Doelgroep: 3 de graad basisonderwijs



Vergelijkbare documenten
Doelgroep: 3 de graad basisonderwijs

Spreekbeurt over albinisme

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

A. Jouw rechten! Kinderrechten

Doelgroep: 1 ste graad basisonderwijs

Doelgroep: 2 de graad basisonderwijs

Dag tegen Racisme. Kijk eens naar jezelf! Kijk eens naar de anderen! Gudrun Peperstraete. hoe je eruitziet? Of is er meer? Is

DOOR NELE VANHEX EN ADRIANE LEILICH

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

You ve got mail. Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied

De leerkracht voorziet papier, enveloppes en eventueel materiaal om de enveloppes te versieren.

Wie ben jij? HANDLEIDING

Samenwerkingsopdracht

Verdeel de leerlingen in groepjes. Laat elk groepje 3 stellingen bekijken.

Een zusje uit een vliegtuig

Je wereld kleurt taal

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Thema 4: Mijn sport is top!

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Racisme

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Verhaal: Jozef en Maria

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

Lesbrief Slakkenevolutiespel 1

4 manieren om Samsam te gebruiken

Je eigen nieuwjaarsbrief

Prezi les 1: Website:

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

DOOR KIRSTEN DE MAESSCHALK MAITHÉ DILLE KATIA WOLFF

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

SPOT EEN JOB! Op bezoek bij een interimkantoor. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Steekkaart: nummer 1W

Over taaie taboes en lastige liefdes

Klaar, ik ben bruin en ik ben wit

Talenposters. Doel. Tijd. Hoe. Stap 1 MAAK JE SILHOUET

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

Liefde, voor iedereen gelijk?

Sofie Van Butsele Scriptie Stadsvisioenen Les 7, 2 de graad

Denken over taal: ontleden #2.0

Theater Speelman DO (8+)

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Uw kind is drager van sikkelcel Wat moet u weten?

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Vollenhove Wonen op een havezate

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter.

Thema kinderportretten

Eerste week vd advent

Doelstelling(en) Algemene doelen en de link met de vakoverschrijdende eindtermen vind je in de handleiding bij dit lespakket.

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Leerlingen maakten reeds kennis met het toepassingsgebied biochemie. De leerlingen hebben al analyserend en onderzoekend gewerkt.

Activiteiten introductiefase

Handleiding/verbetersleutel voor de leerkracht bij themafiche 25 jaar IVRK

Bijlage interview meisje

RECHT OP ANDERS ZIJN DOELSTELLING

Lesbrief Evolutiespel slakken. Doelgroep: Groep 5 t/m 8. Leerstofgebied: Wereldoriëntatie. Werkvorm: Klassikaal. Duur: ± 15 minuten

De wereld op zijn kop

Van nodig of leuk? tot kinderrechten in de krant

Het onze Vader. Naam:

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Taalfamilies. Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied

Kinderen uit familiehuwelijken

De leerlingen leren dat gedachten invloed hebben op gevoelens

ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS. Van:

Persoonlijk opleidingsplan. Hulpmiddelen voor de werknemer

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children

2.5!"FAMILIETREKJES. # basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP

ZONNESLIMME SCHOLENPROGRAMMA FACTSHEET

LESFICHE ZICHTBAARHEID EN HELMDRACHT

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag

Presentaties: presenteer jezelf met PowerPoint


1. Kringgesprek lama De leerkracht heeft enkele prenten (infoblad 1) mee van een lama. Deze prenten liggen in de kring.

Lesideeën groep 3 en 4

t Vuil Reclametruukske

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Geld is een bril, geluk is dat ook

S C I E N C E C E N T E R

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen:

Webboek. Taalontwikkeling spelletjes

Werkvormen: Lesdoelen: Filmpjes: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 8: Verliefd. Lesoverzicht

Op de vlucht. Lesprogramma. Voor kinderen van 8-12 jaar. Logo Share tech mono. Pay off Exo 2.0 Regular

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Werkboek leerlingen Sociale media & Digitaal pesten

1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden

Thema in de kijker : Filosoferen met kinderen

UITDAGING 4: Benigne wordt uitgesloten

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Transcriptie:

Lesfiche ICO PRONTO Doelgroep: 3 de graad basisonderwijs Thema: kleur 1 De leerlingen maken tijdens deze les kennis met het begrip huidskleur, de enorme verscheidenheid aan huidskleuren en de oorzaken hiervan. Daarbij wordt telkens vertrokken vanuit de eigen klasrealiteit waarbij de leerlingen stap voor stap en op eigen kracht tot bepaalde conclusies over huidskleur komen. Doelstellingen De leerlingen: - kunnen enerzijds huidskleur geografisch situeren maar beseffen tegelijk dat huidskleur ook volledig losgekoppeld kan worden van geografische gegevens; - kunnen verwoorden op welke manier huidskleur en de enorme variëteit aan huidskleuren ontstaan en hebben aandacht voor uitzonderlijke gevallen; - kunnen hun eigen huidskleur, die van hun familie en hun medeleerlingen benoemen en tonen daarbij het nodige respect; - kunnen verwoorden wat het belang van huidskleur is; - kunnen op bewuste wijze zelf tot een aantal conclusies komen over huidskleur; - beseffen dat huidskleur zowel in het verleden maar ook in het heden kan leiden tot vooroordelen en racisme Materiaal In bijlage: - infoblad 1: foto s, 1x in kleur afdrukken en uitknippen - infoblad 2: foto s met tekstjes, 1x in kleur of zwart-wit afdrukken en uitknippen - infoblad 3: grote foto s, 1x in kleur of zwart-wit afdrukken en uitknippen (infoblad 3bis is louter ter informatie voor de leerkracht) - infoblad 4: de lagen van onze huid: 1x in kleur of zwart-wit afdrukken - infoblad 5: foto s albinisme, 1x in kleur afdrukken - infoblad 6: krantenkoppen, 1x in kleur afdrukken - infoblad 7: huidskleur en racisme, 1x in kleur afdrukken en uitknippen - werkblad 1: wereldkaart, 2x in zwart-wit afdrukken - werkblad 2: kleurplaat hand, evenveel exemplaren als het aantal leerlingen in zwart-wit afdrukken - werkblad 3: invuloefening opbouw huid en kleurenpaspoort, evenveel exemplaren als het aantal leerlingen in zwart-wit afdrukken Door de leerkracht te voorzien: - 1 grote wereldkaart voor op het bord - 4 atlassen - 16 magneten - verf (geel, wit, bruin, zwart, rood) of potloden (zwart, wit, rood, bruin, geel, roze) en slijpers Eindtermen - WO 1.5, 4.12, 5.6, 6.2 - Ned 1.9, 2.9, 2.10, 7 - MV 1.2, 1.6 - SV 1.5, 3

2 Lesstructuur 1. Opwarmer: wie woont waar? Groepswerk. De leerkracht verdeelt de klas in vier verschillende groepjes: - groep 1 krijgt wereldkaart 1 (werkblad 1, pg 1) en de foto s 1 tot en met 8 (infoblad 1) - groep 2 krijgt wereldkaart 2 (werkblad 1, pg 2) en de foto s 9 tot en met 16 (infoblad 1) - groep 3 krijgt twee atlassen, wereldkaart 3 (werkblad 1, pg 3) en de foto s met tekstjes 1 tot en met 8 (infoblad 2) - groep 4 krijgt twee atlassen, wereldkaart 4 (werkblad 1, pg 4) en de foto s met tekstjes 9 tot en met 16 (infoblad 2) De leerkracht legt de opdracht uit: - Groep 1 en 2: kijk goed naar de foto s en probeer af te leiden uit welk werelddeel de afgebeelde persoon woont. Schrijf bij het nummer van elke foto de naam van het werelddeel waar de persoon volgens jou nu woont. - Groep 3 en 4: lees de tekstjes bij elke foto en zoek in de atlas op in welk werelddeel de persoon nu woont. Schrijf bij het nummer van elke foto de naam van het land waar de persoon nu woont. De leerlingen overleggen een paar minuten in groep en noteren de werelddelen waarvan ze denken dat de afgebeelde persoon afkomstig is. Ondertussen hangt de leerkracht de grote wereldkaart en de uitvergrote foto s (infoblad 3) aan het bord. Klasgesprek. De leerkracht neemt foto 1 en vraagt aan groep 1 welk werelddeel ze bij deze foto genoteerd hebben. De leerkracht toont het antwoord op de kaart en vraagt daarna aan groep 3 in welk land en welk werelddeel de persoon in kwestie geboren is. De leerkracht toont het antwoord op de kaart en vraagt daarna aan groep 4 in welk land en werelddeel de persoon nu woont. De leerkracht hangt de foto op die plek op de wereldkaart. Idem voor de andere foto s totdat alle foto s op de wereldkaart geplaatst zijn. De leerkracht neemt beurtelings een foto van groep 1 en groep 2 zodat groep 2 voldoende snel aan de beurt komt. Wanneer alle foto s op de wereldkaart geplaatst zijn, stelt de leerkracht gerichte vragen om de leerlingen te doen nadenken over waarom en op basis waarvan ze de foto s aan bepaalde landen of werelddelen koppelen: - Op basis van welke kenmerken hebben groep 1 en 2 de foto s aan de werelddelen gekoppeld? Op basis van uiterlijke kenmerken: de kleren, de huidskleur, de ogen, - Hadden groep 1 en 2 veel juiste antwoorden? Is het moeilijk om te bepalen wie uit welk land komt op basis van alleen maar een foto? Ja, want uiterlijke kenmerken vertellen eigenlijk heel weinig over de woonplaats van een persoon. - Kijk eens rond in de klas: van wie denk je dat hij/zij uit Marokko komt? Of uit Turkije? Of uit Peru? Of uit Waarom denk je dat? Omwille van de taal, omwille van het uiterlijk (haarkleur, huidskleur, kleren,.), - Wat bedoelen we precies met huidskleur? Is het moeilijk om te raden wie uit welk land komt op basis van de huidskleur? Huidskleur is de kleur van de menselijke huid. Die verschilt bij iedereen. Er zijn zoveel verschillende huidskleuren, ook binnen hetzelfde land. Zelfs in onze eigen klas heeft niemand dezelfde kleur. Het is met andere woorden erg moeilijk om puur op basis van de huidskleur te zeggen in welk land iemand woont. Alle antwoorden die jullie geven, kunnen dus eigenlijk

kloppen. Het is wel zo dat er in sommige landen meer mensen met een donkerdere huid wonen, in andere landen zijn er dan weer meer mensen met een lichtere huid. 3 2. Soorten huidskleur Duowerk. De leerkracht deelt de afbeelding van de hand (werkblad 2) en het nodige verfmateriaal uit. Elke leerling moet proberen om de huidskleur van zijn buur zo goed mogelijk na te verven. De ingekleurde tekeningen kunnen daarna in de klas worden opgehangen. Klasgesprek. De leerkracht vraagt: - Heeft iedereen dezelfde huidskleur? Nee, de huidskleur verschilt bij iedereen en gaat van bijna zwart tot bijna wit. - Welke kleuren heb je gebruikt om de arm van je buur te schilderen? Is het moeilijk om de huidskleur na te schilderen? Hoe benoem je die kleuren? Tip: Een leuk alternatief voor het verven, is het inkleuren met potloodslijpsel. Benodigdheden: - slijper - potloden (zwart, wit, rood, bruin, geel, roze) Werkwijze: - slijp de gekleurde punt (en dus niet het hout) van je potlood - met je vingers of een watje wrijf je het gekleurde slijpsel over de kleurplaat - je kan verschillende kleuren mengen om het gewenste resultaat te verkrijgen Ja, iemand die we blank noemen, is niet zomaar wit en al helemaal niet roze. Of iemand die zwart is, is natuurlijk niet altijd pikzwart. Ook bruin bestaat in alle mogelijke variaties of tinten. Je hebt dus witte of blanke mensen, mensen met een lichtbruine of een donkerbruine huid en mensen met een erg donkere, haast zwarte huid. - Hoeveel huidskleuren bestaan er volgens jullie? Oneindig veel. Kijk maar rond in de klas: niemand heeft exact dezelfde kleur. - Wie heeft er allemaal een lichte, blanke huidskleur? En wie een lichtbruine? En wie een donkerbruine of zwarte huid? De leerlingen steken naargelang hun vinger op en merken zo hoeveel variaties er binnen de groep zijn. Er kunnen ook verschillende interpretaties of percepties optreden: het ene kind kan zichzelf als blanker of bruiner omschrijven dan het andere. - Hoe krijgt onze huid eigenlijk zijn kleur? Hoe wordt de kleur van je huid gemaakt? De leerkracht toont de afbeelding van de huid (infoblad 4) en geeft uitleg. Je huid bestaat uit verschillende lagen. In de bovenste laag, de opperhuid, worden kleurstofmoleculen gemaakt. Deze kleurstofmoleculen noemen we ook pigment of melanine 1. De kleur van je huid wordt bepaald door de hoeveelheid melanine in je huidcellen. 2 Hoe meer melanine, hoe donkerder je huid. Hoe minder melanine, hoe lichter je huid. - De leerkracht toont de foto van de zwarte moeder met het blanke kindje (infoblad 5). Wat zie je op de foto? Het kind is van de vrouw die je op de foto ziet en heeft ook een zwarte vader. Hoe zou het komen dat het kindje zo wit is? Het kindje heeft albinisme. Dat betekent dat het kind geboren is zonder het pigment melanine in haar huid. Melanine zorgt net voor een gekleurde huid. Normaal wordt iedereen met een bepaalde hoeveelheid melanine in zijn huid geboren. Mensen met albinisme dus niet. 1 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/huid 2 Bron: http://www.meesterbrein.com/view.php/hoe-kan-het-zijn-dat-er-donkere-en-blanke-mensen-zijn.html

Daardoor hebben ze een volledig witte huid en ook rode ogen. Niet alleen bij mensen maar ook bij dieren komt albinisme voor. Iemand met albinisme heeft een heel gevoelige huid en verbrandt dan ook heel snel 3. Ook op de andere foto zie je twee mensen met albinisme. - Neem nu jullie werkblad (werkblad 3) en vul oefening a in. De oplossingen worden daarna klassikaal nog eens doorgenomen. 4 3. Waarom heeft niet iedereen dezelfde huidskleur? Individueel werk. De leerkracht zegt: - Neem jullie werkblad (werkblad 3) en vul oefening b in. Elke leerling vult zijn eigen kleurenpaspoort in. Ondertussen tekent de leerkracht drie kolommen op het bord met daarboven de woorden donkere huid (zwart of donkerbruin) lichte huid (blank of wit) bruine huid (lichtbruin). Klasgesprek. De leerkracht vraagt bij een aantal leerlingen om hun kleurenpaspoort voor te lezen en noteert de antwoorden op het bord. Bijvoorbeeld: José is geboren in België en heeft een bruine huid, zijn mama is een Belgische en heeft een lichte huid, zijn papa is van Venezuela en heeft een donkerbruine huid. Op deze manier komt een bepaald systeem naar boven. De leerkracht vraagt: - Hoe komt het dat we niet allemaal dezelfde huidskleur hebben? Je huidskleur is genetisch bepaald en is dus erfelijk. Dat wil zeggen dat jouw huidskleur wordt beïnvloed door de huidskleur van je ouders, grootouders en zelfs verdere voorouders. Bovendien migreren mensen al eeuwen van het ene land naar het andere en van het ene werelddeel naar het andere. Mensen vertrekken dus uit hun geboorteland en gaan in een ander land wonen waardoor je in dat land verschillende huidskleuren krijgt. Er zijn ook mensen met een verschillende huidskleur die samen kinderen krijgen. Aangezien je als kind altijd kenmerken van je beide ouders doorkrijgt, ontstaat op deze wijze een mix aan huidskleuren. Zo kunnen een zwarte man en een blanke vrouw een baby krijgen met een lichtbruine kleur. Of een donkerbruine kleur. Kortom, door de menging van mensen met een uiteenlopende huidskleur heb je overal ter wereld een grote variatie aan huidskleuren. 4 De leerkracht toont de twee krantenkoppen (infoblad 6) en vraagt: - Krantenkop 1: Wat zie je op de foto? Wat lees je? Wat betekent de titel? Dit koppel uit Engeland heeft een tweeling waarvan het ene meisje blank is en het andere meisje zwart. Hoe zou dat komen denken jullie? De kans dat zoiets gebeurt, is volgens wetenschappers één op een miljoen en dus heel erg klein. De vader en de moeder zijn allebei gekleurd maar ze hebben ook allebei een blanke moeder en een zwarte vader. 5 - Krantenkop 2: Wat zie je op de foto? Wat lees je? Wat betekent de titel? Hoe zou het komen dat twee zwarte ouders een blank kindje krijgen? Het meisje kreeg de naam Nmachi, wat schoonheid van God" betekent in Nigeria, het thuisland van mama Angela en papa Ben die nu in Engeland wonen. Wetenschappers waren heel verbaasd want de kans op een blanke baby bij twee zwarte ouders is heel erg klein. Toch 3 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/albinisme 4 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/huidskleur 5 Bron: http://www.broodjeaap.nl/tweeling.html

kan het: waarschijnlijk was één van de voorouders van Angela of Ben blank. Angela en Ben hebben trouwens nog een dochtertje en een zoontje, die alletwee zwart zijn. 6 De leerkracht vraagt: - Waar wonen volgens jullie mensen met een donkere huidskleur? En waar met een lichtere huidskleur? De leerkracht duidt de verschillende antwoorden van de leerlingen aan op de wereldkaart op het bord. We hebben al gezegd dat het erg moeilijk is om op basis van de huidskleur te bepalen in welk land iemand woont. Wel is het zo dat in de ene landen meer mensen met een lichtere huid wonen dan in andere landen. In Noord- en Centraal-Europa hebben de mensen een lichtere huid dan in Zuid-Europa. In het noorden van Afrika (Marokko, Tunesië, ) zijn mensen meestal nog een tint bruiner terwijl in Zwart-Afrika de huid van de mensen nog donkerder is. In Azië heb je landen waar mensen met een erg lichte huid wonen zoals bijvoorbeeld in Japan terwijl in Indië de meeste mensen een bruinere huid hebben. - Wat zou de functie van je huidskleur kunnen zijn? Waarom hebben mensen in bijvoorbeeld Afrika meestal een donkerdere huid dan mensen in Europa? In het algemeen hebben mensen (met voorouders) uit zonnige landen een donkerdere huid dan mensen (met voorouders) uit landstreken met minder zon. 7 Melanine of pigment beschermt je huid tegen de schadelijke stralen van de zon. Zonder melanine in je huid kunnen de cellen in je huid beschadigd raken waardoor je huidkanker kan krijgen. 8 Hoe meer melanine hoe donkerder je huid en hoe beter je beschermd bent. 9 Een persoon met een donkere huid kan beter tegen de zon, dan iemand met een lichte huid. Vandaar ook dat mensen in Afrika vaak een donkerder gekleurde huid hebben dan Europeanen. In Afrika schijnt de zon immers veel meer. Dankzij huidskleuren kan de mens in verschillende klimaten overleven. 10 5 Tip: Het Nederlandse kinderprogramma Het Klokhuis wijdt een volledige uitzending aan hoe we bruin worden en het gevaar van verbranden: www.youtube.com/watch?v=kor6oytfb7k Iemand met een lichte huid die in de zomer veel in de zon is, wordt trouwens bruiner omdat de zon ervoor zorgt dat je huid meer melanine maakt. Op deze manier wordt je huid ook beschermd. 11 Tegelijk verbrandt iemand met een lichte huid veel sneller, net omdat hij nooit genoeg beschermend pigment in zijn huid heeft. Daarom is het dan ook erg belangrijk om je altijd heel goed tegen de zon te beschermen en je in te smeren met zonnecrème. Zo kan de zon je huid niet beschadigen. 4. Afsluiter: huidskleur en racisme 6 Bron: http://www.hln.be/hln/nl/959/bizar/article/detail/1135363/2010/07/20/genetisch-wonder-zwarte-ouders-krijgenblanke-baby.dhtml 7 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/huidskleur 8 Bron: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2157314/biologie/item/229596/huidskleur/ 9 Bron: http://www.meesterbrein.com/view.php/hoe-kan-het-zijn-dat-er-donkere-en-blanke-mensen-zijn.html 10 Bron: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2157314/biologie/item/229596/huidskleur/ 11 Bron: De Sterck, Marita (1993). Een vijf met negen nullen, over gelijkenissen en verschillen tussen mensen. Tielt: Lannoo.

6 Groepswerk. De leerkracht verdeelt de klas in 10 verschillende groepjes - 5 groepjes krijgen een fotoblad (infoblad 7, fotobladen 1 tot en met 5) - 5 groepjes krijgen een tekstje (infoblad 7, tekstjes A tot en met E) Elk groepje bekijkt / leest en bespreekt eerst kort zijn blad, daarna gaan de groepjes met de foto s op zoek naar het juiste bijhorende tekstje. De groepjes die denken dat hun fotoblad en tekstje bij elkaar passen, gaan bijeen gaan zitten. Klasgesprek. De groepjes stellen elk voor de klas hun fotoblad en het bijhorende tekstje voor en formuleren hun mening. De leerkracht geeft na elke voorstelling nog wat extra informatie. - Fotoblad 1 / tekst C Bijna een halve eeuw, van 1948 tot 1994, bestond in Zuid-Afrika de apartheid. De apartheid was een systeem waarbij blanke en gekleurde mensen zoveel mogelijk van elkaar werden gescheiden. Zo mochten zwarten niet op de parkbankjes zitten of op bepaalde plekken wonen of werken en kregen de blanken altijd meer voordelen dan zwarten. 12 Dergelijke scheiding van mensen op basis van huidskleur wordt ook rassenscheiding genoemd. Gedurende bijna een halve eeuw hield de blanke regering in Zuid-Afrika met allerhande wetten dit systeem in stand. Gelukkig is de apartheid nu officieel afgeschaft, ook al bestaat er bij een aantal mensen nog altijd een gevoel van minachting ten opzichte van mensen met een andere herkomst of andere uiterlijke kenmerken. 13 - Fotoblad 2 / tekst A Deze postkaart dateert van rond het jaar 1900. Het toont een zwart kindje in een badkuip en heeft als onderschrift How ink is made wat Hoe inkt wordt gemaakt betekent. De postkaart laat uitschijnen dat zwarte inkt wordt gemaakt door mensen met een donkere huidskleur te laten weken in water. Dat klopt uiteraard helemaal niet. Huidskleur is niet zomaar een verflaagje op je huid. Deze postkaart kan je als een grapje zien maar is eigenlijk niet zo grappig omdat mensen met een donkere huidskleur ermee uitgelachen worden. - Fotoblad 3 / tekst B In stripverhalen wordt er heel vaak met clichés of stereotypen gewerkt. Daarmee bedoelen we dat een bepaald kenmerk van een groep mensen heel erg wordt uitvergroot en overdreven. Ook huidskleur wordt vaak gebruikt bij een stereotype. Clichés of stereotypes kunnen soms grappig zijn maar tegelijk kunnen ze ook mensen storen of kwetsen, net omdat ze te hard overdrijven en daardoor racistisch overkomen. Mensen uit Afrika zijn uiteraard helemaal niet zo pikzwart als op de tekening en Chinezen zijn helemaal niet geel. - Fotoblad 4 / tekst E Een zwarte vrouw zit in een volle bus als er een blanke man naar haar toekomt en zegt dat ze voor hem moet opstaan en haar zitplaats moet afstaan. Ze weigert dit en wordt daarom gearresteerd. Dit waargebeurde verhaal van Rosa Parks speelde zich in 1955 af in de Amerikaanse stad Montgomery. Het was toen nog verplicht dat zwarte mensen achterin de bus gingen zitten en de blanke mensen voorin. Als de bus vol was, moesten de zwarte mensen 12 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/rassensegregatie 13 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/apartheid

plaatsmaken voor de blanken. Omdat Rosa niet opstond voor de blanke man, kreeg ze een boete. Die weigerde ze te betalen en dus werd ze gearresteerd. 14 De blanke mensen in Amerika hadden toen veel meer rechten dan de gekleurde mensen. Er waren zelfs wetten die de scheiding van mensen op basis van hun huidskleur mogelijk maakten. Gelukkig zijn die wetten nu afgeschaft en mag er geen onderscheid meer tussen mensen gemaakt worden op basis van hun uiterlijke. 15 - Fotoblad 5 / tekst D Vroeger gebruikten geleerden huidskleur en andere uiterlijke lichaamskenmerken zoals de vorm van het gezicht, de kleur van de ogen, haar om de mensen in verschillende rassen onder te verdelen. Sommigen dachten dat er 4 rassen waren: het blanke, zwarte, gele en rode ras, anderen probeerden dan weer een andere onderverdeling uit. Die onderverdeling in rassen werd een hopeloze knoeiboel. Je kan niet zomaar mensen in verschillende rassen indelen op basis van uiterlijke kenmerken. Er is geen ras te vinden waarvan de mensen allemaal tegelijk een pikzwarte huid, een kleine gestalte, dikke lippen en kroeshaar hebben. Kenmerken gaan altijd heel geleidelijk van de ene groep in de andere over. Binnen één en hetzelfde groep mensen heb je altijd een pak verschillen, net zoals je tussen verschillende groepen mensen ook gelijkenissen hebt. 16 7 14 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/rosa_parks 15 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/rassensegregatie 16 Bron: De Sterck, Marita (1993). Een vijf met negen nullen, over gelijkenissen en verschillen tussen mensen. Tielt: Lannoo.