Checklist presenteren

Vergelijkbare documenten
Tuesday, February 8, Opleiding Interactieve Media

Deel je kennis.

MONDELINGE PRESENTATIE

SPREKEN VOOR EEN GROEP

Programma. Verbale en non-verbale communicatie Pauze Interactiviteit

Beoordeling power-point groep 5

Basistraining Voorlichting geven Hand-out

Dit verhaal. Een Goede Lezing. Voorbereiding. Overzicht. Waar moet ik op letten als ik een lezing geef Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt?

Hoe geef je een overtuigende presentatie?

Communicatie NHB DEURNE

Workshop Online Video s Maken

Een Goede Lezing. Hans L. Bodlaender

Dit verhaal. Een Goede Lezing. Overzicht. Algemene voorbereiding

2 Inhoud van de presentatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring / 2016 groep 8

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Programma. Verbale en non-verbale communicatie Pauze Interactiviteit Voorbereiding activiteit methodiek 3

Het houden van een spreekbeurt

Gesprekskaarten pedagogisch handelen

Omgaan met afname zintuiglijke functies (horen, zien) tijdens de zorgverlening

1.Hoe bereid ik mij voor? 25/09/16. Vergadertechnieken Presentatietechnieken. Programma

Checklist Duidelijk Nederlands spreken

20 tips voor een goed debat!

TIPS VOOR HET COMMERCIËLE TELEFOONGESPREK

Communicatie. Opleiding Kanker Beauty Professional Wendy Druyts Psychologische dienst AZTurnhout

Spreekwijzer. Inhoudsopgave. 1 Inleiding. 2 Inhoud van de presentatie

Overzicht. 1 Inleiding Materiaal verzamelen en structureren. 3 De presentatie uitwerken

Presenteren. Oriëntatie

Reader Gespreksvoering

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

TIPS VOOR BELANGRIJKE GESPREKKEN ( BV OP HET WERK)

E-book Presenteren met

Schrijven van studiemateriaal

Gesprekswijzer Duurzame Inzetbaarheid

Hoe geef je een overtuigende presentatie?

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Hujo - Humanistische Jongeren VZW presenteert in samenwerking met dehuizenvandemens en demens.nu 20 TIPS HANDLEIDING

Schrijven van studiemateriaal

Hand-out Presentatietechnieken

Presentatietechnieken

Inzet van ICB voor Versterking van de Interactie tussen Cliënt en Omgeving

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

De presentatie: basisprincipes

PRESENTATIES GEVEN. Tips & criteria

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Handelingsadvies: Presenteren

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Presentatievaardigheden

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Wat goed dat je geïnteresseerd bent in de stage '' Leer ze 'n Lesje "voor jouw MaS bij Amnesty International!

E-book. Met 10 waardevolle tips om een presentatie te maken

2.9 Lesplan opzet workshop 8 Lesformulier

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!

SECTORWERKSTUK

Even kennismaken... Communicatie De essentie! Succesvol onderhandelen

om Kort en Krachtig te schrijven Ingrid Verbakel

Effectief Communiceren NPZ-NRZ

Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen

MONDELINGE TAALVAARDIGHEID BK 3 WAT ZEG JE? Wat ga je doen?

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

Vergader efficiënt! Maak van vergaderen een uitdaging en geen opgave

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

1. ONDERZOEK. Voorwaarden bij onderzoek:

Vergader efficiënt! Maak van vergaderen een uitdaging en geen opgave

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit stemgebruik taalvaardigheid

Tips bij het handhaven van de orde in de klas

Reader Voordracht Havo 5

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Verbindingsactietraining

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Maak betekenisvolle onderwerpen bespreekbaar Individuele docententraining DAG 3 PPOZO Marije Fris trainer & masterclassdocent St.

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

LEER LEREN. Met een aparte sectie voor ouders en docenten

Even kennismaken... Communicatie De essentie! 1. Succesvol onderhandelen

Praktische tips voor het voeren van een gesprek

U kunt zich voorstellen dat plotseling wakker worden in Frankrijk iets minder grote problemen veroorzaakt voor het

Lesprogramma voor activerende didactiek Vervolglessen

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven

Inleiding communicatie

Klantgericht telefoneren. 1. Help ik werk! Uw bedrijf het visitekaartje! Uw ervaring?

RECAP. Het sellogram. Verkoop & gesprekstechnieken. Communicatie. Communicatiemodellen 21/03/2016. MULTI MEDIA EXPERT SYNTRA WEST (Brugge & Roeselare)

Start met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen.

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST

Nog beter horen! JobRotary Wat zegt de werkzoekende nu echt. Nettie Aarts

5.1 Voorbereiding 5.2 Interactie met de zaal 5.3 Stemgebruik 5.4 Houding en gebaren 5.5 Geluidsapparatuur en microfoongebruik 5.6 Aandachtstrekkers

Transcriptie:

Checklist presenteren 1 VOORBEREIDING.... 1 1.1 DOEL.... 1 1.2 DOELGROEP.... 1 1.3 TIJD... 2 1.4 INHOUD.... 2 1.5 HULPMIDDELEN... 2 1.5.1 Spiekbriefje /kaartjes:... 2 1.5.2 Spreekschema.... 3 1.5.3 Beeldondersteuning.... 3 1.5.4 Borden.... 3 1.5.5 Overheadprojector/beamer.... 3 1.5.6 Accommodatie en ruimte.... 4 2 DE UITVOERING.... 4 2.1 DE AFTRAP.... 4 2.2 DE PRESENTATIE ZELF.... 4 2.2.1 Contact met het publiek.... 4 2.2.2 Spreken.... 5 2.2.3 Stemgebruik... 5 2.2.4 Lichamelijke expressie... 6 2.3 DE AFRONDING.... 6 2.4 OVER VRAGEN... 6 2.4.1 Vragen... 6 2.4.2 Reacties op vragen:... 7 2.4.3 Tegengeluid.... 7 2.4.4 Fouten.... 7 3 EVALUATIE... 7 1 Voorbereiding. 1.1 Doel. Welk doel wil je zelf bereiken met je presentatie (beschrijven in kennis, houding en gedrag )? Wat is het doel van de opdrachtgever? Hoe is de afstemming tussen beide doelen? 1.2 Doelgroep. Stem je presentatie af op de doelgroep. Schat vooraf in: Groepsgrootte (dat bepaalt bv de opstelling; zie verder). Voorkennis. Leeftijd. Belangstelling. Verwachtingen Opleidingsniveau / omgangstaal / jargon. 1/8

1.3 Tijd Tijdsduur presentatie en indeling o moet er een pauze worden ingebouwd? o Spreektempo = ongeveer 400 woorden per minuut Voorbereidingstijd spreker 1.4 Inhoud. Algemeen: Sluit aan bij het voorkennisniveau van de doelgroep. Leg de nadruk op wat nieuw is. Bedenk een goede structuur: o Opening (10%) Geef aan wat aan de orde komt in de presentatie (onderwerp en deelonderwerpen). Vermeld structuur (=volgorde van je onderwerpen) Laat de opening terugkomen in de afsluiting. Bedenk iets wat direct aandacht trekt. Bedenk een verrassende start: Een citaat. Een grap of anekdote. Actualiteit. Voorval uit het persoonlijke leven. Gebruik een passend voorwerp. o Kern (80%). Draag zorg voor een goede structuur. Ordeningsmogelijkheden zijn: Chronologisch. Thematisch. Methodisch: de gang van probleem naar invoering van de oplossing. Dialoog: vraag en antwoord opbouw. Adviesaanpak: via situatie-analyse, alternatieven bedenken, naar keuzes maken. Beoordeling: wat zijn de criteria, hoe meet je etc? o Afsluiting (10%). Altijd omvat de afsluiting een samenvatting. Daarnaast valt te denken aan: Trek conclusies. Geef adviezen. Oproep tot actie. Vraag om tegenargumenten. Keuze uit alternatieven Gebruik zinnen die moeten naklinken. Denk bij alle alinea s aan overgangszinnen en tussentijdse samenvattingen 1.5 Hulpmiddelen 1.5.1 Spiekbriefje /kaartjes: Bevat alleen trefwoorden. Grote letters. 2/8

Houd bij gebruik van een spiekbriefje altijd contact met het publiek; voorlezen is erg saai. Gebruik het niet als keurslijf maar als ondersteuning. Het beste bij een powerpoint is geen verdere ondersteuning. 1.5.2 Spreekschema. Een spreekschema is zowel handig voor jezelf als voor het publiek. Plaats het op een bord of neem het op in een powerpointpresentatie. Een spreekschema geeft structuur; daarom is het belangrijk deze structuur of in beeld te houden of op een andere manier zichtbaar te maken. Met een spreekschema wordt ook de voortgang van de presentatie aangegeven. Het publiek weet op elk moment wat het nog kan verwachten. In een presentatie kan de voortgang ook worden aangegeven met een groeibalkje: 1.5.3 Beeldondersteuning. Gebruik waar mogelijk ondersteunende beelden en teksten. Belangrijk bij beelden zijn ook kleding en gebaren. W.b. kleding: liever iets overdressed t.o.v. publiek. Gebaren: ondersteunen, maar overdrijf niet. Voorwerpen. Toon waar relevant en bruikbaar ondersteunende voorwerpen. 1.5.4 Borden. Schrijf (teken) iets op, voorafgaand aan de presentatie. Tijdens het presenteren schrijven vertraagt en houdt het risico van verlies aan oogcontact in. Schrijven tijdens een presentatie kan wel goed zijn als de presentatie in dialoog met het publiek wordt opgebouwd. Gebruik wel trefwoorden en schema s. Voorkom in alle gevallen dat je met de rug naar het publiek komt te staan. 1.5.5 Overheadprojector/beamer. Gebruik de 7*7 regels (maximaal 7 regels en 7 woorden per regel). Wissel tussen tekst en beeld. Gebruik een 24 punts letter of groter. Gebruik trefwoorden i.p.v. zinnen. Gebruik schreefloze letters (bv Arial). Denk ook aan lichte letters op een donkere ondergrond. Gebruik waar mogelijk opbouwtransparanten (overlays). Gebruik geen paginanummering i.v.m. eventueel overslaan of springen in de presentatie. Gebruik niet meer dan 3 verschillende lettertypes. Gebruik overal eenzelfde achtergrond/logo. Heb een back-up beschikbaar (memory stick). Maak geen kermis van overgangseffecten en animaties. Gebruik zoveel mogelijk functioneel beeld- en geluidmateriaal (foto s filmpjes muziek etc) 3/8

Gebruik grafieken en graphics (zijn functioneler dan woorden) Ben uiterst spaarzaam met geluiden. Benut laseraanwijzer en afstandsbediening. Ga niet achter de computer zitten. Denk aan handouts (wanneer deel je die uit) Benut zonodig hyperlinks. 1.5.6 Accommodatie en ruimte. Locatie en inventarisatie (technische) mogelijkheden Opstelling: Theateropstelling: frontaal, geen tafels. Klaslokaal: frontaal, maar met tafels. Restaurantopstelling: frontaal met meer interactiemogelijkheid tussen deelnemers; ook tafels om aan te werken. U-vorm: meer interactie tussen deelnemers mogelijk. Kring: gericht op interactie tussen inleider en deelnemers, ook onderling. 2 De uitvoering. 2.1 De aftrap. Start gesprek al met binnenkomers c.q. personen op de eerste rijen. Dat ontspant en brengt al contact met publiek. Zijn de eerste rijen leeg, vraag dan of men naar voren wil komen. Alternatief is je dichter naar de zaal te bewegen. Wacht tot het stil wordt. Maak oogcontact met het publiek en wacht. Is het stil, begin dan. 2.2 De presentatie zelf. 2.2.1 Contact met het publiek. Geef aan of je vragen tijdens de presentatie wilt of dat je ze opspaart tot het eind. Let op (non verbale) signalen, want deze geven aan of je nog voldoende verstaanbaar bent, de aandacht niet verslapt etc. Wordt een vraag gesteld, herhaal deze dan altijd. Je weet dan dat iedereen de vraag heeft verstaan en je kunt nagaan of je zelf de vraag hebt begrepen. Ga na of je een gestelde vraag goed begrijpt, vraag anders om verduidelijking. Heb je een antwoord gegeven, check dan of dat voldoende was. Houd contact met de zaal, maar verdeel uw aandacht over alle personen. Bij een vragensteller bestaat het probleem dat men deze blijft aankijken. Kijk m.a.w. steeds de zaal rond. Sta niet uitsluitend achter een spreekgestoelte. Verwijder een spreekgestoelte liefst; het leidt tot vastgepind zijn op een plek. Loop rustig heen en weer. Een enkele keer gaan zitten is geen probleem, maar houd het beperkt. 4/8

Vat tussentijds even samen Check of men u volgt. Is alles duidelijk? 2.2.2 Spreken. Vermijd: o Schrijftaal. o Modieuze taal (dat is niet mijn ding!). o Onzekerheidstaal. o Engels. o Jargon bij leken. Tempo: o Onderdruk de steeds bestaande neiging tot sneller spreken. o Bij tijdnood kun je beter schrappen dan racen. Volume: o Varieer je volume. Wat zachter spreken bij bepaalde passages kan spanning opbouwen. o Spreek niet steeds te hard. Stemverheffing is op den duur niet vol te houden. Is het onrustig, wacht dan. o Vraag aan de achterste rij of u verstaanbaar bent. Intonatie: o Varieer uw intonatie. o Articuleer goed. Spreek elk woord afzonderlijk uit en slik geen lettergrepen in. o Spreek naar het publiek. Betoogtrant: o Toon echtheid; blijf je zelf. o Toon enthousiasme, bezieling, fascinatie. o Zorg dat je logisch te volgen bent. o Sluit aan bij de beleving van het publiek. o Ben helder. Ademhaling o Rustig, niet gejaagd o Natuurlijke pauzes o Lage (buik) ademhaling en geen hoge (borst)ademhaling (zie ook bij stem) 2.2.3 Stemgebruik Volume: Je kunt je volume verder laten dragen door: o Klanken voorin de mond te brengen. o Buik- i.p.v. borstademhaling gebruiken. o Stevig staan. Klankkleur: o Verlaag een te schelle stem. o Glimlachen verlaagt de spanning. Intonatie: o Articuleer (zie elders). Tempo: 5/8

o Bij spanning gaat men gemakkelijk te snel spreken. o Tip: haal adem bij elke komma en punt. Kijk het publiek even aan en ga verder. o Adem bewust uit. Dialect: o Afhankelijk van de doelgroep. Ga er niet als vanzelfsprekend van uit dat men u wel verstaat. Stotteren: o Indien structureel helpt alleen een specialist. o Indien incidenteel is dat vaak een gevolg van belemmerende gedachten. Ontzenuw deze gedachten objectief. Bijvoorbeeld: als ik maar geen fouten maak Maar berust deze gedachte wel op feiten? Dat gebeurt toch anders ook niet? Stopwoorden zijn erg vervelend: o Train langdurig vooraf om stopwoorden af te leren. o Laat je er bewust van maken door getrouwen te vragen je erop te wijzen. 2.2.4 Lichamelijke expressie Helpt bij het vasthouden van aandacht en ondersteuning van de inhoud Maak oogcontact met je publiek Met gezichtsexpressie ondersteun en versterk je emoties Met Gebaren houd je de aandacht vast Met Lichaamshouding kun je gemoedstoestand uitdrukken Oefen voor de spiegel 2.3 De afronding. Deze bevat altijd een of andere vorm van samenvatting: Wat waren de hoofdpunten? Conclusies? Adviezen? Geef een terugkoppeling naar de opening/de probleemstelling. Geef een korte vooruitblik op een mogelijk vervolg. Dank het publiek. 2.4 Over vragen 2.4.1 Vragen Geef vooraf aan of men tussentijds vragen kan stellen of dat men deze moet opsparen tot het eind. Vragen stellen kan men stimuleren met: Werk dialogiserend. Stel retorische vragen. Leg het publiek vragen voor. Breng een discussiestelling in. Las een pauze in. 6/8

Men kan het publiek in de gelegenheid vragen te stellen op papier of naderhand via e- mail (vermeld wel je e-mailadres). Heb een uitnodigende houding d.w.z. licht voorover gebogen, luisterend. 2.4.2 Reacties op vragen: Herhaal altijd een gestelde vraag (samenvatten). Domme vragen bestaan niet. Antwoord altijd correct. Humor mag, cynisme niet. Laat eventueel het publiek het antwoord geven. Weet je het antwoord niet. Geef het gewoon toe en vraag of iemand uit het publiek eventueel een antwoord heeft. Bij te veel vragen: Structureer. Ga na wie vragen heeft die aansluiten bij de gestelde vraag. Orden vragen in thema s. Reageer per thema. Bied gelegenheid later/elders nog vragen te stellen (e-mail.). Geef, als het einde nadert, nog gelegenheid tot het stellen van een of twee vragen. 2.4.3 Tegengeluid. Toon respect voor tegengeluid. Reguleer en vat samen Leg op een andere manier uit. Schiet niet in de verdediging. Benoem tegenwerpingen concreet. Plaats tegengeluid in een breder perspectief. Bijvoorbeeld verschillen in afweging van belangen. Bekijken vanuit een ander belang geeft vaak een verschillende kijk. Noem de bronnen waarop u zich hebt gebaseerd. 2.4.4 Fouten. Vergeten vooraf de zaal of de hulpmiddelen te inspecteren. Naar de presentatie in plaats van naar het publiek kijken. Je alleen richten op een vragensteller. In paniek raken als je de tekst kwijt bent. Een beetje zelfspot kan hier helpen. In de verdediging schieten bij een tegengeluid. 3 Evaluatie Vraag enkele personen om feedback. Vraag minstens één verbeterpunt en minstens één koesterpunt. Benut eventueel een evaluatielijst, maar laat deze invullen door een beperkt aantal personen (die u kent). Een voorbeeld: Naam: Datum: Algemeen Onderwerp presentatie Verbeterpunten 1. 7/8

2. 3. Koesterpunten 1. 2. 3. Eigen oordeel Aandachtspunten: 1. 2. 3. Persoonlijke leerdoelen korte termijn Persoonlijke leerdoelen lange termijn Het gedeelte onder de dikke lijn is voor uzelf. 8/8