Samenvatting Biologie Voeding en vertering Samenvatting door een scholier 1402 woorden 8 november 2009 6 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Voeding en vertering. 1.Voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Alle producten die je eet of drinkt noemen we voedingsmiddelen. - Plantaardig of + dierlijk. - Wortels, stengels, bladeren, vruchten en zaden. + Eieren, melk, worst, boter, kaar en yoghurt. Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen. Veel plantaardige voedingsmiddelen bevatten voedingsvezel: een verzamelnaam voor alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel. Voedingsstoffen kunnen verschillende functies in je Lichaam vervullen. Bouwstoffen zijn nodig voor groei en ontwikkeling van je lichaam en voor herstel bij verwondingen en beschadigingen. Met behulp van bouwstoffen kan je lichaam nieuwe cellen en weefsels maken. Brandstoffen leveren energie. Alle organen hebben Energie nodig om te kunnen werken. Voor alle beweging is energie nodig. Temperatuur, groei, ontwikkeling en herstel is energie voor nodig. Reservestoffen zijn niet direct nodig als bouwstoffen of brandstoffen. Ze worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam. Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je gezond blijft: Mineralen en vitamines. 6 groepen voedingsstoffen: Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen in je lichaam, bij vorming van cytoplasma worden veel eiwitten gebruikt. Geen bouwstoffen brandstoffen (energie). Geen reserve. - kaas, yoghurt, eieren, pindakaas, tahoe to-fu en vis. Koolhydraten dienen vooral als brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstoffen of reserve stoffen. Tot de koolhydraten behoren o.a. Glucose, suikers en Pagina 1 van 6
zetmeel. Dierlijke voedingsmiddelen bevatten meestal weinig koolhydraten. brood, aardappel, jam, suiker. Vetten dienen als brandstoffen, maar ook bouwstoffen of als reservestoffen. Als je meer vet binnenkrijgt dan je nodig hebt, wordt het als reservestof opgeslagen. - friet, chips, mayonaise, olie, room, boter en pindakaas. Water alle organismen bestaan voor het grootste deel uit water. Ons lichaam 60%. Water is een belangrijke bouwstof voor je lichaam. Vervoerd opgeloste stoffen. - spa, meloen, komkommer, tomaat, 7up, citroen en cola. Mineralen (zouten) bouwstoffen voor opbouw van beenderen heb je kalk nodig. Ook beschermende stoffen: maar een klein beetje per dag nodig: genoeg in een normale gezonde voeding. - tahoe to-fu, vlees, vis, melk en paksoi. Vitamines dienen als bouwstoffen of als beschermende stoffen. Als je te weinig vitamines binnenkrijgt, wordt je ziek: met te veel vitamines kun je ook ziek worden. In normale gezonde voeding zitten voldoende vitamines. - A,B,C,D en K, boter, melk,vis,kiwi,wortels, sla,aardappels. 2.Gezonde voeding. Goede voeding is nodig voor de gezondheid. Variatie. Voedingscentrum voedingswijzer. - voedingsmiddelen Nodig voor Groep 1. Brood en aardappelen ( of rijst, macaroni, spaghetti, peulvruchten, couscous) Zetmeel, Plantaardige eiwitten, Vitamines, mineralen En voedingsvezel. Groep 2. Groente en fruit Vitamine C en voedingsvezel. Groep 3. Melk, kaas ( of andere Melkproducten )en vlees, vleeswaren, kip, ei, tahoe of tempeh. ( dierlijke ) eiwitten, Vitamines en mineralen ( o.a kalk ) Groep 4. Margarine, halvarine, Of olie Vetten en vitamines. - Plantaardige voedingsmiddelen moeten de basis vormen van de voeding: ze zijn rijk aan zetmeel en voedingsvezel. - drink dagelijks ten minste 1,5 liter vocht. - eet niet meer dan je lichaam nodig heeft. - om aan je energiebehoefte te voldoen, moet je Voeding voldoende brandstoffen bevatten. - de energiebehoefte is o.a afhankelijk van het Pagina 2 van 6
geslacht, de leeftijd, de lichaamsgrootte en de lichamelijke inspanning. - eet niet te veel vet. - eet niet de hele dat door. ( pas op met tussendoortjes) 3.Hoeveel moet je eten en drinken?& 5. eerlijk zullen we alles delen. Groot deel van je voedsel wordt gebruikt als brandstoffen, Uit dit deel van je voedsel haalt je lichaam de energie die het nodig heeft. Ondervoeding kan worden veroorzaakt door: - te weinig voedsel - voedsel met een tekort aan bepaalde voedingsstoffen, vooral eiwitten. + gevolg eiwitten tekort in het voedsel van kleine kinderen. > langzamere groei en ontwikkeling > mogelijke hersenbeschadiging > opgezwollen buikjes Overvoeding kan worden veroorzaakt door: - te veel voedsel - te vet voedsel Komt vooral veel voor in westerse landen. Gevolg van overvoeding: - er wordt teveel vet als reservestof Opgeslagen ( overgewicht ). Feiten en meningen. - een feit is een vaststaand gegeven. - een mening geeft weer hoe iemand denkt over iets. Het gebit. Kroon: deel dat buiten de kaak uitsteekt. Wortel(s): deel dat in de kaak zit. 1.glazuur 2.Tandholte 3.Tandvlees 4.Cement 5.Tandbeen 6.Wortelvlies 7.Kaakbeen 8.Zenuw 9.bloedvat Pagina 3 van 6
Snijtanden en hoektanden dienen om stukken van het voedsel af te bijten. - hoektanden zijn iets puntiger dan snijtanden. Kiezen dienen voor het fijnmalen van het voedsel. - kiezen hebben een knobbelige bovenkant. - snijtand - hoektand - kies Snijtanden. hoektanden. kiezen. Melkgebit: - ontstaat tussen 0,5 en 2 jaar - 2 S. 1 H. 2 K. Blijvend gebit: - ontstaat na 6 jaar. - 2 S. 1 H. 5 K. ( 1k=vsdk) Voor een gezond gebit moet je minstens 1 keer grondig poetsen. Door te poetsen verwijder je tandplak. Tandplak Tandplak is een dun laagje aanslag dat zich dagelijks op de tanden en kiezen afzet: - tandplak bestaat uit bacteriën, etensresten en speeksel. Gevolg van tandplak: - bacteriën in tandplak zetten suiker uit het voedsel om in zuur. In het zuur lost het glazuur van tanden en kiezen op. - bacteriën in tandplak kunnen tandvleesontsteking veroorzaken. Daardoor kunnen wortelvliezen ontstoken raken, zodat de tanden en kiezen losraken. - tandplak kan verkalken tot tandsteen. Tandsteen kun je zelf niet verwijderen. Je kunt het tegengaan door: - dagelijks 1 keer goed te poetsen: op de juiste manier. - niet vaker dan driemaal per dag een tussendoortje eten. 6. het verteringsstelsel. Vertering is het omzetten van voedingstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen, in verteringsproducten die wel kunnen worden opgenomen in het bloed. - eiwitten, de meeste koolhydraten en vetten worden verteerd. - Glucose, mineralen, vitamines en water hoeven niet te worden verteerd. Pagina 4 van 6
Vertering vindt plaats met behulp van verteringssappen. - verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren. - veel verteringssappen bevatten enzymen. Enzymen: stoffen die scheikundige processen versnellen. - de enzymen in verteringssappen zorgen ervoor dat de vertering snel verloopt. Darmperistaltiek het afwisselend samentrekken en ontspannen van kringspieren en lengtespieren in de wand van het gehele darmkanaal. - functie: de voedselbrij verplaatsen, kneden en vermengen met de verteringssappen. 8. De organen voor vertering. De mondholte met gebit en speekselklieren. - functie gebit: het voedsel in kleine stukjes verdelen( kauwen), zodat het beter in te slikken is. Ook wordt het oppervlak van het voedsel vergroot, zodat enzymen op een groter oppervlak kunnen inwerken. - functie speekselklieren: speeksel produceren. Slokdarm - functie: het voedsel verplaatsen van de keelholte naar de maag. Maag -Functie: het voedsel tijdelijk opslaan. - maagportier: kringspier die de maag afsluit. - maagsapklieren produceren maagsap. Lever - functie: gal produceren. - gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas en afgevoerd via de galbuis. Alvleesklier - functie: alvleessap produceren. 12vingerige darm. - Functie: gal en alvleessap vermengen met de voedselbrij. Dunne darm. - functie: voedingsstoffen, verteringsproducten en water opnemen in het bloed. - door darmplooien en darmvlokken heeft de wand een groot oppervlak. De darmvlokken bevatten veel bloedvaten. - darmsapklieren produceren darmsap. Blindedarm met wormvormig aanhangsel ( appendix ). - bij blindedarmontsteking is het wormvormig aanhangsel ontstoken. Dikke darm - functie: water onttrekken aan de brij van onverteerde voedsel resten, die daardoor wordt ingedikt. Het water wordt opgenomen in het bloed. Pagina 5 van 6
- bij diarree wordt in de dunne darm en in de dikke darm onvoldoende water in het bloed opgenomen. - bacteriën verteren cellulose in de celwanden van plantaardige voedselresten. Hierbij ontstaat glucose dat voor een deel wordt opgenomen in het bloed. Endeldarm - functie: verzamelen en tijdelijk opslaan van onverteerde voedsel resten ( ontlasting ). - anus: kringspier die de endeldarm afsluit. Verteringssappen: Speeksel: water, slijm en een enzym. - functie slijm: de glijbaarheid van het voedsel verhogen. - functie enzym: zetmeel voor een deel verteren. Maagsap: water, zoutzuur en een enzym. - functie zoutzuur: bacteriën in het voedsel doden. - functie enzym: eiwitten voor een deel verteren. Gal: bevat geen enzym. - functie: vetten emulgeren, zodat de vetten beter bereikbaar zijn voor enzymen. Alvleessap: bevat verschillende enzymen. - functie: eiwitten, koolhydraten en vetten verteren. Darmsap: bevat verschillende enzymen. - functie: de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaken. Pagina 6 van 6