJU en de huidige financier (de provincie) noodzakelijk. Wijkteams en veiligheidshuis Duidelijk is geworden dat de samenwerking tussen de wijkteams op 3D-niveau (WMO, AWBZ en Jeugdzorg) en het veiligheidshuis een apart vraagstuk is. Hoe gaan zij zich tot elkaar verhouden? Hier moeten nadere afspraken over worden gemaakt. Aanpassen huisvestingsverordening De ervaringen in de pilot hebben ons geleerd dat het gaat om de totale leefsituatie van een gezin. Een aantal keer is gebleken dat eerst gezorgd moest worden voor huisvesting. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeente Amersfoort haar huisvestingsverordening heeft aangepast en een contingent beschikbaar stelt ten behoeve van het wijkteam.! **!

Samenwerking derden Zoals al eerder beschreven is een goede samenwerking met andere partijen cruciaal bij de komst van een nieuw wijkteam. Dezelfde taal spreken, open en transparant zijn. Andere partijen bewegen zodra ze het gevoel hebben dat het ze wat oplevert. De investering in proeftuin Soesterkwartier in het contact met de huisartsen heeft opgeleverd dat zij inzicht willen geven in hun verwijsgedrag en waardering hebben geuit over het feit dat zij met één gezicht binnen het wijkteam te maken hebben. Daarbij gaat het niet alleen om de samenwerking met het team maar ook tussen de gemeente en partners (onderling) op bestuurlijk niveau. 2.c-2 Resultaten en bevindingen Operationeel JGZ-verpleegkundige De JGZ-verpleegkundige neemt als generalist niet deel aan het wijkteam, maar is voor 8 uur per week verbonden aan het team, kan casuïstiek inbrengen en zorgt voor een warme overdracht door samen met de wijkteammedewerker een huisbezoek af te leggen. De GGD breidt zelf de mogelijkheden tot huisbezoeken uit ten behoeve van lichte opvoedvragen. Inhoudelijke kwaliteiten Om de inhoudelijke breedte goed te waarborgen, zijn in het generalistisch wijkteam kwaliteiten nodig omtrent: veiligheidsvraagstukken en huiselijk geweld, opvoedingsvraagstukken (intensief ambulant gezinsbegeleiders), psychiatrische stoornissen (van ouders en de kinderen) en de gevolgen voor de opvoedvaardigheden, omgang met LVB-ouders en -kinderen, het creëren van overzicht op alle levensgebieden van de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM). Uiteraard bezit niet elk teamlid al deze vaardigheden. Het gaat om de bereidheid en de ruimte krijgen om van elkaar te leren en kennis over te dragen. Laagdrempeligheid Het generalistisch wijkteam hoeft niet laagdrempelig te zijn, wel vrij toegankelijk voor iedereen en goed vindbaar voor vooral de nulde- en eerstelijnszorg. Vroege interventie De GGD/JGZ is een belangrijke vroegsignalerende partij voor het generalistisch wijkteam. Op dit moment is de JGZ voor 30 procent van de caseload de verwijzer naar het team. Goede afspraken over samenwerking is een duidelijke meerwaarde die tot vroege interventie leidt. Generalistisch werken Het vraagt een omslag in denken en doen om de generalistisch wijkteammedewerker in staat stellen te werken volgens de leidende principes. Generalistisch werken in een wijkteam is een vak. De wijkteammedewerker uitdagen zo ver mogelijk te gaan, vraagt om de bevraging van de medewerker door teamleider en collega s op vragen als: wat kun je zelf, waarin denk je dat je tekortschiet, wat kan het team hierin betekenen en wat verwacht je van het inschakelen van specialistische hulp (zorg die je zelf niet kan bieden)? In de proeftuin Soesterkwartier is veel geïnvesteerd in van elkaar leren, zodat de professionals snel het vertrouwen krijgen de breedte van de vragen aan te kunnen. Zij hebben geleerd dat de kwaliteit en deskundigheid bevorderd worden door: in de leerfase te werken in duo s (bij de start en het inwerken van nieuwe collega s); casuïstiek te bespreken in reguliere teamoverleggen; maandelijks geagendeerd methodisch werkoverleg te voeren; intervisie.! *"!

3. De diepte Deze leervraag stelt de vraag waar de grensvlakken liggen met specifieke zorg (specialismes of langdurig intensieve zorg), met informele zorg en met collectieve voorzieningen. En welk mandaat heeft het team; is zij de toegangspoort (indiceerder) naar de specifieke zorg? 3.a Beschrijving Het generalistisch wijkteam probeert de instroom in de specialistische zorg te verminderen door er snel bij te zijn en zelf aan te pakken waar het kan. Wanneer de vereiste zorg niet meer generalistisch is en een specialist nodig is, kan deze worden ingeschakeld. Het woord verwijzen is minder aan de orde, omdat dit impliceert dat de hulpvrager ergens anders naartoe wordt verwezen. In de proeftuin willen we de specialist invliegen volgens het model Jo Hermanns Wrap around care. Casusbespreking Elke casus wordt na het startgesprek in het wijkteam besproken. Expliciet wordt stilgestaan bij het vermoeden dat er een grensvlak is: is er iets anders nodig dan het wijkteam kan bieden om de doelen te bereiken? Als dat het geval is, wordt besproken waarom en wat de toegevoegde waarde is van een specifieke hulpverlener. En als die er is, op welke manier die dan het beste kan worden ingeschakeld zonder dat het wijkteam de regie verliest. Als op andere momenten in het hulpverleningstraject gedacht wordt aan specifieke zorg, wordt dit op dezelfde manier besproken. Consultatie Er wordt samengewerkt met diverse vormen van specifieke zorg. Die kan bestaan uit consultatie zodat de generalist zelf weer verder kan in het gezin. Dit gebeurt al vaak bij het Riagg en bij bijvoorbeeld verslavingszorg, maar ook bij mogelijke spraaktaalstoornissen. Kan de generalist na consultatie niet zelf verder, dan wordt daadwerkelijk specifieke zorg ingeschakeld. Vaak is deze zorg niet ambulant en gaat de generalist met de hulpvrager mee naar de specialistische instelling voor behandeling. Sociale context Wijkteammedewerkers hebben de opdracht bij individuele zorgvragen steeds te kijken naar de mate waarin de sociale context heeft bijgedragen aan deze vraag. Ze onderzoeken voortdurend of een collectieve voorziening een deel van de hulpvraag kan helpen oplossen en ze proberen zo snel mogelijk af te schalen naar informele zorg. Deze informele zorg kan o.a. via collectief welzijnswerk worden gevonden. 3.b Ervaringen Vermindering specialistische zorg Het lukt het generalistisch team om minder snel specialistische zorg in te zetten (effectmeting Ecorys). Dat komt doordat steeds de vraag wordt gesteld: wat kan de specialistische zorg wat het wijkteam niet kan? En als die zorg toch wordt ingezet, dan gebeurt dit zo gericht mogelijk. De toegevoegde waarde van de specialist in het bereiken van bepaalde doelen wordt helder gemaakt. Ontwikkelwerkplaats passend onderwijs Begin 2013 is met een ontwikkelwerkplaats passend onderwijs gestart. Op drie scholen in het Soesterkwartier is een ondersteuningsteam van start gegaan. Kernleden van een ondersteuningsteam zijn de intern begeleider van de school, een onderwijsondersteuner en een lid van het generalistisch wijkteam die de rol van opvoedondersteuner op zich neemt. Het doel van het team is een snelle en adequate signalering van belemmeringen en dat direct overeengekomen acties worden uitgezet. Dit lijkt goed te werken omdat wat thuis moet gebeuren (ondersteuning ouders) en wat op school moet gebeuren! *#!

(ondersteuning leerkracht) aan één tafel wordt besproken, samen met ouders en betreffende leerkracht. Belangrijk winstpunt is snel kunnen handelen/schakelen. Rendement (Ecorys onderzoek) Uit het Ecorys onderzoek (op basis van acht cases (zie bijlage 5) blijkt veel upward potential. Dit wil zeggen dat het rendement op langere termijn hoger kan zijn op basis van de inschatting dat het risico op hogere kosten (door extra afstemming, wachtlijsten etc.) met een klassieke aanpak groter is. Er zijn verschillende mechanismen die potentieel kostenverlagend werken ten opzichte van de normale manier van werken: Het wijkteam werkt integraal en kan meerdere levensdomeinen aan en bespaart daardoor op afstemming en parallelle caseload. Het wijkteam ontlast verschillende organisaties zoals belastingdienst, huisarts, politie en woningcorporaties. Het wijkteam zorgt ervoor dat door de duurzame betrokkenheid van de professionals cliënten hulpverleningsbereid zijn, waardoor hulpverlening efficiënter/effectiever verloopt. Het wijkteam voorkomt in gevallen duurdere trajecten o.b.v. indicatiestelling. Het wijkteam werkt op basis van de vraag en niet met aanbodgerichte indicatiestellingen. Het wijkteam is gericht op het duurzaam activeren van mensen. Bij succesvolle toepassing bespaart dit toekomstig gebruik van andere hulpverlening. Het wijkteam zet het eigen netwerk of vrijwilligers in. Dit bespaart de inzet van professionele krachten. Het wijkteam vervangt /voorkomt de inzet van specialisten (met een duurder uurtarief) door een integrale, vraaggerichte aanpak die gericht is op preventie en voorkoming van escalatie. Uit het Ecorys onderzoek blijkt ook dat de financiële uitkomst vooral gunstig is door de integrale manier van werken. In combinatie met het snel en proactief werken zonder indicatie maakt dit het geheel effectief. De elementen samen leiden tot eerder en meer vertrouwen van cliënten, meer kwaliteit voor cliënten, minder en goedkopere andere hulpverlening en lagere transactiekosten. Bij de eerste bemoedigende resultaten van het Ecorys onderzoek horen wel twee kanttekeningen geplaatst te worden: 1. de effectiviteit is nu (beperkt) hoger, maar er is nog weinig zekerheid omtrent de duurzaamheid van de effecten vanwege de korte looptijd van de pilot. 2. er is angst voor het verdwijnen van de meerwaarde als de caseload mogelijk toeneemt of als betrokken partijen eigen belangen voorop stellen. Tevredenheid cliënten Cliënten zijn tevreden (gemiddelde cijfer 7,7), met name over de flexibiliteit en de vraaggerichtheid van de werkwijze. Tevredenheid zegt nog niet direct iets over de mate van effectiviteit. Zijn mensen ook echt zelfredzamer geworden? Het is nu nog te vroeg om daar iets over te zetten. Het registratiesysteem (Mens Centraal) is zo ingericht dat hier later wel uitspraken over te doen zijn. De ervaringen met vraaggericht werken in plaats van aanbodgerichte indicatiestellingen zijn positief. Het wijkteam werkt daardoor snel en aansluitend bij de vraag van gezin of huishouden zelf. Hierdoor ervaren gezinnen eigenaarschap op de doelstellingen die het zichzelf stelt. De coachende houding van het wijkteam lijkt hierin de juiste ondersteuning. Het snel en proactief werken zonder indicatie uit zich in waardering en vertrouwen door cliënten en betrokken professionals.! *$!

3.c-1 Resultaten en bevindingen Beleidsmatig/bestuurlijk Afwegingskader voor inschakelen specialisten Het generalistisch wijkteam heeft behoefte aan een afwegingskader voor het inschakelen van een specialist. Dit afwegingskader wordt met een aantal professionals ontwikkeld. Het afwegingskader kan het onderscheid tussen diagnose en behandeling scherper stellen. Nu vloeit dit vaak in elkaar over, omdat de aanbieder die de diagnose doet de cliënt ook vaak in behandeling neemt. Het afwegingskader vormt de basis voor de verdere uitwerking medio 2014 van de expertisepool. Hoewel een stedelijk expertisepool gaat helpen als diagnose- of consultatiefunctie, is het vraagstuk van de aansluiting tussen het wijkteam en de specialistische zorg nog niet uitgekristalliseerd. Ook de kwaliteit van de vraagstelling van het gezin en generalistisch team richting specialistische hulpverlening vraagt nog aandacht. Voor wijkteammedewerkers is het een pittige taak zich als regisseur goed te positioneren ten opzichte van specialisten. Mandaat vastleggen De regie bij het wijkteam neerleggen. De reikwijdte van het mandaat moet bestuurlijk worden vastgesteld. Heroverweging stedelijke overleggen en samenwerkingsverbanden Er is behoefte aan een heroverweging van bestaande stedelijke overleggen en samenwerkingsverbanden zoals het Veiligheidsoverleg, VIA en OGGZ. Na een inventarisatie wordt op maat bekeken of het primaat bij het generalistisch wijkteam kan liggen. Het verbinden naar collectieve voorzieningen en het afschalen naar het vrijwillig kader blijkt niet makkelijk te zijn. Het is aan te bevelen om in het werkproces expliciet stil te staan bij de momenten waarop dit goed zou kunnen en meer overleg te voeren met welzijnspartijen over wie hier welke verantwoordelijkheid in heeft (zie ook 1.c-2). Bestuurlijk moet hierop ook gestuurd worden. 3.c-2 Resultaten en bevindingen Operationeel Multiprobleemgezinnen De oplossingsgerichte aanpak voor multiprobleemgezinnen blijkt goed te passen in het generalistisch wijkteam. Het krijgen van de regierol, de snelheid van het eerste contact, werken met de Zelfredzaamheid-Matrix en acteren op alle elf levensgebieden die daarin onderscheiden worden, maakt de hulpverlening effectief. Zie ook 2.b. Specialistisch Uit de eerste ervaringen blijkt dat om twee redenen een vraag te specialistisch is voor de wijkteammedewerker: als specifieke behandeling nodig is; als een diagnose nodig is om verder te kunnen. Bijvoorbeeld omdat de hulpverlener eerst moet weten of er sprake is van een stoornis die het behalen van doelen in de weg zit. Lang niet altijd is dit nodig, ook al is er sprake van een stoornis. Omdat oplossingsgericht gewerkt wordt, gaat het bijvoorbeeld om leren omgaan met bepaald gedrag van een kind. Dat kan ook als niet precies bekend is of het kind nu ADHD heeft of een oppositionele stoornis. In de klassieke werkwijze was dit wel van belang, omdat de financiering gekoppeld was aan de diagnose. Een nog op te lossen knelpunt is hoe aanbieders van specifieke zorg kunnen participeren in het gezinsplan. Specialisten zijn geneigd hun eigen hulpverleningstraject te starten met een nieuwe intake en nieuwe doelen, terwijl! *%!

de geboden zorg moet bijdragen aan reeds geformuleerde doelen in het gezinsplan. Daarnaast is ambulant werken (achter de voordeur aan het werk, niet op kantoor) nog niet vanzelfsprekend. Het is lastig dat het generalistisch wijkteam de regie wil hebben op de hulpverlening en specialisten redeneren vanuit een bestaand aanbod (vaak wetenschappelijk doordacht, met een aantal stappen). De nieuwe werkwijze schuurt her en der met de klassieke werkwijze. De wens van het wijkteam is vaak dat specialisten hun hulpverlening zo specifiek mogelijk kunnen maken, aansluitend op het werk van het wijkteam. Bijvoorbeeld: aan het begin is er vaak wachttijd die het wijkteam kan overbruggen, mits ze daarin gesteund wordt door de specialistische hulpverlener met tips. Aan het einde van een traject is er vaak winst te boeken doordat het wijkteam de borging in de thuissituatie verbetert en het gezin toch blijft volgen. Gesprekken over aansluiting vinden nu vooral plaats met GGZ (Riagg, fact teams, kinder- en jeugdpsychiater etc.) en Victas. Overigens wordt de praktijkondersteuner GGZ van de huisarts nu al goed betrokken bij de caseload. Individuele vragen en collectieve voorzieningen Het blijkt erg belangrijk te zijn om vanaf de start aandacht te hebben voor het verband tussen individuele vragen en collectieve voorzieningen. Hoewel de proeftuin Soesterkwartier hier vroeg mee is begonnen is het voor het team niet makkelijk om de verbinding te leggen tussen individuele vragen en collectieve voorzieningen. Langdurige én intensieve begeleiding Sommige gezinnen vragen om langdurige én intensieve begeleiding. De langdurigheid is voor het wijkteam geen probleem, het gaat om de intensiteit. Als wijkteammedewerkers dit soort gezinnen begeleiden (4 tot 8 uur begeleiding per week met het perspectief dat dit nog wel een tijdje duurt), slibt het werkproces dicht en ontstaan wachtlijsten. Dit is een belangrijk aandachtspunt, omdat hier veel uren mee gemoeid zijn. Hoe hier mee om te gaan? Er kan bekeken worden hoe de inzet van het wijkteam snel teruggebracht kan worden naar enkele uren per week met behulp van vrijwillige inzet uit het sociaal netwerk, kijken wat de cliënt zelf wel kan doen, de cliënt mogelijk verbinden aan wijkbewoners die krachtig zijn en een goede samenwerking bewerkstelligen met thuisbegeleiding/thuiszorg. Ook samenwerking met vrijwilligersorganisaties (bijvoorbeeld Goeie Buur in het Soesterkwartier) kan zorgen dat dit type zorgkosten nog kunnen verminderen en de wijkteammedewerker meer op afstand kan begeleiden of zelfs de vrijwilliger steunt. Juist omdat het wijkteam de wijk kent, heeft het meer kansen om deze afschaling tot stand te brengen. Maar een definitief antwoord op de vraag naar lange en intensieve begeleiding is er nog niet. Vragen die hierbij aan de orde zijn en beantwoord moeten worden: is differentiatie in het team nodig? Capaciteitsuitbreiding? Of is het beter dit los van het wijkteam te organiseren? Inzet eigen netwerk cliënt Het inzetten van eigen kracht en het eigen netwerk lijken nog weinig bij te dragen aan het effectief helpen van de cliënt. Hoewel de wijkteammedewerkers gezinnen hier actief op bevragen, ook met behulp van instrumenten zoals Sociale Netwerk Strategie, is het niet makkelijk om aantoonbaar te maken hoe dit heeft bijgedragen aan het hulpverleningsproces. Monitoren cliënttevredenheid Cliënten hebben zich tevreden getoond, zie 3.b. Het is aan te bevelen om blijvend de tevredenheid van cliënten te monitoren en de effectiviteit van de zorgverlening te meten.! *&!

Bijlage 1: Leidende principes en ontwikkelvragen Leidende principes regio Eemland Veiligheid van het kind zo veel mogelijk waarborgen. Het kind centraal: één gezin, één plan en vraaggericht. Versterken eigen kracht en de professional als coach. Vroege interventie en preventie voorop. Cliëntvraag is leidend bij het inrichten van de zorg, waarbij wordt uitgegaan van benodigde functies zonder institutionele belemmeringen. Dynamische en korte intake/indicatie en geen doorverwijscultuur. Breed opgeleide, generalistische professionals aan de voorkant. Betrekken en benutten van de sociale basisvoorzieningen. Reflectie op leidende principes in proeftuin Soesterkwartier Het lukt om de leidende principes in de praktijk hanteerbaar te maken. De eerste drie principes zijn de belangrijkste werkprincipes en de overige dragen daaraan bij. Veiligheid van het kind zo veel mogelijk waarborgen; dit principe staat bovenaan. Het kind centraal: één gezin, één plan en vraaggericht; een betere formulering zou zijn: het gezin centraal (i.p.v. het kind) en zo veel mogelijk één gezicht als toevoeging. Versterken eigen kracht en de professional als coach. Vroege interventie en preventie voorop; dit staat op gespannen voet met vraaggericht werken. Bij een vroege interventie is er vaak nog geen vraag van de ouders of de jongere. We moeten dit uitwerken in de grensvlakken met de JGZ en met het sociaal werk in de wijk: wat doen zij aan signalering en vroege interventie? Dit geldt uiteraard ook voor andere basisvoorzieningen als onderwijs, sport en recreatie. Cliëntvraag is leidend bij het inrichten van de zorg, waarbij wordt uitgegaan van benodigde functies zonder institutionele belemmeringen; zie antwoord bij het kind centraal en vraaggericht werken. Dynamische en korte intake/indicatie en geen doorverwijscultuur; dit is ondersteunend aan het kind centraal en vraaggericht werken. Breed opgeleide, generalistische professionals aan de voorkant; hoe het profiel van deze professional eruitziet, is nu bijna duidelijk en daarbij benutten we lessen uit andere delen van het land. Betrekken en benutten van de sociale basisvoorzieningen; dit is een zoektocht die we ook met andere (sociale) wijkteams doen. Geen vastgesteld leidend principe, maar wel fundamenteel om de regie bij de cliënt te houden (eigen kracht): niet praten over, maar met cliënten. Ontwikkelvragen De leidende principes bieden het inhoudelijk kader en dienen als toetsingskader voor de ontwikkeling van wijkteams. Wij hebben bij aanvang de volgende ontwikkelvragen en punten geformuleerd: De reikwijdte van een team: wanneer is iets te specialistisch om in een team op te pakken? Samenwerking met specialisten en huisartsen. Hoe is de relatie tussen een STIP en een wijkteam? Is een STIP een (verplicht) voorportaal voor de wijkteams? Mandaat: verwijst een team door of mag het bijvoorbeeld ook indiceren? Krijgt het wijkteam de regie op casusniveau? Afstemming en verhouding met stedelijke voorzieningen: behouden we bestaande loketten en hoe verhoudt het team zich tot specialistische ketens. De schaal: we willen dat in de hele stad gewerkt wordt met deze werkwijze. Wat is hierbij de optimale schaalgrootte om dit te organiseren (welke functies op welk niveau)?! *'!

Financiering en sturing: hoe financieren en sturen we de teams? Vragen m.b.t. monitoring/informatie/registratie/gegevensuitwisseling (digitaal) In hoeverre past aanpak multiproblematiek thuis in wijkteams? Wat is reëel om van een generalist te verwachten (competenties en caseload)? Welke werkwijze/ instrumenten dragen bij aan het versterken van de nuldeen eerstelijn en leidt tot terugdringen tweedelijn? Hoe wordt de bestaande infrastructuur benut (bv rol huisarts, CJG, consultatiebureau, specialistische zorg), wat wordt de meest logische infrastructuur? Hoe sluit het wijkteam aan op de civil society (de nuldelijn, kracht van de buurt, het pedagogisch klimaat in de wijk)? Hoe geef je vorm aan eigen kracht? Hoe sluit je aan op passend onderwijs? Leidt de werkwijze in wijkteams tot kostenreductie? Hoe organiseren we de overgang van vrijwillig naar gedwongen? Hoe borgen we de kwaliteit en kennis? Welke samenwerkingsverbanden zijn relevant? Hoe moeten de werkprocessen worden ingericht m.b.t. signalering, toeleiding, toegang?! *(!

Bijlage 2: Selectieprocedure en profiel teamleden en teamleider Zorgaanbieders die zorg leveren in de stad worden uitgenodigd kandidaten te leveren voor teamleider en teammedewerker. Zij worden gevraagd een voorselectie te doen van in hun ogen geschikte kandidaten, mede aan de hand van onderstaand profiel. Medewerkers moeten minimaal 28 uur per week beschikbaar zijn en generalistisch willen werken. Zij schrijven een korte motivatiebrief en leveren een cv aan. De selectieprocedure is als volgt:! Eerst worden teamleiders aangesteld. De externe procesbegeleider spreekt alle kandidaten voor deze functie en maakt een selectie, die hij/zij bespreekt met de twee andere projectleiders.! Uit de geleverde kandidaten maken procesbegeleider en beoogd teamleider op basis van de cv s en de beschreven profielen een selectie van uit te nodigen kandidaten voor wijkteammedewerker.! Daarna vinden de gesprekken met de kandidaten plaats.! Samenstelling teams afgerond en aan de slag. Profiel medewerker wijkteam In dit profiel schetsen we de kenmerken die een medewerker van een wijkteam moet hebben om een goede bijdrage te kunnen leveren aan het team. Een belangrijke meerwaarde en succesfactor van een wijkteam is dat de professional er bij een zorgvraag direct opaf gaat en ook direct aan de slag gaat in het gezin. Daarnaast is het ontzettend belangrijk dat het team met elkaar genoeg tijd heeft om te leren: van elkaar om zich te ontwikkelen tot generalistisch team en met elkaar. Die leerpunten worden vertaald naar beleid voor de getransformeerde zorg vanaf 2015. Het team functioneert voorlopig dus nog als pilot met specifieke leervragen. Om deze redenen is het van belang dat kandidaten voor het wijkteam een voldoende grote contractomvang hebben. Onze voorkeur gaat uit naar kandidaten die 28 uur per week beschikbaar zijn. Medewerkers kunnen hun bestaande caseload meenemen naar het wijkteam, als deze gezinnen in de wijk wonen. Caseload buiten de wijk moet zo goed en zo snel mogelijk worden afgebouwd. We gaan ervan uit dat de medewerker, de leidende principes (zie bijlage 1) bij de decentralisaties kent en handen en voeten weet te geven in zijn of haar werk. Zelfredzaamheid voorop De omgeving doet mee Voorkomen is beter dan genezen Oplossingen per persoon, soms samen We laten niemand vallen Hulp dichtbij huis Eén huishouden, één plan, een gezicht In het wijkteam hebben we behoefte aan mensen die (zo veel mogelijk van) de volgende kenmerken hebben: pakt resultaatgericht elk signaal op denkt in kansen en mogelijkheden durft op zoek te gaan naar oplossingen buiten de bestaande kaders en risico s te nemen heeft lef heeft een pioniersgeest is creatief en innovatief, kan originele oplossingen bedenken is netwerker en verbinder die anderen de ruimte biedt, brengt mensen graag met elkaar in contact en weet te enthousiasmeren tot samenwerking is nieuwsgierig, heeft er plezier in nieuwe dingen te onderzoeken! *)!