Voorbereiding/nodig. Het doel wat we deze week willen bereiken is:

Vergelijkbare documenten
De kinderen spelen dat ze met de trein naar oma gaan. 2 De kinderen praten over hun familie terwijl ze hun foto s bekijken

Ik en mijn familie. Hoe ziet dit thema eruit? >>> DOEN DOEN DOEN! <<<

Weekprogramma: Week 1; 0 jaar De meegenomen foto s worden met de baby s bekeken. 1 jaar De kinderen wijzen zichzelf en de familie op foto s aan.

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2014 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

*Tijdens dit thema leren de kinderen verschillende plaatsen te benoemen bijv. op de kast, in het bedje, onder de tafel enz.

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

B. Lessuggesties bij het lied Zeg, Roodkapje, waar ga je heen? 1. Wilde dieren versus huisdieren

VVE programma voor gastouders. Een nieuw vriendje. Thema Welkom Kiki. gastouderprogramma. Kansen in Kinderen

Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2016 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

Speelplezier. Thema: Start: Nieuwe woorden: Week 1: ontbijt, dienblad Week 2: zie dagverslagje. Demonstratiespel; woorden voorbewerken en uitleggen

Nieuwsbrief Papegaaitjes, mei 2017

Sociaal netwerk. Handleiding voor begeleiders

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

LEESTIP. Speel- & Leerbrief JULI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar SPELEN MET WATER! JULI 2015.

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Beschrijving: De knuffels op verschillende lichaamsdelen houden. Bijvoorbeeld op je hoofd, op de buik, op de voet

2.5!"FAMILIETREKJES. # basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP

3/12/2013. Mijn broer heeft ADHD. Mijn broer heeft ADHD. Mijn grote broer heeft ADHD. Het zal je broer maar wezen. Ouders opgepast

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Rups-nieuwtje. Best, september Beste ouders,

Huisregels. voor. kinderen

Piramide. Informatie voor ouders en verzorgers

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

Mijn Hummelboekje. HOOFDSTUK 1: t Hummelhuis

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Huisregels. voor. kinderen

KDV VUURVOGEL. Waterpret bij de Maasstraat

LESBRIEF BIJ DE VOORSTELLING KNUFFEL OP ZEE. Figurentheater Propop vzw

M i. deborah van de leijgraaf

Voor het eerst naar school

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Thema 1: Wie zijn wij?

Informatie voor ouders van kinderen van 0 1 ½ jaar

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Opijnen

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Nieuwsbrief. Kinderopvang Kits Oonlie. Vakantie

Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma

Sabine Wisman. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

NIEUWSBRIEF A. BEKEMASCHOOL

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Themaboekje ouders JONG LEREN IN HET VERKEER

Nieuwsbrief. Kinderopvang Kits Oonlie. Reuzen en kabouters

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

taal portfolio Taalportfolio 9+

Thema Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? (Zintuigen) Week 1 : Het gezicht

Introductie boek: Bekijk met elkaar de cover van het boek. Wat is de titel? Waar zal het boek over gaan?

De Puk-poster. Goed voorbeeldgedrag. Een baby ontwikkelt zich razendsnel. Vaak lijkt. dit vanzelf te gaan. Toch is het belangrijk om ook

Praten leer je niet vanzelf

Mijn huis, mijn thuis

Weekprogramma: 1 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk. 2 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk

maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken.

Brieven van Ama welpen

Van dinsdag 11 augustus t/m vrijdag 14 augustus

Wij werken aan een nieuw thema! Familie! Beste ouder(s) / verzorger(s), De komende periode zijn we bezig met het thema Familie van Kleuterplein.

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

De leerlingen: leren en ervaren dat mensen niet zonder water kunnen leven. zien waar water voor wordt gebruikt.

Kinderdagverblijf De Palmboom Activiteitenprogramma

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Gravin Elisabeth en de dieren

taalkaart 1 Mijn diploma Mijn diploma

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen

Workshop BSO Rakker-Pret.

Auditieve oefeningen bij het thema: opa en oma

Verpleegkunde RETO

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

WAAROM VOORLEZEN? VOORWOORD WANNEER VOORLEZEN?

Aanmeldformulier voor basisschool, Sint Franciscus, Weiteveen.

Interactief voorlezen met het prentenboek Een knuffel van mama

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn

Prentenboeken, daar zit muziek in!

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

ZO LEES IK PIPPO. Speelbrief. PIPPO-thema prentenboeken JULI Speelbrief - Juli p1

Webboek. Taalontwikkeling spelletjes

Eet je dat helemaal alleen op, of ga je helemaal in je eentje er mee spelen? Of als je samen met hun nieuwe speelgoed mag spelen?, hoe vind je dat?

Film Leer meer en Bekijk onze film over beperkingen van kinderen in het verkeer.

Wat staat er in dit boekje?

66 GZBwereld. groep 3/4/5 2015/ 2016

Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22

Transcriptie:

Wat gaan we doen? In het thema Ik en mijn familie staat familie centraal. De kinderen ontdekken welke mensen bij hun familie horen ze praten over jong en oud, verschillende familieleden, verjaardagen en samen dingen doen. Zo doen de kinderen alsof ze gaan logeren bij oma, beelden ze familieleden uit en maken ze een collage en/of stamboom met familiefoto s. Ook brengen we 3 februari een bezoekje aan de opa s en oma s in bejaardenhuis Het Hoge Heem. Dit sluit mooi aan bij dit thema. Het is vooral belangrijk dat het thema aansluit bij de belevingswereld van de kinderen. In interactie bepalen de pedagogisch medewerker en de kinderen samen het verloop van de activiteiten. Op deze manier heeft het kind altijd inbreng in de activiteit en is de betrokkenheid van het kind bij een activiteit groot. Tijdens dit gehele thema lezen wij het verhaal uit het knieboek Ole wil zijn popje. Ook worden er boeken gehaald bij de bibliotheek die aansluiten op dit thema. Van de activiteiten worden foto s gemaakt voor op het digitale scherm zodat de ouders kunnen zien waar hun kind mee bezig is tijdens het thema.

Activiteit 1: 19 januari t/m 23 januari Introductie: Mijn familie Doel Voorbereiding/nodig Activiteit in een grote groep De kinderen praten over hun familie terwijl ze hun foto s bekijken. Alle kinderen mogen deze week foto s meenemen van familie. Met de kinderen die nog geen stamboom hebben gaan wij er één maken. Ook kunnen de kinderen die een verouderde stamboom hebben een nieuwe maken. De kinderen met een recente stamboom kunnen de foto s op een A-4tje plakken. De grote kinderen mogen de foto s zelf uitknippen en de jongste kinderen helpen bij het opplakken van zijn/haar foto s. Met de kinderen maken we dan één grote fotomuur. Samen met de kinderen bespreken we de foto s. Ook de baby s betrekken we daarbij. Zo ziet iedereen elkaars familie. Met de baby s kunnen we ook hun foto s bespreken op schoot en natuurlijk lezen we verschillende boekjes voor. Woorden tijdens activiteit: - De broer. - De familie. - De mama. - De moeder. Het doel wat we deze week willen bereiken is: Spraak/taalontwikkeling: De kinderen kunnen familieleden benoemen. Ook de baby s leren namen van enkele familieleden zoals: papa, mama, opa en oma. Motorische ontwikkeling: De fijne motoriek wordt gestimuleerd bij het knippen en/of opplakken van de foto s. Rekenprikkels: De kinderen bekijken hoeveel broertjes, zusjes, opa s, oma s en huisdieren ze hebben. - Puk. - Stambomen. - Meegebrachte foto s van familie. - Boekjes die aansluiten op het thema. - Gekleurde A-4tjes. - Lijm en kwasten. - Schortjes.

- De papa. - De vader. - De oma. - De opa. - De zus. - Mijn. Activiteit 2: 26 januari t/m 30 januari Doel Voorbereiding/nodig Hoek: Papa s, mama s en baby s Activiteit in een kleine groep in de huishoek. De kinderen spelen met babyspulletjes en doen net alsof ze een baby, een papa of een mama zijn. Ze spelen dagelijkse handelingen na. De pm ers begeleiden de kinderen hierin. Met de baby s gaan we op de grond op een speelkleed of mat zitten. We leggen een mand neer met een aantal babyspulletjes zoals een fles, spuugdoekje, een speeltje en een luier. Laat de baby s de babyspulletjes zien en voelen. Benoem daarbij de voorwerpen en reacties van de baby s. Stop alle spulletjes terug in de mand en laat de baby s met de voorwerpen spelen. Het doel wat we deze week willen bereiken is: Spraak/taalontwikkeling: De kinderen benoem familieleden tijdens het nabootsen daarvan en verteld daarover. Sociaal/emotionele ontwikkeling: Het kind speelt onder begeleiding samen met andere kinderen. Het kind speelt met andere kinderen een eenvoudig rollenspel. Rekenprikkels: Het kind past verschillende verkleedkleren. Motorische en zintuigelijke ontwikkeling: De baby s onderzoeken verschillende materialen - Puk. - Verkleedkleren om vadertje, moedertje en baby tje te spelen. Denk aan kleren voor een vader en moeder en aan babykleertjes (sokjes, mutsjes). - Doe Puk een babypakje aan en leg hem in zijn bedje. - Babyspulletjes zoals sokjes, mutsje, slab, speen, flesjes, babyspeelgoed, luier en spuugdoekje. - Mandje om de babyspulletjes in te doen.

Woorden tijdens activiteit: - De baby. - Het bed. - Het huis. - Het kind. - Kijken. - Koken. - Pakken. - Moe. - Slapen. - Werken. door te voelen, te luisteren, te kijken en ermee te experimenteren. Activiteit 3: 2 februari t/m 6 februari Doel Voorbereiding/nodig Spel: Met de trein naar opa en oma! Activiteit in een kleine groep. De kinderen spelen dat ze met de trein naar opa en oma gaan en doen een treinconducteur na. Op dinsdag 3 februari gaan we op bezoek bij de opa s en oma s in Het Hoge Heem. We gaan daar met de trein naar toe (wandelend met de bolderkar). Daar lezen we boekjes met de kinderen die aansluiten bij dit thema. Het doel wat we deze week willen bereiken is: Spraak/taalontwikkeling: Het kind begrijpt eenvoudige opdrachten en voert ze uit. De kinderen benoemen familieleden zoals opa en oma en vertellen over hun gebeurtenissen thuis. Ook komen er woorden en begrippen voor tijdens het voorlezen van boekjes en het zingen - Puk. - 4 of 5 stoelen. Deze vormen de trein. Zet Puk op de voorste stoel. - Speelgoedtrein. - Conducteurs pet, fluitje, spiegelei en kniptang. Leg de conducteursspullen bij de trein. - Maak zelf treinkaartjes of gebruik echte

Met de baby s kunnen we op een kleed of mat zitten met in het midden een speelgoedtrein. Laat de trein van de ene baby naar de andere baby rijden en maak daarbij treingeluiden zoals: tjoeketjoeketjoek, daar komt de trein aan! Zing ondertussen een liedje zoals: de trein die rijd op wielen of de wielen van de trein in plaats van de wielen van de bus (Zie bijlage!) Woorden tijdens activiteit: - Fluiten. - Instappen. - Mijn kaartje. - ( te) Laat. - Rijden. - De stoel. - (Op) tijd. - De trein. - Uitstappen. - Het wiel. van het liedje over de trein. Sociaal/emotionele ontwikkeling: Het kind speelt onder begeleiding samen met andere kinderen. Het kind speelt met andere kinderen een eenvoudig rollenspel Met de trein naar opa en oma! Rekenprikkels: Het kind kent de begrippen langzaam en snel, en op tijd en te laat. Motorische en zintuigelijke ontwikkeling: De baby s onderzoeken verschillende onderdelen van de speelgoedtrein door te kijken, te luisteren en te voelen en ermee te experimenteren. treinkaartjes en geef elk kind er één. Activiteit 4: 9 februari t/m 13 februari Spel: Wie woont er bij jou? Activiteit in een grote groep. Doel Voorbereiding/nodig

Woorden tijdens activiteit: - Bij. - Eten. - Het huis. - Het liedje. - Lopen. - Met. - Slapen. - Spelen. - Wonen. - Zingen. De kinderen zingen een liedje over wie er bij hen thuis woont (Zie bijlage!) Bespreek met de kinderen de foto s op de fotomuur en/of stambomen. Wie wonen er bij jou in huis? Hebben jullie een huisdier? Hoeveel broertjes en zusjes heb jij? etc. Betrek ook de baby s bij deze activiteit. Het doel wat we deze week willen bereiken is: Spraak/taalontwikkeling: De kinderen leren de namen van enkele familieleden. Het kind vertelt over zijn familieleden en over de dagelijkse gebeurtenissen thuis. Ook zingen we met elkaar het liedje: In Holland staat een huis. - Puk. - Foto s die bij de kinderen thuis zijn gemaakt. Sociaal/emotionele ontwikkeling: Het kind gaat er gemakkelijk mee om als de pm er de aandacht op hem vestigt in de groep. Rekenprikkels: De kinderen bekijken hoeveel broertjes, zusjes, opa s, oma s en huisdieren ze hebben.

Activiteit 5: 16 februari t/m 20 februari Doel Voorbereiding/nodig Knutselen: Lekker kleien. Activiteit in een kleine groep. De baby s kneden met klei, de jongere kinderen maken vormpjes van klei en de oudere kinderen proberen poppetjes te kleien. De kinderen bekijken het kleibeeldje die de pm er heeft gemaakt. Lijkt die op Puk? Laat de kinderen telkens een deel van het lichaam van Puk aanwijzen daarna wijzen ze hetzelfde lichaamsdeel op het beeldje aan. Laat daarna de kinderen zelf aan de slag gaan. Woorden tijdens activiteit: - Droog/nat - Rond. - Ik/mij. - Wassen. - Jij/je. - De klei. - Kleien. - Komen. - Lijken. Het doel wat we deze week willen bereiken is: Spraak/taalontwikkeling: Het kind benoemt lichaamsdelen. Het kind begrijpt eenvoudige opdrachten en voert ze uit. Sociaal/emotionele ontwikkeling: Het kind bepaald zelf wat hij/zij maakt van klei en laat zijn/haar eigen fantasie erop los. Motorische en zintuigelijke ontwikkeling: Het kind onderzoekt het klei door te voelen, te kijken en ermee te experimenteren. Rekenprikkels: De kinderen kijken naar de grootte en het aantal lichaamsdelen van het kleipoppetje. - Puk. - Kleibeeldje van Puk. De pm ers maken van tevoren een kleibeeldje van Puk. - Klei. - Kleispulletjes. - Schorten. - Placemats.

Activiteit 6: 23 februari t/m 27 februari Afsluiting! Expressie: Mijn huisdier. Doel Voorbereiding/nodig Activiteit in de kleine groep. De kinderen worden geschminkt als huisdier en doen dat dier na. Vraag de kinderen of wij (knuffel)dieren op de groep hebben, vraag ze of de dieren zacht zijn etc. Stel dan voor om de kinderen te schminken. Betrek ook de baby s hierbij door bijvoorbeeld hun neusje te schminken. Woorden tijdens activiteit: - Als (zoals). - Zwart. - Blaffen. - De stok. - Het dier. - De hond. - Het konijn. - De poes. - De snorharen. - Spelen. Het doel wat we deze week willen bereiken is: Spraak/taalontwikkeling: Het benoemen van dieren. Sociaal/emotionele ontwikkeling: Met elkaar het naspelen van huisdieren. Motorische en zintuigelijke ontwikkeling: Het voelen aan de knuffeldieren of ze hard of zacht zijn. Ook ervaren de kinderen hoe het aanvoelt om geschminkt te worden. Het kind doet houdingen en bewegingen van dieren na. Rekenprikkels: Hoeveel huisdieren hebben de kinderen thuis? - Puk. - Knuffels: Poes, hond en konijn. Leg deze spullen in de huishoek in een mand of kist. - Schminkspullen. - Spiegel.

Liedje bij activiteit 3 De wielen van de trein De wielen van de trein die draaien rond Draaien rond, draaien rond De wielen van de trein die draaien rond Als de trein gaat rijden De deuren van de trein gaan open en dicht Open en dicht, open en dicht De deuren van de trein gaan open en dicht Als de trein gaat rijden De lichten van de trein gaan aan en uit Aan en uit, aan en uit De lichten van de trein gaan aan en uit

Als de trein gaat rijden De mensen in de trein gaan op en neer Op en neer, op en neer De mensen in de trein gaan op en neer Als de trein gaat rijden De mama's in de trein die kletsen maar Kletsen maar, kletsen maar De mama's in de trein die kletsen maar Als de trein gaat rijden etc.

Liedje bij activiteit 4 In Holland staat een huis 1. In Holland staat een huis (2x) In Holland staat een huis, jaja, Van je singela singela hopsasa. In Holland staat een huis, in Holland staat een huis. 2. En in dat huis daar woont (Naam kind) (2x). In dat huis daar woont.jaja, Van je singela singela hopsasa. In dat huis daar woont, in dat huis daar woont 3. En (Naam kind) woont met (papa, mama, broertje ) (2x). En (Naam kind) woont met (papa, mama, broertje ), jaja. Van je singela singela hopsasa. En (Naam kind) woont met (papa, mama, broertje ) (2x)

Woorden tijdens het thema - De broer. - Pakken. - Moe. - Slapen. - Werken. - Fluiten. - Instappen. - Mijn kaartje. - ( te) Laat. - Rijden. - De stoel. - Het wiel. - (Op) tijd. - De trein. - Uitstappen. - Bij. - Eten. - Het huis. - Het liedje. - De familie. - De mama. - De moeder. - De papa. - De vader. - De oma.

- De opa. - De zus. - Mijn. - De baby. - Het bed. - Het huis. - Het kind. - Kijken. - Koken. - Lopen. - Met. - Slapen. - Spelen. - Wonen. - Zingen. - Droog/nat - Rond. - Ik/mij. - Wassen. - Jij/je. - De klei. - Kleien. - Komen. - Lijken. - Als (zoals). - Zwart. - Blaffen. - De stok. - Het dier. - De hond. - Het konijn.

- De poes. - De snorharen. - Spelen.