Participatie is tweerichtingsverkeer

Vergelijkbare documenten
Bijlagen bij onderzoeksrapport Participatie is tweerichtingsverkeer

10% 23% 40% 20% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 2 Bent u bekend met het werk van de gemeenteraad van Zeewolde? (n=547) in grote lijnen.

Communicatievisie 2015

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

Leven in Filmwijk Resultaten enquête maart 2011 Mira Peeters-Bijlsma

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

PARTICIPATIE IN GORINCHEM

Burgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek burgerparticipatie

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET

Deel 1: communicatiekanalen gemeenteraad

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout

Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei

Inleiding. RESULTATEN ENQUÊTE ONLINE COMMUNICATIE Gemeente Staphorst. Juli 2015

jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009

Verslag over de conferentie Verslag van de conferentie van de Initiatiefgroep Burgerparticipatie.

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Bewonerspanel Roerdalen Onderzoek Burgerparticipatie

Wijkschouw Voortman, Amelink en Ankrot

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017

Veel panelleden hebben nooit een vergadering van de gemeenteraad bezocht. Zij die wel eens een raadsvergadering

Uitkomsten vragenlijst nulmeting Statenverkiezingen 2015

Jongerenparticipatie in Amersfoort

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straten in Groningen

HET BURGERPANEL WESTVOORNE OVER COMMUNICATIE

Van de 459 respondenten was het merendeel vrouwelijk (75 procent).

Buurtenquête Stroinkslanden Noord-West

Vragenlijst Delft Internet Panel Delftse Participatie Aanpak 2016

Reactienota naar aanleiding van het Inwonerpanel

EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK

Welzijn Nieuwe Stijl Nieuw Krispijn

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar

Gemeente Leusden. Bomenplan Module E: Bomen en burgers

Evaluatie bewonerspanel Oud-West

Buurtenquête Walhof, Roessingh, t Sander

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei Laura de Jong. Kübra Ozisik.

WAT VINDT UTRECHT-ZUID?

LOKAAL SAMENSPEL. enqueteresultaten: de verschillen tussen de interne en externe beelden

Gemeente Houten Onderzoek Communicatie. Den Dolder, 25 juni 2009 Ir. Martine van Doornmalen Wim Woning MSc

Verordening op de Burgeragendering en het Burgerinitiatief gemeente Utrecht 2018

Rapport onderzoek Afgevaardigden

BETROKKEN BIJ BUUR EN BUURT JOY VAN DE BRUINHORST

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens

Buurtenquête Getfert-Perik

Toekomst Special over uw woonomgeving

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Informatievoorziening aan burgers

Hoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving?

BURGERPANEL WIJDEMEREN PEILING COMMUNICATIE & PARTICIPATIE

Huurdersparticipatie Tweede peiling Huurderspanel Woonwaard

MOERDIJKPANEL OVER COMMUNICATIE

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Uitkomsten onderzoek naar communicatiekanalen van de gemeenteraad

BURGERPANEL LANSINGERLAND

Burgerpanel Lansingerland

Floriade Almere 2022 juli 2018

Enquête herinrichting Botenbuurt 2016

Enquête gemeenteraadsverkiezingen Maart 2018

Resultatenbijlage Pilot Bewonersmonitor Krachtwijken

RESULTATEN DIGITALE ENQUÊTE BURGERPARTICIPATIE VELSEN

Evaluatieformulier informatieavond 3 februari 2014

Wijkschouw Helmerhoek-Noord

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Bewonerspanel Communicatie

Peiling profiel burgemeester 2011

Buurtenquête De Laares

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens

Thema: Profiel van de nieuwe burgemeester Drs. Karin du Long Dr. Ellen Dingemans

Wijkschouw Bothoven deel C

Sociale samenhang in Groningen

Internetpanel Dienst Regelingen

Wijkschouw Stadsveld Zuid

Maar wat wil die burger nou?

Oud-West op weg naar West

Gezocht: burgemeestersprofiel. Inventarisatie van eigenschappen die de inwoners van Nijmegen belangrijk vinden in hun nieuwe burgemeester

Wijkschouw Bothoven deel D

Ervaringen van vrijwilligers

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Wijkschouw Hogeland-Noord

Oppasoma s en opa s. Resultaten GGD Gezondheidspanel

G e m e e n t e D e v e n t e r O k t o b e r BURGEMEESTERSPEILING EINDRAPPORTAGE

Survey chems&seks Voorjaar 2017

BURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID

INWONERS SCHAGEN OVER: PARTICIPATIE

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

Meedoen in Zwijndrecht PARTICIPATIEBEREIDHEID BEHEER EN ONDERHOUD

Activiteiten Jaarverslag 2013

Monitor Communicatie en Bestuur ZWIJNDRECHT 2017

MONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

RESULTATEN Hieronder volgt de samenvatting van de resultaten.

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Hoe actief zijn gemeenten op sociale media Door: David Kok

Financiële opvoeding. September 2007

Transcriptie:

Initiatiefgroep Burgerparticipatie Almere Correspondentieadres: Louis de Funèsstraat 18 1325 GB Almere info@bp-almere.nl www.burgerparticipatie-almere.nl Participatie is tweerichtingsverkeer Een onderzoek naar de samenwerking tussen gemeente en bewoners: relatie, verwachtingen, communicatie en participatie. Onderzoek Initiatiefgroep Burgerparticipatie Almere Mira Peeters-Bijlsma 4 november 2012

Participatie is tweerichtingsverkeer 2 / 15 Inhoudsopgave 1. Aanleiding, doelstelling en probleemstelling... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Wat Is participatie?... 3 1.3 Doelstelling... 4 1.4 Probleemstelling... 4 2. Opzet van het onderzoek... 4 2.1 Opzet... 4 2.2 Vragen... 5 2.3 Representativiteit... 6 3. Relatie burger en gemeente... 6 3.1 Verantwoordelijkheden en motivatie... 6 3.2 Communicatie... 8 3.3 Participatie volgens de burger... 9 4. Kennis... 9 4.1 Kennis van en betrokkenheid bij initiatieven van de gemeente... 9 4.2 Informatiebronnen... 10 4.3 Wat bewoners belangrijk vinden... 11 5. Participatie... 11 5.1 Deelname... 11 5.2 Betrokkenheid... 11 5.3 Tijdsinvestering... 12 6. Wie vindt wat?... 12 7. Verbeterpunten... 13 7.1 Teleurstellingen... 13 7.2 Oplossingen... 13 8. Conclusie en discussie... 14

Participatie is tweerichtingsverkeer 3 / 15 1. Aanleiding, doelstelling en probleemstelling 1.1 Aanleiding De afgelopen tijd is Burgerparticipatie een populair item gebleken voor beleidsmakers en raadsleden. Maar op wie is het gericht, op de burger of de raadsleden zelf, of is het toch het doel om samen aan de slag te gaan en te werken aan het verbeteren van onze leefomgeving? De politiek ziet graag participatie, maar is veelal bang dat participatie een vertragende werking heeft op het overheidsbeleid. Veel is er al over participatie geschreven en is bij veel gemeentes verankerd in hun participatie nota s of verordeningen. Onduidelijk is echter, of hier ook de burger bij betrokken is, om te komen tot een visie waarin beide zich kunnen vinden. Om deze reden is een initiatiefgroep gestart om Burgerparticipatie op de agenda te zetten van de gemeenteraad vanuit een bewoners perspectief. De initiatiefgroep komt voort uit een eerder burgerinitiatief waarin verwikkelingen m.b.t. de Blauwe zone rondom het Stadshart een rol speelde. Gedurende het verzamelen van de protesthandtekeningen is er uitvoerig met veel bewoners en andere betrokkenen gesproken. Daarbij werd het de initiatiefnemers duidelijk, dat er een steeds groter gevoel van onbehagen en onmacht bestond met betrekking tot het vertrouwen in de politiek in het algemeen, en de gemeenteraad in het bijzonder. Oorzaak bleek niet één ding, maar een combinatie van meerdere factoren. Opmerkingen die de initiatiefgroep inventariseerde waren: gebrek aan inspraak en samenspraak, onvoldoende informatie, een gevoel van niet juist, te laat of helemaal niet geïnformeerd zijn. 1.2 Wat Is participatie? Participatie betekent deelname van inwoners bij de totstandkoming van gemeentelijke projecten, die direct of indirect invloed hebben op de leefomgeving. Totstandkoming van Participatie lukt niet zonder perspectief. Dit betekent dat er vooraf duidelijkheid moet zijn over de rechten, de rol en de verwachtingen van inwoners. Participatie komt alleen van de grond als partijen hier ruimte voor bieden: o.a. financieel en beleidsmatig, planning, capaciteit en inzet. Participatie betreft zowel individuele als georganiseerde bewoners (in commissies of huurdersverenigingen). Er is onduidelijkheid over de termen burgerparticipatie en bewonersparticipatie. In de officiële stukken is de term Burgerparticipatie de juiste. Het is een verzamelnaam voor allerlei processen waarop inwoners en belanghebbenden kunnen meedenken en meepraten over de plannen die de gemeente c.q. de overheid maakt. De term Bewonersparticipatie is wat informeler en geeft de betrokkenheid aan van bewoners bij het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van hun woonomgeving. Deze term is minder ambtelijk en past meer bij het doel dat de initiatiefgroep nastreeft. Burgerparticipatie c.q. Bewonersparticipatie gaat over informeren, consulteren en meebeslissen door bewoners en andere belanghebbenden. Dat kunnen dus naast bewoners, ook bedrijven, winkeliers of maatschappelijke instellingen zijn. Participatie gaat niet alleen over dat gene wat er bij de voordeur of de eigen wijk gebeurt, maar kan een overstijgend belang hebben, zoals de verbreding van de A6 of de Floriade 2022 of de ontwikkeling rondom het weerwater.

Participatie is tweerichtingsverkeer 4 / 15 1.3 Doelstelling Er is onduidelijkheid wanneer burgers hun mening laten horen op inspraak bijeenkomsten en andere gelegenheden. Wordt daar ook werkelijk iets mee gedaan of is het alleen maar voor de vorm? Het doel moet volgens de initiatiefgroep zijn, dat burgerparticipatie leidt tot een eindresultaat waar zowel de gemeente als burgers tevreden mee kunnen zijn. De initiatiefgroep initiatief Burgerparticipatie Almere heeft daarom als doel: Bevorderen van participatie van burgers op zowel bestuurlijk, ambtelijk als maatschappelijk niveau. Komen tot minder vrijblijvende spelregels met de gemeente (College en de Raad), afspraken verankeren in de participatienota en participatie een vast onderdeel van besluitvorming laten zijn. Versterken van participatie in de uitvoering bij de gemeentelijke diensten. Vergroten van participatie en actief burgerschap door de bewoners. De gemeente hanteert momenteel een participatie nota die beschrijft hoe de gemeente en burgers met elkaar omgaan met betrekking tot ingrepen in hun leefomgeving. Echter formele afspreken hoe dat tot stand komt, zijn niet of onvoldoende beschreven. Binnen de gemeenteraad is participatie door enkele politieke partijen jaren geleden al ter sprake gebracht, maar tot een werkbare participatienota is het niet gekomen. De visie van de initiatiefgroep is, dat zonder inbreng van burgers er geen goede participatienota zal zijn. 1.4 Probleemstelling De initiatiefgroep wil graag weten hoe bewoners van Almere de samenwerking tussen gemeente en bewoners zien. Willen zij wel participeren? Delen zij de visie van de initiatiefgroep? Hoe zien zij de relatie tussen burger en gemeente? Hoe actief is men al? Hoe ziet men participatie en waar ziet men verbeterpunten? Daarom moeten de volgende vier zaken in kaart gebracht worden: 1. Relatie burger en gemeente 2. Kennis van participatiemogelijkheden 3. Daadwerkelijke participatie 4. Verbeterpunten Nadat de opzet van het onderzoek beschreven is, worden de resultaten van de enquête m.b.t. deze thema s gepresenteerd. 2. Opzet van het onderzoek 2.1 Opzet In het voorjaar van 2012 is via een persbericht geprobeerd de initiatiefgroep onder de aandacht te brengen van zoveel mogelijk Almeerders. Op een oproep in de lokale kranten om mee te doen reageerden 20 personen. Vervolgens is een enquête opgesteld, die op 31 mei is aangeboden aan de Burgemeester en andere vertegenwoordigers van de gemeente. Via lokale kranten, Omroep Flevoland, websites en de sociale netwerken van de initiatiefnemers zijn Almeerders opgeroepen deze enquête online in te vullen. Tussen 31 mei en 14 september 2012 is deze door 62 personen ingevuld. De respons is dus zeer laag. De enquête was getest door mensen die hadden gereageerd op de eerste oproep in de kranten.

Participatie is tweerichtingsverkeer 5 / 15 Om deze te verhogen zijn de antwoorden op deze vragenlijst voor zover mogelijk toegevoegd aan de online-resultaten. Zo kon de onderzoeksgroep met 17 respondenten worden uitgebreid naar 79 personen. 2.2 Vragen De online vragenlijst bevatte 17 vragen (waarvan drie open). De vragen en stellingen zijn tot stand gekomen via gesprekken van de onderzoekster met de initiatiefgroep en de opmerkingen van de 17 personen die een proefenquête hebben ingevuld. Een deel van de stellingen komt overeen met stellingen uit het onderzoek uit 2011 naar de wensen en behoeften van Filmwijkers ( Ruimte, rust en de stad dichtbij, maar blijft dat zo? ). De volgende thema s komen in de enquête aan de orde: Relatie burger - gemeente De relatie van de burger met de gemeente kwam aan de orde in stellingen m.b.t. verantwoordelijkheden (waar liggen die bij de gemeente, waar bij de burger?), motivatie (heeft participatie zin?), communicatie van de gemeente en de burger (krijgt de burger voldoende gelegenheid zijn stem te laten horen? Wordt er naar hem geluisterd?). Deze stellingen zijn door alle respondenten ingevuld. De vraag naar opvattingen over wat men zelf onder participatie verstaat is door 15 personen ingevuld. Kennis van participatiemogelijkheden Met vragen m.b.t. bestaande initiatieven: kent men de participatienota, de stadsdialoog, de inspreekmogelijkheden bij de gemeente? Deze vraag niet door bijna alle respondenten beantwoord, omdat niet ieder initiatief voor iedereen van toepassing was. In welke mate maakt men gebruik van de kanalen via welke de gemeente de burger informeert (de lokale kranten, nieuwsbrieven van de gemeente, internet)? Deze vraag kon alleen worden ingevuld door respondenten die de online-versie invulden, omdat de vraag in de proef-versie er heel anders uitzag. Dat bleek echter niet duidelijk genoeg te zijn. Wat vindt men zelf eigenlijk belangrijk? Deze vraag is niet door alle respondenten ingevuld. De thema s buurtveiligheid en verkeersveiligheid konden in de proef-versie ook nog niet worden aangekruist. De antwoorden daarop gelden dus voor 62 personen. Participatie Met vragen m.b.t. feitelijke participatie (is men lid van een organisatie of als individu actief? Heeft men weleens een politieke markt of een andere activiteit van de gemeente bezocht?), betrokkenheid (Waaraan zou men willen deelnemen?) Deze vragen zijn door de meeste respondenten ingevuld. De vragen naar tijdsbesteding (Hoeveel tijd besteedt men aan participatie en hoeveel tijd zou men hieraan willen besteden?) bleken echter lastig: 50 personen vulden de eerste vraag in, terwijl 39 personen aangaven ook daadwerkelijk actief te zijn. De tweede vraag bleek lastig te interpreteren: ook degenen die al actief waren, hebben deze ingevuld (N = 72). Verbeterpunten Hiervoor is een open vraag gesteld: Vraag 10a. Heeft u zelf ideeën hoe de participatie verbeterd kan worden? Uit de antwoorden bleek dat men niet alleen verbeterpunten had, maar ook te maken had met teleurstellingen wanneer men zelf het initiatief genomen had. Deze vraag is door 46 respondenten ingevuld. Achtergrondkenmerken Met vragen als leeftijd, geslacht en opleiding, huishoudens samenstelling, werksituatie, hoe lang men in Almere woont en de wijk waar men woont en waar men eerder in Almere gewoond heeft. Deze vragen zijn door alle respondenten ingevuld.

Participatie is tweerichtingsverkeer 6 / 15 2.3 Representativiteit Het aantal respondenten is 79. De respons is laag, maar er is zeker sprake van diversiteit onder de respondenten. Zo is 48 % man en 52 % vrouw, de jongste respondent is 32 jaar, de oudste 76. De gemiddelde leeftijd is 53 jaar. De groep 51 tot 60-jarigen vormt met 34 procent ruim een derde van de onderzoeksgroep, gevolgd door de mensen van 61 jaar en ouder (29%). 13 % is alleenstaand, 44% woont met een partner, 27 % heeft kinderen onder de 18. De gemiddelde respondent is goed opgeleid: 32% heeft een HBO- opleiding, 19 procent universiteit en niemand alleen lagere school. 32 procent werkt vooral in Almere, eveneens 32 werkt niet of niet meer. De woonduur in Almere varieert van 1 tot 33 jaar. De deelnemers aan de enquête wonen in heel Almere. Filmwijk is echter oververtegenwoordigd. Dit is te zien in tabel 2.1: Tabel 2.1 Herkomst respondenten Wijk/stadsdeel Aantal Procent Haven 12 15 % Stad excl. Filmwijk 17 22 % Filmwijk 20 25 % Buiten 19 24 % Muziekwijk 6 6 % Poort 6 6 % Totaal 78 100 % 46 % heeft echter ook in een andere wijk in Almere gewoond, in diverse delen van de stad. De vraag, of alleen betrokken Almeerders de enquête hebben ingevuld of ook andere, wordt verderop beantwoord. 3. Relatie burger en gemeente 3.1 Verantwoordelijkheden en motivatie Uit de antwoorden op stellingen over wie verantwoordelijk is voor Almere, blijkt dat men vindt dat burger en de gemeente beide verantwoordelijk zijn: de burger is er meer voor verantwoordelijk dan de gemeente dat hij het zelf prettig heeft (61 tegen 50 %), de gemeente is er meer voor verantwoordelijk dan de burger dat de omgeving veilig, schoon en heel is (67 tegen 56%). De gemeente weet volgens slechts 8 % wat de burger wil en zou de burger bij alle grote plannen en projecten moeten betrekken (volgens 76 % van de respondenten). Echter: de gemeente neemt de besluiten (55 % eens of zeer eens). Het blijkt dat bijna een derde van de respondenten het lastig vindt om tot participatie te komen: het heeft volgens hen toch geen zin. Een kwart geeft aan, geen tijd te hebben en bijna een kwart dat niemand mee wil doen. Volgens ruim vier vijfde driekwart van de respondenten zijn het altijd dezelfden die de kar moeten trekken, terwijl het volgens bijna driekwart een kwestie van lange adem is. Participatie vergt dus ook een stevige dosis motivatie. Bovenstaande is weergegeven in tabel 3.1:

Participatie is tweerichtingsverkeer 7 / 15 Tabel 3.1 Verantwoordelijkheden en motivatie A Almeerders zijn er zelf verantwoordelijk voor dat zij het in hun omgeving prettig hebben Mee eens / helemaal mee eens 61 % B De gemeente is verantwoordelijk voor het welzijn van de bewoners 50 % C De gemeente betaalt, dus zij beslist 4 % D Een meedenkende burger kost niks 73 % E De gemeente heeft de kennis, dus zij beslist 6 % F Het gemeentebestuur moet besluiten nemen juist omdat er zoveel verschillende meningen zijn 55 % G Ik voel mij vertegenwoordigd door de bewonersvereniging van mijn wijk 30 % H Voor elk groot plan/project moet de gemeente een participatietraject 76 % opstarten, ook al worden daardoor plannen langzamer of niet gerealiseerd I Ik zou wel meer willen participeren maar ik heb daarvoor geen tijd 25 % J Ik zou wel meer willen participeren maar het heeft toch geen zin 29% K Ik zou wel meer willen participeren maar niemand doet met me mee 23 % L Participatie is een kwestie van zeer lange adem 72 % M Het zijn altijd dezelfden die de kar moeten trekken 84 % N Het is niet altijd de mening van de meerderheid waarnaar geluisterd wordt 79 % O Bewoners zijn verantwoordelijk voor een schone, veilige en hele woonomgeving P De gemeente is verantwoordelijk voor een schone, veilige en hele woonomgeving van de bewoners 56 % 67 %

Participatie is tweerichtingsverkeer 8 / 15 3.2 Communicatie Op stellingen over de communicatie met de gemeente is door de respondenten overwegend negatief geantwoord: 48 procent weet waar hij terecht kan met klachten, maar 55 procent is van mening dat raadsleden wel luisteren maar zonder gevolgen. Verder is slechts 35 procent het eens met de stelling dat de gemeente de bewoners geeft om hun mening te geven over ontwikkelingen in de stad en 29 procent vindt dat de gemeente goed gebruik maakt van communicatiekanalen. Op de overige stellingen hebben nog minder mensen met mee eens of helemaal mee eens geantwoord. Hier liggen dus verbeterpunten. De antwoorden op alle stellingen zijn weergegeven in tabel 3.2: Tabel 3.2 Communicatie Mee eens / helemaal mee eens A De gemeente staat open voor de mening van haar bewoners 23 % B De gemeente informeert haar bewoners voldoende 25 % C De gemeente weet wat haar bewoners willen 8 % D De gemeente geeft bewoners gelegenheid om hun mening te geven 35 % over ontwikkelingen in de stad E De gemeente maakt goed gebruik van communicatiekanalen om de 29 % bewoners te informeren F Het beleid van de gemeente is mij duidelijk 14 % G Er zijn voldoende mogelijkheden om mee te denken met de gemeente 20 % H Er zijn voldoende mogelijkheden om mee te praten met de gemeente 22 % I De gemeente geeft voldoende gelegenheid om mee te beslissen over 8 % zaken die de bewoners aangaan J De gemeente maakt genoeg gebruik van de kennis van de inwoners 4 % van Almere K Ik weet waar ik terecht kan met vragen of klachten 48 % L Ik weet waarop ik invloed kan uitoefenen 27 % M Raadsleden luisteren wel maar er komt geen vervolg 55 % N Raadsleden hebben te weinig contact met de inwoners van Almere 15 %

Participatie is tweerichtingsverkeer 9 / 15 3.3 Participatie volgens de burger Burgerparticipatie is een verzamelnaam voor allerlei processen waarin mensen kunnen meedenken en meepraten over de plannen die de gemeente maakt. De deelnemers aan de enquête verstaan hieronder betrokkenheid van burgers bij hun directe omgeving. 19 procent van de respondenten heeft de open vraag ingevuld naar wat hij zelf onder participatie verstaat. Representatief voor de antwoorden zijn de volgende uitspraken: Wij maken de maatschappij. op kleine schaal werkt dat als een inktvlek en Het actief meedenken en meedoen op het gebied van wijk- en stadsinvulling, denk hierbij aan (verkeers-) veiligheid, infrastructurele ontwikkeling groenbeleid maar ook: dat burgers ook daadwerkelijk gehoord worden: dat de gemeente iets doet met hun inbreng. 4. Kennis 4.1 Kennis van en betrokkenheid bij initiatieven van de gemeente Uit de vraag naar kennis van en deelname aan initiatieven van de gemeente blijkt dat de politieke markt het bekendst is onder de respondenten (slechts 8 % had daar nog nooit van gehoord), het informatiesysteem BIS het minst (48 % had daar nog nooit van gehoord). De activiteit waaraan het meest zelf is deelgenomen is de politieke markt (door 41 % van de respondenten), het minst de concept-participatienota en de schaalsprong (9 % heeft aan gesprekken daarover deelgenomen). Meer dan de helft van de respondenten heeft wel gehoord, maar niet deelgenomen aan activiteiten rondom de schaalsprong (64 %), gevolgd door het vragenuurtje (60 %) en bewonersplatforms (57 %). Daar is dus mogelijk het snelst winst te behalen: misschien kan daar meer mensen bij betrekken? 32 procent van de respondenten geeft namelijk aan graag bij meer activiteiten betrokken zijn, onder andere bij beleidsontwikkeling in het eigen stadsdeel, een bewonersplatform en de schaalsprong. In tabel 4.1 zijn alle antwoorden weergegeven in volgorde van het initiatief dat het minst bekend is naar het initiatief dat de meeste bekendheid geniet:

Participatie is tweerichtingsverkeer 10 / 15 Tabel 4.1 Kennis van en betrokkenheid bij initiatieven van de gemeente (in procenten) Nee, niet van gehoord Ja, van gehoord maar niet bij betrokken Ja, daar heb ik aan deelgen omen N = De politieke markt 8 51 41 76 Het raadspanel 27 37 36 76 Inloopavonden van de gemeente 26 38 36 77 Bewonersplatform/organisatie van uw 34 33 33 76 wijk De mogelijkheid een mening in te 31 40 30 78 spreken op de politieke markt Het bestuursinformatiesysteem waarop 48 23 29 77 alle raadsstukken staan Beleid blauwe zone in uw wijk 39 32 29 56 Het ontwerp bestemmingsplan van uw 31 40 29 75 wijk Activiteiten buurtcentrum in uw wijk 27 44 29 75 De mogelijkheid om zelf een onderwerp op de agenda van de politieke markt te zetten De wekelijkse e-mail reminder van de agenda van de politiek markt De mogelijkheid om zelf een voorstel te doen waar de raad een voorstel over moet nemen met 150 handtekeningen (burgerinitiatief) 33 42 24 78 44 33 23 75 33 44 23 78 Andere bewonersplatforms/organisaties 22 57 22 74 in Almere De Stadsdialoog 42 37 21 78 Het vragenuurtje van de gemeente 21 60 20 77 De concept-participatienota 39 53 9 78 De schaalsprong 27 64 9 78 4.2 Informatiebronnen De gemeente laat mensen op verschillende manieren weten, wat haar plannen zijn. In hoofdstuk 3 blijkt,dat men vindt dat de gemeenten niet optimaal gebruik maakt van bestaande communicatiekanalen. Toch houden de online-deelnemers aan het onderzoek zich zelf goed op de hoogte. 45 procent van hen leest bijna altijd de Huis-aan-huisbrieven van de gemeente, 42 procent de wijkkrant, 37 procent de pagina Stadhuis aan huis in Almere Vandaag. Men luistert voor dergelijke informatie echter bijna nooit naar de lokale radio (3 % luistert altijd) en leest ook weinig de digitale nieuwsbrief van de gemeente (13 % leest die altijd).

Participatie is tweerichtingsverkeer 11 / 15 4.3 Wat bewoners belangrijk vinden Eigenlijk is er geen thema dat voor het beleid van de gemeente belangrijk is, dat degenen die de enquête hebben ingevuld, niet belangrijk vinden. Buurtveiligheid staat echter bovenaan: dat geeft men gemiddeld een 4,6 op een schaal van 1 tot 5. Bijna even belangrijk vindt men de eigen buurt: men geeft dat een 4,5. In tabel 4.3 staan ze alle 10 op volgorde van belangrijkheid. Tabel 4.2 Mate van belangrijkheid beleidsthema s Gemiddelde (1= helemaal niet, 5 = heel erg belangrijk) Buurtveiligheid 4,6 Eigen buurt 4,5 Verkeersveiligheid 4,1 Jeugd en jongeren 4,0 Onderwijs 4,0 Sociaal beleid 3,9 Milieu en duurzaamheid 3,9 Ouderenbeleid 3,9 Economisch beleid 3,8 Parkeerbeleid 3,7 5. Participatie 5.1 Deelname Zoals hierboven als is aangegeven, heeft een groot deel van de respondenten de politieke markt bezocht (41%), maar ook het raadspanel ingevuld Meegedaan aan raadspanel (36%) en inloopavonden gemeente bijgewoond (36%). Bovendien blijkt bijna de helft van de respondenten lid te zijn van een bewonersvereniging, buurtplatform of wijkorganisatie (49%) en lid te zijn van één of meer andere organisaties (47 %). Ook geeft 49 procent aan actief te zijn als individu, los van een organisatie (49 %). We hebben hier dus te maken met een zeer actieve groep Almeerders. 32 % geeft van de respondenten geeft aan nog meer te willen doen dan men nu doet. 5.2 Betrokkenheid Wat zouden deze Almeerders nog meer willen doen? Bijna iedereen die de vraag heeft ingevuld wil wel een petitie tekenen (91 %) of een inspraak- of infoavond bijwonen (94 %). Het lastigst vindt men contact zoeken met de media: 56 procent zou dat willen doen. De hele lijst staat vermeld in tabel 5.1:

Participatie is tweerichtingsverkeer 12 / 15 Tabel 5.1 Participatie en betrokkenheid Ik ben betrokken bij of lid van een bewonersvereniging, buurtplatform of wijkorganisatie Percentage Ja N = 49 % 79 Ik ben actief betrokken bij één of meer andere organisaties 47 % 78 Ik ben actief als individu, los van een organisatie 49 % 78 Ik zou meer willen doen dan ik nu doe 32 % 62 Ik wil best een petitie tekenen 91 % 67 Ik zou best een inspraak- of informatiebijeenkomst bij willen 94 % 67 wonen Ik zou contact willen zoeken met de media om mijn 56 % 66 (on)genoegen te laten horen Ik zou wel lid willen worden van een belangenvereniging 68 % 65 Ik zou best een belangenvereniging op willen zetten 33 % 60 Ik zou een jaarlijkse bijeenkomst met de wijkagent, stadsdeelmanager of raadsleden willen bijwonen 94 % 67 5.3 Tijdsinvestering Er is een vraag gesteld hoeveel tijd men besteedt aan participatie-activiteiten en een vraag hoeveel tijd men zou willen besteden aan dergelijke activiteiten. Hoewel het onduidelijk is wie die 11 personen zijn die aangeven niet actief te zijn, maar die desondanks de vraag naar hun tijdsbesteding hebben ingevuld, is te zeggen dat 44 procent van de actieven een paar uur per week kwijt is aan participatie. 48 procent is hier minder tijd aan kwijt. Eén derde van alle respondenten zou een paar uur per week aan dit soort activiteiten kunnen besteden, terwijl 44 procent hier minder dan een paar uur per week aan zou kunnen besteden. 6. Wie vindt wat? Nu bekend is, wat de deelnemers aan de enquête vinden, weten en doen, is het interessant om te kijken wie wat eigenlijk vindt, weet en doet. Zijn er verschillen tussen mensen die al actief zijn en die dat niet zijn, tussen mannen en vrouwen, werkenden en niet werkenden? 1 De helft van de deelnemers aan dit onderzoek is al actief in een bewonersvereniging, buurtplatform of wijkorganisatie. Zij zijn niet opvallend ouder of jonger dan niet-actieve respondenten, niet hoger opgeleid en wonen niet in andere wijken dan niet-actieven. Zij houden zich wel duidelijk beter via de diverse kanalen op de hoogte van de informatie over wat er in de gemeente speelt. Hebben zij dan een andere mening dan degenen die niet zo actief zijn? Nee. Er blijken geen opvallende verschillen te zijn wat betreft de antwoorden op vragen naar verantwoordelijkheden, motivatie, communicatie, kennis en wat men belangrijk vindt. Het enige is dat zij zich meer dan degenen die niet actief zijn, vertegenwoordigd voelen door een bewonersvereniging, buurtplatform of 1 Berekend m.b.v. kruistabellen met Cramers V van.40 of hoger en alpha < 0.10.

Participatie is tweerichtingsverkeer 13 / 15 wijkorganisatie en dat zij meer tijd zouden kunnen investeren in activiteiten dan degenen die niet actief zijn. Wanneer gekeken wordt naar andere kenmerken dan zien we dat er onder degenen die actief betrokken zijn bij het beleid rondom de blauwe zone opvallend veel respondenten van 61 jaar en ouder zijn. Veel oudere respondenten zijn er ook onder degenen die de eigen buurt heel belangrijk vinden, de alleenstaanden en de niet-werkenden, maar ook onder de respondenten uit Filmwijk. Mannen die de vragenlijst invulden vinden verkeersveiligheid belangrijker dan vrouwen. Uit Almere- Haven afkomstig zijn veel respondenten in de leeftijdscategorie 51 tot 60 jaar. Mensen uit Filmwijk zouden niet zo vaak als anderen de media opzoeken, terwijl mensen uit de rest van Almere-Stad dat juist relatief vaak wel zouden doen. Mensen die hoofdzakelijk in Almere werken en mensen die geen betaald werk hebben of met pensioen zijn, mensen met een Hbo-opleiding en mensen met alleen een partner houden zich duidelijk beter dan anderen via de pagina Stadhuis-aan-huis op de hoogte van de informatie over wat er in de gemeente speelt. Respondenten in de leeftijd van 51 tot 60 jaar gebruiken daarvoor meer dan anderen de huis-aan-huisbrieven van de gemeente. 7. Verbeterpunten 7.1 Teleurstellingen Via een open vraag is de gelegenheid gegeven om actief zelf mee te denken over mogelijke verbetering van de participatie. Een ruime meerderheid van 59 procent van de respondenten heeft hier gehoor aan gegeven. Een deel hiervan maakte echter van de gelegenheid gebruik om aan te geven, dat het de meedenkende burger niet altijd gemakkelijk wordt gemaakt, zoals uit onderstaande citaten blijkt: Ik heb veel (vooral teleurstellende) ervaring op dit gebied, en vind ook dat je het niet moet opgeven. Maar toch?! Ik ben bang dat men jullie aan het lijntje gaat houden Mijn buren zeggen dat ik gek ben als ik de stoep schoon maak Het gaat dus niet alleen om de reactie van de gemeente, maar ook om die van de omgeving. Het is niet erg motiverend als deze je voor gek verklaart als je je actief inzet voor verbetering van je buurt. 7.2 Oplossingen Uit de open vraag blijkt, dat men wel degelijk mogelijkheden ziet om de participatie te verbeteren. Er worden vier typen oplossingen aangedragen: Burgers eerder informeren Beter luisteren naar en in kaart brengen wat de burger wil Beter gebruik maken van sociale media Zelf mensen motiveren om mee te doen (b.v. de buren) Respondenten verwoorden dit onder andere zo: De gemeente moet bewoners altijd op tijd, liefst vooraf, informeren en betrekken bij hun plannen.

Participatie is tweerichtingsverkeer 14 / 15 Niet alleen luisteren, knikken en dan toch eigen beleid voortzetten Een respondent merkt op: Participatie is tweerichtingsverkeer. Zowel van de gemeente naar de burger als van de burger naar de gemeente. Een ander merkt op: De burgerparticipatie kan echter alleen werken als betrokken bewoners het gevoel hebben ook daadwerkelijk gehoord te worden. Door bewoners actief te benaderen maar niet te dwingen om socialer met de buurt om te gaan. Ook heel concrete suggesties worden gedaan: Je medebewoners aanspreken op zaken die fout gaan in de wijk. Door ook buren in te lichten over hun eigen mogelijkheden, dat hun ideeën er ook toe doen. dus mensen erbij betrekken en te stimuleren. Zo veel als mogelijk rekening te houden met de vele werkenden (forensen). Bijeenkomsten dichtbij de stations, bijvoorbeeld Meer online mogelijkheden. Ik wil niet steeds uren naar een informatieavond te hoeven. Ik heb hier gewoonweg geen tijd voor. 8. Conclusie en discussie De initiatiefgroep wil graag weten hoe bewoners van Almere de samenwerking tussen gemeente en bewoners zien. Wat weten wij daar nu over? Helaas weten wij nu, dat zelfs het invullen van een vragenlijst geen vanzelfsprekendheid is: hoewel veel moeite is gedaan om onder de aandacht van alle Almeerders te komen, heeft slechts een zeer beperkt aantal mensen op deze oproep gereageerd. Gezien het feit dat relatief veel respondenten mensen uit Filmwijk zijn (waar een deel van de actieve kern van de initiatiefgroep woont) en dat de helft van de respondenten al actief is en vaak al wat ouder, weten we nu nog niet heel veel meer over wat de gemiddelde Almeerder van participatie vindt. Actieven, ouderen en Filmwijkers blijken echter geen andere mening te hebben over participatie dan andere respondenten. Dit en het gegeven dat de onderzoeksgroep verder redelijk divers is qua samenstelling en dat de open vragen door veel respondenten uitvoerig zijn beantwoord, zorgt ervoor dat we met dit onderzoek goed bruikbare aanwijzingen hebben over wat men belangrijk vindt en hoe men participatie in Almere ervaart. Wil men wel participeren? Ja, grotendeels wel. Het zou dan wel wat gemakkelijker gemaakt moeten worden door een betere communicatie met de gemeente en door hen meer het gevoel te geven dat er daadwerkelijk iets met de inbreng van de burger gebeurt. De visie van de initiatiefgroep wordt ten dele door de respondenten gedeeld: er is geen gebrek aan inspraak maar wel aan samenspraak, er is niet altijd voldoende informatie, en er is een gevoel van niet juist, te laat of helemaal niet geïnformeerd zijn. De burger en de gemeente zijn samen verantwoordelijk voor de leefomgeving: de burger is er meer voor verantwoordelijk dan de gemeente dat hij het zelf prettig heeft, de gemeente is er meer voor verantwoordelijk dan de burger dat de omgeving veilig, schoon en heel is. De gemeente weet echter niet wat de burger wil en zou de burger bij alle grote plannen en projecten moeten betrekken. De burger weet waar hij met klachten terecht kan en is op de hoogte van initiatieven van de gemeente om hem bij plannen te betrekken, hij doet echter lang niet aan al deze activiteiten actief mee. Participatie is dus een kwestie van tweerichtingsverkeer. Verbetering is mogelijk door burgers eerder te informeren, beter naar hen te luisteren en in kaart brengen wat de burger wil, beter gebruik maken van sociale media en zeker ook doordat de burger zelf buurtgenoten motiveert om mee te doen.

Participatie is tweerichtingsverkeer 15 / 15 Bijlage Bij dit onderzoeksverslag hoort een bijlage met daarin de antwoorden op alle enquêtevragen.