Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie

Transcriptie

1 Europees Parlement Zittingsdocument B8-0587/ ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement over de follow-up van en de stand van zaken met betrekking tot Agenda 2030 en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (2016/2696(RSP)) Ignazio Corrao, Eleonora Evi, Rolandas Paksas, Fabio Massimo Castaldo, Beatrix von Storch namens de EFDD-Fractie RE\ doc PE v01-00 In verscheidenheid verenigd

2 B8-0587/2016 Resolutie van het Europees Parlement over de follow-up van en de stand van zaken met betrekking tot Agenda 2030 en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (2016/2696(RSP)) Het Europees Parlement, gezien zijn resolutie van 25 november 2014 over de EU en het mondiaal ontwikkelingskader voor de periode na , gezien zijn resolutie van 19 mei 2015 over financiële middelen voor ontwikkeling 2, gezien zijn eerdere resoluties over de Doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling en Agenda 2030, gezien de millenniumverklaring van de Verenigde Naties van 8 september 2000, gezien het verslag van de Verenigde Naties van 2014 over de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, gezien resolutie 70/1 van de Algemene Vergadering van de VN van 25 september 2015 getiteld "Onze wereld transformeren: Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling", gezien de documenten die zijn gepresenteerd naar aanleiding van de Eerste en Tweede Internationale Conferentie inzake financiële middelen voor ontwikkeling, met name de Consensus van Monterrey van 2002 en de Verklaring van Doha van 2008, gezien resoluties 68/204 en 68/279 van de Algemene Vergadering van de VN over de Derde Internationale Conferentie over financiële middelen voor ontwikkeling, die van 13 tot 16 juli 2015 in Addis Abeba (Ethiopië) werd gehouden, gezien het door de covoorzitters van het voorbereidingsproces voor de Derde Internationale Conferentie over financiële middelen voor ontwikkeling gepresenteerde document "Elements" van 21 januari 2015, gezien het verslag van het VN-panel op hoog niveau van eminente personen van mei 2013 over de ontwikkelingsagenda voor de periode na 2015, gezien het syntheseverslag van de secretaris-generaal van de VN van december 2014 over de agenda voor de periode na 2015, getiteld "The Road to Dignity by 2030: Ending Poverty, Transforming All Lives and Protecting the Planet", gezien het verslag van 8 augustus 2014 van het intergouvernementele comité van deskundigen inzake financiering van duurzame ontwikkeling, gezien het verslag van juli 2014 van de open werkgroep duurzame 1 Aangenomen teksten, P8_TA(2014) Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0196. PE v /6 RE\ doc

3 ontwikkelingsdoelstellingen van de VN, gezien het document getiteld "UNCTAD World Investment Report Investing in the SDGs: An Action Plan" 1, gezien het document dat is voorgekomen uit de VN-conferentie over duurzame ontwikkeling (Rio+20) van juni 2012, getiteld "The Future We Want", gezien resolutie 68/304 van de Algemene Vergadering van de VN van september 2014 getiteld "Towards the establishment of a multilateral legal framework for sovereign debt restructurings", gezien de mededeling van de Commissie van 5 februari 2015 getiteld "Een mondiaal partnerschap voor de uitroeiing van armoede en duurzame ontwikkeling na 2015" (COM(2015)0044) 2, gezien de mededeling van de Commissie van 2 juni 2014 getiteld "Een waardig leven voor iedereen: van wensbeeld naar collectieve maatregelen" COM(2014)0335) 3, gezien de mededeling van de Commissie van 16 juli 2013 getiteld "Na 2015: naar een alomvattend en geïntegreerd financieringsmodel voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling" (COM(2013)0531) 4, gezien de mededeling van de Commissie van 27 februari 2013 getiteld "Een waardig leven voor iedereen: Armoede uitroeien en de wereld een duurzame toekomst geven" (COM(2013)0092) 5, gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 december 2013 over beleidscoherentie voor ontwikkeling, gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken van 16 december 2014 over een op verandering gerichte agenda voor de periode na 2015, gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 december 2013 over de financiering van armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling na 2015, gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 december 2014 over een grotere rol van de particuliere sector in de ontwikkelingssamenwerking, gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken van 25 juni 2013 over de overkoepelende agenda voor de periode na 2015, gezien Besluit 472/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 over het Europees Jaar voor ontwikkeling (2015) 6, PB L 136 van , blz. 1. RE\ doc 3/6 PE v01-00

4 gezien Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode , gezien artikel 7 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarin is vastgelegd dat de EU toeziet "op de samenhang tussen haar verschillende beleidsmaatregelen en optredens, rekening houdend met het geheel van haar doelstellingen", gezien artikel 208 VWEU waarin wordt bepaald dat het uitbannen van armoede de primaire doelstelling is van het ontwikkelingsbeleid van de EU, en het beginsel van samenhang in het ontwikkelingsbeleid; gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat in 2000 alle betrokken partijen bij elkaar zijn gekomen en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's) hebben vastgesteld, teneinde tegen 2015 daadwerkelijk vooruitgang te boeken op de gebieden ontwikkeling en armoede-uitroeiing; B. overwegende dat de MDG's geleid hebben tot een groter bewustzijn omtrent de uitbanning van armoede in de wereld als urgent probleem en als prioriteit voor wereldwijde maatregelen; overwegende dat de mate waarin de MDG's zijn verwezenlijkt varieert en dat de internationale gemeenschap over de hele linie genomen ver verwijderd is van het realiseren van de doelstellingen voor 2015; C. overwegende dat van 25 tot 27 september 2015 in New York de VN-top voor de vaststelling van de ontwikkelingsagenda voor de periode na 2015 is gehouden (in de vorm van een plenaire vergadering op hoog niveau van de Algemene Vergadering); D. overwegende dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 25 september 2015 het document "Onze wereld transformeren: Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling" van de VN-top voor de vaststelling van de ontwikkelingsagenda voor de periode na 2015 heeft goedgekeurd; E. overwegende dat, zoals in de hierboven bedoelde resolutie staat, deze Agenda een actieplan is voor mensen, de planeet en welvaart, die bovendien beoogt de universele vrede in meer vrijheid te versterken; F. overwegende dat Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling en 169 doelen omvat, die van grote ambitie getuigen, waarmee wordt voortgebouwd op de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en die beogen te verwezenlijken wat met de MDG's niet was gelukt; G. overwegende dat het uitroeien van armoede in al zijn vormen en dimensies, met inbegrip van extreme armoede, de grootste mondiale uitdaging is en een conditio sine qua non voor duurzame ontwikkeling; H. overwegende dat dit ambitieuze actieplan een looptijd heeft van 15 jaar, maar dat de doelstellingen ervan alleen echt kunnen worden verwezenlijkt door middel van een PE v /6 RE\ doc

5 dagelijks implementatieproces en periodieke follow-ups; I. overwegende dat het nu bijna één jaar geleden is dat Agenda 2030 werd vastgesteld en dat een eerste balans (follow-up) moet worden opgemaakt van de resultaten die gedurende het afgelopen jaar zijn behaald; 1. herhaalt dat de EU bereid is op het internationale toneel een leidende rol te vervullen bij het uitroeien van armoede in al zijn vormen en dimensies; 2. wijst erop dat de EU, haar instellingen en haar lidstaten - samen met alle andere nationale en internationale actoren - ten opzichte van de huidige en de toekomstige generaties een grote verantwoordelijkheid hebben voor het uitroeien van armoede; 3. onderschrijft de doelstellingen en doelen in de verklaring over Agenda 2030, en spoort de lidstaten en de instellingen van de EU aan concrete maatregelen te nemen voor het verwezenlijken van de doelstellingen van Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling; 4. wijst erop dat het van het allergrootste belang is dat het maatschappelijk middenveld actief participeert in het verwezenlijken van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling; 5. beklemtoont de universaliteit, ondeelbaarheid en onderlinge afhankelijkheid van alle mensenrechten van eenieder, zonder discriminatie op welke grond dan ook, te beginnen met het grondrecht van waardigheid voor alle menselijke wezens; 6. juicht het toe dat in Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling wordt aangegeven dat de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling geïntegreerd en ondeelbaar zijn, en dat de drie dimensies van duurzame ontwikkeling - te weten de economische, de sociale en de milieudimensie - er in evenwicht met elkaar zijn; 7. beklemtoont dat de doelstellingen en doelen ontwikkeld zijn om te bevorderen dat de komende 14 jaar maatregelen worden genomen op gebieden die van cruciaal belang zijn voor de mensheid en de planeet; 8. neemt nota van het ambitieuze karakter van hetgeen met de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling wordt nagestreefd, met name vanwege hun multidimensionele aard; steunt deze benaderingswijze; 9. vindt het van groot belang Agenda 2030 en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling aan periodieke follow-ups te onderwerpen, teneinde in kaart te brengen wat bij de bestrijding van armoede goed gaat en wat niet, en daar waar nodig corrigerende maatregelen te nemen; 10. neemt er nota van dat in een aantal opzichten Agenda 2030 zelf als een gemeenschappelijk kader voor resultaten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking kan fungeren; wijst er met name op dat 88 van de 169 doelen van Agenda dat wil zeggen ongeveer de helft - betrekking hebben op resultaten en in het bijzonder zouden kunnen worden gevolgd, teneinde informatie te verzamelen voor de periodieke follow-ups betreffende de verwezenlijking van de doelstellingen in kwestie; RE\ doc 5/6 PE v01-00

6 11. neemt er nota van dat 28 van de 88 doelen gericht zijn op mensen, 38 op de samenleving en 22 op het milieu, en wijst erop dat toezicht op de uitkomsten van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling relevante en besluitvormingsgerichte informatie zal opleveren; 12. vraagt de Commissie, alle andere relevante EU-instellingen en de lidstaten doeltreffend samen te werken bij het verzamelen en uitwisselen van gegevens, en de stand van zaken bij de verwezenlijking van Agenda 2030 en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling aan een periodieke beoordeling te onderwerpen; 13. vraagt de Commissie en alle andere relevante EU-instellingen met klem regelmatig verslag aan het Parlement uit te brengen over de stand van zaken bij de verwezenlijking van Agenda 2030 en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling; 14. vraagt de Commissie het Parlement een jaar na de vaststelling van Agenda 2030 een eerste follow-up te geven van de stand van zaken bij de verwezenlijking van Agenda 2030 en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling; 15. vraagt de ontwikkelingslanden periodieke doelstellingen vast te stellen en regelmatig te beoordelen hoe het staat met de verwezenlijking daarvan, teneinde een gedetailleerd overzicht te hebben en proactief te kunnen optreden bij het corrigeren van hun aanpak; 16. vraagt de EU-instellingen en de lidstaten met klem bij de bestrijding van armoede en de verwezenlijking van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling coherent en doeltreffend te opereren, en terdege rekening te houden met hetgeen gedurende dit eerste jaar van samenwerking in het kader van de nieuwe Agenda goed ging en wat niet; vraagt alle staat- en niet-staatactoren hun methoden en maatregelen op proactieve en alomvattende wijze, en rekening houdend met de uitkomsten van deze follow-up, aan te passen; 17. wijst erop dat de ambitieuze doelstellingen van Agenda 2030 niet verwezenlijkt zullen kunnen worden zonder de terbeschikkingstelling van voldoende financiële middelen; vraagt de EU en haar lidstaten met klem zich te houden aan hun toezegging om 0,7% van hun bruto nationaal product (bnp) aan officiële ontwikkelingshulp te besteden; 18. vraagt alle landen en betrokken partijen met elkaar samen te werken om Agenda 2030 ten uitvoer te leggen; 19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, en de voorzitter van de open werkgroep inzake doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. PE v /6 RE\ doc