Bezoekadres De Blomboogerd 1,4003 BX Tiei Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel T (0344) 64 90 90 F (0344) 64 90 99 E info@wsrl.nl I www.waterschaprivlerenland.nl Bank IBAN NL93NWAB0636757269 BIC NWABNL2G Waterschap Rivierenland Centrum Publiekparticipatie o.v.v. A15 Papendrecht-Sliedrecht Postbus 30316 2500 GH 'S-GRAVENHAGE VERZONDEN 2 6 APR. 2018 Datum: 26 april 2018 Uw kenmerk: Ons kenmerk: 2018002510/2018049206 Behandeld door: E.G. de Nooijer Onderwerp: Doorklesnummer / e-mail: Wateradvies Waterschap Rivierenland op het Ontwerp Tracé bes lult A15 Papendrecht- (0344) 64 97 19 Slledrecht e.de.nooijer@wsrl.nl Geachte heer/mevrouw, Uw toegezonden Ontwerp Tracébesluit A15 Papendrecht-Sliedrecht geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. Deze opmerkingen zijn tevens aan te merken als wateradvies in het kader van de watertoetsprocedure. Samenvatting Wij kunnen instemmen met Ontwerp Tracébesluit. Wel vragen wij uw aandacht voor onderstaande punten. Met name vragen wij aandacht voor het onderzoek naar het functioneren van de aanwezige duikers binnen het piangebied. En voor de gevoigen van siuipverkeer op de wegen die bij het waterschap in het beheer zijn. Doorlopen proces Waterschap Rivierenland is in een vroeg stadium betrokken bij de planvorming rond de verbreding van de A15 Papendrecht-Sliedrecht. Aan het begin waren voldoende momenten gepland om onder andere bij het waterschap informatie te inventariseren. De kwaliteit van de onderlinge afstemming in de fase erna is niet optimaal geweest, doordat de afstem- en inputmomenten over de concepten van het ontwerp steeds gepland werden in vakantieperiodes. Het verdient aanbeveling om in de Tracébesluit fase meer aandacht aan de planning te besteden. Per mail d.d. 17 april 2018 heeft Rijkswaterstaat het waterschap gevraagd om in te stemmen met een wijziging van het zoekgebied voor watercompensatie in peilgebied 1. Ruimtelijke consequenties en opmerkingen De opmerkingen hebben betrekking op de volgende drie hoofdonderdelen: het watersysteem, duikers in het plangebied en wegen. 1- Het watersysteem: a- Paragraaf 3.2.2, Oppervlaktewaterkwaliteit: Wij vragen u om onder deze paragraaf te refereren aan de oppervlaktewaterkwaliteitsdoelen die opgenomen zijn in het waterbeheerprogramma 2016-2021 van ons waterschap. Deze doelen zijn tevens vastgelegd in het waterplan Zuid-Holland 2016-2021 van provincie Zuid-Holland. Wij verzoeken u vriéndelijk bij verdere correspondentie ons kenmerk te vermelden, zodat wij uw brief sneller kunnen beantwoorden.
Pagina 2 van 6 b- Paragraaf 3.4.1, peilgebied 1: Gemeente Papendrecht heeft tijdens het overleg met Rijkswaterstaat op 20 maart jl. haar voorkeur uitgesproken om de realisatie van de wateropgave voor peilgebied 1 binnen de nieuwe ontwikkeling A15 PARK te realiseren in plaats van het in het deelrapport water voorgestelde zoekgebied. Rijkswaterstaat heeft ons verzocht om in te stemmen met het koppelen van de wateropgave ten behoeve van A15 PAS aan de (gemeentelijke) ontwikkeling A15 PARK. Waterschap Rivierenland stemt in met dit voorstel. Wij verzoeken u om de ontwikkeling A15 PARK als zoekgebied op te nemen in de toelichting van het Tracébesluit A15 Papendrecht- Sliedrecht. Tevens zien wij graag op welke wijze de wateropgave van deelgebied 1 uitgewerkt zal worden binnen de nieuwe ontwikkeling A15 PARK. c- Paragraaf 3.4.1, peilgebied 2: Voor het hele plangebied geldt dat de onderhoudbaarheid/bereikbaarheid van de nieuw aan te leggen watercompensatie gewaarborgd dient te zijn. Bijvoorbeeld de watercompensatie binnen peilgebied 2. Deze watercompensatie zal plaatsvinden binnen het nieuw te ontwikkelen Recreatief Knooppunt Sliedrecht. Dit zal deels in de vorm van groot water uitgevoerd worden. Naar verwachting zal het beheer en onderhoud van dit water varend plaatsvinden. Daarom dient dit water voldoende diep te zijn om het onderhoud efficiënt te kunnen uitvoeren. De minimale waterdiepte van dit water dient 50 cm te zijn. Een ander voorbeeld is de watercompensatie binnen peilgebied 4. Op de locatie van de watercompensatie verwachten wij mogelijk een knelpunt bij het beheer en onderhoud van de nieuw aan te leggen A-watergang. De nieuwe watergang komt volgens het deelrapport water dichtbij de A15 te liggen waardoor het onderhoud mogelijk deels vanuit de rijksweg plaats moet vinden. Wij zien graag een toelichting opgenomen in het rapport met betrekking tot de bereikbaarheid van de nieuwe watergang voor onderhoud. Dit punt geldt namelijk voor alle nieuw aan te leggen wateren binnen het hele plangebied. d- Paragraaf 3.4.1, peilgebied 2: De watercompensatie van peilgebied 3 zal ook binnen peilgebied 2 plaatsvinden. Graag zien wij in het rapport een toelichting opgenomen hoe deze maatregel juridisch/bestuurlijk vast wordt gelegd. e- Paragraaf 3.4.5, algemeen: Onder deze paragraaf is aangegeven dat waar het afstromend regenwater niet oppervlakkig af kan stromen naar de berm gebruik gemaakt wordt van een regenwaterstelsel. Wij zien graag een toelichting opgenomen in het deelrapport waar een regenwaterstelsel van toepassing is binnen het plangebied. f- Paragraaf 3.4.5., algemeen: In deze paragraaf is aangegeven dat periodiek afschrapen van de berm een beheermaatregel is voor het verwijderen van de verontreinigingen. Wij verzoeken u ons te informeren hoe het plan van deze beheermaatregel er uitziet.
Pagina 3 van 6 2- De duikers binnen het plangebied Zowel het ruimtebeslag als het functioneren van de duikers zijn voor ons waterschap een zorgpunt. Daarom vinden wij het noodzakelijk dat de duikers binnen dit project onderzocht dienen te worden. Het goed functioneren van de duikers binnen het plangebied blijft voor ons waterschap van groot belang voor een duurzaam watersysteem. Wij hebben onze zorg hierover in diverse overlegmomenten dan wel schriftelijk duidelijk benadrukt. Wij vragen u om ons inzicht te geven in de technische staat en het hydraulische functioneren en de mogelijke gevolgen hiervan op het ruimtebeslag rondom de duikers. Rijkswaterstaat heeft een instandhoudingsverplichting en de verbreding zou een natuurlijk moment kunnen zijn duikers te vervangen indien deze aan het einde van hun levensduur zitten. In het deelrapport water is helaas geen toelichting opgenomen over hoe hiermee om te gaan. 3- Wegen a- Er ontstaat een onvolledig beeld van het wegennet rond het projecttraject doordat een aantal belangrijke wegen niet zijn meegenomen in het verkeersmodel. b- In de rapportage verkeer zien wij geen volledige toelichting van de mogelijke effecten van de capaciteitsverruiming van de A15 op de wegen in het studiegebied waaronder het wegennet dat bij ons waterschap in beheer is. Er ontstaat namelijk een toename van congestie bij op- en afrit Sliedrecht-Oost, in acht nemend het aantal projecten dat in de toekomst uitgevoerd zal worden (zoals de verbreding van de A27). Bij het zoeken naar oplossingen c.q. maatregelen is Rijkswaterstaat (mede) verantwoordelijk. c- Als gevolg van het punt (b) hierboven verwachten wij een toename van het sluipverkeer op het wegennet dat bij ons waterschap in beheer is. Dat zal gevolgen hebben voor de kosten van beheer en onderhoud van dit wegennet en de verkeersveiligheid. Bij het zoeken naar oplossingen c.q. maatregelen is Rijkswaterstaat (mede) verantwoordelijk. d- Wij vragen uw aandacht voor de uitgangspunten van de achterliggende berekeningen van dit rapport vooral voor de toename van verkeersintensiteiten binnen het studiegebied in de projectsituatie 2030. Zie hiervoor punt 5 van bijlage 1. In bijlage 1 treft u een toelichting aan van de bovenstaande opmerkingen. Conclusie Wij adviseren positief over het onderhavige plan, mits voorgaande opmerkingen in hettracébesluit verwerkt worden. Wij verzoeken u aan te geven op welke wijze onze opmerkingen worden verwerkt in het plan. Daarnaast verzoeken wij u het waterschap te betrekken bij de verdere procedure van het plan en de planning hiervan aan te geven.
Pagina 4 van 6 Voor de uitvoering van het plan is een watervergunning van het waterschap vereist. In deze watervergunning kunnen nadere technische eisen worden gesteld aan uw plan. U kunt hierover contact opnemen met de Servicedesk van de afdeling Vergunningen van ons waterschap. Zij zijn bereikbaar via e-mailadres vergunningen@wsrl.nl en telefoonnummer (0344) 64 94 94. Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze brief, kunt u contact opnemen met E.G. de Nooijer via telefoonnummer (0344) 64 97 19, e-mailadres e.de.nooiier(5)wsrl.nl. Hoogachtend, namens het collei ijkgraaf erpb^mraden van WaterscbS^Rivie/^filani fvr. I rda MPM hoofd van de afdeling Plannen a.i. Bijlagen: Afschrift: Toelichting op de opmerkingen met betrekking tot het deelrapport Verkeer. Archief (inclusief bijlage); Gemeente Sliedrecht, T.a.v. Annekie Epker, Postbus 16, 3360 AA Sliedrecht; Gemeente Papendrecht, T.a.v. Ada de Jong, Postbus 11, 3350 AA Papendrecht
Pagina 5 van 6 Bijlage 1: Toelichting op de opmerkingen met betrekking tot het deelrapport Verkeer. In de rapportage verkeer van het Ontwerp Tracébesluit A15 Papendrecht-Sliedrecht wordt onderscheid gemaakt in projecttraject, HWN invloedgebied en OWN invloedgebied. Hiermee wordt per type weg gekeken wat de verkeerskundige gevolgen zijn van verbreding A15. Waterschap Rivierenland heeft in deze brief een aantal opmerkingen opgenomen. Hieronder treft u meer toelichting aan op onze opmerkingen: 1- In figuur 1 zijn bij het OWN invloedgebied verschillende wegen niet meegenomen. Er ontbreken enkele belangrijke wegen waar momenteel al sprake is van veel sluipverkeer, namelijk parallelweg noord. Tolsteeg, Matenasche Scheidkade en Kweldamweg. Hierdoor ontstaat een onvolledig beeld van de gevolgen voor het OWN invloedgebied en de wegen van het waterschap in het bijzonder. Bovengenoemde wegen dienen te worden meegenomen in de verkeersrapportage (berekeningen, verkeerskundige effecten etc.). 2- Als wegbeheerder van bovengenoemde wegen zijn wij verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid en hebben wij kosten aan het weg- en bermonderhoud. Sluipverkeer zet dat onder druk. Vooral op bovengenoemde wegen (beperkte wegverharding en tegengestelde verkeersstromen) moet worden uitgeweken naar de rand wegverharding en/of berm. Door de verbreding van de A15 Papendrecht- Sliedrecht ontstaat hier een toename van het sluipverkeer. Dit is o.a. af te leiden uit de toename van congestie op het HWN invloedgebied ten oosten van het projectgebied, namelijk Sliedrecht - Hardinxveld- Giessendam en verder (figuur 14 t/m figuur 18). De A15 bestaat daar weer uit twee rijstroken. Dit geeft een extra onderhoudsinspanning en realiseren van verkeersmaatregelen. Bij het zoeken naar oplossingen c.q. maatregelen is Rijkswaterstaat (mede) verantwoordelijk. 3- Volgens de rapportage geeft het project in de eindsituatie 2030 minder congestie in het projectgebied. Ten oosten van het projectgebied vindt een toename van de congestie plaats op het HWN invloedgebied. In deze situatie wordt ervan uitgegaan dat er verschillende projecten in de nabije omgeving worden gerealiseerd waaronder de verbreding A27. Dit project is echter vertraagd en de oplevering van het noordelijke gedeelte is pas gereed in 2029. Dat betekent dat na verbreding A15 Papendrecht - Sliedrecht de verkeersdruk op bovengenoemde wegen in de tussenliggende periode extra groot is gedurende een lange periode. Bij het zoeken naar oplossingen c.q. maatregelen is Rijkswaterstaat (mede) verantwoordelijk. 4- In tabel 7 wordt de index weergegeven van de voertuigkilometers verdeeld naar wegvak. Er wordt onderscheid gemaakt naar 2030 referentiesituatie en 2030 projectsituatie. Er vindt een afname plaats van 3,7% op het OWN invloedgebied. Alle wegen van het OWN invloedgebied worden echter gegeneraliseerd. Het kan zijn dat sommige wegen in het OWN invloedgebied te maken krijgen met een stijging. Wij willen inzicht in de gevolgen/intensiteitsberekeningen per weg, inclusief de ontbrekende bovengenoemde wegen.
Pagina 6 van 6 5- In tabel 3 worden de verkeersintensiteiten weergegeven in 2030 referentiesituatie. In tabel 6 zijn dat de intensiteiten in 2030 projectsituatie. De toename van de verkeersintensiteiten op het projecttraject is hieruit te herleiden. De toename op deze wegen bestaat volledig uit een toename van personenauto's en een gelijkblijvend aandeel vrachtvoertuigen. Hiermee wordt mogelijk een vertekend beeld geschetst van de congestie en doorstroming in het studiegebied. Kloppen de berekeningen ten aanzien van de congestie waarbij er geen toename van vrachtverkeer is?