Conjunctuurherstel buigt, maar breekt niet

Vergelijkbare documenten
VBO-ANALYSE. Focus Conjunctuur. Te veel onzekerheden verhullen een veelbelovende toekomst. November 2014 Morgane Haid

Groei en jobcreatie houden stand

Herstel zet zich door, maar groeipotentieel is te laag

Een goed 2015, een aarzelend

PERSCONFERENTIE. Technologische industrie blijft groeien

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

UIT groei en conjunctuur

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN!

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

61e Ondernemerspanel. MKB-Nederland TNS NIPO

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI /02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese:

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Atradius Landenrapport

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Eerste kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Nulgroei in 2014: opluchting, maar geen opleving

Uit de INR-cijfers blijkt dat met een groei van 3,5 % de bouw de algemene economische groei (+1,2 %) in 2016 sterk gestimuleerd heeft.

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2018

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2015

Macro-economische Ontwikkelingen

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

Trimestrieel bijgewerkte beoordelingen van het landenrisico en het bedrijfsklimaat

POL juli 2017: +17,7

De economische omgeving. Een cruciaal jaar voor Nederland en Europa

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Conjunctuurbeoordeling van de bouwsector

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016

Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

Suivi mensuel de la conjoncture - Maandelijkse opvolging van de conjunctuur

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Dienstensector houdt vertrouwen

Conjunctuurenquête Nederland

Conjunctuurenquête Technologische industrie. november 2016

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

2003/10A. Conjunctuur: recent verloop en verwachtingen* 7 e jaar. Door Economische Analyses, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2017

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

Matige groei, grote bezorgdheid

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Productie licht gedaald in vierde kwartaal

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

Zakelijke dienstverlening

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

UNIZO KMO-BAROMETER. UNIZO-Studiedienst, tel fax

Vooruitzichten Belgische economie Herstel zet zich gematigd voort maar blijft fragiel

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische outlook Nederlandse regio s 2 e kwartaal 2011

Macro-economische Ontwikkelingen

GROEI TECHNOLOGIEBEDRIJVEN STAGNEERT IN 2012

Nederlandse economie in zicht

Omzet industrie daalt door lagere prijzen

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zuid-Holland

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Rabobank Food & Agri. Leidt de verwachte importgroei uit China tot herstel? Kwartaalbericht Varkens Q3 2015

Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009.

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Crisismonitor Drechtsteden

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008

Macro-economische Ontwikkelingen

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Onderzoek

Minder sterke groei industrie in tweede kwartaal

Instituut voor de nationale rekeningen

Optimisme houdt stand Conjunctuurenquête Expeditiesector 4e kwartaal 2015

Transcriptie:

VBO-ANALYSE Focus Conjunctuur Conjunctuurherstel buigt, maar breekt niet MORGANE HAID NOVEMBER 2015

66% Sectoren die de voorbije 6 maanden hun activiteiten hebben zien toenemen 21% Proportie van de sectoren die rekenen op een verbetering van de economische activiteit tijdens de komende 6 maanden 16% Sectoren die uitgaan van een toename van de werkgelegenheid tijdens de komende 6 maanden 5 Percentage van de federaties die menen dat de evolutie van de loonkosten momenteel een belangrijke positieve factor is 1,5% Verwachte economische groei in 2016

DE RENDABILITEIT IS LICHT VERBETERD, MAAR BLIJFT LAAG IN HISTORISCH PERSPECTIEF DE COMPETITIVITEITSMAATREGELEN LATEN ZICH VOELEN DE AFNAME VAN DE WERKGELEGENHEID IN DE INDUSTRIE WORDT MINDER UITGESPROKEN EN IN DE DIENSTEN NEEMT ZE TOE HET KADER (REGELGEVING, WET VAN 96, ARBEIDSMARKT) WAARBINNEN DE ONDERNEMINGEN OPEREREN, MOET VERDER VERBETERD WORDEN

Twee keer per jaar bevraagt het VBO zijn sectorfederaties om de economische temperatuur te meten. Op basis van deze enquête en van een analyse van de mondiale en nationale economische context, maken we een balans op van de huidige economische toestand in België en van de vooruitzichten voor de komende zes maanden. 1. Internationale context a. Groeitempo in opkomende landen vertraagt Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft onlangs zijn groeiprognose neerwaarts herzien en schat dat de mondiale groei 3,1% zal bedragen in 2015 en 3,6% in 2016 (tegen respectievelijk 3,5% en 3,8% zes maanden geleden). Vooral de groei in een aantal opkomende landen, in het bijzonder de BRICS-landen, was minder goed dan gehoopt (grafiek 1). Brazilië zou bijvoorbeeld het jaar afsluiten met een recessie (-3% groei over het hele jaar), net als Rusland (-3,8%). Ook China kende een aanzienlijke vertraging van zijn groei, die nog meer uitgesproken zou kunnen zijn dan wat de officiële cijfers laten uitschijnen. De beleidsmaatregelen die werden genomen om die vertraging tegen te gaan (devaluatie van de yuan, verlaging van de rentevoeten, ondersteuning van de beurzen, ) doen allerzins vermoeden dat de realiteit nog wat somberder is dan wat de cijfers suggereren. Inmiddels gaat het IMF voor China uit van heel wat lagere groeiniveaus dan die van enkele jaren geleden: 6,8% in 2015 en 6,3% in 2016, tegen nog 9,5% in 2011. De groei van India (7,3% in 2015) zou die van China in 2015 zelfs overtreffen. De tragere Chinese groei had repercussies op de financiële markten en op de internationale handelsstromen, in het bijzonder in de Aziatische landen die sterke handelsbanden hebben met China. Bovendien is de toevloed van kapitaal naar de opkomende landen verminderd. Als gevolg van de afkoeling op de Chinese markt, zijn ook de prijzen voor grondstoffen sterk gedaald. Voor sommige grondstoffenexporterende groeilanden (Brazilië, Rusland) maakt dit de economische situatie nog wat moeilijker. Voor de meeste ontwikkelde landen betekent het echter een opsteker. Mede daardoor heeft de groeivertraging in de opkomende landen zich vooralsnog niet uitgebreid tot de ontwikkelde landen. In de Verenigde Staten is er bijvoorbeeld een mooi herstel geweest ondanks een moeilijker eerste kwartaal. Het bbp steeg in het tweede en derde kwartaal met respectievelijk 1% en 0,4% op kwartaalbasis. Het IMF gaat nu uit van een groei van het bbp met 2,6% voor dit jaar. En ook de werkloosheid in de VS blijft verminderen. Ze nam in één jaar af van 6,1% tot 5,1%. 10 8 6 4 2 0-2 -4 9,5 6,6 4,3 3,9 1. Economische groei (%, bron: IMF) 7,7 7,7 7,3 7,3 7,3 7,5 6,9 6,8 6,3 5,1 3,4 2,7 1,8 1,3 0,6 0,1-0,6-1 -3-3,8 2011 2012 2013 2014 2015* 2016* Brazilië Rusland India China CONJUNCTUURHERSTEL BUIGT, MAAR BREEKT NIET I 4

b. Voorzichtige groei in de eurozone In de eurozone is het groeitempo meer gematigd, maar toch ook al enkele jaren positief. Ondanks de minder sterke vraag van sommige handelspartners buiten Europa, lijkt het herstel in de eurozone niet aangetast. Het bbp van de zone is tijdens het derde kwartaal opnieuw met 0,3% gestegen, nauwelijks minder dan verwacht. Gezien de achteruitgang van de jongste maanden in de opkomende landen, was vooral de binnenlandse vraag de groeimotor, ondersteund door de daling van de energieprijzen en een afnemende werkloosheid. De groeiherleving in de Eurozone zou moeten aanhouden dankzij de naar verwachting laag blijvende olieprijzen, het aanhoudend soepele monetair beleid en de waardevermindering van de euro. Toch blijft het groeipotentieel beperkt, onder andere wegens de nasleep van de crisis, het vrij hoge niveau van de overheidsschuld en de vergrijzing. In de komende maanden zouden ook de terreuraanslagen in Parijs en het hoger dreigingsniveau dat daarmee gepaard gaat kunnen wegen op het vertrouwen van consumenten en ondernemers. Het IMF raamt de groei van de Eurozone momenteel op 1,5% in 2015 en op 1,6% in 2016. 10 Het is in het Verenigd Koninkrijk dat het herstel het meest uitgesproken is, met een groei die geraamd wordt op 2,5% en 2,6% in 2015 en 2016. Het herstel is ook fors in Spanje en in Ierland, twee landen die zwaar waren getroffen door de crisis. In onze buurlanden variëren de groeiramingen voor 2016 van 1,5% voor Frankrijk tot 1,6% voor Duitsland en 1,9% voor Nederland. 2. Belgische economie: huidige toestand en vooruitzichten a. De economische activiteit heeft zich positief ontwikkeld De voorbije zes maanden hebben twee derden van de bevraagde sectoren hun activiteit zien toenemen ten opzichte van de voorgaande periode (grafiek 2). Het tweede kwartaal van dit jaar was relatief goed, met een groei van 0,5% op kwartaalbasis. Met 0,2% groei was de prestatie in het derde kwartaal 2015 daarentegen wat zwakker dan bij het begin van het jaar. Deze daling van het groeitempo werd aangekondigd door de daling van de conjunctuurindicator van het ondernemersvertrouwen (NBB): die stagneerde in juli en daalde in augustus en september. In het vierde kwartaal werden de bedrijven echter weer wat optimistischer: het 2. Huidige toestand t.o.v. 6 maanden geleden 9 4 3 8 7 6 12 8 7 5 11 4 4 3 2 1 6 5 4 7 Economische activiteit NOVEMBER 2015 Economische activiteit MEI 2015 Rendabiliteit NOVEMBER 2015 Laag niveau Gemiddeld niveau Hoger niveau n.v.t Rendabiliteit MEI 2015 CONJUNCTUURHERSTEL BUIGT, MAAR BREEKT NIET I 5

vertrouwen veerde op in oktober en november, wat doet vermoeden dat ook de groei in het laatste kwartaal opnieuw sterker zal zijn. Dat alles uiteraard op voorwaarde dat de terroristische aanslagen in Parijs en de terreurdreiging in Brussel geen langdurige impact hebben op het vertrouwen van gezinnen en bedrijven. De resultaten van onze enquête bevestigen ook dat de groei standhoudt: 72% van de bevraagde sectoren gaat uit van een stabilisatie van de economische activiteit, en 22% verwacht een toename ervan (grafiek 3). Daarmee zijn er dus wat minder sectorfederaties die vol vertrouwen zijn dan bij de voorgaande enquête (37,5%), maar dat doorbreekt niet fundamenteel de trend naar meer optimisme die zich sinds enkele jaren aftekent. Verscheidene federaties melden dat de toename van hun activiteit voornamelijk gedragen wordt door de export, ondersteund door het herstel van de vraag in Europa en de verbetering van de concurrentiepositie dankzij de waardevermindering van de euro en de beheersing van de loonkosten. Enkel de staalsector verwacht een daling van de activiteit, als direct gevolg van de afname van de binnenlandse vraag in China en het risico van dumping van het overtollige Chinese staal op de Europese markt, wat het marktaandeel van de Belgische bedrijven zou kunnen aantasten. b. De rendabiliteit verbetert, maar blijft op een relatief laag peil In vergelijking met de voorgaande enquête, hebben minder sectoren in de voorbije zes maanden een daling van hun rendabiliteit vastgesteld (grafiek 2 op de voorgaande pagina). Deze heeft zich gestabiliseerd voor 58% en is gestegen voor 21% van de bevraagde sectoren. Een aantal federaties geeft aan dat de gunstige economische ontwikkelingen en de eerste effecten van de loonmatiging zich de voorbije 6 maanden hebben laten gevoelen. Dat heeft het mogelijk gemaakt de rendabiliteit enigszins op te krikken. Op wat langere termijn bekeken, blijft zij echter relatief laag: meer dan de helft van de 8 7 6 5 4 3 2 1 S 3. Economische activiteit in de komende 6 maanden Gl T P Mat Ex En Ce Ch H V ICT D Bo G TSS Prod I Daling Stabiel Stijging n.v.t. November 2015 Di 8 7 6 5 4 3 2 1 TSS Gl T S P Mat En Ce H D Prod Ch V ICT I Bo Daling Stabiel Stijging Mei 2015 Bo: bouw; Ce: cement; Ch: chemie; D: handel; Di: diamant ; En : energie ; Ex : ontginning ; G: grafisch ; Gl: glas; H: hout; I: interim; ICT: ict; K: kleding; Mat: materials technology; P: papierfabrikanten ; Prod: production technology & mechatronics; S: staal; T: textiel; TSS: transport solution systems; V: voeding CONJUNCTUURHERSTEL BUIGT, MAAR BREEKT NIET I 6

geënquêteerden is van oordeel dat het rendabiliteitspeil nog altijd beneden het langetermijngemiddelde ligt. Voor de komende zes maanden is er echter niet meteen een verdere verbetering in zicht. 68% van de sectoren verwacht een status quo van hun rendabiliteit, terwijl 26% meent dat ze gaat dalen. De bouwsector en meerdere ermee verbonden sectoren zien een daling van hun rendabiliteit aankomen. Dit heeft wellicht te maken met een grote onzekerheid over het activiteitsniveau in de bouw- en in de renovatiesector tijdens de komende zes maanden, en vooral na 1 januari 2016, wanneer verscheidene beleidsmaatregelen in werking treden (einde van de btwverlaging voor renovatie van woningen van 5 tot 10 jaar, verstrenging van de vereisten inzake energieprestaties van nieuwe gebouwen), terwijl de anticipatie-effecten gaan verdwijnen. Dat zou die sectoren dus negatief kunnen beïnvloeden. Andere factoren, zoals de hogere kostprijs van buiten de eurozone aangekochte goederen door de zwakke euro, de aanhoudende neerwaartse druk op de 90 verkoopprijzen of ook de invoering van de kilometerheffing, zouden de rendabiliteitswinst die dankzij de loonmatiging werd verkregen, ook wel kunnen aantasten. We merken tevens op dat de arbeidskostverlagende maatregelen van de tax shift pas van toepassing zullen zijn vanaf 1 april, dat is op de limiet van de door deze enquête bestreken prognoseperiode. Met andere woorden, verscheidene elementen hebben de ondernemingen in staat gesteld hun rendabiliteit de jongste maanden te verbeteren, maar er blijven nog heel wat onzekerheden bestaan voor de komende maanden en het huidige niveau zit nog ver van de niveaus tijdens een hoogconjunctuur. c. Investeringen trappelen ter plaatse De situatie van de investeringen is niet sterk veranderd in vergelijking met zes maanden geleden. De pieken van het investeringspeil in de voorbije kwartalen waren toe te schrijven aan eenmalige aankopen (octrooien, licenties, buitenlandse schepen) en weerspiegelen dus geen structureel herstel van de investeringen (grafiek 4). 4. Bezettingsgraad van het geïnstalleerd productievermogen (bron: NBB) Aankoop octrooi 18 17,5 85 80 75 70 Aankoop van licentie en van schepen 17 16,5 16 15,5 15 14,5 14 13,5 13 Bedrijfsinvesteringen (miljard kettingeuro's) Gezamenlijke verwerkende nijverheid CONJUNCTUURHERSTEL BUIGT, MAAR BREEKT NIET I 7

7 6 5 4 3 2 1 De vooruitzichten van de bevraagde federaties blijven zeer vergelijkbaar met die van de voorgaande enquête: bijna 16% van de geënquêteerde sectoren verwacht een toename van hun investeringen, terwijl 63% een soortgelijk niveau en 21% een daling in het vooruitzicht stelt (grafiek 5). De bezettingsgraad van de industriële productiecapaciteit is in het tweede en derde kwartaal gedaald, nadat hij in het eerste kwartaal was gestegen tot 80,3%. Hij bedraagt momenteel 78,7%, dat is iets beneden het langetermijngemiddelde. Een aantal federaties geven aan dat sommige bedrijven hun productie tijdelijk hebben verlaagd omdat ze hun voorraden in de zomermaanden wat hadden zien toenemen. Wat de soorten investeringen betreft, blijven de uitbreidingsinvesteringen nog altijd beperkt, terwijl rationalisatie en innovatie de 5. Investeringen in de komende 6 maanden TSS Prod Di Bo V T S P H Gl Ex En Ch Ce I D G Mat ICT Daling Stabiel Stijging November 2015 Bo: bouw; Ce: cement; Ch: chemie; D: handel; Di: diamant ; En: energie; Ex: ontginning; G: grafisch; Gl: glas; H: hout; I: interim; ICT: ict; Mat: materials technology; P: papierfabrikanten; Prod: production technology & mechatronics; S: staal; T: textiel; TSS: transport solution systems; V: voeding 3200 3190 3180 3170 3160 3150 3140 belangrijkste motoren voor de investeringen zijn. Kortom, gezien de aarzeling in de conjunctuur, het nog vrij lage rendabiliteitsniveau en de opgelopen voorraden, is de investeringsappetijt momenteel nog niet erg groot. d. De arbeidsmarkt aan de beterhand We merken enkele positieve noten op wat de werkgelegenheid betreft, al blijven de vooruitzichten minder optimistisch dan voor de andere domeinen. Eerst en vooral is het aantal faillissementen gedaald ten opzichte van de laatste 3 jaar, net als het jobverlies wegens faillissementen. En de werkgelegenheid in de marktsector is sinds begin dit jaar zelfs met meer dan tienduizend eenheden gestegen (grafiek 6). In onze enquête merken we ook een lichte stijging op van het percentage sectoren dat de komende zes maanden een toename van de werkgelegenheid verwacht, namelijk 6. Werkgelegenheid in de privésector (in duizenden, Bron:NBB) Overheid en onderwijs Privésector +10,2k -4,1k 850 845 840 835 830 825 820 815 810 805 800 CONJUNCTUURHERSTEL BUIGT, MAAR BREEKT NIET I 8

6 16%, tegen 12% bij de vorige enquête (grafiek 7). Bovendien is het percentage sectoren dat een daling van de werkgelegenheid verwacht, geslonken van 56% tot 47%. De toestand is gunstiger in de dienstensectoren, terwijl de industrie en de sectoren die verbonden zijn met de bouw nog niet erg optimistisch zijn voor de werkgelegenheid. Ondanks een lichte dip tijdens de jongste maanden, verwacht de uitzendsector dat de werkgelegenheid binnenkort verder toeneemt. Ook met de handel gaat het relatief goed. De vacatures in de detail- en de groothandel staan op hun hoogste peil sinds 2012. Dat is een gunstig teken, gezien het belang van deze sector in termen van werkgelegenheid: de sector stelde in 2014 meer dan 478.000 personen tewerk, dat is bijna 13% van de totale werkgelegenheid. Sommige industriële sectoren die de jongste jaren zwaar te lijden hebben gehad van de crisis en van meerdere herstructureringen, melden dat de achteruitgang van de werkgelegenheid aan het verminderen is. Voorlopig is er wel nog een lichte afname omdat de rendabiliteit nog steeds precair is ondanks de recente gunstige beleidsmaatregelen. Niettemin hebben de ondernemingen de tijd van zware herstructureringen achter zich gelaten. De werkgelegenheid in de industrie gaat dus stilaan in de richting van een stabilisatie. e. Economische groei: ramingen en risico s Momenteel zijn er een aantal belangrijke en soms tegenstrijdige elementen die de economische vooruitzichten beïnvloeden.. Vooreerst oefent de dip van de groei in de opkomende landen een negatieve invloed uit voor 28% van de geënquêteerde sectoren. In de toekomst verwacht zelfs 45% van de sectoren een negatieve invloed. Een minder grote vraag in deze landen kan onze export verminderen. Een andere belangrijke factor is het economisch herstel in Europa. Men kan verwachten dat dit aanhoudt, maar de hoge overheidsschulden blijven een risicofactor en ook het vertrouwen zou negatief 7. Werkgelegenheid in de komende 6 maanden 6 5 4 Gl TSS 5 4 TSS T P 3 2 1 S Prod P Mat Di Ce T Ex En Ch H V G I 3 2 1 H Gl En Ce D V S Prod Mat ICT Bo ICT D Daling Stabiel Stijging Bo Ch Daling Stabiel Stijging Mei 2015 I Bo: bouw; Ce: cement; Ch: chemie; D: handel; Di: diamant ; En : energie ; Ex : ontginning ; G: grafisch ; Gl: glas; H: hout; I: interim; ICT: ict; K: kleding; Mat: materials technology; P: papierfabrikanten ; Prod: production technology & mechatronics; S: staal; T: textiel; TSS: transport solution systems; V: voeding CONJUNCTUURHERSTEL BUIGT, MAAR BREEKT NIET I 9

2008Q1 2008Q2 2008Q3 2008Q4 2009Q1 2009Q2 2009Q3 2009Q4 2010Q1 2010Q2 2010Q3 2010Q4 2011Q1 2011Q2 2011Q3 2011Q4 2012Q1 2012Q2 2012Q3 2012Q4 2013Q1 2013Q2 2013Q3 2013Q4 2014Q1 2014Q2 2014Q3 2014Q4 2015Q1 2015Q2 2015Q3 2015Q4 (v) 2016Q1(v) 2016Q2(v) 2016Q3(v) 2016Q4(v) beïnvloed kunnen worden door de terroristische aanslagen. De verzwakking van de euro heeft belangrijke kansen gecreëerd voor meerdere sectoren die buiten Europa exporteren. 33% van de sectoren bestempelt dit als een erg belangrijke positieve factor. Enkele sectoren ondervinden daar echter ook nadelen van Deze laatste zijn de sectoren die grondstoffen moeten aankopen buiten de eurozone terwijl ze hoofdzakelijk binnen die zone exporteren (vb. kleding), wat hen niet de mogelijkheid biedt om de stijging van de grondstoffen in euro door te rekenen in de verkoopprijzen. Op basis van de resultaten van onze enquête en van deze diverse tegenstrijdige elementen die onze economie beïnvloeden, gaat het VBO uit van een groei met 1,3% in 2015, zoals het zes maanden geleden had voorspeld, en verwacht het een groei met 1,5% in 2016, op voorwaarde dat de economische toestand in China en in Azië zich stabiliseert en dat het vertrouwen van de gezinnen in Europa niet te zeer wordt getroffen door de terroristische aanslagen in Parijs (grafiek 8). 3. Een minder complex en ondernemingsvriendelijk kader Ruim 89% van de sectoren meldt dat de technologische veranderingen en de innovatie hun activiteit sterk positief beïnvloeden (grafiek 9). Dit toont aan hoe zeer innovatie cruciaal is geworden om het voortbestaan van onze bedrijven te waarborgen. In een wereld die steeds meer gericht is op digitalisering en nieuwe technologieën moeten bedrijven zich snel aanpassen om competitief te blijven tegenover de wereldwijde concurrentie. Daarnaast maken onze sectoren ook melding van een aantal structurele problemen. Ondanks de huidige positieve ontwikkeling van de loonkosten, zal er ook eind 2016 nog altijd een belangrijke absolute loonkostenhandicap tegenover de drie buurlanden van ongeveer 12,5 % bestaan. Dit blijft een belangrijk probleem dat verder moet aangepakt worden, o.a. door een fundamentele hervorming van de Wet op het concurrentievermogen. 1,5% 1, 0,5% 0, -0,5% -1, -1,5% -2, -2,5% 8. Economische groei (bron: INR, vooruitzichten: VBO) 4% 3% 2% 1% -1% -2% -3% -4% -5% op kwartaalbasis op jaarbasis CONJUNCTUURHERSTEL BUIGT, MAAR BREEKT NIET I 10

Voorts vormen de administratieve lasten, de onzekerheid op juridisch en op regelgevingsgebied, alsook de belastingen volgens 78% en 72% van de bevraagde sectoren een belangrijke negatieve invloed. Het is dus broodnodig dat de overheden werk maken van het verder wegwerken van de loonkostenhandicap ten opzichte van de buurlanden en een vereenvoudiging van het administratieve kader. Dit laatste moet de creatie van nieuwe ondernemingen bevorderen en bestaande ondernemingen de mogelijkheid geven zich te concentreren op hun kernactiviteiten in plaats van op de administratieve lasten. Daarnaast is het gebrek aan geschoold personeel een factor die vaak wordt vermeld. Om de conjunctuurverbeteringen sneller te kunnen omzetten in een toename van de werkgelegenheid, is het onontbeerlijk dat de bedrijven geschoold personeel kunnen vinden. Daartoe is het noodzakelijk de mismatch tussen vacatures en kwalificaties van de werknemers weg te werken, onder andere via een versterking van het systeem van duaal leren en via meer activerende uitkeringssystemen. De Belgische economie heeft relatief gunstige economische vooruitzichten, maar om daar voluit op te kunnen inspelen, moeten de loonkostenhandicap verder verminderen, de werking van de arbeidsmarkt verbeteren en de administratieve lasten voor de (nieuwe en bestaande) ondernemingen verlichten. 9. Belangrijkste invloedfactoren 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 negatieve invloed positieve invloed CONJUNCTUURHERSTEL BUIGT, MAAR BREEKT NIET I 11