Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Vergelijkbare documenten
Oplegnotitie bij planmer Omgevingsvisie NH2050

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Omgevingsvisie en m.e.r.

Procedurestappen MER-trajecten

RAPPORT. Notitie Reikwijdte en Detailniveau NH2050. Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de plan-m.e.r.- procedure omgevingsvisie NH2050

Omgevingsvisie Katwijk

Aanpak Omgevingsbeleid. Wij werken aan ons IMAGO Omgevingsbeleid

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Omgevingsplannen en m.e.r.

OP WEG NAAR HET KOERSDOCUMENT. Samen werken aan de Omgevingswet

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

Omgevingswet & Omgevingsvisie

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Omgevingsvisie Katwijk

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

WELKOM Themabijeenkomst OMGEVINGSWET 21 november 2018

Omgevingsplannen en m.e.r.

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

M.e.r. is altijd in beweging. Marcel Soppe

Presentatie Erfgoed en de Omgevingsvisie Berit Sens

Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt

Statenmededeling aan Provinciale Staten

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Proces-aanpak Implementatie Omgevingswet

Op welke gronden deze briefî/waarom nu voorgelegd?

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

Omgevingsvisie Overijssel Aanvullend advies over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

POKB Thema 1: Omgevingswet: integratie van bodem in omgevingsgericht werken, integraal werken

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Bijlage 1. Plan van aanpak omgevingsplan voor het buitengebied.

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf:

beantwoording technische vragen

Notitie reikwijdte en detailniveau plan-m.e.r. bestemmingsplan Buitengebied 2014

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Omgevingsvisie Noord-Holland 2050

Edith van Dijk 3427

Reorganisatieprocedure in een notendop

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008

Nota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie


Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Omgevingswet & Omgevingsvisie. Kansen voor klimaatadaptatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Uitwerkingsplan Reconstructie Losser Advies over de Strategische Milieubeoordeling (SMB)

Windplan Wieringermeer onder de Omgevingswet

Windenergie Goeree-Overflakkee

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.

Gemeenteraad Vlieland Dorpsstraat AE VLIELAND. gezamenlijke omgevingsvisie voor de Waddeneilanden

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

De Omgevingsvisie vervangt de volgende wettelijk verplichte plannen:

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Transformatieagenda Wmo en haar omgeving. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Omgevingsvisie Delft

Aan Provinciale Staten

Samen geroepen en samengeroepen

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

Verslag. Verslag vergadering 3 e Omgevingswerkgroep Meer Maas Meer Venlo d.d. 3 april Aanwezig

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

Waterbeheerplan Aa en Maas

Omgevingsvisie en toegankelijkheid

Omgevingswet Procedureel

Datum: Adviserend. 24 januari Feb/mrt 30 januari

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Dialoog veehouderij Venray

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Koppeling tussen omgevingsplan en programma Schakeldag 25 juni 2019

Antwoorden bij de casus wateroverlast

Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Organisatie- en invoeringsstrategieën Omgevingswet

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Maxim van Luttikhuizen (SP) inzake Deregulering in het fysieke domein.

Kennismaken met elkaar door te vertellen wat ieders positie is ten opzichte van de Omgevingswet.

Omgevingsvisie provincie Groningen

Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer

Agenderingsvoorstel Outcometraject (doelenboom) Mantelzorg

KLAAR VOOR 4 JAAR! De Omgevingswet: wat komt eraan? Pascale Georgopoulou Adviseur VNG Programma Invoering Omgevingswet

Congres Grip op de Omgevingswet

Hebt u even kwalitijd? Spelen met de regels voor kwaliteit

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Presentatie evaluatie RAP

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Transcriptie:

Notitie / Memo Aan: provincie Noord-Holland Van: Jan.J. Bakker Datum: 2 augustus 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBF3788-101-100N001D0.1 Classificatie: Open HaskoningDHV Nederland B.V. Water Onderwerp: Advies Plan-m.e.r. en Omgevingsvisie De 3 hoofdconclusies van dit Advies zijn: 1. In het Discussiedocument is al een eerste aanzet gegeven tot het benoemen van effecten op de leefomgeving van de drie verhaallijnen. Het gedachtegoed van het instrument m.e.r. is daarmee nu al actief ingezet. 2. Ontwikkel een doorlopende integrale effectrapportage voor zowel de Omgevingsvisie als voor de uitwerking van dit beleid in de toekomst. 3. Maak een plan-mer op hoofdlijnen ten behoeve van het opstellen van de ontwerp- Omgevingsvisie, waarin de gevolgen op de leefomgeving van ontwikkelprincipes centraal staan. Om met dit plan-mer tijdig input te kunnen leveren voor de Omgevingsvisie, zullen de voorbereidingen voor het m.e.r- proces en de -procedure op korte termijn (najaar 2017) in gang gezet moeten worden. Inleiding Wettelijke context Milieueffectrapportage van plannen is al geruime tijd wettelijk verankerd in de Wet milieubeheer, mede als omzetting van de Europese richtlijn 2001/42 EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma s. Het oogmerk van zowel de richtlijn als de Nederlandse wetgeving is om milieueffectrapportage een volwaardige plaats te geven in de besluitvormingsprocessen van plannen. Met de komende Omgevingswet als kader voor de nieuwe provinciale Omgevingsvisie, en wetend dat deze wet beoogt om meer integraal beleid te ontwikkelen waarin minder accent ligt op toelating en meer accent op formulering van eigen ambities ( omgevingswaarden ), komt de vraag op tafel hoe in deze nieuwe context om te gaan met het instrument milieueffectrapportage. Immers, hoewel de koers van de Omgevingsvisie nog niet vast staat, is het te verwachten dat in de Omgevingsvisie kaderstellende beleidsuitspraken worden gedaan voor m.e.r.-plichtige activiteiten. Ook zijn op voorhand effecten van het beleid in de Omgevingsvisie op Natura 2000-gebieden niet uit te sluiten. Om die reden is de Omgevingsvisie naar alle waarschijnlijkheid m.e.r.-plichtig. Proces Omgevingsvisie Het proces van de Omgevingsvisie is gestart met de Verkenningenfase. Deze fase is inmiddels afgerond. Op dit moment zit het planproces in de Koersfase. De recent gereed gekomen concept-verhaallijnen hebben tot doel om PS een koers voor de Omgevingsvisie te laten kiezen. In het tot nu toe doorlopen proces is sprake geweest van interactie tussen feitelijke informatie over de toestand van de leefomgeving en de daarin te constateren trends bij ongewijzigd beleid enerzijds en anderzijds de interpretatie daarvan in termen van opgaven en opties voor het beleid in de op te stellen Omgevingsvisie. Door informatie over de leefomgeving (en de mogelijke gevolgen van niets doen ) te 2 augustus 2017 WATBF3788-101-100N001D0.1 1/8

betrekken bij het in de steigers zetten van het beleid wordt het gedachtegoed van het instrument m.e.r. nu al actief ingezet. Deze inzet is gebleken effectief te zijn bij niet alleen de inhoudelijke onderbouwing van het beleid, maar ook bij de participatie van maatschappelijke partners. Vraagstelling Gelet op bovenstaande is het de wens van de provincie, om de inzet van milieu- /leefomgevingsinformatie in het beleidsproces los van een discussie over wel/niet wettelijke m.e.r.-plicht van de Omgevingsvisie - te continueren. Grondgedachte hierbij is de wens om de beleidscyclus van de Omgevingsvisie te professionaliseren. Bovendien leidt de Omgevingswet tot een andere vorm van overheidsbeleid op het gebied van de leefomgeving: niet zozeer een blauwdruk van de gewenste ontwikkelingen binnen de leefomgeving, maar vooral het formuleren van gewenste kwaliteit van de leefomgeving als kaders voor deze ontwikkelingen. Het accent in de beleidsevaluatie verschuift dan van de beschrijving van de gevolgen van voorgenomen beleid voor het milieu (zoals het klassieke MER dat doet), naar het aangeven van de milieuruimte voor ontwikkelingen, het houden van de vinger aan de pols wat betreft de na te streven kwaliteit van de leefomgeving, en het aangeven van de consequenties van veranderingen in die kwaliteit voor het beleid. De vraag is dan hoe deze inzet van milieu-/leefomgevingsinformatie concreet vorm te geven, zodanig dat enerzijds de toegevoegde waarde ervan voor het omgevingsbeleid (zowel procesmatig als inhoudelijk) zo groot mogelijk is, terwijl anderzijds indien dat aan de orde is - wordt voldaan aan de wettelijke vereisten van Wet milieubeheer. Deze memo beschrijft op hoofdlijnen hoe deze rol eruit kan zien, en welke stappen daartoe dienen te worden gezet als vervolg op de reeds ingezette stappen. In het Discussiedocument is al een eerste aanzet gegeven tot het benoemen van effecten op de leefomgeving van de drie verhaallijnen. Het gedachtegoed van het instrument m.e.r. is daarmee nu al actief ingezet. Naar een nieuwe toepassing van m.e.r. De lange looptijd van de Omgevingsvisie, de voorgenomen wijze van ontwikkelingen (ontwikkelingsplanologie), de inhoud van de Omgevingsvisie (spelregels, kaders en randvoorwaarden) en vervolgbesluiten over programma s op basis van de Omgevingsvisie, vragen om een flexibele toepassing van m.e.r. als instrument. Dat betekent in de basis een behoorlijk andere benadering van het instrument m.e.r. Onderstaande tabel 1 vat deze andere benadering samen. Van (gangbare toepassing m.e.r.): Wettelijk verplicht nummer ( m.e.r-plicht ); motivatie vanuit risicobeheersing Nadruk ligt op product (MER) Milieu als scope Nadruk ligt op toegevoegde waarde voor één moment van besluitvorming Beleid uitgangspunt voor beschrijving milieueffecten Naar (gewenste toepassing m.e.r.): Bewuste keuze, motivatie vanuit toegevoegde waarde Nadruk ligt op het proces (m.e.r.) Leefomgeving als scope Nadruk ligt op toegevoegde waarde voor het beleidsproces Toestand leefomgeving uitgangspunt met consequenties daarvan voor het beleid 2 augustus 2017 WATBF3788-101-100N001D0.1 2/8

Achteraf reflecteren op beleidsproces Eenmalige, statische milieu-informatie Aanbevelingen voor monitoring in toekomst Eenmalig document MER als product Ingebonden rapport met tekst en plaatjes Actief bijdragen aan het beleidsproces Levend informatiesysteem Monitoring vanaf dag één meenemen als input voor het m.e.r en beleidsproces Meerdere deelproducten MER in de tijd Interactieve vorm, combinaties tekstblokken en kaarten Tabel 1 De in de tabel beschreven gewenste toepassing van het instrument m.e.r kan zich in beginsel voltrekken los van wettelijke verplichtingen tot het opstellen van een MER. Naar de wetsletter is er dan geen sprake van een Milieueffectrapport in de zin van artikel 7.7 Wet milieubeheer. Indien echter het voornemen is om (vrijwillig) te m.e.r-procedure te doorlopen, dan zal de boven beschreven toepassing aansluiting moeten zoeken bij de vereisten van de Wet milieubeheer. In dat geval zal de planprocedure voor de Omgevingsvisie gekoppeld moeten worden aan de m.e.r-procedure. Hieronder wordt op dit aspect verder ingegaan. Omgevingsvisie Noord-Holland en m.e.r De Omgevingsvisie heeft in beginsel een onbeperkte looptijd. De tijdhorizon van het in de visie te verwoorden beleid is 2050. Aan de Omgevingsvisie worden meer concrete programma s gehangen. In deze programma s wordt een doorvertaling gegeven van het relatief abstracte lange termijnbeleid in de Omgevingsvisie. De eerste gedachten zijn om deze programma s elke 4 jaar vast te stellen (dus één programma per collegeperiode). Deze opeenvolgende programma s reageren met hun inhoud op zowel de toestand van het milieu/de leefomgeving op dat moment als op de resultaten van het tot dusver gevoerde beleid. Dat betekent, dat er periodiek informatie over de toestand van de leefomgeving en de resultaten van het tot dusver gevoerde beleid beschikbaar moet zijn, zodat aan de hand van voortschrijdend inzicht, afkomstig uit deze informatie, uitwerking gegeven kan worden aan de Omgevingsvisie in de vorm van een nieuw programma. Op deze manier ontstaat er een gesloten beleidscyclus (zie figuur): Beleidsontwikkeling (Verkenningenfase, Koersfase en Visie-ontwikkeling van de Omgevingsvisie) Beleidsdoorwerking (uitwerking programma s van de Omgevingsvisie) Uitvoering (ontwikkeling concrete besluiten/regels en ander instrumentarium en toepassing daarvan) Terugkoppeling (resultaten van monitoring evalueren op hun betekenis voor nieuwe beleidscyclus) 2 augustus 2017 WATBF3788-101-100N001D0.1 3/8

Figuur 1 Beleidscyclus in context Omgevingswet. Bron: https://www.duurzaamgebouwd.nl/expertposts/20160705-beleidscyclus-omgevingswet-kroonjuweel-voorduurzaamheid Het m.e.r-proces houdt dan in, dat informatie over de toestand van de leefomgeving in alle fasen van de beleidscyclus wordt ingezet en meegewogen, waarbij de manier waarop deze kennis is ingezet en heeft meegewogen verantwoord wordt. Ontwikkel een doorlopende integrale effectrapportage voor zowel de Omgevingsvisie als voor de uitwerking van dit beleid in de toekomst. Deze manier van omgaan met m.e.r is nieuw. Er is weinig of geen ervaring mee. Niettemin wordt er nu, met de Omgevingswet in het vooruitzicht, op diverse plaatsen (en niet in de laatste plaats bij de Commissie m.e.r.) gezocht naar en geëxperimenteerd met een andere, beter bij de planvormen van de Omgevingswet passende, inzet van het instrument m.e.r.. In die zin moet het onderstaande voorstel (tabel 2) voor koppeling van informatie over de leefomgeving en de m.e.r.-procedure aan de beleidscyclus worden gezien. Fase beleidscyclus Fase Omgevingsvisie Benodigde informatie leefomgeving Aanhaking met Procedure milieubeheer Wet Toepassing van deze informatie Beleidsontwikkeling Verkenningen Koersfase Visie-ontwikkeling Huidige toestand leefomgeving en waardering daarvan (knelpunten, ex post evaluatie) 1 geen Input voor agendavorming en probleemverkenning Omgevingsvisie 1 Heeft inmiddels plaatsgevonden 2 augustus 2017 WATBF3788-101-100N001D0.1 4/8

Tervisielegging en besluitvorming ontwerp- Omgevingsvisie Verwachte trendombuigingen in de toestand van de leefomgeving als gevolg van het beleid van de Omgevingsvisie (ex ante evaluatie); Kennisgeving met Notitie Reikwijdte en Detailniveau Milieueffectrapport cf artikel 7.7. Wm Input besluitvorming Omgevingsvisie voor over Uitwerking monitoringplan en nulmeting vastleggen Beleidsdoorwerking 1 e termijn Uitwerking Omgevingsvisie in programma( s) Verwachte verandering in toestand leefomgeving als gevolg van programma (ex ante evaluatie) Aanvullend MER bij eerste programma Begin van collegeperiode: Input besluitvorming over programma Uitvoering - Monitoring verandering leefomgeving. Aansluiting bestaande monitoringprogramma s geen Inzicht geven in hoeverre doelen omgevingsvisie en programma s worden gehaald Terugkoppeling 2 e termijn uitwerking Omgevingsvisie in programma( s) Evaluatie van uitkomsten programma en van uitkomsten monitoring (ex post evaluatie) Aangeven consequenties evaluatie voor beleid Aanvullend MER bij tweede programma Eind van collegeperiode: Input geven voor beleidsaanpassingen (2 e termijn programmaronde) Tabel 2 Uit de tabel komt naar voren, dat evaluatie van de situatie van de leefomgeving en de implicaties daarvan voor de beleidsontwikkeling een doorlopend proces is. De aanhaking bij de wettelijke procedure gebeurt op een aantal concreet omschreven momenten in dat proces, namelijk de momenten waarop besluitvorming plaatsvindt over wettelijk voorgeschreven planfiguren (in dit geval Omgevingsvisie en programma s). Met deze tabel is een aanpak op hoofdlijnen geschetst. Het is nu te vroeg, om alle in de tabel beschreven stappen voor wat betreft het m.e.r.-proces tot in detail uit te werken. Wel dient concreet inzicht te komen in de op korte termijn te zetten stappen. Dat betreft met name het traject tot en met de tervisielegging van de ontwerp-omgevingsvisie. Dit traject kan weer in twee onderdelen worden uiteengelegd: 1. Het traject tot en met de bekendmaking van het voornemen en de tervisielegging van de Notitie Reikwijdte en detailniveau (NRD); 2. Het traject vanaf de NRD tot en met de tervisielegging van het MER en de ontwerp- Omgevingsvisie. Deze memo werkt alleen onderdeel 1) uit. Verdere uitwerking van de aanpak van onderdeel 2) is pas zinvol tijdens en na het uitschrijven van de NRD. Maak een plan-mer op hoofdlijnen ten behoeve van het opstellen van de ontwerp-omgevingsvisie, waarin de gevolgen op de leefomgeving van ontwikkelprincipes centraal staan. Om met dit plan-mer tijdig input te kunnen leveren voor de Omgevingsvisie, zullen de voorbereidingen voor het m.e.rproces en de -procedure op korte termijn (najaar 2017) in gang gezet moeten worden. 2 augustus 2017 WATBF3788-101-100N001D0.1 5/8

Notitie Reikwijdte en detailniveau Een plan-mer voor de Omgevingsvisie zal de (wettelijk verplichte) m.e.r.-procedure dienen te doorlopen. Daarom moet in de aanloop naar de ontwerp-omgevingsvisie de formele m.e.r-procedure ruim tevoren zijn opgestart 2. De planning is om de ontwerp-omgevingsvisie in de periode mei-juni 2018 ter visie te leggen. Gelijktijdig zullen dan deelproducten/verantwoordingsdocumenten vanuit het dynamische m.e.r.-proces publiek beschikbaar moeten zijn. Opstart van de m.e.r.-procedure gebeurt door bekendmaking van het voornemen en het gelijktijdig ter visie leggen van een Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Met deze notitie geeft het bevoegd gezag aan, hoe zij het m.e.r-proces en het MER bij de ontwerp-omgevingsvisie voor zich zien. Aan de hand van deze Notitie kan eenieder zienswijzen indienen en kunnen adviseurs en bestuursorganen worden geraadpleegd. Hun kennis en denkkracht kunnen dan worden ingezet om de (onderzoeks-)agenda voor het m.e.r-traject aan te scherpen. Wat betreft de timing van de NRD het volgende. Enerzijds is voor de focus van de NRD zinvol als bij het uitbrengen ervan duidelijkheid is over de door PS gekozen koers voor de Omgevingsvisie, en deze keuze verwerkt kan worden in de NRD. Anderzijds moet er voldoende ruimte in de tijd zijn om de oogst uit de tervisielegging van de NRD te kunnen benutten voor de ontwerp-omgevingsvisie en het bijhorende MER 3. Dat betekent, door de oogharen beschouwd, dat de tervisielegging van de NRD nog in 2017 moet plaatsvinden. De Notitie Reikwijdte en Detailniveau is in beginsel vormvrij. De inhoud ervan wordt vooral gestuurd door het doel ervan: kennisgeving voornemen en inzicht bieden in de onderzoeksagenda voor het m.e.rtraject. Tegen die achtergrond zijn belangrijke inhoudelijke elementen voor deze Notitie: a. Beschrijving van hetgeen de provincie met de Omgevingsvisie beoogt en waarom (antwoord geven op de opgaven zoals die uit de huidige toestand van de leefomgeving en uit de trends voortkomen); b. Verantwoording van het tot dusver doorlopen traject van beleidsontwikkeling (Verkenningenfase, Koersfase) en de manier waarop omgevingsinformatie binnen dat traject een rol heeft gespeeld; c. Beschrijving van de manier waarop het beleid van de Omgevingsvisie wordt uitgewerkt in programma s en welke besluiten daartoe genomen moeten worden; d. Beschrijving van de manier waarop omgevingsinformatie de uitwerking van het beleid van de Omgevingsvisie gaat ondersteunen en op welke wijze de uitkomsten van monitoring zullen worden ingezet; e. Beschrijving op hoofdlijnen van de ontwikkelprincipes in de Omgevingsvisie en de daarin spelende dilemma s; f. Beschrijving van de omgevingsaspecten die in het m.e.r,-traject zullen worden onderzocht, en de diepgang waarmee dit gebeurt; 2 Op dit moment (augustus 2017) is de Verkenningenfase afgerond en zijn in de Koersfase 3 verhaallijnen uitgewerkt die PS moeten ondersteunen bij het kiezen van een Koers voor de Omgevingsvisie. In deze trajecten is, zoals aangegeven, al op een m.e.r.-achtige manier informatie over de leefomgeving benut voor de beleidsontwikkeling. Er kon in dit traject nog geen sprake zijn van aanhaking aan de formele m.e.r-procedure. Immers er was nog geen sprake van een in juridische zin m.e.r.-plichtig besluit. 3 De termijn waarbinnen zienswijzen kunnen worden ingediend en een advies over reikwijdte en detailniveau van de Commissie m.e.r wordt verkregen is zes weken. Deze termijn is eenmalig te verlengen met zes weken. 2 augustus 2017 WATBF3788-101-100N001D0.1 6/8

Ten behoeve van de totstandkoming van de NRD zullen op korte termijn in elk geval de volgende acties moeten worden ondernomen: 1. Planning uitwerken met te zetten stappen van het traject vanaf nu tot en met de tervisielegging van de NRD, inclusief alle interne besluitvormingscircuits 2. Opstellen geannoteerde inhoudsopgave voor de Notitie Reikwijdte en Detailniveau 3. Voorbereiden procedure tervisielegging NRD (inclusief het delen van de aanpak en de planning met Commissie m.e.r) 4. Uitschrijven tekst Notitie Reikwijdte en Detailniveau; voorwaarde daartoe is dat er tijdig inhoudelijk informatie beschikbaar is/komt om de boven genoemde elementen a tot en met g van de NRD te kunnen invullen. Wat betreft dit laatste punt 4), geeft onderstaande tabel 3 een eerste indruk van wat er al beschikbaar is en waarover er nog meer informatie beschikbaar moet komen (uitgaande van het boven beschreven eerste idee over de inhoud van de NRD). Op te nemen in NRD Nu beschikbaar? Actie benodigd Beschrijving van hetgeen de provincie met de Omgevingsvisie beoogt Verantwoording van het tot dusver doorlopen traject van beleidsontwikkeling Beschrijving van de manier waarop het beleid van de Omgevingsvisie wordt uitgewerkt in programma s en welke besluiten daartoe genomen moeten worden Ja Nee Nee geen Verantwoordingsdocument nog op te stellen Uitwerken op hoofdlijnen Beschrijving van de manier waarop omgevingsinformatie de uitwerking van het beleid van de Omgevingsvisie gaat ondersteunen en op welke wijze de uitkomsten van monitoring zullen worden ingezet; Nee Uitwerking op hoofdlijnen; daarbij verkennen hoe leefomgevingsfoto (NH2016) periodiek kan worden geupdated Beschrijving op hoofdlijnen van de ontwikkelprincipes in de Omgevingsvisie en de daarin spelende dilemma s; Nee, maar komt beschikbaar uit werkproces komende maanden Aftappen uit dat werkproces Beschrijving van de omgevingsaspecten die in het m.e.r,-traject zullen worden onderzocht, en de diepgang waarmee dit gebeurt; Planning en procedure van het Omgevingsplan en van het daaraan gekoppelde formele m.e.r-traject Deels, omgevingsaspecten zijn al in werkproces benoemd Planning en procedure Omgevingsplan ligt er Reikwijdte en detailniveau van onderzoek in m.e.r.-traject te benoemen m.e.r-planning hieraan te koppelen Tabel 3 2 augustus 2017 WATBF3788-101-100N001D0.1 7/8

2 augustus 2017 WATBF3788-101-100N001D0.1 8/8