RESOLUTIE: EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. De hervorming van de Wereldhandelsorganisatie. Zaterdag 15 mei 2010 Sevilla (Spanje)

Vergelijkbare documenten
Commissie economische, financiële en handelszaken VOORLOPIGE VERSIE

ONTWERPRESOLUTIE EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. Commissie sociale zaken, menselijke betrekkingen, milieu, onderwijs en cultuur

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. Vooruitzichten voor de handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika

DE EUROPESE UNIE EN DE

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

PARLEMENTAIRE VERGADERING EUROPA-LATIJNS-AMERIKA. Commissie sociale zaken, menselijke uitwisseling, milieu, onderwijs en cultuur

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0455/31. Amendement

DE EUROPESE UNIE EN DE

OPRICHTINGSAKTE VAN DE EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING 1 INLEIDING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. Het energiebeleid van de Europese Unie en Latijns-Amerika

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 120 van het Reglement

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. Commissie sociale zaken, menselijk verkeer, milieu, onderwijs en cultuur

VERKLARING VAN EUSKADI

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2036(INI)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

DE EUROPESE UNIE EN DE

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

Zittingsdocument B8-0000/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. Commissie economische, financiële en handelszaken VOORLOPIG

P7_TA-PROV(2013)0325 Opening van onderhandelingen over een plurilaterale dienstenovereenkomst

Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 12 maart 2009 betreffende het strategisch partnerschap EU-Mexico (2008/2289(INI))

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Handvest van de grondrechten van de EU

12950/17 van/asd/dp 1 DG B 2B

Een nieuwe start voor sociale dialoog

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING

ONTWERPVERSLAG. Commissie politiek, veiligheid en mensenrechten EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. 13 maart 2008 VOORLOPIGE VERSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14890/09 gar/gar/sd 1 DG I

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0163/1. Amendement. Tiziana Beghin, Rosa D Amato namens de EFDD-Fractie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

A8-0283/3. Barbara Spinelli, Jiří Maštálka, Merja Kyllönen, Marie-Christine Vergiat namens de GUE/NGL-Fractie

Financiering van politieke partijen in de Europese Unie en Latijns-Amerika

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2104(INI)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0411/1. Amendement. Peter Jahr namens de PPE-Fractie

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B8-0000/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van de internationale EU- LAC-Stichting

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0815(NLE)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

A8-0312/5. Daniel Caspary Onderhandelingsmandaat voor de handelsbesprekingen met Nieuw-Zeeland 2017/2193(INI)

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0166/5. Amendement

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0214/1. Amendement. Ulrike Lunacek namens de Verts/ALE-Fractie

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Venezuela (2018/2559(RSP))

Betreft : Europese Raad van 29/30 november 1976 te Den Haag

A D V I E S Nr Zitting van maandag 5 oktober

AANGENOMEN TEKSTEN. Opening van onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten met Australië en Nieuw-Zeeland

DOC herzien NL-7978

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 23 april 2003 (24.04) (OR. fr) CONV 691/03. NOTA het praesidium de Conventie

7461/18 pro/asd/fb 1 DG G 1B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 januari 2009 (09.01) (OR. fr) 17438/1/08 REV 1 ATO 133

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 december 2017 (OR. en)

Commissie buitenlandse zaken ONTWERPVERSLAG. over de strategie van de EU voor de betrekkingen met Latijns-Amerika (2009/2213(INI))

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2254(INL) van de Commissie constitutionele zaken

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

AANGENOMEN TEKSTEN. Meerjarig financieel kader en eigen middelen

PROCEDURES VOOR DE ORGANISATORISCHE WERKING VAN DE GEMEENSCHAP VAN LATIJNS-AMERIKAANSE EN CARIBISCHE STATEN

CONV 252/02 smu/ier/jg 1

Regio s. In een dergelijk geval dienen zij dit met een motivering te omkleden.

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Advies nr. 6/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325 VWEU)

*** ONTWERPAANBEVELING

Europese en internationale instellingen en organisaties

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2003 Nr. 67

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

PRIORITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE 60e ZITTING VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGDE NATIES

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

*** ONTWERPAANBEVELING

Transcriptie:

EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING RESOLUTIE: De hervorming van de Wereldhandelsorganisatie op basis van het verslag van de Commissie economische en financiële zaken en handel Corapporteur EP: Bernadette Vergnaud (S&D) Corapporteur LAC: Fausto Lupera (Parlandino) Zaterdag 15 mei 2010 Sevilla (Spanje) AT\823730.doc AP100.556v01-00

EUROLAT Resolutie van 15 mei 2010 Sevilla (Spanje) [op basis van het verslag van de Commissie economische en financiële zaken en handel] De hervorming van de Wereldhandelsorganisatie De Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, gezien haar verklaring van 9 november 2006, onder verwijzing naar haar resoluties van 19 december 2007 over uitdagingen en kansen van de globalisering voor de economische en handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika, van 1 mei 2008 over de uitdagingen en kansen van de Ronde van Doha, en van 8 april 2009 over handel en klimaatverandering, gezien de verklaringen die zijn afgelegd tijdens de vijf topconferenties van staatshoofden en regeringsleiders van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en van de Europese Unie, die achtereenvolgens werden gehouden in Rio de Janeiro (28 en 29 juni 1999), Madrid (17 en 18 mei 2002), Guadalajara (28 en 29 mei 2004), Wenen (11 t/m 13 mei 2006) en Lima (16 en 17 mei 2008), gelet op de overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), gezien de verklaringen van de ministersconferentie van de WTO aangenomen in Doha op 14 november 2001 en in Hongkong op 18 december 2005, gezien het rapport van januari 2005 van de adviesraad onder leiding van Peter Sutherland over de toekomst van de WTO, gelet op paragraaf 56 van de verklaring van Hongkong inzake de stappen die nodig zijn om te zorgen voor volle betrokkenheid en medewerking van belangrijke VNagentschappen, waaronder de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), bij de WTOprocessen en de lopende onderhandelingen, gezien de samenvatting van de voorzitter van de zevende ministeriële conferentie in Genève (30 november t/m 2 december 2009), gezien het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie dat het Europees Parlement nieuwe bevoegdheden en het initiatiefrecht verleent inzake de internationale handel, en bovendien duidelijk maakt dat de macht van de nationale parlementen naar het Europees Parlement verschuift, gezien het verslag van de Commissie economische en financiële zaken en handel, A. overwegende dat de WTO een centrale rol vervult onder de multilaterale organisaties die bijdragen tot het mondiale economische bestuur, B. overwegende dat de economisch minder ontwikkelde landen het meeste te verliezen zouden hebben indien de Ronde van Doha op zijn beloop wordt gelaten, C. overwegende dat het, zonder af te doen aan het grote belang van de afsluiting van de Ronde, zinvol is om na te denken over de periode na Doha, AT\823730.doc 1/5 AP100.556v01-00

D. overwegende dat er al in 2004 door de adviesraad onder leiding van Peter Sutherland een belangrijke gedachtewisseling is gehouden over de toekomst van de WTO en de institutionele uitdagingen waar deze organisatie voor staat; dat er, niettemin, geen enkel concreet gevolg is gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport dat in januari 2005 door genoemde adviesraad aan de directeur-generaal van de WTO is overhandigd, E. overwegende dat het tijd is dit debat weer in gang te zetten en een diepgaande herziening van het functioneren van de WTO op een aantal aspecten door te voeren teneinde haar doelmatigheid en legitimiteit te vergroten, F. overwegende dat sommige ontwikkelingslanden niet eens een vertegenwoordiging in Genève hebben en dat andere zo beperkt vertegenwoordigd zijn dat zij niet altijd in staat zijn om de besprekingen en onderhandelingen te volgen, waardoor zij geen invloed kunnen hebben op de vast te stellen maatregelen, G. overwegende dat het institutionele debat binnen de WTO over de hervorming van de organisatie niet onverenigbaar is met de voortzetting en afsluiting van de Ronde van Doha, H. overwegende dat het de grootste uitdaging voor de multilaterale handelsagenda van de eenentwintigste eeuw is om antwoorden te vinden voor de huidige financiële, sociale en klimaatcrises, en een reguleringsstelsel te creëren om te verhinderen dat het evenwicht verloren gaat en te garanderen dat er in alle landen sociale en milieunormen worden toegepast, en dat alle burgers toegang krijgen tot gezonde voeding, onderwijs en justitie, terwijl tegelijkertijd de ongerechtvaardigde tarifaire en non-tarifaire belemmeringen geleidelijk worden afgeschaft, I. overwegende dat de bestaande verschillen tussen de ontwikkelde landen en nietontwikkelde lidstaten van de WTO moeten worden aangepakt om het principe van eerlijke handel te kunnen doorvoeren, 1. hecht groot belang aan het behoud van het acquis van een multilateraal handelsstelsel met als doel het opstellen van regels voor de handel waardoor de ongerechtvaardigde tarifaire en non-tarifaire belemmeringen geleidelijk kunnen worden afgeschaft, het voorkomen van financiële crises, het verbeteren van de voedselvoorziening, het uitbannen van armoede en het bereiken van de millenniumdoelstellingen, alsmede het voorkomen van de klimaatverandering; 2. pleit voor het aanknopen van billijker en rechtvaardiger handelsbetrekkingen, ten dienste van de volkeren en van de landen, die ontwikkeling en samenwerkingsverbanden ondersteunen, die gestoeld zijn op de gelijkwaardigheid van de landen en op allianties en overeenkomsten met landen van alle continenten, teneinde diepgewortelde maatschappelijke onrechtvaardigheid en ongelijkheid, honger, ziekte en armoede te bestrijden; 3. oordeelt dat de WTO de aangewezen instelling is om toe te zien op de veiligheid, transparantie en stabiliteit binnen de internationale handel en een stabiliserende factor kan zijn op momenten van economische onrust, en dat zij kan bijdragen tot de economische groei; is van mening dat de WTO meer aandacht moet besteden aan de relaties tussen de handel en de nieuwe mondiale uitdagingen zoals de veiligheid van de voedselvoorziening, de klimaatverandering en fatsoenlijk werk; AP100.556v01-00 2/5 AT\823730.doc

4. spoort de internationale gemeenschap aan de tijdens de Ronde van Doha, in 2001, begonnen inspanningen voort te zetten en onderstreept dat zij zich nadrukkelijk zal blijven inzetten voor het welslagen van de Ronde van Doha, die als doel heeft een eerlijker wereldhandel te bevorderen, in het belang van de ontwikkeling; 5. wijst erop dat de economische crisis een enorme kans kan bieden om de internationale handelsbesprekingen weer nieuw leven in te blazen en vooruitgang te boeken met de institutionele hervormingen van de WTO, die de duurzaamheid van de groei zouden moeten versterken, met name door sociale en milieunormen vast te leggen voor WTOleden en WTO-compatibele maatregelen te nemen tegen sociale en milieudumping; 6. is van mening dat een sterke WTO, met een op regels gebaseerd internationaal handelsstelsel, ontwikkelingslanden kansen biedt om de armoede uit te roeien; betreurt het dat ontwikkelingslanden bij onderhandelingen in het nadeel zijn wegens een gebrek aan middelen, waardoor nu mechanismen moeten worden ontwikkeld om dat gebrek te compenseren; 7. oordeelt dat het nu meer dan ooit noodzakelijk is het debat over het besluitvormingsproces, de bevoegdheden, het functioneren, de openheid, de transparantie en de toekomst van de WTO te hervatten met het oog op hervorming en versterking van de organisatie om er een echt ontwikkelingsinstrument van te maken voor de hele wereld, en tevens het debat te starten over uitbreiding van het mandaat van de WTO; 8. beveelt de Europese Commissie en alle landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied aan in Genève zo spoedig mogelijk een duidelijk initiatief te presenteren om het eens te worden over de doelstellingen en het debat weer op gang te krijgen; 9. oordeelt dat de institutionele structuur van de WTO verder verbeterd zou kunnen worden door een beter onderscheid te maken tussen de onderhandelingen over nieuwe regels en verbintenissen en de activiteiten in verband met de toepassing van bestaande overeenkomsten; 10. oordeelt dat het realistisch noch wenselijk is het beginsel van consensus in het besluitvormingsproces van de WTO ter discussie te stellen omdat dit beginsel de gelijkheid van alle leden waarborgt; is evenwel van mening dat er diverse mogelijkheden bestudeerd zouden kunnen worden om op bepaalde belangrijke momenten constructieve resultaten te bereiken; 11. wijst erop dat een gelijke en daadwerkelijke deelname van alle leden, in het bijzonder van de minst ontwikkelde landen, de nodige aandacht moet krijgen bij de hervorming van het multilaterale handelsstelsel, zodat dit een echt ontwikkelingsinstrument voor allen wordt; 12. is van oordeel dat het van fundamenteel belang is toe te werken naar actieve deelname van ontwikkelingslanden aan dit proces en te voorzien in technische bijstand en technologische ontwikkeling door de ontwikkelde landen, zodat zij zich volledig vertegenwoordigd voelen in het onderhandelingsproces en in staat zijn hun handelsbelangen kenbaar te maken en te behartigen, bijvoorbeeld door een systeem van vertegenwoordiging op basis van coalities in te voeren; 13. verzoekt de deelnemers aan het debat zich af te vragen wat de beperkingen zijn van de AT\823730.doc 3/5 AP100.556v01-00

aanpak waarbij handelsbesprekingen in langdurige rondes plaatsvinden en waarbij alle 153 WTO-leden betrokken zijn bij de bespreking van een breed scala van onderwerpen op grond van een single undertaking ; erkent de historische verdiensten van deze aanpak bij de opzet en ontwikkeling van het multilateraal handelssysteem en het mogelijk maken van wederzijds voordelige verbintenissen, maar is van mening dat in de toekomst gebruik zou kunnen worden gemaakt van andere methoden die flexibeler en doeltreffender zijn; 14. roept op de rol en de omvang van de ministeriële conferenties opnieuw te bepalen, om het tot stand komen van kleine, maar belangrijke stappen in de juiste richting mogelijk te maken en te vermijden dat de processen vastlopen doordat het hoofddoel niet kan worden bereikt, maar ook om de comités van de WTO die de werkzaamheden van de ministeriële conferenties voorbereiden, een belangrijkere en grotere rol te geven; 15. stelt voor het secretariaat van de WTO een zekere mate van bewegingsvrijheid te geven, zodat het initiatieven van institutionele aard kan aannemen, compromissen kan voorstellen in geval van een impasse en zelfs de werkzaamheden van bepaalde organen kan voorzitten met het oog op continuïteit en onpartijdigheid; 16. acht het nodig de financiële en menselijke middelen en bronnen van het secretariaat van de WTO te vergroten; vindt het belangrijk dat het secretariaat een evenredige vertegenwoordiging van functionarissen uit ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden heeft en dat er een geschikte vorm wordt gevonden voor een passende vertegenwoordiging van opkomende economieën in het secretariaat; 17. is van mening dat transparantie bij het opstellen en uitvoeren van het handelsbeleid een legitieme eis is van de maatschappij, de burgers en de parlementariërs; is van mening dat het mogelijk is de vooruitgang die de WTO sinds haar oprichting in 1995 heeft geboekt op het gebied van externe transparantie, te verbeteren, met name op het vlak van geschillenbeslechting, het onderhandelen over nieuwe overeenkomsten en de ministeriële vergaderingen; benadrukt desondanks dat verdere maatregelen voor meer transparantie nodig zijn; 18. herinnert eraan dat parlementsleden, als verkozen vertegenwoordigers van de burgers, een belangrijke rol te spelen hebben in de handelsbesprekingen en met name bij het definiëren van het mandaat voor de onderhandelingen van de WTO; beklemtoont de noodzaak een parlementaire vergadering van de WTO met adviserende bevoegdheden in het leven te roepen, waarbij dient te worden onderzocht wat de voordelen zijn van een nationale en regionale vertegenwoordiging; 19. benadrukt het belang van het werk dat wordt verricht door de Parlementaire Conferenties over de WTO, die het Europees Parlement en de Interparlementaire Unie samen organiseren: de Parlementaire Conferenties 1) evalueren de activiteiten van de WTO en bevorderen de doeltreffendheid en rechtvaardigheid ervan; 2) bevorderen de transparantie van de WTO-procedures en verbeteren de dialoog tussen regeringen, parlementen en het maatschappelijk middenveld, en 3) vergroten de competenties van parlementen op het gebied van internationale handel en oefenen invloed uit op de discussie binnen de WTO; verzoekt de WTO-leden hun parlementsleden voldoende steun te bieden om bij te dragen tot de ontwikkeling van het parlementaire aspect van de WTO, wat de organisatie een democratische legitimiteit zal verlenen; vraagt om een actieve rol voor de leden van het Amerikaanse Congres in deze structuur; AP100.556v01-00 4/5 AT\823730.doc

20. gelooft in de noodzaak van een grotere coherentie tussen het beleid, de initiatieven en de besluiten van de WTO en die van andere internationale organisaties zoals het UNDP, de FAO, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank, de Internationale Arbeidsorganisatie, de UNCTAD en andere agentschappen van de Verenigde Naties, alsmede met de multilaterale overeenkomsten inzake milieubescherming, in het belang van een eerlijke handel; 21. verzoekt de WTO de opname van bindende sociale en milieunormen in de vrijhandelsovereenkomsten te bevorderen; is van mening dat een ambitieus hoofdstuk inzake duurzame ontwikkeling een essentieel onderdeel dient te vormen van iedere overeenkomst, en herinnert eraan dat het daadwerkelijk omzetten van deze normen het hoofddoel is; verzoekt de WTO de hoofdprincipes van de OESO inzake de sociale verantwoordelijkheid van de bedrijven te bevorderen en te steunen; 22. is van mening dat de overeenkomsten over intellectuele eigendom dringend moeten worden herzien, zodat minder ontwikkelde landen gemakkelijker toegang hebben tot geneesmiddelen voor de bestrijding van epidemieën, zoals hiv, tuberculose, malaria en andere, dat we het voorstel van de ontwikkelingslanden om patenten op leven te verbieden en de biodiversiteit te beschermen moeten ondersteunen, en dat we het voorzorgsbeginsel in acht moeten nemen, meer bepaald wat betreft de verspreiding van genetisch gemodificeerde organismen; 23. beveelt aan: - binnen de WTO, uitgaande van het model van het comité voor handel en milieu, een comité voor fatsoenlijke handel en werk in het leven te roepen om de wisselwerking te versterken tussen de handelsregels en het bevorderen van werkgelegenheid en sociale grondrechten, - de ILO het statuut van waarnemer bij de WTO toe te kennen, - te erkennen dat de besluiten van de ILO domineren, en ervoor te zorgen dat de fundamentele normen uitgevaardigd door de ILO daadwerkelijk worden toegepast; 24. is van mening dat de geschillenbeslechtingsprocedure van de WTO in het algemeen naar behoren heeft gewerkt maar in de regel vraagt om bepaalde aanpassingen, zoals ten aanzien van de duur van de procedures die hoge kosten met zich meebrengen en van de feitelijke uitvoering van het besluit; 25. is er voorstander van dat, in het kader van de geschillenbeslechtingsprocedure, de inhoudelijke bijeenkomsten met de partijen ( substantive meetings with the parties ) van de speciale groepen en de beroepsinstantie in de toekomst plaatsvinden in het openbaar, zoals gebruikelijk is voor rechtszittingen, en dat de betrokken documenten door het publiek geraadpleegd kunnen worden, behalve in uitzonderlijke en naar behoren gerechtvaardigde gevallen; * * * 26. verzoekt haar covoorzitters deze resolutie te doen toekomen aan het presidium van de zesde Top Europese Unie - Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, de Raad van de AT\823730.doc 5/5 AP100.556v01-00

Europese Unie en de Europese Commissie, de parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en alle landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, het Latijns- Amerikaanse Parlement, het Centraal-Amerikaanse Parlement, het Andes-parlement en het parlement van Mercosur. AP100.556v01-00 6/5 AT\823730.doc