Recht doen aan ervaringen die niet in woorden te vatten zijn.



Vergelijkbare documenten
Zeven hulpbronnen van vertrouwen. Door: Carlos Estarippa

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

9 Communicatie-tools. voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie

Geestelijke verzorging als esthetisch proces

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Persoonlijkheidstesten

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Het belangrijkste verhaal is eigenlijk een samenvatting van alles wat Hij gedaan heeft

Deskundigheidsbevordering. Supervisie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

NOOIT GENOEG DE KWETSBAARHEID VAN

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: Klas: 2B2

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar voor de originele versie.

Zingeving, spiritualiteit en verpleegkundige zorg

Bijeenkomst 1. Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij voorkennins en ervaring van studenten.

B².DNA Strategische GedragsVerbetering. Visie op Leiderschap.

Studiedag: in de kijker. workshop: de ergotherapeut als coach

Onderwijskundige Visie

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Suïcidepreventie. Marian de Groot Directeur handicap + studie Mede namens 113-Online

Identiteitsdocument Met de Bijbel op weg de wereld in

Bijlage 2. Beoordelingsformulier Gesprekstechnieken LEH Summatief docentoordeel: voldoende (7)

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Verbindingsactietraining

ART/MEDIA & ME AUTOBIOTIC SELFIE DOCUMENT

WERKBOEK. Durf te doen wat je raakt..

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Luisteren is: erkenning geven

Enkele vragen aan Kristin Harmel

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Postmaster opleiding spelpsychotherapie. De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven.

De oplossingsgerichte benadering

Wees wijs met licht. Leo Cheizoo. We begrijpen waarom kinderen bang zijn voor het donker, maar waarom zijn mensen bang voor het Licht?

Module 4: Basisovertuiging 1 & 2 (Verdieping)

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

Moreel Beraad. Roelie Dijkman, specialist ouderengeneeskunde SHDH

Hoofdstuk 8. Zijn wie je. bent

Inspectie RK Godsdienst Griet Liebens 0486/

TRAINING POSITIEVER DENKEN, LEVEN, WERKEN

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Coach je ziel naar wijsheid

COACHINGSVAARDIGHEDEN. Maarten Van de Broek

DE GROTE LERAREN ALS SPIEGEL VOOR ZELFREFLECTIE?.

Voorwoord... 9 De ontwikkelingslijn Voor wie is dit boek DEEL ÉÉN... 16

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen.

Leonie Linssen

Een pedagoog is er altijd op uit de eigen regie te stimuleren

DISCIPELSCHAP BIJBELSTUDIE VGSU BLOK

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

COMMUNICATIE DE AXIOMATA

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Van loslaten naar VERBINDEN: Hoe we mensen in rouw kunnen uitnodigen om verhalen te vertellen over wat hen dierbaar is.

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Aan de slag met de Werk Ster!

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

VGN Congres 2009 Annemarie van Dalen. Kwaliteit en bezieling op zoek naar nieuwe maatstaven

Autisme als contextblindheid

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert

E-LEARNING. Beroepsoriëntatie 2014/2015. HEART4HAPPINESS Eva Hendrix s

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

Annette Koops: Een dialoog in de klas

workshop? 2. In welke situatie(s) voel je je wel eens onveilig in je werk? 3. Wat heb je nodig om je veilig te voelen

Jan de Laat OVERSTAG

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

OUDER IN BALANS 17 OKTOBER 2013 WELKOM!

CVO Zuid-West Fryslan

Ondersteuning en ondersteuningsplan.

De meerwaarde van het contextueel denkkader binnen de ouderenzorg

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Wat je zaait is wat je oogst

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

Oplossingsgericht en waarderend coachen.

Doelen relationele vorming

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Leer hoe je effectiever kunt communiceren

DEEL 1. BOUWSTEEN 5 Theorie Eigen Keuze Monique van Dam DEEL 1: YOU

toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Zelfbeschadiging bij leerlingen Een inleiding

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Oplossingsgerichte benadering MBO platformdag, 9 april 2015

Inhoud. Inleiding 13. Deel 1 Persoonlijke ontwikkeling 19

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Transcriptie:

Recht doen aan ervaringen die niet in woorden te vatten zijn. Sonja Dekker Datum van oplevering: 17-11-2014. Naam module: Visies. Naam docent: Marianne Banning-Mul. Leergang 1: Supervisie. Groep 16

Inhoud Inleiding... 2 H.1. Ervaringen die niet in woorden te vatten zijn... 3 1.1. Waar mogen geen woorden aan gegeven worden?... 3 1.2. Waar kunnen geen woorden aan gegeven worden?... 5 H.2. Waarde van supervisie... 6 Tenslotte... 6 Bronvermelding... 7 Boeken... 7 Colleges... 7 Persoonlijke mededelingen... 7 Afbeeldingen... 7 Bijlage 1. Rol van supervisor... 8 1

Inleiding Op de grenzen van denken en taal kunnen we vaak zien wat we niet kunnen zeggen: en we moeten wachten en onze ervaring van wat aanvankelijk onbekend ( beyond ) en verborgen is proberen voor onszelf te formuleren en aan anderen duidelijk te maken. We kijken uit in de peilloze diepte, in het mysterie, intuïtief aanvoelend wat anders is dan wij. (Murdoch, 1992, p. 283; vert.ha) Bovenstaand citaat wordt in het boek De parabel van de blinden beschreven in relatie tot spiritualiteit en humanisme als levensbeschouwing (Alma, 2005, p. 53). Het citaat raakte mij, omdat ik het moeilijk vind om woorden te geven aan mijn gevoel. Het schrijven van dit essay voelde voor mij beladen. Ik wist niet hoe ik dat wat in mijn hoofd zat op papier kon krijgen. Het citaat gaf bevestiging dat het tijd mag kosten om woorden te geven die recht doen aan mijn ervaringen rondom supervisie en de opleiding Begeleidingskunde. Het geven van woorden aan ervaringen werd vervolgens onderwerp van gesprek binnen individuele supervisie, leersupervisie en in gesprekken met vrienden. Dit hielp mij woorden te vinden en bracht mij tot de volgende vraagstelling: Hoe kan ik (als supervisor) recht doen aan ervaringen die niet in woorden te vatten zijn? In dit essay start ik met ervaringen die niet in woorden te vatten zijn, ondersteund met voorbeelden van mijn bestaansgeschiedenis, linken naar theorie en maatschappelijke ontwikkelingen. Vervolgens beschrijf ik de waarde van supervisie bij het verwoorden van ervaringen. 2

H.1. Ervaringen die niet in woorden te vatten zijn Volgens Hans Alma doen mensen onontkoombaar ervaringen op in het weerstand biedende anderszijn van de wereld om hen heen. Deze ervaringen reiken dieper of verder dan wat we in woorden kunnen vatten en zijn onthullend in plaats van verhullend (Alma, 2005, p. 52-53). Gaat het hier om geen woorden kunnen, willen, durven of mogen geven aan ervaringen in het weerstand biedende anderszijn van de wereld om ons heen (Alma, 2005, p. 53)? In de volgende paragrafen beschrijf ik mogelijkheden. 1.1. Waar mogen geen woorden aan gegeven worden? De filosoof Descartes wilde in 1633 één waarheid. Hij zei: Cogito ergo sum (ik denk, dus ik besta). Waarde werd gehecht aan het ratio. Het gevoel en het narratieve karakter werden hierbij afgeschreven. Sinds de linguïstische wending in 1929 wordt er pas aandacht besteed aan de waarde van taal. Coenen verwijst naar verschillende tijdperken waar wij in 2014 elementen van terug zien: het arstijdperk, het (post)moderne tijdperk en het sustaine tijdperk (Coenen, 2013). In ieder tijdperk zijn er andere waarheidsbelevingen en mogen er verschillende woorden gegeven worden aan ervaringen. De Nederlandse dominante discoursen vinden hun oorsprong in Descartes visie. Bij supervisanten en mijzelf zie ik terug dat het gemakkelijker is om woorden te geven aan dat wat we denken, dan aan dat wat we voelen. Overheersende vertogen zijn: prestatie, maakbaarheid, snelheid en oplosbaarheid. Coenen noemt daarnaast de overheersende normen van vastlegging, beheersing, controle, regulatie en transparantie. Het gaat in de Nederlandse maatschappij om beheersbaarheid, zichtbaarheid en het expliciet maken van ervaringen. Er is anders gezegd vooral aandacht voor het kenbare, het maakbare en het zichtbare, samenvattend: voor dat wat stem heeft, het bestemde. (Coenen, 2013, p. 66). Een supervisor en Begeleidingskundige legt de focus op dat wat nog geen stem heeft en op de impliciete en open taal (Banning en Banning-Mul, 2010, p. 117) en gaat tegen bovenstaande dominante discoursen in. Volgens Coenen heeft de eenzijdige oriëntatie op transparantie in de Nederlandse maatschappij geleid tot een veronachtzaming van de zwarte schaduwkanten van de mens (Coenen, 2013, p. 67). De focus ligt vooral op de positieve kanten en emoties. Over de donkere kanten van de mens wordt minimaal gesproken en er is weinig ruimte voor kwetsbaarheid. Hierdoor mogen er geen woorden gegeven worden aan de schaduwkanten en kwetsbare kanten van de mens. De Nederlandse normen en waarden vinden hun oorsprong in het Christendom. Het gaat onder andere om normen en waarden als barmhartigheid/vergevingsgezindheid, rechtvaardigheid en naastenliefde. We zien dit bijvoorbeeld terug in het blijvende taboe onder vrouwen op het voelen en uiten van woede. Vrouwen kregen van huis uit de opdracht mee dat ze het iedereen aangenaam moesten maken, anderen moesten beschermen en om met elkaar te verzoenen (Lerner, 2012). Vanuit het Christendom kunnen ervaringen goed of slecht zijn, waarbij vooral dichotoom (of-of) gedacht wordt. Zodra een persoon een fout maakt, is hij of zij schuldig. De schuldvraag en boetedoening roepen angst op. Deze angst speelt nog steeds een rol bij supervisanten die ervaringen hebben opgedaan waar ze zich voor schamen. Zij durven dit niet te belichten uit angst voor oordelen. 3

Voorbeeld: Mijn Protestantse achtergrond heeft invloed op mijn angst voor oordelen. Gelukkig ervaar ik ruimte binnen mijn huidige kerkgemeenschap en binnen mijn gezin om anders te denken en om kritisch tegenover de Christelijke gedachten te staan. Hierin vind ik overeenkomsten met Humanisme als levensbeschouwing (Alma, 2005, 44-48). Tijdens voorsupervisie kwam ik erachter dat ik het moeilijk vond om met dominante en boze collega s om te gaan en dat ik mij hieraan irriteerde. Na het lezen van het boek Projectiemechanisme in de praktijk (Kamaker-Zondag, 2008) ontdekte ik dat deze irritatie iets zegt over mijn projecties. Macht en boosheid zijn mijn schaduwkanten die ik liever niet wilde belichten. Hierdoor vond ik het moeilijk om woorden te geven aan mijn eigen boosheid en aan die van anderen. Zo wilde ik het wereldnieuws met gewelddadigheden en onrecht niet meer lezen of zien. Het werd een disfunctionele angst waar ik geen woorden aan wilde geven (Alma, 2005, p. 18). Mede door de tijd en aandacht die ik mijzelf schonk en door de ervaren ruimte om mij kwetsbaar op te stellen in de studiegroep, kan ik mijn gevoel en gedachten beter op elkaar afstemmen. Mensen kunnen zichzelf hebben opgesloten in opvattingen of in een ideologisch systeem van waarden en normen. Het andere kan dan angst, vervreemding of vijandigheid oproepen waardoor het verhaal dat zij vertellen, verteld wordt met gesloten taal (Banning en Banning-Mul, 2010, p. 117). Voorbeeld: Als supervisor-in-opleiding maak ik van de individuele supervisiezittingen een video-opname. De supervisant is hiermee akkoord gegaan en tijdens de gesprekken zie ik haar geen aandacht besteden aan de camera. De supervisant schaamt zich voor haar verdriet dat tijdens de zitting naar boven komt, omdat ze dit niet kan verklaren. Ze weet niet waarom ze zich zo voelt en kan geen woorden geven aan haar gevoel. Als supervisor stel ik permissieve vragen op momenten dat ik in wil zoomen op deze emoties. Bij het terugkijken van de opname valt mij op dat zij, voordat ze mij toestemming geeft, een blik werpt in de camera. Dit roept bij mij als supervisor o.a. de volgende vragen op: In hoeverre spelen de ogen die meekijken een rol? Welke ogen kijken nog meer mee? Wat wordt hier niet gezegd dat wel gezegd zou willen worden? 4

1.2. Waar kunnen geen woorden aan gegeven worden? Het anderszijn van de wereld om ons heen kan zó anders zijn dat iemand sprakeloos raakt. Bijvoorbeeld bij een cultuurschok, maar ook bij confrontatie met geboorte of dood. Supervisanten kunnen een cultuurschok ervaren zodra zij op hun werk te maken krijgen met andere cultuurdimensies. Een supervisor kan hierbij vragen stellen over de betekenis en het anders zijn van verschillende cultuurdimensies: machtsafstand, verhoudingen tussen groep en individu, rolverdeling die aan seksen wordt toegekend en de manieren van omgaan met onzekerheid (Hofstede, 1991; Hofstede & Hofstede, 2005). Een andere cultuurdimensie waar op door gevraagd kan worden is het confuciaans dynamisme dat de langetermijngerichtheid (of toekomstgerichtheid) tegenover kortetermijngerichtheid (of gerichtheid op heden en verleden ) aangeeft (Bolhuis, 2012, p. 93). Hiernaast kunnen subculturele verschillen worden ervaren in de sociaaleconomische klasse, generatie en sekse (Bolhuis, 2012, p. 108). Op momenten dat de cultuur als zeer anders wordt ervaren kan het moeilijk zijn om er woorden aan te geven, omdat het onbegrijpelijk, onvoorspelbaar en daardoor vaak bedreigend of zelfs angstaanjagend is. Het referentiekader, gevormd binnen de eigen cultuur, geeft geen houvast meer (Bolhuis, 2012, p. 104). Voorbeeld: In 2008 deed ik negen maanden vrijwilligerswerk in Indonesië als ergotherapeut bij gehandicapte kinderen. De rollen en gewoonten, normen en waarden, man-vrouw verhouding, wij-ik denken, onzekerheidsvermijding en toekomstgerichtheid waren anders dan ik gewend was. Ik beleefde hierdoor meerdere cultuurschokken die ik niet kon uiten in het Bahasa, de taal waarmee ik communiceerde met mijn collega s en cliënten in Indonesië. Ik had steun aan een Nederlandse vriendin met wie ik samen woonde en werkte, doordat we dagelijks ervaringen deelden. Terug in Nederland vroegen bekenden mij hoe ik het jaar in Indonesië had ervaren. Doordat ik zoveel anders had meegemaakt, lukte het mij niet om de subtiliteit van mijn beleving over te brengen zoals ik dat graag wilde. Ik wilde dit wel, maar kon het niet. Mijn omgeving had een rol in het er woorden aan mogen geven. Pas zodra er rust en tijd werd genomen en er met aandacht werd geluisterd, voelde ik dat ik woorden aan mijn beleving mocht geven. 5

H.2. Waarde van supervisie Binnen Begeleidingskunde ligt de focus op en-en denken, waarbij ruimte wordt gecreëerd voor meerdere mogelijkheden. De zienswijze van Habermas en Kunneman kan een supervisor en Begeleidingskundige hierbij helpen. Volgens Habermas en Kunneman begeven we ons continu op de interferentiezone tussen de leef- en systeemwereld (Banning-Mul, 2014, College Visies). Deze beweging op de interferentiezone geeft ons ruimte om ons verhaal vanuit meerdere perspectieven te bezien. We formuleren en herformuleren continu ons verhaal om aan anderen, maar ook aan onszelf, betekenis te geven aan onze ervaringen. Betekenisgeving kan zowel gericht zijn op de leefwereld (bijvoorbeeld een persoonlijke betekenis aan een ervaring geven) als op de systeemwereld (bijvoorbeeld ervaringen verklaren en meetbaar maken). Indien een supervisant wil leren van zijn of haar ervaringen, dient de supervisant hier woorden aan te geven. Volgens Freire (1972) is het geven van taal aan onze beleving een voorwaarde om een ervaring tot een leerproces te ontwikkelen. Het in gesprek komen met de ander helpt ons woorden te vinden waarin de interactie tussen reflectie en actie plaats vindt. Door deze interactie verandert er iets in de beleefde werkelijkheid, wat nieuwe handelingsmogelijkheden biedt (Praag, 2010, p. 35). Een nieuw inzicht beklijft pas wanneer het woorden gekregen heeft, die het een plaats geven in ons steeds wisselende betekenissysteem. (Praag, 2010, p. 35) Voorbeeld: Tardia Page is één van de vrienden met wie ik in gesprek ging over het geven van woorden aan ervaringen. Zij omschreef hoe dit proces van woorden geven aan een ervaring zich bij haar voltrok: Wat ik zie zijn heel veel beelden en woorden en moet alles doorlopen om de juiste woorden bij het plaatje te vinden, maar eigenlijk is er geen woord voor die de subtiliteit, de nuance van het gevoel goed overbrengt. Terwijl dit gevoel en dit plaatje heel duidelijk is. Het heeft tijd nodig om dit te ordenen en het plaatje te laten zakken. Om de juiste verbinding te kunnen leggen. (persoonlijke mededeling, 31 oktober 2014) Tardia s beschrijving geeft weer hoe zij ziet wat ze niet kan zeggen, overeenkomstig met Murdochs citaat (Murdoch, 1992, p. 283;vert.HA). De ervaring komt niet overeen met de woorden die zij ervoor kan vinden. Een supervisor zou hierbij gebruik kunnen maken van de leerweg van Van Kessel. Hierbij is de ervaring die ingebracht wordt de eerste stap, gevolgd door het expliciteren van deze ervaring. Binnen supervisie start het leerproces met het onder woorden leren brengen van deze ervaring. De supervisant moet hiervoor subjectieve keuzes maken (Praag, 2010, p. 85-87). Tijd is nodig om de juiste verbindingen te leggen en keuzes te maken over welke elementen van belang zijn. Wat er buiten ons gebeurt, moet verbonden worden met onze binnenwereld. Tenslotte Tijdens mijn zoektocht vond ik woorden voor wat ik niet in woorden kon vatten. Hierbij hebben dialoog, tijd, aandacht, rust en het herformuleren van mijn verhaal mij geholpen. Voorgaande opsomming van mijn hulpbronnen is niet compleet. Overige hulpbronnen voor mij (als supervisor) staan in bijlage 1. Mijn eigen ervaring in het vinden van taal kan ik inzetten als supervisor-inopleiding. Hiermee hoop ik recht te doen aan de ervaringen van mijn. Bedankt voor de aandacht. 6

Bronvermelding Boeken Alma, H.A. (2005). De parabel van de blinden: Psychologie en het verlangen naar zin. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Baart, A. (2005). Aandacht: Etudes in presentie. (Tweede druk). Utrecht: Lemma. Banning, H. & Banning-Mul, M. (2010). Narratieve begeleidingskunde: Hoe het gebroken verhaal professioneel te waarderen. (Tweede druk). Soest: Uitgeverij Nelissen. Bolhuis, S. (2012). Leren en veranderen. (Derde druk, tweede oplage). Bussum: Uitgeverij Coutinho. Coenen, B. (2013). Coaching de oorlog verklaard!: Een driedimensionale benadering van denken en handelen bij begeleiding en verandering. Rotterdam: 2010 Uitgevers. Hofstede, G. (1991). Allemaal andersdenkenden: Omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam: Contact. Hofstede, G. & Hofstede, G.J. (2005). Allemaal andersdenkenden: Omgaan met cultuurverschillen. (Geheel vernieuwde editie). Amsterdam/Antwerpen: Contact. Lanser, A. (2004). Interpretatie en integratie in supervisie. Supervisie en Coaching, 2004 (13), 106-118. Lerner, H.G. (2012). Dans van Woede: Vrouwen en de kracht van hun boosheid. (Dertiende druk). Amsterdam: Anthos uitgevers. Murdoch, I. (1992). Metaphysics as a guide to morals. London: Vintage. Praag-van Asperen H.M. van. & Praag Ph.H. van. (2010). Handboek supervisie en intervisie. (Derde druk, derde oplage). Utrecht: De Tijdstroom uitgeverij. Colleges Baning-Mul, M. (1, 8, 15 en 29 september 2014). Visies. Leergang 1 Supervisie. Groep 16. Persoonlijke mededelingen Tardia Page. 31 oktober 2014. Afbeeldingen Het woordennet op het voorblad is door Sonja Dekker gecreëerd op 16 november 2014 op www.wordle.net a.d.h.v. het startcitaat (Murdoch, 1992, p. 283; vert.ha). 7

Bijlage 1. Rol van supervisor Gezien de maximale omvang van dit essay heb ik ervoor gekozen om een bijlage op te nemen. In deze bijlage beschrijf ik aspecten die ik in mijn zoektocht gevonden heb over hoe ik als supervisor mogelijk recht kan doen aan ervaringen die niet in woorden te vatten zijn. Binnen de colleges van Visies vertelde Marianne Banning-Mul over de C s die een supervisor en een Begeleidingskundige moet opsporen. Deze C s kunnen mijn inziens helpen om en-en te denken en om meer recht te doen aan de ervaringen van de supervisant. De besproken C s, inclusief onderbouwingen uit gelezen literatuur, zijn: o Centrumloosheid: Een mens is geen object, maar een subject. De kern bestaat niet, er zijn vele kernen; Intersubjectiviteit, waarbij de supervisor zichzelf inzet als subject. De supervisor brengt bijvoorbeeld persoonlijke ervaringen of visies in en legt deze naast die van de supervisant. (Lanser, 2004, p. 109); o Co-creatie (in contact): Samen kom je tot meer dan alleen; o Communicatie: Taalgebruik; o Complexiteit: Rekening houden met de complexiciteit anno 2014. Afstemming denken, voelen en handelen (Lanser, 2004, p. 106); o Constructivisme; o Contextualiteit; Overtuiging behouden dat alle levensprocessen context- en tijdgebonden zijn. (Lanser, 2004, p. 108); o Contingentie: Toevalligheid als opvatting; Liefde en respect voor de contingente details van de wereld. (Alma, 2005, p. 52. ibid, p. 337). Een supervisor kan onderstaande houdingen aannemen en vaardigheden tonen, waarmee hij of zij recht doet aan de ervaring van de supervisant: o Aandacht geven en ontvangen (Baart, 2005); o Creatief verbeelden en verbeeldingsvol waarnemen. Voorwaarden hiervoor zijn: o Energie; o Fysieke en emotionele discipline; o Tijd (Alma, 2005, p. 52); o Erkenning geven (Praag, 2010); o Het verhaal herformuleren, iedere keer een nieuw verhaal. o Humor: Haha = aha ; o Lef en durf tonen (Coenen, 2013); o (Blijvende) Morele inspanning. Murdoch ziet moraliteit als het vermogen of de poging goed te leven. (Alma, 2005, p. 52); o Nauwkeurig kijken en details waarnemen (Alma, 2005, p.52); o Niet-wetende houding aannemen (Praag, 2010); o Onderzoekende en nieuwsgierige houding; o Presentie (Baart, 2005); o Respect (Alma, 2005, p. 52); o Rust (Alma, 2005, p.52) en tijd nemen; o Ruimte bieden (Alma, 2005, p. 52); o Sensibiliteit (Alma, 2005, p. 52); Bovenstaande lijst is niet bedoeld als afvinklijst en is nog niet compleet. Zij kan wel richting geven aan een kritische reflectie op het handelen van een supervisor. 8