Inhoudsopgave. Inleiding... 3



Vergelijkbare documenten
Monitor VVT Rapportage van de kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche erkende opleidingen GVP

Inhoudsopgave. Rapportage monitor branche opleidingen voor A+O VVT

Monitor VVT Rapportage van de kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche erkende opleiding EVV

Samenvatting rapportage van de kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche erkende opleidingen EVV, GVP en verkorte opleiding tot

Rapportage kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche- Geboortezorg 2018

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus)

Handleiding voor opleidingsorganisaties. Een erkenning voor de kraamzorgopleiding, hoe werkt dat?

Regeling Erkenning Opleidingen Branche verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg

Format erkenningsaanvraag verkorte brancheopleiding kraamverzorgende

Handleiding branche erkende opleidingen. voor opleidingsorganisaties over de erkenning branche erkende opleiding(en)

Handleiding Branche erkende opleidingen. Voor opleidingsorganisaties over de erkenning branche erkende opleiding(en)

Datum juli 2019 Versie 1. Beheerder document: Secretaris opleidingscommissie VVT Datum vastgesteld: Vastgesteld door: Aantal pagina s 12

voor kleinschalig wonen in de ouderenzorg gebaseerd

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus)

De veranderde rol van de zorgprofessional Workshop 3.8 Kennismarkt 2015

KRAAMTALENT KNELPUNTEN BEDRIJVEN DOELSTELLINGEN PROJECTPLAN KNELPUNTEN ROC'S GRONINGEN FRIESLAND DRENTHE

Dementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning

Handleiding Branche erkende opleidingen. Voor opleidingsorganisaties over de erkenning branche erkende opleiding(en)

4-sporen-aanpak. Wijkverpleging. Verstand van Zorg

Betrokken mantelzorger(s) en/of sociaal netwerk

Regeling Erkenning Opleidingen Branche verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg

de opleiding tot verzorgende individuele gezondheidszorg (vig) / medewerker maatschappelijke zorg (mmz) niveau 3

Respijtzorg in de regio

Aan de slag met EVC en ESF 26 november 2009

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Formulier Erkenningsaanvraag

Informatiebrochure Deskundigheidsbevordering Wijkverpleegkundige Indiceren en organiseren van zorg

erkenning branche-erkende opleiding(en) voor opleidingsorganisaties

De Arbeidsmarkt in de provincie Utrecht

Raadsledendag 20 september

Onderzoek kwaliteit branche- erkende verkorte kraamopleiding

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Opleiding subsidie medezeggenschap. Joop Kools FCB Adviseur Ontwikkeling Organisatie en Medewerker

De Verpleging en verzorging in beweging; ontwikkelingen in wonen, welzijn en zorg

Bronnen: Toolkit familieparticipatie, Poster goed verbonden, juridische aspecten van informele zorg, invoormantelzorg en exptertisecentrum mantelzorg

VERSLAG VAN WERKZAAMHEDEN 2014 OPPSTAP ZORG EN WELZIJN B.V. BRIN 30VM

Modules 2018/2019 ZorgvoorKennis Opleidingen

Workshop: ROC als bedrijfsopleider Wel.. Of niet?

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Jaarplan 2017 Jaarplan 2017 RL/BD Versie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Plek voor stage. QuickScan: stageproblematiek Zorg en Welzijn in Gelderland. Augustus 2018 WZW, in opdracht van provincie Gelderland

we zijn in beeld VPTZ-ZU/ Hospice Nieuwegein

Eisen mbo-certificaat. Ondersteuning thuis

Goed samenspel met mantelzorgers loont! SharingDay

Onderwijstrajecten voor kleinschalig wonen in de ouderenzorg

Ontwikkelingen in zorg en welzijn

% Percentage gediplomeerd of in opleiding

3) Verslag van de vergadering van 29 september 2014, zie bijlage 1 (16:05 uur)

Indicatieve doorrekening extramuralisering zzp 1 t/m 4

Doorstroomprofiel Eerst Verantwoordelijk Verzorgende en Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie

VERSLAG VAN WERKZAAMHEDEN 2013 OPPSTAP ZORG EN WELZIJN B.V. BRIN 30VM

Huishoudelijke hulp in de beleving van PGGM&CO-leden

HaKa Nederland b.v

Transities in de langdurende zorg. Lizette de Laat Rens de Haas

De dialoog met de zorgaanbieders gaat over kwaliteit van zorg waarbij in ieder geval de thema s persoonsgerichte zorg, wonen en welzijn, veiligheid

Subsidiënt: Ministerie van VWS

Zorgcontractering AWBZ 2015 Zorgkantoor Utrecht

Keuzes binnen MBO en HBO

we invite you to grow

B i j l a g e 1 : T o e l i c h t i n g n u t e n n o o d - z a a k v a n e e n k l e i n s c h a l i g w o o n - z o r g c o m p l e x

DOOR DE BRANCHE ERKENDE OPLEIDING TOT KRAAMVERZORGENDE

VERDIEPING IN DE BRANCHE KRAAMZORG VOOR VERZORGENDEN EN VERPLEEGKUNDIGEN. Start 1 maart 2016

Jouw rol in een zelfsturend team. Nursing Experience 1 & 2 december 2015 Drieluik Wijkverpleging, deel 2

Veranderingen in de langdurige ondersteuning en zorg. Februari 2014

Stichting Leerstation Zorg

Samenwerkingsovereenkomst ROCKO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleid mantelzorg. Versie Herzieningsdatum

Cliëntenraad Viattence locatie Wezep 2 februari 2015 Jaarverslag 2014 Pagina 1 van 5

Veranderdocument Kwalificatiedossier Verzorgende-IG ten opzichte van dossier Verzorgende-IG

De dialoog met de zorgaanbieders gaat over kwaliteit van zorg waarbij in ieder geval de thema s persoonsgerichte zorg, wonen en welzijn, veiligheid

Tijdens de informatiebijeenkomsten die worden gepland op 6 en 7 mei (per sector) zullen we hierop nader terugkomen.

Succesvolle carrière als (wijk)verpleegkundige? Verstand van Zorg

Ontwikkelingen in zorg en welzijn

VMBO en dan. Vernieuwde kwalificatiestructuur in het MBO. 30 mei 2013

Inhoud. Voorwoord 7. Over de auteurs g 9. Redactionele verantwoording Plannen van activiteiten Werken in een groep 45

Sectorplan Zorg Zeeland Het resultaat

Onderwijskundig jaarverslag

% Percentage gediplomeerd of in opleiding

Sociaal plan voor cliënten Spelregels bij veranderingen herontwerp

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Gespecialiseerd Verzorgende Thuiszorg

Toelatings- en vrijstellingsbeleid Hbo Bachelor Verpleegkunde

Zozijn en de Stelselwijzigingen. Zozijn participeert!

Toekomstverkenning voor de Thuiszorg

Samenvatting bijeenkomst Stip aan de Horizon 14 maart 2016

Inkoopbeleid 2013 sector Verpleging & Verzorging

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

Publieksversie Sectorplan Zorg Rotterdam- Rijnmond augustus 2014

Cliëntenraad Viattence locatie de Speulbrink 28 januari 2015 Jaarverslag 2014 Pagina 1 van 6

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043

Op het snijvlak van Zorg en Welzijn. De eerste lijn, alle facetten in beeld leergang Jan van Es instituut 5 januari 2015

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

Regionale sectorplannen zorg voorlopige eindrapportage

Goed samenspel met mantelzorgers

Bijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost

Functiebeschrijving netwerk dementie regio Haaglanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Transcriptie:

Monitor VVT 2014 Rapportage van de kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche erkende opleidingen EVV, GVP en verkorte opleiding tot Kraamverzorgende

Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (EVV) opleiding... 4 1.1 Kwantitatieve gegevens... 4 1.2 Ontwikkelingen binnen de functie en/of branche... 5 1.3 Werkbezoeken... 8 2. Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie (GVP) opleiding... 9 2.1 Kwantitatieve gegevens... 9 2.2 Ontwikkelingen binnen de functie en/of branche... 10 2.3 Werkbezoek... 11 3. Verkorte Kraamzorgopleiding... 12 3.1 Kwantitatieve gegevens... 12 3.2 Ontwikkelingen binnen de functie en/of branche... 13 2

Inleiding In de samenwerkingsovereenkomst tussen A+O VVT en Calibris Contract van januari 2013 is opgenomen dat: Calibris Contract jaarlijks ten behoeve van A+O VVT een rapportage opstelt waarin wordt in gegaan op de kwantitatieve gegevens over de branche opleidingen. Daarnaast heeft Calibris Contract in deze rapportage, de aan Calibris Contract kenbaar geworden belangrijke en opvallende trends uit de branche die naar de mening van Calibris Contract voor A+O VVT van belang kunnen zijn, opgenomen. Ten behoeve van de rapportage heeft Calibris Contract een monitor uitgezet onder de opleidingsorganisaties van de branche erkende opleidingen (EVV, GVP en Verkorte Kraamzorg). De uitkomsten van de monitor en een samenvatting van de opvallende bevindingen uit de audits (op locatie of telefonisch) die hebben plaatsgevonden in 2014 zijn samengevat in dit verslag. Leeswijzer In deze rapportage vindt u, beginnend bij de EVV opleiding, achtereenvolgens van de GVP opleiding en de verkorte Kraamzorgopleiding, de volgende gegevens: - de kwantitatieve gegevens; in- en uitstroom, aantal groepen en prognose voor 2015 en - de kwalitatieve gegevens; hierin is gevraagd welke ontwikkelingen worden gesignaleerd die van invloed (kunnen) zijn op het opleidingscurriculum. De kwalitatieve gegevens verzameld uit de monitor en de audits (op locatie of telefonisch), zijn in deze rapportage samengevat of letterlijk geciteerd. 3

1. Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (EVV) opleiding 1.1 Kwantitatieve gegevens Aantal audits Bij 12 opleidingsorganisaties heeft een audit op locatie plaatsgevonden, bij 16 opleidingsorganisaties is een telefonische audit afgenomen. Eén opleider is gestopt met het aanbieden van de branche erkende EVV opleiding. Monitor In de periode december 2014 t/m februari 2015 zijn 29 opleidingsorganisaties gevraagd om de kwalitatieve gegevens van de EVV opleiding aan te leveren. Er zijn 28 monitoren ingevuld geretourneerd. Eén opleider heeft de monitor niet ingevuld omdat zij nog geen groep(en) heeft afgerond. De kwantitatieve gegevens van 28 opleidingsinstituten zijn in de onderstaande paragraven samengevat. Leerlingenaantallen Voor het kalenderjaar 2014 gelden de volgende leerlingenaantallen: Aantal gestarte in company groepen 67 Aantal gestarte open inschrijvingsgroepen 14 Aantal gestarte deelnemers 1.219 Aantal deelnemers dat een diploma behaald heeft* 1.252 Aantal deelnemers dat gezakt is 47 Aantal deelnemers die de opleiding vroegtijdig hebben 151 verlaten *Het aantal deelnemers dat een diploma heeft behaald zijn inclusief een overloop vanuit 2013. Samenwerking Door de 28 in de monitor betrokken opleidingsinstituten wordt met 181 leerbedrijven samengewerkt. Toekenning vrijstellingen In de Regeling Erkenning Opleidingen Branche VVT van september 2012 is over het vrijstellingenbeleid het volgende opgenomen: De opleidingsorganisatie dient in staat te zijn met behulp van vrijstellingenbeleid op basis van het doorstroomprofiel EVV en GVP vrijstellingen toe te kennen voor de erkende opleiding(en) EVV en GVP. In 2014 hebben 14 studenten gebruik gemaakt van het vrijstellingen beleid en zijn hen vrijstellingen toegekend voor onderdelen van het opleidingsprogramma. Prognose De 28 opleidingsinstituten verwachten in 2015 in totaal met 62 nieuwe groepen te starten. 4

Vergelijking voorgaande jaren Hieronder volgt een overzicht van de kwantitatieve gegevens van de afgelopen jaren: 2014 2013 2012 2011 2010 Aantal gestarte groepen 81 110 125 119 102 Verwachting nieuw te starten groepen Aantal deelnemers diploma behaald Aantal leerbedrijven waarmee is samengewerkt 62 71 91 91 88 1.252 1.155 1.082 1.292 1.291 181 175 118 146 134 Uitvalpercentage* 12,4% 9,1% 7,6% 10,6% 10,7% *Uitvalpercentage is het totaal van deelnemers die de opleiding vroegtijdig hebben verlaten. Redenen van uitval Ondanks dat de eisen die aan de deelnemers gesteld worden onveranderd zijn, is er echter een toename in de uitval tijdens de opleiding zichtbaar is. Opleiders geven aan dat de redenen van uitval de afgelopen jaren veelal dezelfde zijn. Studiebelasting in combinatie met werk en privé wordt als eerste genoemd. Privéomstandigheden die veranderen, bv ziekte van de medewerker of familieleden, is een tweede gehoorde reden. Bij een opleider waren opvallend veel uitvallers door een combinatie van demotivatie, werkdruk en privésituatie. De werkdruk wordt als hoog ervaren, in combinatie met het maken van praktijkopdrachten, deze (thuis) voorbereiden en uitvoeren op de werkplek. In een enkel geval wordt het arbeidscontract tijdens de opleiding beëindigd en ook blijkt de begeleiding van de deelnemers in de praktijk op sommige locaties minder te worden. 1.2 Ontwikkelingen binnen de functie en/of branche Samenvatting van de opmerkingen en geïnventariseerde gegevens: De hieronder benoemde opmerkingen zijn van de opleidingsorganisaties als antwoord op de vraag die gesteld is in de monitor (enquête): Welke ontwikkelingen in de branche signaleert u die van invloed zijn op het opleidingscurriculum?. De opmerkingen zijn veelal letterlijk overgenomen, soms zijn ze ten behoeve van de leesbaarheid enigszins aangepast. Ontwikkeling extramuralisering en zelfsturende teams Een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) in Noord-Brabant noemt de intensivering van de participatiemaatschappij, de veranderingen in de zorgwet en indicatiestelling, als punten die vragen om nog meer nadruk te leggen op het vraaggestuurd werken. Zij zien ook dat de verschuiving van CIZ (Centrum indicatiestelling zorg) naar zorgverzekeraars wijzigingen veroorzaakt in het takenpakket van de EVV. Een landelijke opererende particuliere opleider geeft ook aan dat het veranderende stelsel, wijkverpleging naar Zorgverzekeringswet en het indiceren door wijkverpleegkundigen in plaats van door het CIZ, als ontwikkeling in de branche dat van invloed is op het opleiden van de EVV. Ook de toename inzet van mantelzorg en het sociaal systeem worden genoemd. Een andere ontwikkeling die wordt ervaren is de verschuiving naar extramurale zorgverlening, de veranderde indicering & financiering en de toename van complexiteit van de zorg intramuraal. 5

Gesignaleerd wordt dat de Wet Zorg en dwang nieuwe regels en wetgeving geeft en dat deze leiden tot onzekerheden over welke afspraken in het zorg(leef)plan gezet moeten of kunnen worden. De intrede van het nieuwe wetsvoorstel Langdurige Zorg (WLZ). De nieuwe WLZ stelt andere eisen aan het zorg(leef)plan, MDO en rapportage en daardoor aan de inzet van de EVV. De EVV zal op basis van deze verandering eerst inschakeling van familie/naasten moeten doen, dan inschakeling van ervaringsdeskundigen en dan pas door professionele ondersteuning. Door de ZZP indicaties en scheiden van wonen en zorg komen de competenties vraaggericht communiceren, werken vanuit wat de organisatie biedt en wat de familie en de cliënt willen, mogelijk op gespannen voet. Van de EVV wordt verwacht dat hij/zij probleemanalyse kan toepassen en probleemoplossend kan denken, met name in de samenwerking om klachten te voorkomen. Door de veranderingen zijn er twee varianten van EVV te onderscheiden: de rol van de EVV in de nieuwe Wet Langdurige Zorg en de extramurale verzorgende die onder de Zorg Verzekering Wet gaat vallen. Organisatieveranderingen Een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) in Noord-Holland constateert dat zorginstellingen veelal verzorgenden-ig met veel ervaring inzetten als EVV. Op basis van de opgedane werkervaring van deze verzorgenden vragen de zorginstellingen om verkorting van het lesprogramma. De kosten (formatieplanning) spelen hier ook een rol in, de EVV is tijdens opleidingsdagen niet inzetbaar op de werkvloer. Er is een oproep van een opleider om de kerntaken tegen taak-vervuiling te bewaken. De opleiding gaat uit van het door de branche opgestelde profiel voor de EVV maar die zelfde branche wijkt hier meestal flink vanaf zodat het voor een EVV moeilijk is zich bezig te houden met de kerntaken. Herkenbaar voor een opleider die ziet dat EVV alsnog als teamleiders worden ingezet en dat geen goede ontwikkeling vindt. In het kader van extramuralisering (wordt meerdere keren aangegeven als ontwikkeling) groeit de vraag naar een EVV-opleiding in de thuiszorg. Een opleider stemt af op de verschillen tussen intra- en extramurale studenten, o.a. door onderscheid te maken in de BPV-opdrachten en door meer artikelen over de extramurale zorg toe te voegen. Er is zelfs een eerste EVV groep gestart waarvoor het curriculum volledig is aangescherpt op de extramurale zorg. Er wordt veel vaker gekozen voor een GVP-opleiding in plaats van de EVV-opleiding. Door de transitie die nu gaande is in de zorg, ziet een ROC een terugloop in de aanvraag voor brancheopleidingen. Er wordt een terugloop van opleidingsteam genoemd en het gebrek aan financiële middelen binnen organisaties. Organisaties gaan over tot de invoering van zelfsturende teams waarin, volgens deze opleiders, meer competenties van de verzorgenden worden gevraagd. Daarnaast kiezen organisaties ervoor om de functie van EVV niet meer als zodanig in te zetten. De ontwikkelingen in de zorg, de transitie naar bv zelforganiserende teams en het wegvallen van leidinggevenden op steeds meer plaatsen geeft een grotere span of control en meer leidinggeven op afstand. De nieuwe zorg financiering en verdwijning van de verzorgingshuizen worden genoemd, net als de nieuwe manier van zorg die binnen organisaties wordt vorm gegeven. Opleiders vragen zich af in hoeverre er nog bestaansrecht voor de EVV in een zorgorganisatie is. Tegelijkertijd met het inzetten van de bezuiniging in de zorgorganisaties zien opleiders het aantal aanmeldingen drastisch dalen. 6

Zorginhoudelijke thema s Meerdere organisaties geven aan dat er meer vraag is naar informatie over de financiering en de Wet maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Er is, constateert een particuliere opleider, een lichte toename van deelnemers die moeite hebben met het maken van een zorg(leef)plan en een verbeterplan. Dit is ondanks het feit dat deze vaardigheden reeds in de Verzorgende(IG) opleiding niveau 3 behandeld zijn. Verder wordt de vraag gesteld of de bevindingen van de Commissie Innovatie Zorgberoepen en Opleidingen, Zorginstituut Nederland (samenvatting bevindingen gepubliceerd in februari 2013) worden meegenomen in de actualisering van de opleidingsprofielen? Veranderingen die worden genoemd zijn het werken in zelfstandige teams, het omdenken van zorgen voor naar het stimuleren van de zelfredzaamheid en het organiseren van participatie. Het digitaal werken blijkt ook nog geen vanzelfsprekendheid te zijn bij deze doelgroep. De vraag naar professioneel werken in relatie tot de toenemende complexiteit, er wordt meer vakinhoud gewenst, het werken met richtlijnen en het toepassen van evidence based. Verder is nieuwe wetgeving en de transitie een belangrijke verandering in de zorg die van invloed is op de EVV in het werkveld. Omgaan met verhoogde werkdruk door minder personeel, ontslagen dragen bij aan verzwaring van het werk. Dit wordt ondersteund door een landelijke aanbieder van de EVV opleiding die aangeeft dat er een verschuiving van het takenpakket van de EVV te zien is. De ontwikkelingen in de zorg geven meer en meer het belang aan van methodisch werken volgens de Domeinen. Dit is nu bijna overal ingevoerd maar zal nog veel aandacht vragen in combinatie met de invoer van het Elektronisch Cliënten Dossier en het verder digitaal werken. Inclusief cliënt evaluatie. Verder geven zij aandacht aan de profilering bij een veranderde zorgstructuur en de verantwoordelijkheden die de EVV hierin dient te nemen. Ook het Sociale netwerk en participatie zijn belangrijke elementen. Al deze zaken heeft deze opleider in het curriculum opgenomen en krijgen blijvend de aandacht op verscherping en actualiteit. Inhoudelijke ontwikkelingen die door opleiders goed in de gaten worden gehouden zijn: ouderenmishandeling, juridische aspecten, nieuwe wet zorg en dwang en het classificatiesysteem OMAHA (zie www.vilans.nl). De techniek van her-indiceren zou in de toekomst misschien kunnen worden toegevoegd aan het opleidingscurriculum. Een opleider ervaart meer vraag naar kleinschalig wonen en PG, ten aanzien van de branche opleidingen heeft de organisatie meer behoefte aan een combinatie opleiding GVP en EVV onder de vlag van EVV. Toekomst van de EVV opleiding Een ROC vindt dat het profiel van de EVV gezien de huidige ontwikkelingen onder de loep zal moeten worden genomen. Het ROC stelt hierbij de volgende vragen: is er nog behoefte aan een EVV, zowel extra- als intramuraal? Zo ja, dan zal het profiel kritisch moeten worden bekeken met betrekking tot de rollen en taken in combinatie met de andere (nieuwe) beroepsbeoefenaren in de toekomstige Zorg & Welzijn branche. 7

Dit zelfde ROC draagt zorgt dat nieuwe ontwikkelingen in de branche worden meegenomen in het opleidingscurriculum en noemt voorbeelden als het werken met een Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) en de transitie in de zorg, de ZZP, het ondernemen en innoveren. Het aantal deelnemers voor de EVV opleiding neemt af, aantal deelnemers voor de GVP opleiding groeit. Een regionaal opleider constateert dat er in 2014, met een doorloop naar 2015, weinig behoefte is aan een opleiding EVV in de regio (Midden Nederland). Er is een dip in het aantal aanmeldingen als gevolg van dreigende sluiting van een aantal verzorgingshuizen. Toename extramurale zorg, meer richting ambulante zorg. Reorganisaties binnen instellingen waarbij meer naar zelfsturende teams wordt gegaan, een opleider vraagt zich af of dit iets betekent voor EVV. Verschuiving van functies. De transitie in de zorg is in 2015 bepalend voor het (op)scholen van zittend personeel van 2 naar 3 en van 3 naar 4. Bovendien komt er meer vraag naar scholing van bijvoorbeeld de thuisbegeleider. Het accent komt meer en meer te liggen op extramuraal werken en/of wijkgericht werken. Dit vereist andere competenties. Er worden terugkomdagen voor de toenmalige deelnemers georganiseerd; onderwerpen die daar behandeld worden zijn: hoe verloopt de transfer van het geleerde in de lessen naar het toepassen in de praktijk, hoe kan de functie worden neergezet en het geleerde in de praktijk wordt uitgevoerd. 1.3 Werkbezoeken Er zijn in 2014 12 audits op locatie uitgevoerd en 16 opleidingsorganisaties hebben een telefonische audit ontvangen. Uit de audits blijkt dat organisaties op een professionele en deskundige wijze bezig zijn met het vormgeven en uitvoeren van de EVV opleiding en dat zij streven naar een optimale aansluiting van de opleiding op de praktijk. De gesprekken (op locatie of telefonisch) met de verantwoordelijken van de branche erkende EVV opleiding zijn op een open en prettige wijze verlopen. De ontwikkelingen in het onderwijs, de onderwijskundige gedachten, ideeën en knelpunten zijn uitgewisseld. De aangereikte documenten zijn over het algemeen met zorg ontwikkeld, overzichtelijk en van inhoudelijke kwaliteit. De auditoren hebben de indruk gekregen dat de opleidingsorganisaties de EVV opleiding zowel onderwijskundig als inhoudelijk volgens de door de branche gestelde eisen uitvoeren. In de audit worden diverse aspecten besproken en onder de noemer aanscherpen adviezen geformuleerd. De uitkomsten, opmerkingen en/of vragen zijn opgenomen bij het punt Ontwikkelingen binnen de functie en/of brancheveranderingen in de gezondheidszorg. 8

2. Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie (GVP) opleiding 2.1 Kwantitatieve gegevens Er zijn 18 opleidingsorganisaties die in 2014 een erkenning hebben voor de GVP opleiding. Eén opleidingsorganisatie heeft in 2014 de erkenning aangevraagd en ontvangen. In de periode december 2014 t/m februari 2015 zijn 18 opleidingsinstituten gevraagd om de kwantitatieve gegevens van de GVP opleiding aan te leveren. 17 opleidingsinstituten hebben de monitor ingevuld geretourneerd, één opleider heeft geen gegevens ingevuld omdat zij in 2014 geen groepen heeft opgeleid. Aantal audits Bij 8 opleidingsorganisaties heeft een audit op locatie plaatsgevonden, bij 10 opleidingsorganisaties is een telefonische audit afgenomen. Eén opleider is in 2014 gestopt met het aanbieden van de branche erkende GVP opleiding. Leerlingenaantallen Voor het kalenderjaar 2014 gelden de volgende leerlingenaantallen: Aantal gestarte in company groepen 23 Aantal gestarte open inschrijvingsgroepen 15 Aantal gestarte deelnemers 459 Aantal deelnemers dat een diploma behaald heeft 427 Aantal deelnemers dat gezakt is 15 Aantal deelnemers dat is uitgevallen 41 Samenwerking Door de 18 opleidingsinstituten die in 2014 de GVP opleiding hebben aangeboden wordt met 85 leerbedrijven samengewerkt. Toekenning vrijstellingen Bij één opleider hebben 12 deelnemers vrijstellingen aangevraagd en gekregen voor meerdere competenties cq. lesdagen op verzoek van de opdrachtgever. Het vrijstellingentraject is vormgegeven op basis van eerder verworven competenties van de branche erkende GVP opleiding. Prognose Voor 2015 verwachten de 18 opleidingsinstituten met 50 nieuwe groepen te starten. 9

Vergelijking met de drie voorgaande jaren Hieronder volgt een overzicht van de kwantitatieve gegevens van de afgelopen jaren. 2014 2013 2012 2011 Aantal gestarte groepen 38 45 33 13 Verwachting nieuw te starten 50 35 33 19 groepen Aantal deelnemers diploma behaald 427 492 137 47 Aantal gestarte deelnemers 459 609 462 181 Aantal leerbedrijven waarmee samengewerkt 85 131 73 44 Uitvalpercentage* 8,9% 11% 4,8% 7,7% *Uitvalpercentage is het totaal van deelnemers die de opleiding vroegtijdig hebben verlaten. 2.2 Ontwikkelingen binnen de functie en/of branche Samenvatting van de opmerkingen en geïnventariseerde gegevens De hieronder benoemde opmerkingen zijn van de opleidingsorganisaties als antwoord op de vraag die gesteld is in de monitor (enquête): Welke ontwikkelingen in de branche signaleert u die van invloed zijn op het opleidingscurriculum?. De opmerkingen zijn veelal letterlijk overgenomen, soms zijn ze ten behoeve van de leesbaarheid enigszins aangepast. Ontwikkeling extramuralisering en zelfsturende teams In het kader van extramuralisering groeit ook de vraag naar een GVP-opleiding in de thuiszorg. Een landelijk opererende opleider ziet dat er veel vaker gekozen wordt voor een GVP-opleiding in plaats van de EVV-opleiding. Extramuralisering: het inzetten van zelfstandige teams, het digitaal werken zijn aspecten die opvallen. Organisatieveranderingen Er is een krimp in opleidingsteams zichtbaar en een gebrek aan (financiële) middelen. Door bezuinigingen gaat er minder geld naar opleiden. Een opleider roept op tot het bewaken van de kerntaken tegen taak-vervuiling. De opleiding gaat uit van het door de branche opgestelde profiel voor de GVP maar die zelfde branche wijkt hier meestal flink vanaf zodat het voor een GVP moeilijk is zich bezig te houden met de kerntaken. Van GVP-ers wordt vaak gevraagd om zorgcoördinatie en dat is een stuk dat niet in de opleiding zit. Er wordt een verschuiving naar het extramurale werkgebied genoemd. Er nemen meer verzorgenden vanuit de thuiszorg deel aan de opleiding dan vanuit de verpleeghuizen. Bij de EVV kwamen de deelnemers voornamelijk uit de verpleeghuizen. Een opleider uit midden Nederland geeft aan vanaf het begin weinig belangstelling te ervaren voor deze opleiding. Reden die zij hiervoor noemen is dat de functie niet goed ingebed lijkt te zijn binnen de organisaties. Tweede reden die zij zien zijn de bezuinigingen in de zorg. 10

Zorginhoudelijke thema s De vraag naar de specifieke competenties van GVP neemt toe door o.a. de toenemende agressie bij ouderen en toename van dementie (wordt meerdere keren genoemd). Een opleider verwacht dat veel EVV uiteindelijk zullen gaan doorstromen naar de GVP opleiding. De nieuwe regels en wetgeving, de Wet Zorg en dwang, leiden tot onzekerheden over welke afspraken in het zorg(leef)plan gezet moeten of kunnen worden. De intrede van het wetsvoorstel Langdurige Intensieve Zorg (LIZ) stelt voornamelijk andere eisen aan het zorg(leef)plan en daardoor aan de inzet van de GVP. De taak die de GVP voor zich ziet is dat hij/zij eerst inschakeling van familie/naasten dient vorm te geven, dan eventueel over kan gaan naar inschakeling van ervaringsdeskundigen en dan pas door professionele ondersteuning. Er is een toenemende multi-pathologie bij zorgvragers. Zorgvragers blijven langer thuis, waardoor er een risico is van overbelasting bij de mantelzorg en een toename van vrijheid beperkende maatregelen in de thuissituatie door overbelasting van de mantelzorg. Er is een toename van fixatievrije instellingen merkbaar waar bewustwording en afbouw van maatregelen wordt ingezet. Toekomst van de GVP opleiding De zorg voor dementerenden is een illustratief voorbeeld voor verdere verbetering en innovatie van de hele ouderenzorg. Dat vergt onder andere nieuwe verbindingen tussen wonen, zorg en welzijn, tussen mantelzorgers en professionals, met veel meer gebruik van technologie. 1 op de 5 mensen krijgt een vorm van dementie, waarvan de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende is. Door de vergrijzing zal het aantal mensen met dementie in de toekomst toenemen. De belasting op de omgeving en mantelzorger is groot. Op tijd signaleren, diagnosticeren en behandelen en op een juiste manier omgaan met mensen met dementie en hun mantelzorgers zijn dan ook kernaandachtspunten in de opleiding GVP. Als gevolg van de transitie ziet een opleider het toenemend belang van de GVP in de intra- én extramurale zorg. 2.3 Werkbezoek In 2014 hebben 10 audits telefonische plaatsgevonden en zijn 8 opleidingsorganisaties bezocht voor een audit op locatie. De gesprekken (op locatie of telefonisch) met de verantwoordelijken van de branche erkende GVP opleiding zijn op een open en prettige wijze verlopen. De ontwikkelingen in het onderwijs, de onderwijskundige gedachten, ideeën en knelpunten zijn uitgewisseld. De aangereikte documenten zijn over het algemeen met zorg ontwikkeld, overzichtelijk en van inhoudelijke kwaliteit. De auditoren hebben de indruk gekregen dat de opleidingsorganisaties de GVP opleiding zowel onderwijskundig als inhoudelijk volgens de door de branche gestelde eisen uitvoeren. In de audit worden diverse aspecten besproken en onder de noemer aanscherpen adviezen geformuleerd. In de audits is voldoende aangetoond dat de organisaties werken conform het programma, de procedures en toetsen op grond waarvan de erkenning is afgegeven. De uitkomsten, opmerkingen en/of vragen zijn opgenomen bij het punt Ontwikkelingen binnen de functie en/of brancheveranderingen in de gezondheidszorg. 11

3. Verkorte Kraamzorgopleiding 3.1 Kwantitatieve gegevens In de periode december 2014 t/m februari 2015 zijn 9 opleidingsinstituten gevraagd om de kwalitatieve gegevens over de verkorte kraamzorgopleiding aan te leveren. Zeven opleidingsorganisaties hebben de monitor ingevuld geretourneerd. Eén opleider heeft nog geen groep verzorgd en kan dus geen aantallen voor de monitor aanleveren. Een opleidingsorganisatie heeft de monitor (nog) niet geretourneerd. Erkende opleidingsorganisaties Eind 2014 waren er 9 opleidingsorganisaties erkend. Eén opleidingsorganisatie heeft in 2014 een erkenning aangevraagd en ontvangen. In 2014 hebben 3 opleidingsorganisaties een audit op locatie gehad en 6 opleidingsorganisaties een telefonische audit. Erkenning per variant In de monitor is gevraagd voor welke variant(en) van de verkorte Kraamzorgopleiding de opleidingsorganisatie een erkenning heeft. Vier opleidingsorganisaties bieden Variant A aan. Twee opleidingsorganisaties bieden zowel variant A, B als C aan. Twee opleidingsorganisaties bieden alleen Variant C aan en één opleider heeft een erkenning voor Variant A en B. Leerlingenaantallen Voor het kalenderjaar 2014 gelden de volgende leerlingaantallen. Voor de verzamelde aantallen geldt dat nog niet alle gestarte groepen zijn afgerond. Variant A* Variant B* Variant C* bijscholingsvariant voor verzorgenden verkorte opleiding specifiek gericht op mensen met een zorg achtergrond uitgebreide opleidings-variant voor mensen zonder zorgachtergrond Aantal gestarte in company groepen 3 4 Aantal gestarte open aanbod groepen 1 1 Aantal deelnemers dat gestart is 44 3 93 Aantal deelnemers dat geslaagd is 26 65 Aantal deelnemers dat gezakt is Aantal deelnemers dat is uitgevallen 11 13 *Daar waar geen aantallen zijn ingevuld zijn geen gegevens bekend. De aantallen worden beïnvloed door de verschillende startperioden van de opleiding en de periode (school- en kalenderjaar) waarin de monitorgegevens zijn opgevraagd. In de praktijk is het zo dat groepen verspreid over het jaar starten en de afronding pas in het kalenderjaar er op plaatsvindt. Samenwerking In de monitor wordt verzocht een overzicht te geven van de leerbedrijven waar deelnemers de beroepspraktijkvorming hebben doorlopen. Door de 7 opleidingsinstituten die de monitor hebben ingevuld, wordt met 33 leerbedrijven samengewerkt. 12

Prognose De zeven opleidingsorganisaties verwachten in totaal met 10 nieuwe groepen te starten in het komende kalenderjaar. Het gaat dan voor Variant A om 5 groepen, bij Variant B om 1 groep en voor Variant C om 4 groepen. Vergelijking voorgaande jaren 2014 2013 2012 2011 Aantal gestarte groepen (alle varianten) 9 3 22 23 Verwacht aantal nieuw te starten groepen 10 3 16 18 Aantal gestarte deelnemers 140 125 390 431 Aantal deelnemers met behaald diploma 91 25 276 231 Aantal deelnemers dat is uitgevallen 24 4 52 40 Uitvalpercentage* 17,1% 3,2% 13,3% 9,3% *Uitvalpercentage is het totaal van deelnemers die de opleiding vroegtijdig hebben verlaten. Redenen van uitval Een opleider geeft aan dat een aantal kandidaten de opleiding vroegtijdig hebben verlaten. Een reden die hiervoor wordt aangegeven is dat de kraamzorgwerkzaamheden niet te combineren blijken met de thuissituatie. Er wordt binnen de kraamzorg gewerkt met flexibele roosters, dit betekent dat de thuissituatie niet lang van te voren weet wanneer je werkt, er is geen vast patroon. Daarnaast werken de kraambureaus met wachtdiensten. Dit zijn diensten waarin je beschikbaar moet zijn. Deze wachtdiensten zijn niet betaald, de werkweek start op het moment dat je opgeroepen wordt. Er kan dan een periode volgen dat je 6 tot 7 dagen werkt in een kraamgezin. De kraamverzorgende in opleiding ervaart toch niet de juiste beroepskeuze te hebben gemaakt. Voor een aantal deelnemers geldt een entree toets, hiermee wordt het begin niveau getoetst. Hierdoor geen uitval op opleidingsniveau. 3.2 Ontwikkelingen binnen de functie en/of branche Samenvatting van de opmerkingen en geïnventariseerde gegevens De hieronder benoemde opmerkingen zijn van de opleidingsorganisaties als antwoord op de vraag die gesteld is in de monitor (enquête): Welke ontwikkelingen in de branche signaleert u die van invloed zijn op het opleidingscurriculum?. De opmerkingen zijn veelal letterlijk overgenomen, soms zijn ze ten behoeve van de leesbaarheid enigszins aangepast. In het Noorden van het land is een tekort aan leer-werkplekken vanwege afspraken m.b.t. BOL opleidingen (KONN). Reden hiervoor is dat de vraag naar kraamzorg af nam, daardoor liep de vraag naar opleidingsplaatsen terug. Kraambureaus hadden niet voldoende werk voor BBL ers. De provincies Friesland en Groningen hebben toen een convenant opgesteld waarin zij de stageplaatsen in de kraamzorg reserveerden voor BOL leerlingen die de uitstroom kraamzorg volgden (VZ-IG). Voor de branche opleiding betekende dit dat er geen aanvragen kwamen voor in company trajecten en dat een open inschrijving traject niet haalbaar was vanwege te weinig leer-werkplaatsen (met een leerarbeidsovereenkomst). 13

Een opleider vraagt of het Beroepscompetentie profiel aangepast kan worden op het nieuwe kwalificatiedossier (verwacht in 2016). Verder de vraag of de mogelijkheid geboden wordt om vanuit de visie op competentiegericht opleiden anno 2015 om te gaan met studenten. Er wordt verder optimaal samengewerkt met alle leerbedrijven. Een ROC merkt op dat de instroom van kandidaten voor de branche opleiding kraamverzorgende terug loopt. Er wordt samengewerkt met andere ROC s om de instroom van kandidaten te stroomlijnen. Dit ROC geeft aan dat van de studenten die zijn uitgestroomd de meeste een contract hebben aangeboden gekregen van het kraambureau waar ze tijdens de opleiding werkten. Een ROC in Zuid-Holland ziet een toestroom van nieuwe kleine kraamzorgcentra waar begeleiders nog in hun rol moeten groeien. Daar ontstaat een enkele keer een begeleidingsvraag uit. Er wordt een werkveldconferentie georganiseerd om aan specifieke vragen van het werkveld tegemoet te komen. Vragen vanuit het werkveld zijn onder andere: hoe beoordeel ik een product maar ook gedrag, hoe ga ik om met het examenmateriaal. 14