Monitor Statushouders U16-gemeenten

Vergelijkbare documenten
Monitor Statushouders U 16-gemeenten

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

Onderzoeksignalement

JAARVERSLAG VAN HET BESTUUR 2015

College van B&W. Leden van de gemeenteraad. Informatie over de uitvoering van Wet inburgering. Geachte dames en heren,

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Utrecht, april 2017

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Wat is het verschil tussen een vreemdeling, vluchteling, asielzoeker en statushouder?

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Banen en vestigingen per gemeente [2010] ALLE BANEN BE Nijverheid TOTAAL

Vluchtelingen en statushouders in Lopikerwaardgemeenten

Ondertekening bestuursovereenkomst huisvesting en integratie vluchtelingen regio Utrecht. Advies:

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

Personen met de vergunning op basis van discretionaire bevoegdheid van de Staatssecretaris met een tijdelijk doel

Factsheet huisvesting statushouders

A-avond Vluchtelingen. Aanpak asielzoekers en vergunninghouders Eindhoven

REGIOCONVENANT Uitstroom Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 20 april 2016 Betreft Voortgang inburgering

gemeente Bunnik INFORMATIENOTA de leden van de Gemeenteraad College van burgemeester en wethouders Datum: 5 februari 2019

Raadsvergadering. 17 mei

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De gemeente heeft een aantal taken binnen de uitvoering van de WI.

Divosa Benchmark Statushouders Voorbeeld: gemeente X

Vergunninghouders: Vroege Integratie en Participatie

2. Het COA vangt vluchtelingen op en begeleidt hen ook ter voorbereiding op een mogelijke toekomst in Nederland.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Amersfoort, maart 2019

Ervaringen van een taalcoach en zijn cliënt. Probus Heerlen 1 Khaldoun Salim en Wiel Regtop

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ACHTERGRONDINFO WAT JE MOET WETEN OVER MIGRATIE, VLUCHTELINGEN EN ASIEL VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT ROAD OF CHANGE

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Utrecht, december 2016

Informatiebijeenkomst BVNT2. Mohammed el Hamdaoui Beleidsadviseur DUO

Integratie en Samenleving. Nieuwe beleidsontwikkelingen

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Midden-Utrecht, oktober 2017

Vluchtelingen en statushouders in Lopikerwaardgemeenten

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Raadsvoorstel en besluitnota

Advies: Het informeren van de raad met RIB 16R over de besluitvorming van de regionale regietafel m.b.t. de AZC locatie Bleek 1.

GEMEENTEBLAD. Beleidsregels reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders

ASIELSTATISTIEKEN DECEMBER 2017

Aantal asielaanvragen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Arbeidsmarktregio Achterhoek. Eindverantwoording Screening en matching vergunninghouders 2018

- Veilig. Noord-Holland Noord. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 mei 2019

Aanpak statushouders Hilversum

ASIELSTATISTIEKEN FEBRUARI 2018

ASIELSTATISTIEKEN JANUARI 2018

Provincie Utrecht

Uit de startblokken. Cohortstudie naar recente asielmigratie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Midden-Utrecht, augustus 2017

Thermometer economische crisis

Nota van B&W. Bijgaand treft u de aanvraag/prognose aan, die vóór 15 december a.s. bij het ministerie VROM moet zijn ingediend.

Sessie 11 Congres Vluchtelingen 20 april 2017 Corpus te Leiden

17R RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00070

Veel gestelde vragen en antwoorden

Blijven is meedoen in Houten

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Screening en Matching Vergunninghouders

4. De bijgaande brief aan de Raad vast te stellen.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Vergunninghouders: Integratie en Participatie vanaf dag 1

Managementrapportage Werk en Inkomen

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Jaarverslag 2015 VluchtelingenWerk WOBB, Locatie Halderberge

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Team: Sociaal Beleid/projectgroep vluchtelingen

Plan van aanpak. Een parallelle aanpak voor statushouders in Harderwijk. Oktober 2016

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Statushouders. Stand van zaken. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

De gemeente heeft een aantal taken binnen de uitvoering van de WI.

RAPPPORTAGE ONDERZOEK INBURGERAARS: Starters eerste helft 2013

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Statushouders. factsheet. Gemeentelijke ondersteuning van statushouders. Aantallen. Herkomst. Wachttijd asielprocedure

RAADSINFORMATIEBRIEF met beantwoording artikel 40 vragen 18R college van burgemeester en wethouders. Datum : 30 januari R.

Vluchtelingenwerk, van Welkom tot (vrijwilligers)werk

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Amersfoort, juni 2018

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

aanpak. Dit in samenhang met de uitgangspunten voor het totale integratiebeleid, waarover we u in de Aan de gemeenteraad Geachte dames en heren,

Van opvang naar samenleven Inspirerende beleidsverhalen en praktijken voor de lokale integratie van vluchtelingen

Profiel van de asielzoekers in opvang op 31 december 2015

Programma A avond 31 januari 2017

VERORDENING WET INBURGERING HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013

Huisvesting en begeleiding vergunninghouders 2016

Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal. Eindverantwoording Screening en matching vergunninghouders 2018

Vragen en Antwoorden. Inloopavond 21 april 2016 huisvesting vergunninghouders Yuliusgebouw

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. 20 februari Betreft: Vierde voortgangsrapportage Platform Opnieuw Thuis

Aan de bestuurders van de leden van het Platform Opnieuw Thuis

COLLEGEVOORSTEL. Begeleiding statushouders. Te besluiten om

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Transcriptie:

Monitor Statushouders U16-gemeenten Gezamenlijke inzet op huisvesting, inburgering en participatie 14 maart 219

Colofon Index Voorwoord Inleiding U16: regionale samenwerking uitgave IB Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 162 35 CE Utrecht 3 286 135 onderzoek@utrecht.nl www.utrecht.nl/onderzoek in opdracht van Procesteam U1, namens U16-gemeenten 1. Start Doorgaande Lijn 2. Werk en inburgering 3. Huisvesting Bijlage: tabellen rapportage Isabella Janssen Geisje Hoetjes Johannes van Raaij informatie Johannes van Raaij j.van.raaij@utrecht.nl foto's Infogram projectnummer H21 53144 bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: afdeling Onderzoek, gemeente Utrecht. 14 maart 219 Leeswijzer De is een interactief rapport en is het beste online te lezen. Hierbij is het mogelijk om tabbladen in grafieken te bekijken, zoals informatie per gemeente. De index kan gebruikt worden om direct naar het betreffende hoofdstuk te klikken. Ook zijn er verwijzingen opgenomen naar relevante externe informatie. Deze monitor is het beste te bekijken in een webbrowser (actuele versie) of op een tablet. Het is niet mogelijk om de interactieve functies over te nemen in een pdf-versie van de monitor. De online versie van de monitor is hier te bekijken: https://bit.ly/2tbis7v 2 / 33

Voorwoord Tot voor kort ontbrak het de U16-gemeenten aan gezamenlijk inzicht in de stand van zaken in de aanpak van huisvesting en integratie van statushouders. Zonder dit inzicht kan niet bijgestuurd worden en is er geen zicht op de resultaten van de aanpak. De U16-gemeenten hebben afgesproken gezamenlijk de huisvesting en integratie op te pakken op een vergelijkbare manier. De verschillen tussen de gemeenten zijn echter groot. De ene gemeente heeft met meer statushouders te maken dan de andere, in de ene gemeente is een opvanglocatie van het COA gehuisvest, in de andere niet. Ook verschilt per gemeente sterk hoe het beleid is ingericht en hoeveel capaciteit er is om hierop in te zetten. De uitdaging is een monitor te ontwikkelen die voor alle betrokken gemeenten interessant is, inzicht geeft in de stand van zaken in de aanpak en een bijdrage levert aan de gezamenlijke aanpak. Beter inzicht in wat bereikt is en wat niet, kan een versneller zijn voor het doorontwikkelen van een gezamenlijke aanpak. Deze monitor is een eerste aanzet hiertoe. In deze eerste monitor geven we voor de doelen uit het gezamenlijke plan van aanpak van de U16-gemeenten waarvoor dat mogelijk is, informatie over de stand van zaken. De cijfers worden gepresenteerd in grafieken en tabellen (in bijlage). Waar mogelijk is de beschikbare informatie uitgesplitst naar gemeente. Een deel van de informatie die gebruikt wordt is afkomstig van openbare bronnen (COA, DUO, CBS). Waar mogelijk is een koppeling gemaakt naar deze bronnen. Daarnaast is gebruik gemaakt van maatwerk van deze zelfde partijen. Statushouders Asielzoekers die als vluchteling worden erkend, krijgen de vluchtelingenstatus. Ze mogen dan in Nederland blijven. Vanaf dat moment worden ze ook wel vergunninghouder of statushouders genoemd. In deze monitor hebben we het over statushouders. 3 / 33

Samenvatting Inleiding In 218 zijn in Nederland meer eerste asielaanvragen gedaan dan in 217. In 218 zijn de meeste asielzoekers afkomstig uit Syrië (14%) en Iran (9%). Voor het tweede halfjaar op rij daalt de landelijke taakstelling vvan 13. in het eerste halfjaar 218, 11. in het tweede halfjaar 218 naar 8. in het eerste halfjaar 219. U16: Regionale samenwerking In de U16-gemeenten wordt samengewerkt op het gebied van huisvesting en integratie van statushouders. In de U16-gemeenten zijn momenteel twee opvanglocaties voor asielzoekers: Utrecht Joseph Haydnlaan (59 opvangplekken) en Leersum 'de Hoogstraat (525 opvangplekken). Zes sociale diensten zijn werkzaam in de 16 gemeenten. RSD Kromme Rijn Heuvelrug en Werk en Inkomen Lekstroom bedienen elk vijf gemeenten en Ferm Werk drie gemeenten. Start Doorgaande Lijn In de gezamenlijke aanpak van de U16-gemeenten op het gebied van asiel en integratie is een van de speerpunten dat statushouders die in de regio worden opgevangen ook in de regio gehuisvest worden. Het beleid rondom de Doorgaande Lijn is hierop afgestemd. Het AZC van waaruit de koppeling van de statushouders met de gemeente gemaakt wordt kan per gemeente sterk verschillen. Naast AZC's uit de regio worden ook statushouders uit de rest van Nederland gekoppeld aan U16-gemeenten. Voor een goed verloop van de Doorgaande Lijn is een zo hoog mogelijke regionale doorstroming vanuit regionale AZC s naar regiogemeenten gewenst. In 218 is 67% van de aan de U16-gemeenten gekoppelde statushouders afkomstig vanuit U16-AZC's. Dit aandeel ligt nog steeds beneden de regionale doelstelling uit het plan van aanpak van 9%. Het is belangrijk om zo snel mogelijk informatie te krijgen over de competenties en ambities van statushouders. Op deze manier kan er op een snelle manier toegewerkt worden naar taal- en inburgeringscursus. Meestal wordt met het inburgeringstraject gestart wanneer de statushouder gehuisvest wordt in de gemeente. In de U16 is gekozen om hier al in het AZC mee te beginnen. Het doel hierbij is een hoger integratieniveau van de statushouders wanneer de overdracht naar de gemeente plaatsvindt. In 218 is hiermee een begin gemaakt en is bij ruim 8 statushouders een assessment afgenomen tijdens het verblijf in het AZC. Bijna elke maand wordt een bijeenkomst georganiseerd waarbij statushouders een assessment doen. Het is de ambitie om de komende jaren zoveel mogelijk statushouders dit tracé te laten doorlopen. Het assessment is bij een deel van de statushouders een eerste stap voor een goede integratie. Hierna volgen het intakegesprek, waarin wordt ingegaan op informatie vanuit het assessment, en het vaststellen van eerste persoonlijke plan van aanpak met de statushouder (PIP: Plan inburgering en participatie). Daarna volgt de plaatsing in de gemeente met een 'warme overdracht' van AZC naar de gemeente. De statushouder vervolgt in de gemeente het integratietraject. Werk en inburgering In de U16 deed 86% van de statushouders, die inburgeringsplichtig werden in 213-215, het inburgeringsexamen op taalniveau A2. Dit is het minimale niveau waarop examen gedaan kan worden. Taalniveau B1 wordt door 4% behaald, B2 door 5%. Van de statushouders die inburgeringsplichtig werden in 213 t/m 217 zijn er in de U16 nog 2.933 met een inburgeringsplicht. De gemiddelde inburgeringstijd in de U16 is tussen de 32 en 33 maanden. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Nederland. Het CBS publiceert jaarlijks een cohortstudie naar recente asielmigratie. Van de statushouders die in 214 een vergunning ontvingen heeft 11% van de statushouders 3 maanden na het verkrijgen van een verblijfsvergunning werk. Nederland. Van alle statushouders gaat ongeveer een derde naar school. Dit blijft in de maanden na ontvangen van de vergunning gelijk. Het aandeel statushouders dat werk als voornaamste bron van inkomen heeft is na twee jaar zo n 2%. Het aandeel statushouders dat werkt ligt wel hoger (zo n 7%), maar hierbij is het vaak naast het ontvangen van een uitkering. Nederland. Anderhalf jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, ontvangt 9% van de statushouders (18 tot 65 jaar, cohort 214) een bijstandsuitkering. Een jaar later, twee en een half jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, is dit aandeel gedaald naar 84%. Huisvesting In 218 was de taak van de U16-gemeenten om 1.243 statushouders te huisvesten. In dit jaar zijn 1.183 plaatsingen gerealiseerd. Met de realisatie van 49 plaatsingen boven de taakstelling in 217 komt het restant dat meegenomen wordt met de taakstelling van 219 op 36. Taakstelling en realisatie. De taakstelling voor de eerste helft van 219 is voor Nederland vastgesteld op 8. plaatsingen. De U16-gemeenten nemen hiervan 436 voor hun rekening. Met de achterstand van 218 erbij komt dit uit op een taakstelling van 472 voor de eerste zes maanden van 219. 4 / 33

Inleiding Sinds 1999 werken de Europese lidstaten aan een gezamenlijk Europees asielbeleid. Met gezamenlijke instrumenten en criteria wordt het asielbeleid met elkaar afgestemd. In 217 zijn in de Europese Unie ruim 675 duizend eerste asielaanvragen gedaan. De meeste asielaanvragen werden in Duitsland gedaan. Per land verschilt de herkomst van de asielzoekers sterk. In Nederland deden in 218 2.51 asielzoekers een eerste aanvraag. Daarnaast zijn er 3.561 herhaalde aanvragen gedaan en was er 6.463 keer sprake van gezinshereniging. Toename eerste asielaanvragen Na de piek in 215 was er in 216 sprake van een landelijke daling van het aantal asielaanvragen. In 218 blijft het totaal aantal asielaanvragen dalen ten opzichte van 217. Het aantal eerste aanvragen is in 218 wel toegenomen van 16.145 in 217 naar 2.51 in 218. De meeste asielzoekers die een eerste aanvraag doen in Nederland in 218 zijn afkomstig uit Syrië (14%) en Iran (9%). Iran, Turkije, Moldavië en Jemen zijn landen waar een toename is te zien in het aantal aanvragen. Er is minder vaak een eerste aanvraag gedaan door asielzoekers uit Eritrea en Irak. Het aantal familieherenigingen daalt in 218 sterk van 14.49 in 217 naar 6.465 in 218. Taakstelling daalt Elk halfjaar maakt de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de taakstelling voor heel Nederland bekend, op basis van het aantal statushouders dat nu wordt opgevangen en een prognose van het aantal nieuwe statushouders in het komende halfjaar. Naar rato van het aantal inwoners per gemeente wordt per gemeente een taakstelling vastgesteld. Voor het tweede halfjaar op rij daalt de landelijke taakstelling. Van 13. in het eerste halfjaar 218, 11. in het tweede halfjaar 218 naar 8. in het eerste halfjaar 219. Asielaanvragen Nederland (1975-218, eerste aanvragen) 6. 5. 4. 3. 2. 1. 3. 2.5 2. 1.5 1976 1979 1982 1985 1988 1991 1994 1997 2 23 26 29 212 215 218 Bron: CBS, IND Taakstelling Nederland per halfjaar (21-219) 6. 5. 4. 3. 2. 1. Asielaanvragen Nederland naar herkomstland (216-218, eerste aanvragen) 21 211 212 213 214 215 216 217 218 219 Bron: Rijksoverheid 1. 5 Syrië Iran Eritrea Turkije Algerije Marokko Moldavië Irak Nigeria Albanië Jemen 216 217 218 Bron: CBS, IND 5 / 33

Verdeling leeftijd onder gehuisveste statushouders in Nederland 1% 9% Helft statushouders jonger dan 25 jaar Ruim 2 op de 5 (44%) statushouders die in 217 een status ontvingen is jonger dan 18 jaar. De laatste jaren groeit deze groep sterk ten opzichte van het totaal. Het aandeel 18 tot 35 jarigen neemt juist af in Nederland. Verdeling nationaliteiten onder gehuisveste statushouders in Nederland 1% 9% 8% 7% Helft statushouders uit Syrië Statushouders hebben in de meeste gevallen de Syrische nationaliteit (58% in 217). Het aantal schommelt de laatste jaren tussen de 4% en 6% van de totale groep statushouders. Na Syriërs is de groep statushouders uit Eritrea de grootste groep. 8% 7% 6% 5% 4% Het CBS publiceert jaarlijks een cohortstudie naar recente asielmigratie. Er wordt gewerkt met jaarcohorten, met 214 als eerste groep die over een langere periode gevolgd wordt. Het is ook mogelijk om op gemeente, provincie of U16 niveau maatwerktabellen aan te vragen. In deze versie van de monitor hebben we vooralsnog alleen de landelijke cijfers opgenomen. Van deze cohortstudie verschijnt in ieder geval tot 221, jaarlijks een update. 6% 5% 4% 3% 3% 2% 2% 1% 1% % Meer weten? % 214 215 216 217 214 215 216 217 jaarcohorten jaarcohorten Jonger dan 18 jaar 18 tot 35 jaar 35 tot 65 jaar Syrië Eritrea Irak Afghanistan Iran 65 jaar en ouder Overig/onbekend Bron: CBS Asieltrends Meer asielzoekers Uit de startblokken Bron: CBS Nederland - IND in 218 - CBS (Cohortstudie) - CBS 6 / 33

U16: Regionale samenwerking

Inleiding Thema's en maatschappelijke doelen uit het 'Plan van aanpak huisvesting en integratie vluchtelingen regio Utrecht' In 215 bereikte de instroom van vluchtelingen in Nederland een piek waarbij gemeenten voor de opgave stonden te zorgen voor opvang en vervolghuisvesting. Tijdens een gezamenlijke U1 collegebijeenkomst is toen besloten deze acties regionaal af te stemmen in samenhang met integratiebeleid. Er is een bestuurlijke Kerngroep Asiel en Integratie opgericht welke de behoeften in kaart heeft gebracht en noodzakelijke acties heeft opgestart. Begin 217 is vervolgens een bestuursovereenkomst afgesloten waarmee alle U16-gemeenten zich hebben verbonden aan een gezamenlijke regionale aanpak. De belangrijkste punten bij de samenwerking is de Doorgaande Lijn: Huisvesting van het AZC naar een huis in dezelfde regio Op dag één na aankomst in het AZC starten van activiteiten om de integratie te bevorderen. Medio 217 hebben de U16-gemeenten het Plan van aanpak huisvesting en integratie vluchtelingen regio Utrecht vastgesteld. Hierin is de gezamenlijke aanpak beschreven. Begin 218 is besloten tot een update van dit plan en is afgesproken om de belangrijkste doelen en resultaten van de aanpak te monitoren. Maatschappelijke doelen In de rechter kolommen staan de thema's en maatschappelijke doelen uit het plan van aanpak op een rij. Over de maatschappelijke doelen die onderstreept zijn, is informatie opgenomen in deze monitor. Door te klikken op het doel, komt u op de pagina waar de informatie over dit doel staat. Als u terug wilt naar dit overzicht, dan kun u de knop rechtsboven in de hoek gebruiken. 1. Start Doorgaande Lijn: van eerste opvang naar vestiging in de regio 1.1 Nieuwkomers in U16- AZC s stromen zoveel mogelijk door naar U16- gemeenten. 1.2 Nieuwkomers in U16- AZC s starten daar hun integratie met assessments door de regionale sociale diensten. 1.3 De voorinburgering voor nieuwkomers wordt afgestemd met de start van de inburgering in de AZC s. 2. Werk en inburgering 2.1 Gemeenten zorgen voor 2.5 Vergunninghouders passend onderwijs en worden gestimuleerd om deel stimuleren deelname hieraan. te nemen aan alternatief werk zoals taakstages, werkstages 2.2 Gemeenten creëren een en werkervaringsplekken. breed netwerk voor vergunninghouders rondom 2.6 Gemeenten verstrekken taalactiviteiten. begrijpelijke en toegankelijke informatie aan nieuwkomers. 2.3 Gemeenten streven naar een goede aansluiting tussen 2.7 Gemeenten signaleren inburgeringsaanbieders en gezondheidsrisico s van vergunninghouders. nieuwkomers en nemen hierop tijdig actie. 2.4 Vergunninghouders worden via individueel 2.8 Gemeenten zorgen voor maatwerk begeleid naar voldoende aanbod aan betaald werk. maatschappelijke activiteiten en stimuleren statushouders om hieraan deel te nemen. 3. Huisvesting Vergunninghouders 3.1 Passend huisvesten van vergunninghouders. 3.2 Gemeenten vullen hun huisvestingstaakstellingen flexibel in. 3.3 Gemeenten vergroten geschikte huisvestingsmogelijkheden voor vergunninghouders en andere urgente woningzoekenden. Meer weten? Samenwerken aan versnelde integratie vluchtelingen - VNG 8 / 33

Samenwerkingsverbanden In de provincie Utrecht werken 16 gemeenten samen om de integratie en huisvesting van vluchtelingen te bevorderen. De U16-gemeenten zijn Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen (sinds 219 gefuseerd in de gemeente Vijfheerenlanden), Wijk bij Duurstede, Woerden, Zeist. 16 gemeenten 2 opvanglocaties 6 sociale diensten 9 vluchtelingorganisaties Twee opvanglocaties De opvanglocaties voor asielzoekers in Zeist ('Kamp Zeist' - 37 opvangplekken ) en Utrecht (Einsteindreef - 4 opvangplekken) zijn eind 218 gesloten. In de U16-regio zijn momenteel twee opvanglocaties voor asielzoekers (AZCs) open: Utrecht Joseph Haydnlaan - 59 opvangplekken Leersum 'de Hoogstraat - 525 opvangplekken Zes sociale diensten Zes sociale diensten zijn werkzaam in de 16 gemeenten. RSD Kromme Rijn Heuvelrug en Werk en Inkomen Lekstroom bedienen elk vijf gemeenten en Ferm Werk drie gemeenten. Daarnaast hebben Utrecht, Stichtse Vecht en De Ronde Venen een eigen sociale dienst binnen de gemeentelijke organisatie. Voor statushouders vormen sociale diensten de schakel met de gemeenten. Statushouders die gehuisvest worden in de gemeente kunnen bij de sociale dienst terecht voor tijdelijke inkomensondersteuning. Vanuit de sociale diensten en gemeentelijke initiatieven worden statushouders begeleid naar (vrijwilligers)werk of een opleiding. Ferm Werk verzorgt in haar gemeenten ook de huisvesting. De Ronde Venen Woerden Stichtse Vecht Utrecht De Bilt Zeist Negen vluchtelingorganisaties Statushouders worden ondersteund bij het toetreden tot de maatschappij. Dit gebeurt door medewerkers van organisaties die zich inzetten voor de statushouders. De landelijke organisatie VluchtelingenWerk Nederland biedt in veel gemeenten hulp aan statushouders, maar er zijn ook gemeenten waar en lokale organisatie deze diensten verzorgt. In de U16-gemeenten maken zeven gemeenten gebruik van de diensten van VluchtelingenWerk Nederland. Vluchtelingen Steunpunt Groene Hart is in twee gemeenten actief. In de overige zeven gemeenten is een lokale organisatie actief. Oudewater Montfoort Lopik IJsselstein Nieuwegein Houten Bunnik Wijk bij Duurstede Utrechtse Heuvelrug Vianen Bron: Onderzoek, gemeente Utrecht 9 / 33

1 Start Doorgaande Lijn 1 / 33

Regionale opvang en plaatsing In de gezamenlijke aanpak van de U16-gemeenten op het gebied van asiel en integratie is een van de speerpunten dat statushouders die in de regio worden opgevangen ook in de regio gehuisvest worden. Het beleid rondom de Doorgaande Lijn is hierop afgestemd. Op deze manier kunnen de statushouders meedoen aan de directe start van de integratie in de U16- AZC s. De regionale opvang en plaatsing kan op twee manieren bekeken worden. Als eerste vanuit de twee AZC in de U16-regio (Utrecht en Leersum). Deze U16-AZC's zijn een tussenstap van statushouders richting een U16- gemeente of een gemeente in de rest van Nederland. Als tweede kan bekeken worden waar de status in gemeente vandaan komen (zie pagina 12). Ter ondersteuning zijn twee schema's opgenomen. Aandeel vanuit de U16-AZC's gekoppelde statushouders naar U16-gemeenten (per maand, 218) 1% 8% 6% 4% 2% Aandeel vanuit de U16-AZC's gekoppelde statushouders naar U16-gemeenten (218) Leersum Utrecht Utrecht ED Zeist Opvang in U16-AZC's In 218 is gemiddeld 43% van de statushouders die in de U16-AZC's zijn opgevangen, gekoppeld aan een U16-gemeente. Regievoerders van het COA % Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec % 2% 4% 6% 8% 1% verzorgen de koppelingen tussen statushouders en gemeenten. Ze doen dit op basis van kennis over de statushouder en gemeente (taakstelling en kenmerken). Na koppeling van een statushouders aan een gemeente is deze U16-gemeenten Overige gemeenten Bron: COA U16-gemeenten Overige gemeenten Bron: COA administratief zichtbaar voor de gemeente en gaat de gemeente op zoek naar geschikte huisvesting. Schema: Waar gaan de statushouders vanuit het AZC naartoe? U16-gemeenten % U16-AZC's Doelstelling 1.1: Nieuwkomers in U16-AZC's stromen zoveel mogelijk door naar U16-gemeenten Overige gemeenten 11 / 33

Aandeel van aan U16-gemeenten gekoppelde statushouders vanuit U16-AZC's (per maand) 1% 8% 6% Aandeel van aan U16-gemeenten gekoppelde statushouders vanuit U16-AZC's (gemiddelde per gemeente, 218) Bunnik De Bilt De Ronde Venen Plaatsing in U16-gemeenten Het AZC van waaruit de koppeling van de statushouders met de gemeente gemaakt wordt kan per gemeente verschillen. Naast AZC's uit de regio worden ook statushouders uit de rest van Nederland gekoppeld aan U16- gemeenten. Voor een goed verloop van de Doorgaande Lijn is een zo hoog mogelijke regionale doorstroming vanuit regionale AZC s naar regiogemeenten gewenst. 4% 2% % Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Houten IJsselstein Lopik Montfoort In 218 is 67% van de aan de U16-gemeenten gekoppelde statushouders afkomstig vanuit U16-AZC's. Bij het bepalen van dit cijfer is voor elke statushouder één koppelingsmoment meegenomen. Hierbij is gekeken naar het moment waarop de statushouder vanuit zijn laatste AZC (binnen of buiten de regio) gekoppeld is aan een U16-gemeente. Het kan voorkomen dat een statushouder in een regio AZC verblijft, maar verhuist naar een AZC buiten de regio voordat plaatsing in de gemeente gerealiseerd wordt. In deze gevallen geldt het AZC buiten de regio als herkomst. U16 Overig NL Nieuwegein Bron: COA Oudewater Schema: Waar komen de statushouders in de gemeente vandaan? U16-AZC's % Stichtse Vecht Utrecht Utrechtse Heuvelrug Vianen Wijk bij Duurstede U16-gemeenten Woerden Zeist % 2% 4% 6% 8% 1% Overige AZC's U16 Overig NL Bron: COA 12 / 33

Directe start integratie Het is belangrijk om zo snel mogelijk informatie te krijgen over de competenties en ambities van statushouders. Op deze manier kan er op een snelle manier toegewerkt worden naar een taal- en inburgeringscursus. Meestal wordt met het inburgeringstraject gestart wanneer de statushouder gehuisvest wordt in de gemeente. In de U16 is gekozen om hier al in het AZC mee te beginnen. Het doel hierbij is een hoger integratieniveau van de statushouders wanneer de overdracht naar de gemeente plaatsvindt. Organisatie In 217 is gestart met een pilot met een vroegere start van de inburgering. Op kleine schaal zijn assessments afgenomen. Deze drie uur durende test richt zich op statushouders die gekoppeld zijn aan een U16-gemeente. Een medewerker van de sociale dienst en een tolk met kennis van de methode is hierbij aanwezig. Informatie over een deel van de statushouders wordt verkregen via een assessment. Voor kinderen en senioren is een assessment niet geschikt. Per statushouder is het moment waarop het assessment wordt afgenomen verschillend. Dit is maatwerk, maar bij voorkeur zo snel mogelijk na plaatsing in het AZC. Een assessment is een groepsbijeenkomst waarbij samen met de statushouders verschillende vragenlijsten doorgenomen worden. De sociale diensten organiseren om beurten een assessment op een COA-locatie. NOA-assessment Na de pilot in 217 is voor het assessment van NOA gekozen. NOA is een psychologisch advies- en onderzoeksbureau dat nauw samenwerkt met de sectie Sociale- & Organisatiepsychologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Het NOA-assessment bestaat uit verschillende onderdelen: een persoonlijke achtergrond en zelfredzaamheidsvragenlijst, een vragenlijst PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis), een vragenlijst emotionele stabiliteit, een taaltest Nederlands, een taaltest Engels, een leerbaarheidstest, een vragenlijst over arbeidsmotivatie en werk-zoekgedrag, een vragenlijst die ingaat op iemands persoonlijkheid evenals een competentietest. Bovendien levert het assessment ook informatie op over de eerder opgedane werkervaring en genoten opleiding in het land van herkomst en over hoe iemand de toekomst voor zich ziet. Aantal deelnemers assessment per maand, 218 1 8 Een goed begin In 218 is er bij ruim 8 statushouders een assessment afgenomen. Bijna elke maand wordt een bijeenkomst in één van de AZC s georganiseerd waarbij statushouders een assessment doen. In de AZC s zit een toenemende groep die gezien de beheersing van hun eigen taal niet in staat is het schriftelijke NOA-assessment in te vullen. Deze statushouders slaan het assessment dan over en gaan door naar het intakegesprek. Ze kunnen zo wel meegaan in het proces Doorgaande Lijn. 6 Doelstelling: Nieuwkomers in U16-AZC's Doelstelling 1.2: starten daar hun integratie Nieuwkomers in U16-AZC's met assessments door de starten daar hun integratie regionale sociale diensten met assessments door de regionale sociale diensten aantal 4 2 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Deelnemers per maand waarvan geen assessment, wel Doorgaande Lijn Deelnemers cumulatief Bron: gemeente Utrecht 13 / 33

Aantal deelnemers NOA-assessments per sociale dienst, 218 Utrecht RSD Kromme Rijn Heuvelrug Stichtse Vecht W&I Lekstroom 41 3 7 1 Deelnemers De meeste statushouders (41) die een assessment afnamen in 218 zijn gekoppeld aan de Utrechtse sociale dienst. Daarnaast zij er 3 gekoppeld aan RSD Kromme Rijn Heuvelrug. Na het assessment Het assessment is bij een deel van de statushouders een eerste stap voor een goede integratie. Hierna volgen het intakegesprek, waarin wordt ingegaan op informatie vanuit het assessment, en het vaststellen van eerste persoonlijke plan van aanpak met de statushouder (PIP: Plan inburgering en participatie). Daarna volgt de plaatsing in de gemeente en een 'warme overdracht' van AZC naar de gemeente. De statushouder vervolgt in de gemeente het integratietraject. Overig 5 Over het intakegesprek en PIP zijn (nog) geen gegevens beschikbaar. 5 1 15 2 25 3 35 4 45 Bron: gemeente Utrecht Aantal deelnemers NOA-assessments per gemeente, 218 Stichtse Vecht 7 Utrecht 41 Utrechtse Heuvelrug 8 Meer weten? Wijk bij Duurstede 7 Zeist 8 Overig 22 5 1 15 2 25 3 35 4 45 Aantallen kleiner dan 5 per sociale dienst of gemeente zijn opgenomen bij Overig. Bron: gemeente Utrecht Divosa - De Doorgaande Lijn: Regionale Ketenaanpak Asiel & Integratie Statushouders in beeld: De Doorgaande Lijn (video) 14 / 33

2 Werk en inburgering 15 / 33

Taalactiviteiten Taalniveau inburgeringsexamen per gemeente Wie in Nederland komt wonen, en van buiten de EU komt, moet inburgeren. Inburgeren is de Nederlandse taal leren spreken en de Nederlandse samenleving leren kennen. Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) organiseert de inburgeringsexamens. De meeste inburgeraars zijn statushouders. Statushouders tussen 18 en 65 jaar moeten verplicht inburgeren. De inburgeringsplicht stimuleert om actief mee te doen in de samenleving. Ook is het doel dat de statushouders zo snel mogelijk economisch zelfstandig worden. Het inburgeringsexamen bestaat uit de onderdelen schrijven, spreken, luisteren, lezen, kennis Nederlandse Maatschappij en oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt. Statushouders kunnen bij DUO geld lenen voor cursussen en het examen. Bij een door DUO goedgekeurde school kunnen cursussen gevolgd worden. Over de inburgering brengt DUO cijfers naar buiten. DUO werkt met jaarcohorten. Hiermee wordt de voortgang van groepen uit een bepaalde periode (jaar) gevolgd. Indien een cohort uit 5 personen of minder bestaat, dan worden uit privacyoverwegingen geen gegevens weergegeven. De groepen die gevolgd worden zijn statushouders en nareizigers, maar geen gezinsmigranten (personen die getrouwd zijn of gaan trouwen met een Nederlander). Nareizigers zijn gezinsleden (echtgenoten, partners, minderjarige kinderen, broers of zussen) van de statushouder, die onder speciale voorwaarden een afgeleide verblijfsvergunning ontvangen. Meeste examens op taalniveau A2 In de U16 deed 86% van de statushouders, die inburgeringsplichtig werden in 213-215, het inburgeringsexamen op taalniveau A2. Dit is het minimale niveau waarop examen gedaan kan worden. Taalniveau B1 wordt door 4% behaald, B2 door 5%. Als een inburgeringsplichtige een (beroeps)opleiding wil volgen of een baan zoekt, is vaak meer kennis van het Nederlands nodig: bijvoorbeeld niveau B1 of B2. Bij het behalen van een Nederlandstalige MBO-/HBO- of universitair diploma, volgt automatisch vrijstelling van het inburgeringsexamen. Voor de cohorten 216-218 is nog onvoldoende informatie beschikbaar. Het taalniveau wordt pas bepaald bij het examen, en dat wordt meestal pas drie jaar nadat statushouders inburgeringsplichtig zijn geworden afgenomen. Taalniveaus A2 (basisniveau): het is mogelijk om korte eenvoudige teksten te begrijpen.ook het vinden van informatie in eenvoudige teksten zoals een advertentie of een menukaart is mogelijk. Korte eenvoudige gesprekken. B1 (nodig voor MBO): het is mogelijk om teksten die voor het grootste deel uit veelgebruikte woorden bestaan te begrijpen. Maar het is ook haalbaar om moeilijkere taal te begrijpen, als ze daar veel mee te maken hebben. B2 (nodig voor HBO/Universiteit): het volgen van een betoog is mogelijk. Artikelen en boeken zijn te volgen. Ook is het mogelijk om deel te nemen aan een vloeiend en spontaan gesprek. aantal 55 5 45 4 35 3 25 2 Totaal U16 15 Doelstelling: Nieuwkomers in U16-AZC's Meer weten? 1 5 starten daar hun integratie Doelstelling 2.2: met assessments door de Gemeenten creëren een breed regionale sociale diensten netwerk voor statushouders rondom taalactiviteiten Cijfers over inburgeren - DUO 213 214 215 jaarcohorten A2 B1 B2 Vrijstellling Stand 1-1-219. Bron: DUO 16 / 33

Inburgering Status inburgering statushouders per gemeente Gemiddelde inburgeringstijd Statushouders vanaf 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd moeten verlicht inburgeren. DUO bepaalt vanaf welke datum de inburgeringstermijn ingaat. Vanaf dan geldt een inburgeringstermijn van drie jaar. Voor het volgen van cursussen en het examen is het mogelijk om geld te lenen bij DUO. 1.2 Totaal U16 4 35 Totaal U16 Ruim drieduizend nog inburgeringsplichtig De groep statushouders die in 213 inburgeringsplichtig werd (inclusief nareizende familieleden) heeft voor een groot gedeelte voldaan aan de inburgeringsplicht. Voor de U16-gemeenten is nog 8% van de statushouders uit 213 inburgeringsplichtig. Voor de jaren 216 en 217 zijn er nog weinig statushouders die voldaan hebben aan de inburgeringsplicht, mede omdat de inburgeringstermijn van drie jaar nog niet is verstreken. 1.1 1. 9 maanden 3 25 2 15 1 Voor de periode 213-218 zijn in de U16-gemeenten nog 3.189 statushouders inburgeringsplichtig. Gemeente Utrecht heeft de grootste groep, ruim 1.373, statushouders die nog inburgeringsexamen moeten doen. Bij de andere gemeenten is het aantal statushouders die nog inburgeringsexamen moeten doen minder dan 2 per gemeente. aantal 8 7 6 5 213 214 215 jaarcohorten Stand 1-1-219. Bron: DUO 5 4 3 Inburgeringstijd De gemiddelde inburgeringstijd in de U16 is tussen de 32 en 33 maanden. Dit is de tijd zonder vertragende omstandigheden (ontheffing of bijzondere omstandigheden zoals ziekte). De gemiddelde inburgeringstijd voor 215, 216, 217 en 218 kan pas minimaal drie jaar daarna worden berekend. Als de inburgeringstermijn is verstreken. Het cijfer van 215 kan nog veranderen vanwege statushouders die verlening hebben gekregen. Doelstelling: 2 Nieuwkomers in U16-AZC's Doelstelling 2.3: starten daar hun integratie Gemeenten streven naar met assessments door de een goede aansluiting tussen regionale sociale diensten inburgeringsaanbieders en vergunninghouders 1 213 214 215 216 217 218 jaarcohorten nog inburgeringsplichting voldaan Stand 1-1-219. Bron: DUO *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal U16 afgerond op vijftallen. Stand 1-1-219. Bron: DUO 17 / 33

Werk (Nederland) Het CBS publiceert jaarlijks een cohortstudie naar recente asielmigratie. Met deze cohortstudie worden asielmigranten gevolgd. De onderwerpen in de cohortstudie variëren van samenstelling, huisvesting, onderwijs tot werk en inkomen. Zij maken gebruik van verschillende bronnen zoals van het COA, DUO, BRP en IND. Statushouders worden administratief elke maand gevolgd. Er wordt gewerkt met jaarcohorten, met 214 als eerste groep die over een langere periode gevolgd wordt. Het is ook mogelijk om op gemeente, provincie of U16 niveau maatwerktabellen aan te vragen. In deze eerste monitor staan vooralsnog alleen de landelijke cijfers. Van de cohortstudie verschijnt in ieder geval tot 221 nog drie keer een update. Eén op de tien statushouders heeft werk Van de statushouders, van 18 tot 65 jaar - die in 214 een vergunning ontvingen, heeft 11% 3 maanden na het verkrijgen van een verblijfsvergunning werk. De groep statushouders uit 215 (cohort 215) loopt iets vooruit op de groep uit 214. Alleen kan deze groep maar 18 maanden gevolgd worden. Op meetpunt 18 maanden na het verkrijgen van de vergunning heeft van de groep uit 215 4,5% werk, ten opzicht van de groep uit 214 met 3,9%. In de nieuwe versie van de monitor van het CBS kunnen deze groepen weer een jaar langer gevolgd worden. Aandeel werkende statushouders onder 18 tot 65 jarigen in Nederland Percentage 1 9 8 7 6 5 4 3 Doelstelling: Nieuwkomers in U16-AZC's starten daar hun integratie Doelstelling 2.4: met assessments door de Statushouders worden regionale sociale diensten via individueel maatwerk begeleid naar betaald werk 2 1 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden 3 maanden Aantal maanden na ontvangen verblijfsvergunnin Cohort 214 Cohort 215 Bron:CBS 18 / 33

Inkomensbron (Nederland) Bij de totale groep statushouders is een overzicht te geven wat de 1 1 voornaamste bron van inkomen of situatie is. Dit geldt vanaf het moment van ontvangen vergunning. De tijd in het AZC wordt hierin meegenomen. 8 8 Een derde van alle statushouders gaat naar school Van alle statushouders gaat ongeveer een derde naar school. Dit blijft in de maanden na ontvangen van de vergunning gelijk. Het aandeel statushouders 6 6 dat een uitkering/pensioen ontvangt stijgt in de eerste maanden na ontvangen vergunning vanwege de overgang van het AZC naar plaatsing in de gemeente. In het AZC ontvangen statushouders leefgeld, in de gemeente 4 4 een uitkering. Het aandeel statushouders dat werk als voornaamste bron van inkomen heeft is na twee jaar zo n 2%. Het aandeel statushouders dat 2 2 werkt ligt wel hoger (zo n 7%), maar hierbij is het vaak naast het ontvangen van een uitkering. De inkomsten uit werk zijn nog onvoldoende om volledig i l d h d k i 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden Uitkering/pensioen Werk Aandeel statushouders naar voornaamste bron van inkomen (cohort 214) Bron:CBS 1 1 8 8 Meer weten? 6 6 4 4 2 2 Uit de startblokken - 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden (Cohortstudie) CBS Schoolgaand Geen inkomen (leefgeld COA) 19 / 33

Uitkeringsafhankelijkheid (Nederland) Statushouders die in een AZC verblijven ontvangen leefgeld om in de dagelijkse behoefte te voorzien zoals eten en kleding. Op het moment dat statushouders gehuisvest worden in een gemeente komen zij in aanmerking voor een bijstandsuitkering. Negen op de tien statushouders met uitkering Anderhalf jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, ontvangt 9% van de statushouders (18 tot 65 jaar, cohort 214) een bijstandsuitkering. Een jaar later, twee en een half jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, is dit aandeel gedaald naar 84%. In de rechter grafiek neemt het aandeel uitkeringsgerechtigde statushouders toe vanwege de overgang van AZC naar gemeente. Aandeel statushouders met uitkering onder 18 tot 65 jarigen in Nederland 1 9 8 7 6 5 4 3 Meer weten? 2 1 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden 3 maanden Verbetertool arbeidsparticipatie statushouders - KIS Aantal maanden na ontvangen verblijfsvergunning Cohort 214 Cohort 215 Bron:CBS 2 / 33

Verlenging wegens omstandigheden Overige cijfers inburgering Toegekende leningen Totaal U16 Inburgeringstermijn vaak verlengd Statushouders kunnen verlenging krijgen van de inburgeringstermijn als er Totaal U16 omstandigheden zijn die hier aanleiding toe geven. De duur van de 1. verlenging is afhankelijk van de duur van de bijzondere omstandigheid. Redenen van verlenging kunnen zijn het volgen van extra taallessen of 1.2 8 ziekte. Sinds 213 hebben ruim 2.6 statushouders een verlening van de inburgeringstermijn gekregen. 1. aantal 6 4 Toegekende leningen Statushouders kunnen via DUO maximaal 1.,- lenen om taalcursussen aantal 8 6 4 2 en examen te betalen. Wanneer op tijd een diploma gehaald wordt, dus binnen de inburgeringstermijn, dan hoeft deze lening niet terugbetaald te 2 213 214 215 216 217 218 worden. In de U16-gemeenten zijn ruim 4.3 leningen verstrekt sinds 213. 213 214 215 216 217 218 jaarcohorten jaarcohorten Inburgeringstermijn verloopt binnen 6 maanden Inburgeringstermijn verloopt over 6 tot 12 maanden Totaal U16 Verstrijken inburgeringstermijn Elke statushouder krijgt drie jaar de tijd om aan de inburgeringsplicht te Totaal U16 16 voldoen. Soms wordt deze verlengd, bijvoorbeeld omdat de statushouder andere lessen eerst volgt of langdurig ziek is. In de grafieken staat het 8 14 12 aantal personen voor wie de (verlengde) inburgeringstermijn binnenkort verloopt. 7 6 1 5 aantal 8 6 In de U16-gemeenten zijn er zo'n 24 statushouders waarvan de inburgeringstermijn binnen 6 maanden verloopt. Het betreft in de meeste gevallen statushouders die in 215 inburgeringsplichtig zijn geworden. aantal 4 3 4 2 2 De inburgeringstermijn verloopt over 6 tot 12 maanden voor zo'n 1.116 1 213 214 215 216 217 218 statushouders in de U16-gemeenten. 213 214 215 216 217 218 jaarcohorten jaarcohorten *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal U16 afgerond op vijftallen. Stand 1-1-219. Bron: DUO 21 / 33

3 Huisvesting 22 / 33

Taakstelling en realisatie Statushouders worden na opvang in een AZC gehuisvest in een gemeente. Het is de taak van de gemeente om passende woonruimte aan te bieden. De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar het aantal statushouders dat gemeenten moeten huisvesten. Dit is de taakstelling. De taakstelling hangt af van het aantal inwoners in een gemeente. Grotere gemeenten moeten meer statushouders huisvesten. De Rijksoverheid maakt ieder half jaar de taakstelling per gemeente bekend. Ruim zevenduizend statushouders in U16 sinds 214 Voor de eerste helft van 218 moeten 13. statushouders gehuisvest worden in heel Nederland. Voor de tweede helft van 218 kwam het aantal op 11. statushouders. Voor de eerste helft van 219 is het totaal vastgesteld op 8.. De U16 heeft in de periode 214-218 een aantal van 7.76 statushouders gehuisvest. De taakstelling in deze periode voor de U16 was 7.6. Taakstelling en realisatie per U16-gemeente 214-218 214-218 219 218 217 216 215 214 2.8 2.6 2.4 2.2 2. 1.8 1.6 1.4 1.2 1. 8 6 4 Doelstelling: 2 Nieuwkomers in U16-AZC's starten daar hun integratie met assessments door de Doelstelling 3.1: regionale sociale diensten Passend huisvesten van statushouders Bunnik De Bilt De Ronde Venen Houten IJsselstein Lopik Montfoort Nieuwegein taakstelling Oudewater Stichtse Vecht realisatie Utrecht Utrechtse Heuvelrug Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Zeist Stand 1-1-219. Bron: COA 23 / 33

Taakstelling en realisatie per halfjaar 214-218 Totaal U16 95% van taakstelling 218 gerealiseerd In 218 was het de opgave van de U16-gemeenten om 1.243 statushouders te huisvesten. In dit jaar zijn 1.183 plaatsingen gerealiseerd. Het restant dat mee genomen wordt met de taakstelling van 219 is 36. Verloop in tussenstand huisvestigingsopgave per maand (t/m 1 februari 219) Totaal U16 1.2 1. De taakstelling voor de eerste helft van 219 is voor Nederland vastgesteld op 8. plaatsingen. De U16-gemeenten nemen hiervan 436 voor hun rekening. Met de achterstand van 218 erbij komt dit uit op 472. Op 1 februari 219 staat de tussenstand voor de U16-gemeenten op 418 statushouders die gehuisvest moeten worden in het eerste halfjaar van 219. 5 4 8 3 aantal 6 aantal 2 4 1 2 Meer weten? 14-1 14-2 15-1 15-2 16-1 16-2 17-1 17-2 18-1 18-2 19-1 halfjaar -1 taakstelling realisatie Stand 1-1-219. Bron: COA Rjksoverheid - Huisvesting asielzoekers met verblijfsvergunning 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 11 12 1 2 maanden Stand 1-2-219. Bron: COA 24 / 33

Bijlage: tabellen 25 / 33

Asielaanvragen Nederland (1975-218, eerste aanvragen) Asielaanvragen Nederland naar herkomstland (216-218, eerste aanvragen) Taakstelling Nederland per halfjaar (21-219) Jaar Aantal Jaar Aantal 216 217 218 1e halfjaar 2e halfjaar Totaal 1975 39 2 43.56 Syrië 2.865 2.97 2.96 21 4.9 5.4 1.3 1976 47 21 32.58 Iran 885 72 1.87 211 4.7 5.2 9.9 1977 58 22 18.665 Eritrea 1.86 1.59 1.41 212 3. 1.5 4.5 1978 77 23 13.4 Turkije 235 48 1.3 213 4.4 6.5 1.9 1979 99 24 9.78 Algerije 98 89 1.265 214 6.5 9.25 15.75 198 1.33 25 12.345 Marokko 1.27 975 1.65 215 14. 14.9 28.9 1981 75 26 14.465 Moldavië 15 34 83 216 2. 23. 43. 1982 1.215 27 7.435 Irak 96 845 745 217 13. 1. 23. 1983 2.15 28 13.45 Nigeria 195 245 56 218 13. 11. 24. 1984 2.65 29 14.95 Albanië 1.665 365 55 219 8. 1985 5.645 21 13.335 Jemen 45 17 53 Bron: Rijksoverheid 1986 5.865 211 11.59 Overig 8.395 6.555 7.425 1987 13.46 212 9.715 1988 7.485 213 9.84 Bron: CBS, IND 1989 13.9 214 21.81 199 21.21 215 43.95 1991 21.615 216 18.17 1992 2.345 217 14.715 1993 35.4 218 2.355 1994 52.575 1995 29.26 Bron: CBS, IND 1996 22.855 1997 34.445 1998 45.215 1999 39.35 26 / 33

Aandeel vanuit de U16-AZC's gekoppelde statushouders (per maand, 218) U16 Overig NL Totaal Jan 155 189 344 Feb 11 18 29 Mrt 75 15 225 Apr 48 13 151 Mei 72 67 139 Jun 42 3 72 Jul 152 219 371 Aug 83 11 193 Sep 45 52 97 Okt 76 114 19 Nov 97 64 161 Dec 42 86 128 Totaal 988 1292 2.28 U16 Overig NL Totaal Jan 45% 55% 1% Feb 48% 52% 1% Mrt 33% 67% 1% Apr 32% 68% 1% Mei 52% 48% 1% Jun 58% 42% 1% Jul 41% 59% 1% Aug 43% 57% 1% Sep 46% 54% 1% Okt 4% 6% 1% Nov 6% 4% 1% Dec 33% 67% 1% Gem. 43% 57% 1% Bron: COA Aandeel van aan U16-gemeenten gekoppelde statushouders vanuit U16-AZC's (per maand, 218) U16 Overig NL Totaal Jan 153 7 223 Feb 96 54 15 Mrt 75 33 18 Apr 48 34 82 Mei 7 12 82 Jun 4 7 47 Jul 151 89 24 Aug 75 32 17 Sep 45 36 81 Okt 76 44 12 Nov 97 32 129 Dec 42 25 67 Totaal 968 468 1.436 U16 Overig NL Totaal Jan 69% 31% 1% Feb 64% 36% 1% Mrt 69% 31% 1% Apr 59% 41% 1% Mei 85% 15% 1% Jun 85% 15% 1% Jul 63% 37% 1% Aug 7% 3% 1% Sep 56% 44% 1% Okt 63% 37% 1% Nov 75% 25% 1% Dec 63% 37% 1% Gem. 67% 33% 1% Bron: COA Aandeel van aan U16-gemeenten gekoppelde statushouders vanuit U16-AZC's per gemeente (per maand, 218) U16 Overig NL Totaal Bunnik 85% 15% 1% De Bilt 52% 48% 1% De Ronde Venen 13% 87% 1% Houten 67% 33% 1% IJsselstein 52% 48% 1% Lopik 68% 32% 1% Montfoort 43% 57% 1% Nieuwegein 96% 4% 1% Oudewater 59% 41% 1% Stichtse Vecht 57% 43% 1% Utrecht 77% 23% 1% Utrechtse Heuvelrug 68% 32% 1% Vianen 14% 86% 1% Wijk bij Duurstede 64% 36% 1% Woerden 45% 55% 1% Zeist 66% 34% 1% Gem. 67% 33% 1% Bron: COA 27 / 33

Taalniveau inburgeringsexamen per gemeente Aantal statushouders nog inburgeringsplichtig Aantal statushouders voldaan aan inburgeringsplicht Totaal U16 A2 B1 B2 Vrijstellling 213 94 12 16 15 214 35 2 25 19 215 488 1 15 16 216 146 1 6 Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten. *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy. Stand 1-1-219. Bron: DUO Gemeente 213 214 215 216 217 218 Bunnik * 23 27 12 11 De Bilt * 14 86 55 17 De Ronde Venen * 6 18 4 38 25 Houten * 19 93 43 14 IJsselstein 1 34 34 22 Lopik * 8 7 16 6 Montfoort * 16 13 6 Nieuwegein * * 56 59 4 17 Oudewater * 6 9 13 * Stichtse Vecht 7 37 66 66 33 Utrecht * 25 227 437 365 319 Gemeente 213 214 215 216 217 218 Bunnik * 7 15 6 * De Bilt 7 15 7 8 * De Ronde Venen 11 1 19 6 * Houten 6 22 2 2 * IJsselstein * 8 19 * * Lopik * 8 Montfoort 8 1 * Nieuwegein 12 29 57 * Oudewater * * * Stichtse Vecht 11 28 27 9 * Utrecht 6 16 258 61 * * Utrechtse Heuvelrug * * 23 57 6 53 Utrechtse Heuvelrug * 2 18 1 * Vianen * 13 12 11 7 Vianen * * * Wijk bij Duurstede * * 27 16 8 Wijk bij Duurstede * 8 7 * Woerden * 8 23 81 55 24 Zeist 6 2 86 47 41 Totaal 11 77 489 1.121 884 61* Woerden * 15 16 7 * Zeist 12 28 4 13 Totaal 137 369 529 153 9 * Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten. *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal afgerond op vijftallen. Stand 1-1-219. Bron: DUO Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten. *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy. Stand 1-1-219. Bron: DUO 28 / 33

Gemiddelde inburgeringstijd Gemeente 213 214 215 Bunnik 34 31 28 De Bilt 28 38 28 De Ronde Venen 31 29 27 Houten 32 35 3 IJsselstein 28 26 28 Lopik - 27 28 Montfoort - 34 29 Nieuwegein 35 32 3 Oudewater - 32 - Stichtse Vecht 26 34 33 Utrecht 36 33 31 Utrechtse Heuvelrug 4 33 3 Vianen 26 34 26 Wijk bij Duurstede 36 4 23 Woerden 32 38 32 Zeist 31 33 28 Totaal 33 33 3 Verlenging wegens omstandigheden Gemeente 213 214 215 216 217 Bunnik * 6 22 11 De Bilt 1 14 21 61 6 De Ronde Venen 9 17 4 34 * Houten 1 33 4 9 6 IJsselstein * * 3 34 * Lopik * * 18 * * Montfoort 7 13 15 Nieuwegein 18 29 12 32 * Oudewater 7 11 7 Stichtse Vecht 11 36 72 51 * Utrecht 69 187 488 319 16 Utrechtse Heuvelrug * 23 45 54 * Vianen * 12 22 9 * Wijk bij Duurstede * 14 14 24 * Woerden 1 26 42 66 7 Zeist 14 34 6 68 * Totaal 17 452 1.58 88* 52 Toegekende leningen per gemeente (stand september 218, jaarcohorten) Bunnik * 7 23 17 12 12 De Bilt 1 17 24 92 53 13 De Ronde Venen 13 2 39 47 39 15 Houten 11 33 4 112 43 12 IJsselstein 6 9 3 38 35 19 Lopik * * 18 7 15 * Montfoort 8 14 18 12 6 Nieuwegein 19 4 126 59 37 13 Oudewater 7 11 11 13 * Stichtse Vecht 15 41 72 75 61 28 Utrecht 74 23 498 486 342 26 Utrechtse Heuvelrug * 31 43 67 6 28 Vianen * 11 24 13 11 6 Wijk bij Duurstede 213 214 215 216 217 218 * 14 14 29 16 6 Woerden 1 29 43 88 52 2 Zeist 14 39 67 98 44 35 Totaal 189 515* 1.86 1.257 845 427 Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten. Stand 1-1-219. Bron: DUO Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten. *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal afgerond op vijftallen. Stand 1-1-219. Bron: DUO Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten. *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal U16 afgerond op vijftallen. Stand 1-1-219. Bron: DUO 29 / 33

Inburgeringstermijn verloopt binnen 6 maanden Gemeente 213 214 215 216 217 Bunnik * * De Bilt * 1 De Ronde Venen * 6 Houten 7 6 IJsselstein * * Lopik * * Montfoort * * Nieuwegein * * 1 Oudewater * * * Stichtse Vecht 12 * Utrecht * 8 87 31 Inburgeringstermijn verloopt over 6 tot 12 maanden Gemeente 213 214 215 216 217 Bunnik 6 7 * De Bilt * * 6 7 De Ronde Venen * 9 26 * Houten * 6 67 * IJsselstein * 23 * Lopik * * * * Montfoort * 1 * Nieuwegein * 31 41 * Oudewater * * 6 * Stichtse Vecht * 21 45 * Utrecht 8 94 331 23 Utrechtse Heuvelrug * * * Utrechtse Heuvelrug * 1 35 * Vianen * * * Wijk bij Duurstede * Woerden * * * Zeist * 8 Totaal U16 * 13 149 78 Vianen * * * Wijk bij Duurstede * 15 * Woerden * * 6 56 9 Zeist * 12 66 * Totaal * 35 217 797 67 Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten. *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy. Stand 1-1-219. Bron: DUO Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten. *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy. Stand 1-1-219. Bron: DUO 3 / 33

Taakstelling per gemeente 214-218 (per halfjaar) Gemeente Bunnik 6 8 13 13 18 2 12 9 12 1 De Bilt 16 23 35 37 5 58 32 25 33 28 De Ronde Venen 17 23 35 38 51 58 33 25 33 28 Houten 19 27 4 43 58 66 37 29 37 6 IJsselstein 13 19 29 3 4 47 26 2 26 32 Lopik 6 8 12 13 17 2 11 9 11 19 Montfoort 6 8 12 12 17 19 11 8 11 9 Nieuwegein 23 33 51 54 72 83 47 36 47 9 Oudewater 4 6 9 9 12 14 8 6 8 4 Stichtse Vecht 24 35 53 56 76 87 49 38 49 3 Utrecht 122 177 272 287 393 452 256 196 258 217 Utrechtse Heuvelrug 14-1 14-2 15-1 15-2 18 26 4 42 57 66 37 29 37 32 Vianen 8 11 17 18 24 27 15 12 15 13 Wijk bij Duurstede 9 13 19 21 28 32 18 14 18 15 Woerden 19 28 42 45 6 69 39 3 39 33 Zeist 24 34 51 54 73 84 47 36 48 4 Totaal 334 479 73 772 1.46 1.22 678 522 682 561 16-1 16-2 17-1 17-2 18-1 18-2 Realisatie per gemeente 214-218 (per halfjaar) Gemeente Bunnik 2 7 6 22 11 7 11 19 12 17 De Bilt 19 18 19 16 27 81 64 58 22 19 De Ronde Venen 19 24 38 35 4 56 33 31 34 31 Houten 21 11 57 37 53 98 11 19 5 5 IJsselstein 18 9 27 33 29 18 22 48 22 3 Lopik 7 7 14 21 8 11 2 24 1 9 Montfoort 1 6 15 9 17 2 8 11 1 Nieuwegein 12 49 38 48 15 63 5 133 9 1 Oudewater 3 6 13 4 13 11 1 19 3 7 Stichtse Vecht 13 35 3 63 91 46 71 68 53 51 Utrecht 43 9 253 494 288 354 291 298 322 25 Utrechtse Heuvelrug 14-1 14-2 15-1 15-2 15 35 23 43 43 39 54 58 46 28 Vianen 7 16 11 32 19 24 6 16 18 7 Wijk bij Duurstede 7 18 17 19 22 19 32 18 13 15 Woerden 11 24 65 44 23 12 69 47 26 2 Zeist 18 33 57 65 34 16 75 33 41 36 Totaal 215 392 674 991 815 1.52 857 897 647 536 16-1 16-2 17-1 17-2 18-1 18-2 Bron: COA Bron: COA 31 / 33

Tussenstand huisvestigingsopgave per maand (t/m 1 februari 219) Gemeente Bunnik 1 21 18 17 15 15 1 13 8 8 8 3 3 1 De Bilt -17 12 6 3 3-2 -6 18 18 11 8 7 3 22 De Ronde Venen 6 28 25 21 13 1 5 32 24 23 15 4 2 2 Houten -69-34 -35-36 -36-37 -37-6 -6-6 -1-1 -1 13 IJsselstein 22 47 4 36 35 3 26 43 43 35 26 26 18 28 Lopik 4 1 1 1 1 5 5 1 1 5 5 5 5 11 Montfoort 2 13 13 9 7 7 2 11 11 11 3 2 1 9 Nieuwegein -61-16 -16-22 -22-25 -23 15 15 14 15 16 16 44 Oudewater 8 8 8 6 6 5 1 1 1 5 5 5 9 Stichtse Vecht 11 51 43 38 23 11 8 26 19 17 6-2 -2 28 Utrecht 79 278 25 156 129 92 23 181 152 139 75 36-1 132 Utrechtse Heuvelrug 1- jan 1- feb 1- mrt 1- apr 1- mei 1- jun 16 48 43 22 14 12 7 35 35 34 32 18 11 32 Vianen 8 21 19 18 15 7 6 19 17 17 13 13 12 27 Wijk bij Duurstede 6 24 17 17 12 12 11 26 21 17 17 14 11 22 Woerden -58-23 -26-33 -39-42 -45-17 -22-26 -32-32 -32-12 Zeist -8 3 26 28 21 13-1 35 35 29 19 6 3 23 Totaal -49 518 396 292 26 114-4 451 39 338 25 111 36 418 1- jul 1- aug 1- sep 1- okt 1- nov 1- dec 1- jan 1-feb Bron: COA 32 / 33

33 / 33