Visie op het leren van het jonge kind



Vergelijkbare documenten
1 Aanbevolen artikel

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

Basiskwaliteit Voorschool VVE Zaanstad CRITERIA PROFESSIONELE COMPETENTIES VOOR MEDEWERKERS, TEAM EN ORGANISATIE

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Pedagogisch beleid Flexkidz

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Pedagogische visie van Stichting Rijswijkse Kinderopvang. Ontdekkend spelen. Uitdagend werken

De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013

Zelfregulatie, de kern van LO2

Samenwerking. Betrokkenheid

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Theoretische achtergrond ZIEN! Publieksversie van de ZIEN!-verantwoording d.d. april 2012

VVE programma Uk & Puk

Pedagogisch plan. Voorwoord

Adaptief leren. Wat, waarom en hoe?

Thema kijken en observeren

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Pedagogisch Beleid. Inschrijving

Pedagogisch beleidsplan

Zelfsturend leren met een puberbrein

P.1 Creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat

Smart Competentiemeting BSO

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Activiteitenbeleid 2013

Samen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie

Pedagogisch beleidsplan kort

Peuteropvang Dolfijn

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel

Jouw motivatie. Excellent gemotiveerd. Waarom? Excellent gemotiveerd Hoe creëer je een omgeving waarin leerlingen willen excelleren?

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Visie basisschool De Grasspriet

Inhoudsopgave. Voorwoord... 6

Pedagogisch beleidsplan 2016

Pedagogische kwaliteit in beweging

Referentieniveaus en VVE: wat moet je ermee?

Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1

Pedagogisch beleidsplan

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer

EEN SCHOOL MET TALENTUITDAGEND ONDERWIJS

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

WORKSHOP LOOQIN PO. Kennismaking met een procesgericht kindvolgsysteem voor het primair onderwijs. Barbara van der Linden (Onderwijs maak Je Samen)

Pedagogisch beleidsplan Uit&Thuis

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

Piramide. Dé educatieve methode voor alle jonge kinderen

De consumerende leerling veroorzaken we zelf

Jaarplan Hoge Weerdschool

Samen op ontdekkingsreis

Visie op ouderbetrokkenheid

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF DE KLEINE WERELD

Piramide in Kinderdagverblijf Oase

Beschrijving modules KINDwijzeracademie

Vertrek eens zonder thema

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

Bijzonder Begaafd. Doelen workshop. Eigen casus. Juni Passende ondersteuning voor 'dubbel bijzondere' leerlingen

Ik ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin

Samenwerkingsafspraken tussen voorschool (..) en basisschool.

Pedagogisch beleid 0 4 jaar. een samenvatting. Juni 2015

Ik ben pedagogisch medewerker op een VVE locatie van TintelTuin

Identiteit van de Koos Meindertsschool

In je element met wie je bent!

Pedagogisch beleid gastouderbureau via Laura

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

Algemene informatie Kinderopvang 0-4. November 2014

Visie in de praktijk

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen. Doelen workshop

Rotterdamse Observatielijst Peuter Kleuter. Analyse doelen Jonge kind

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL ER-RISÈLÈH

Pedagogisch beleid. kinderdagverblijf

Piramide. Informatie voor ouders en verzorgers

Differentiëren, onderwijs passend maken. Schoolpsychologencongres 2017 Otto de Loor

Wie de schoen past. Kaleidoscoop op het ROC ASA, voor studenten opleiding onderwijsassistent en SPW

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Dubbel bijzondere leerlingen. Lilian Snijders

2.1 Uitgangspunten De Piramidemethode is gebaseerd op vier basisbegrippen, de vier hoekstenen van de piramide:

PROCEDURE + ZWOLS OVERDRACHTSFORMULIER

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Ouderavond Bataafs Lyceum 4H/V. Executieve vaardigheden. Welkom! Nancy Lussing

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

dialooghouding We stellen u onze visie even voor.

Waar een wil is, is een Weg!

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. 2Spel

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KINDERVRIEND

Pedagogisch werkplan. Christelijke Peuterspeelzaal. Het Visje

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

Piramide. Dé educatieve methode voor alle jonge kinderen

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Ik heb een ziekte, maar ik ben die ziekte niet!

Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder schriftelijke toestemming van de Peuterspeelzaal Ukkie BV

SKS Alles Kids. Ieder kind is uniek. Onze visie. De 5 speerpunten

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag

Transcriptie:

ebook Visie op het leren van het jonge kind

Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en leergierig, van meet af aan uit op sociale binding en op het verwerven van kennis en vaardigheden. In de motivatieliteratuur (Deci & Ryan, 1985) wordt in dit verband gesproken over drie psychologische basisbehoeften: de behoefte aan relatie, aan competentie en aan autonomie. Kinderen zijn betrokken en kunnen gemotiveerd werken wanneer zij zich op hun gemak voelen en aan bovenstaande basisbehoeften is voldaan. De drie basisbehoeften worden hieronder toegelicht. Basisbehoefte relatie De basisbehoefte relatie houdt in dat de kinderen zich thuis voelen op de peuterspeelzaal of in groep 1 en 2, dat ze een goede relatie hebben met de leerkracht van groep 1 en 2, dat ze een goed contact hebben met de andere kinderen en dat ze zich begrepen en gewaardeerd voelen. Ze ervaren dat de leerkracht oog voor hun heeft en helpt als het nodig is. Basisbehoefte competentie De basisbehoefte competentie betekent dat de kinderen ervaren dat ze iets kunnen en dat iets lukt onafhankelijk van anderen. Kinderen die ervaren dat ze binnen bepaalde kaders onafhankelijk van de leerkracht met succes iets kunnen, ontwikkelen zelfvertrouwen. Vertrouwen in anderen en vertrouwen in jezelf vormen samen de bron van elke menselijke ontwikkeling. 2

Basisbehoefte autonomie De basisbehoefte autonomie betekent dat de kinderen ruimte krijgen om keuzes te maken, beslissingen te nemen en ergens zelf verantwoordelijk voor te zijn. Hoe groot de kans is om autonomie te verwerven, is daarbij ook afhankelijk van de cultuur of kleine kring/het gezin/de familie waarin een kind leeft. Zij bepalen in eerste instantie wat belangrijk is voor het kind en waar het evenwicht ligt tussen wat belangrijk is voor het kind en voor het collectief. Hier worden grenzen gesteld. In groep 1 en 2 van de basisschool ligt dat evenwicht weer anders. Grenzen stellen en kaders aanvaarden heeft weinig zin zonder (emotionele) gebondenheid of wederzijdse waardering tussen wie grenzen stelt en wie ze moet accepteren. Het pedagogisch klimaat Naast een spannende en uitdagende leeromgeving is het handelen van de leidster of leerkracht van belang om de nieuwsgierigheid en leergierigheid van kinderen te kunnen blijven voeden. Kinderen willen weliswaar zelf weten en zelf kunnen kiezen maar verschillen daarbij in talent, tempo en temperament. Ontwikkelen en leren verloopt per kind verschillend. De leerkracht van groep 1 en 2 moet daarom alert zijn op alle aspecten van de basisbehoeften en inspelen op de verschillen. Sommige kinderen hebben behoefte aan houvast en ondersteuning en andere kinderen juist aan uitdaging. Het pedagogisch klimaat dat de leerkracht schept bepaalt of aan de basisbehoeften van de k inderen kan worden voldaan. Voor leerkrachten van de onderbouw is dit tegelijkertijd een uitdagend gegeven, want een aanbod en omgeving die het potentieel van kinderen aanspreekt, zal kinderen helpen zichzelf te zijn en daardoor individuele verschillen vergroten. Dit daagt de leidster of leerkracht uit om haar handelingsrepertoire te vergroten. Bij de ontwikkeling van het jonge kind zijn onderstaande elementen van essentieel belang voor het pedagogisch klimaat. 3

Welbevinden en betrokkenheid van kinderen Wil men achterhalen of een leidster of leerkracht het goed doet, dan kan men zich richten op het welbevinden van kinderen. Dit is afhankelijk van de mate waarin de omgeving tegemoet komt aan de basisbehoeften van kinderen. Kinderen willen door hun omgeving positief gezien worden. Als er voldoende aandacht is voor het individuele kind en er is voldoende positieve communicatie rondom het unieke van ieder kind, dan krijgt het kind het gevoel iemand te zijn in de ogen van een ander. Dit beeld moet in hoge mate overeenkomen met de beleving van het kind zelf. Er moet sprake zijn van een congruentie tussen wat het kind zelf beleeft en de leidster of leerkracht als positieve feedback geeft. Dit betekent dat de interactie tussen leidster, leerkracht en kind adequaat moet zijn, wil het naast welbevinden ook betrokkenheid uitlokken en vasthouden. Betrokkenheid is een ander belangrijke aspect bij het leren van kinderen. Activiteiten die in hoge mate betrokkenheid uitlokken, zijn in principe ontwikkelings bevorderend. Kinderen die betrokken zijn, zijn alert, intens en geboeid bezig. De activiteit sluit aan bij hun echte belang stelling en behoefte. De kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd, durven te experimenteren en laten exploratief gedrag zien. Ze moeten een inspanning leveren, maar deze inspanning geeft uitzicht op het zelf kunnen. Een veilige leeromgeving Als kinderen zich veilig voelen en het gevoel hebben greep te hebben op de omgeving, durven ze initiatief te nemen en zelfstandig een activiteit uit te voeren zonder directe begeleiding van de leidster of leerkracht. Afspraken en routines zijn belangrijk om de groep tot een prettige en voorspelbare leer omgeving te maken waarin een kind zich veilig kan bewegen. 4

Verschillen tussen kinderen waarderen Kinderen houden niet van apart. Maar daarentegen wil het kind wel gekend en erkend worden. Het is belangrijk dat de leidster of leerkracht oog heeft voor de individuele verschillen tussen kinderen en op een goede manier omgaat met deze verschillen. Dit betekent dat ze die verschillen als vanzelf sprekend en waardevol vindt en daarop anticipeert in haar aanbod. Voor jonge kinderen is het niet altijd makkelijk te accepteren dat de leidster of leerkracht (tijdelijk) veel aandacht heeft voor andere kinderen en zij zelf activiteiten uitvoeren zonder de leidster of leerkracht. Het is voor de leidster of leerkracht nodig om voorspelbaar te zijn en om uit te leggen waarom je bijvoorbeeld soms in kleine groepjes wilt werken. Jonge kinderen zijn gevoelig voor het eerlijkheidsprincipe : iedereen komt aan de beurt. Verschillen waarderen en omgaan met verschillen, ofwel differentiatie, en zelfstandig werken zijn twee kanten van dezelfde medaille. De leidster en leerkracht moeten de omgeving en het aanbod zodanig organiseren, dat zij in staat zijn kleine groepjes intensief te begeleiden. Voorwaarde hierbij is dus dat de andere kinderen individueel of in groepjes zelfstandig kunnen werken. Zelfstandigheid van de kinderen, het zelf willen doen, is dus een voorwaarde om differentiatie mogelijk te maken. 5

Spel Spel is een levensbehoefte voor kinderen. Door spel leert een kind de wereld om hem heen kennen en begrijpen. Vygotsky typeert het spel als een sociaal-emotionele activiteit. Het dient volgens hem voor het oefenen van vaardigheden, zodat deze overgaan van de zone van de naaste ontwikkeling naar de zone van de actuele ontwikkeling. Van vaardigheid in potentie naar een zelfstandig uitvoerbare vaardigheid. Bij Vygotsky is het onderscheid tussen deze twee ontwikkelingsniveaus een belangrijk uitgangspunt in de relatie tussen ontwikkeling en leermogelijkheden. De zone van de actuele ontwikkeling Het ontwikkelingsniveau van het kind bepaald door middel van het zelfstandig oplossen van problemen zonder hulp van derden. De zone van de naaste ontwikkeling De afstand tussen het niveau van de actuele ontwikkeling en dat van de potentiele ontwikkeling. Dit niveau omvat de functies die aan het rijpen zijn en pas met hulp van derden uitvoerbaar zijn. 6

De actuele ontwikkeling van kinderen is vaak gemakkelijk te bepalen. Bij een collectieve activiteit of onder leiding van een volwassene zijn kinderen tot veel meer in staat. Vygotksy vindt dat onderwijs zich niet moet richten op gerijpte maar op rijpende functies. Niet alleen de volwassene, leidster of leerkracht maar ook het kind zelf kan een zone van de naaste ontwikkeling creëren door spel. Kinderen creëren door spel een fantasiewereld, maar zij kunnen door spel ook de werkelijkheid en fantasie laten samenvallen. Bijvoorbeeld: twee zusjes spelen dat ze twee zusjes zijn. In het spel verbeeldt het kind zijn grootste prestaties die in de toekomst mogelijk verwezenlijkt zullen worden. Volgens Vygotsky begint het kind, als het ongeveer drie jaar is, met het doen alsof spel. Hij ziet het spel daarom ook als de hoogste vorm van ontwikke ling in de voorschoolse periode. Door een fantasie situatie te creëren, leert het kind een scheiding aan te brengen tussen werkelijkheid en fantasie. Het spel is de voorbereider van het abstracte geïnternaliseerde denken. Voor beginnende geletterdheid en beginnende gecijferdheid is de ontwikkeling van het abstract geïnternaliseerde denken van essentieel belang. Op een peuterspeelzaal of in groep 1 en 2 is buitenspel onderdeel van het dagprogramma. Buitenspel is ook onderwijstijd/leertijd, maar vraagt een andere invulling dan activiteiten binnen. Buitenspel doet een beroep op verschillende competenties van kinderen. Buitenspel is met name nodig voor de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling. Maar ook voor de andere ontwikkelingsgebieden, zoals bijvoorbeeld de rekenontwikkeling voor het inschatten van afstanden met een rijdende kar en de diepte van de kuil in de zandbak. Spel is van wezenlijk belang om de wereld op een veilige manier te ontdekken en te leren kennen om er steeds beter zelf in te functioneren. De rol en taak van de leidster en leerkracht om het kind hierbij te begeleiden en leiden is daarom een zeer belangrijke. Door tegemoet te komen aan de basisbehoeften van kinderen, door kansen te creëren, door sturing en door steun, maar ook door ruimte te bieden en door kinderen uit te dagen kansen te nemen, bevorderen de leidsters en leerkrachten in de voor- en vroegschoolse educatie de intrinsieke motivatie van kinderen voor spel en leeractiviteiten op de peuterspeelzalen en in het basisonderwijs. 7

Literatuur Bouwman, A. (2014) Differentieren is te leren. Amersfoort: CPS Van Oers, B. & Janssen-Vos, B. Visies op onderwijs aan jonge kinderen. Beets, A. & Memelink, D. Onderwijs aan jonge risicokinderen. Drie visies nader bekeken. Deci, E.L. & Ryan, R. M. (1985). Intrinsic Motivation and Self-Deteremination in Human Behavior. New York: Plenium. Vygoysky, L. (1978), Mind in Society. Cambridge: Harvard U. Laevers, F. Welbevinden en betrokkenheid. Stevens, L. Anders denken en doen. Caminada, G. & Leenders, Y. (2012) Buitenspel in het zonnetje. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff Kuyk, J.J. Van, Piramide, de methode voor jonge kinderen. Carolyn Edwards e.a. De honderd talen van kinderen. Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse educatie (vve) Amsterdam 2010-2014, Gemeente Amsterdam: Amsterdam. Toezichtskader vve 2010, Inspectie van het Onderwijs: Utrecht. 8

Aafke Bouwman Els Loman Neem contact met mij op Neem contact met mij op www.cps.nl April 2014 9