Middelburg: 7 juni 2004 AfT, mer: M 4, 055 H 24 Provincie Zeeland Afdeling: Milieuhygiëne ^^^^^^^^^^^^^^^^^ BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Op 29 juli 2003 is een verzoek ingekomen van dhr. H.T.D.J. van Son, handelend onder de naam Goese Metaalhandel te Goes om een vergunning als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, onder b van de Wet milieubeheer. Er hebben diverse aanvullingen plaatsgevonden. 1 AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van de inrichting door het vergroten van de opslagcapaciteit voor accu's van 10 ton naar 20 ton in een speciaal daarvoor bestemde container. Tevens vindt er uitbreiding plaats voor de opslag van oude zeecontainers en stalling van 3 a 4 bedrijfsvoertuigen op een nieuwe locatie aan de Albert-Joachimkade ong. te Goes. De containers zullen op de locatie Westhaven d ij k 9 worden gesloopt en worden afgevoerd voor verschroting. Een enkele goede container zal worden verkocht. Daarnaast zullen op de locatie aan de Albert-Joachimkade maximaal 3 containers opgeslagen worden die gevuld zijn met oud ijzer die klaar staan voor transport naar de verwerker. De inrichting is gelegen aan de Westhavendijk 9 en aan de Albert-Joachimkade ongenummerd te Goes, kadastraal bekend als sectie b, nummers respectievelijk 1830 en 2565. 2 PROCEDURE Voor de voorbereiding van de beschikking is de procedure als bedoeld in afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer gevolgd. 3 COÖRDINATIE a. Wvo Dhr. Van Son beschikt over een vergunning ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. De wijzigingen en de uitbreiding leiden niet tot veranderingen van de lozingen. Aanpassing van de Wvo vergunning is derhalve niet aan de orde. b. Woningwet Er vinden geen bouwkundige uitbreidingen en/of nieuwbouw plaats waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is. 4 MER Bij de onderhavige aanvraag om een vergunning voor opslag van accu's en slopen van zeecontainers is er geen sprake van activiteit die m.e.r.-plichtig is. 5 MILIEUZORGSYSTEEM Dhr. Van Son beschikt niet over een milieuzorgsysteem, zijn bedrijfsvoering is er echter wel op gericht het milieu zo min mogelijk te belasten. Het water, stroom en aardgas verbruik wordt jaarlijks gemeten en geregistreerd. Indien nieuwe apparatuur wordt aangeschaft wordt er gekeken naar energiezuinige apparaten die kosten besparend zijn in hun energie. Daarnaast wordt er periodiek onderhoud gepleegd aan de machines, zoals de kraan, heftruck en auto.
6 OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE AANVRAAG IN RELATIE TOT HET WET- TELIJK TOETSINGSKADER De onderhavige aanvraag is getoetst aan het wettelijk toetsingskader. Hierbij is een splitsing gemaakt tussen een doelmatigheidsbeoordeling en een beoordeling op milieuhygiënische aspecten. Bij de beoordeling op milieuhygiënische aspecten: zijn de bestaande toestand van het milieu, de gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken en de mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen betrokken; is rekening gehouden met de beleidsuitgangspunten en met de geldende richtwaarden (voor zover van toepassing); zijn de geldende grenswaarden, de regels gesteld in een instructie AMvB, de in de provinciale milieuverordening opgenomen instructieregels en de aanwijzingen die met betrekking tot de beslissing op de aanvraag door de Minister zijn gegeven, in acht genomen (voor zover van toepassing). Dit heeft geleid tot het volgende. Algemeen De inrichting van dhr. Van Son is gelegen op een gezoneerd industrieterrein, met de bestemming bedrijven. De gevraagde activiteiten passen binnen dit kader. Bodem en grondwater In 1997 is er op de locatie Albert-Joachimkade door SGS EcoCare B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd in opdracht van Smit Betonfabriek B.V. in het kader van een mogelijke transactie. Omdat het betreffende terreindeel slechts een klein deel uitmaakte van de onderzoekslocatie in 1997, is het verkennend bodemonderzoek door De Bodemonderzoeker in november 2003 geactualiseerd. In het bodemonderzoek van 2003 is op de onderzoekslocatie een sterk verhoogde concentratie PAK aangetoond. Gezien de aangevraagde activiteiten achten wij het vooralsnog niet noodzakelijk een nader onderzoek uit te voeren. De aangevraagde activiteiten (stalling van de bedrijfsvrachtauto of personenwagen, opslag van maximaal 3 zeecontainers gevuld met oud ijzer en opslag van (lege) zeecontainers) worden als niet bodembedreigende activiteiten beschouwd. Er is derhalve geen aanleiding de voorschriften die in de vigerende vergunning zijn opgenomen te wijzigen of aan te vullen. Mocht er toch op enige wijze verontreiniging van de bodem ontstaan, moet al het mogelijke in het werk worden gesteld om verdere verontreiniging te voorkomen en moet de opgetreden verontreiniging ongedaan worden gemaakt. Lucht, stof en stank Gezien de aard van de uitbreiding is het niet te verwachten dat als gevolg van de wijziging emissies naar de lucht zullen plaatsvinden. Stofhinder en stankoverlast vallen evenmin te verwachten. Voor de onderhavige activiteit gelden geen richtwaarden als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer, waarmee bij de beslissing op de aanvraag rekening zou moeten worden gehouden. Geluid Het industrieterrein Haven-Industrieterrein te Goes is op 4 mei 1990 bij Koninklijk besluit gezoneerd. De geluidsemissie van de uitbreiding aan de A. Joachimkade is getoetst aan de zonegrens; tevens is de geluidsbelasting op de gevels van de in de zone gelegen woningen bepaald en getoetst aan de door de minister vastgestelde hogere grenswaarde. Uit deze toets is gebleken dat de bijdrage van uitbreiding aan de totale door alle op het industrieterrein aanwezige bedrijven/fabrieken veroorzaakte geluidsbelasting te verwaarlozen is en niet leidt tot een overschrijding van de maximaal op de zonegrens en op de betrokken woningen toegestane geluidsbelasting van respectievelijk 50 en 55 db(a). De voor de zone en de binnen de zone gelegen woningen geldende grenswaarde wordt derhalve in acht genomen.
Ter beperking van geluidhinder vanaf het perceel aan de Albert Joachimkade zijn de voorschriften 1, 2 en 3 toegevoegd. Afvalwater In de vigerende vergunning van 13 april 2000, kenmerk 003973, is Instructie-regeling lozingsvoorschriften milieubeheer van 15 maart 1996 reeds opgenomen. Het is niet noodzakelijk deze nogmaals in de voorschriften op te nemen. Verkeer Voor de aan- en afvoer van en naar de Albert Joachimkade vinden per dag circa 3 verkeersbewegingen plaats met de eigen vrachtwagen. Daarnaast vinden er per dag ongeveer 3 verkeersbewegingen plaats van particulieren (met personenauto's en aanhanger). Gezien de aanwezige infrastructuur worden er geen verkeerstechnische problemen verwacht. Voor de Westhavendijk zal het aantal verkeersbewegingen iets afnemen, omdat de afvoer van accu's minder frequent zal plaats vinden. Energie Het totale jaarlijkse verbruik van energie bestaat uit 12.046 kwh elektriciteit. Binnen de inrichting wordt 2.500 m 3 aardgas verbruikt. Er wordt geen huisbrandolie gebruikt. De gevraagde wijzigingen en veranderingen leiden niet tot wezenlijke toename van het energieverbruik ten opzichte van de reviserende vergunning. Er is geen aanleiding om voorschriften ten aanzien van de beperking van het gebruik van energie op te nemen. Afvalstoffen De te treffen voorzieningen voor de opslag van 20 ton accu's wordt conform CPR 15-2 ingedeeld in beschermingsniveau 3. Dit niveau voorziet, naast een aantal standaard voorzieningen en maatregelen, in preventieve maatregelen ten behoeve van het voorkomen van calamiteiten en productopvang (lekbakken). In voorschrift 6.4 zijn, voor zover relevant, de van toepassing zijnde hoofdstukken uit de CPR genoemd. Om te voorkomen dat voor elke klant met een accu de opslag container te openen, is buiten de opslagcontainer een accubak geplaatst, in welke de ingezamelde accu's (zogenaamde loopaccu's) van een dag worden verzameld. Aan het eind van de werkdag worden deze accu's naar de opslagcontainer overgebracht. Met onderhavige uitbreidingsvergunning wordt voorschrift 6.2 vervangen en worden de voorschriften 4, 5 en 6 toegevoegd. De zeecontainers worden opgeslagen in afwachting van het slopen ervan op de locatie Albert Joachimkade ong. Op deze locatie mogen maximaal 20 containers worden opgeslagen, waarvan maximaal 3 containers gevuld zijn met oud ijzer in afwachting van afvoer naar een verwerker. Met betrekking tot een correcte omgang van en het ontstaan van afvalstoffen zijn in de vigerende vergunning in hoofdstuk 6 en 9 reeds voldoende voorschriften opgenomen. Grond- en hulpstoffen Ten behoeve van de uitbreiding, treden geen veranderingen op die betrekking hebben op de grond- en hulpstoffen.
(Externe) Veiligheid Als gevolg van de activiteiten binnen de inrichting kunnen onvoorziene ongewone voorvallen plaats vinden, zoals brand en zou het kunnen voorkomen dat een persoon accuzuur over zich heen krijgt uit de oude accu's. De kans hierop of de effecten van een dergelijk voorval zijn niet anders dan in de bestaande situatie. Ten behoeve van de uitbreiding en wijziging is geen aanvulling of wijziging van de bestaande voorschriften noodzakelijk. Ooelmatigheidstoetsing Volgens het door Provinciale Staten van Zeeland op 23 maart 2001 vastgestelde Zeeuwse milieubeleidsplan "Groen licht" 2001-2006" wordt de doelmatigheid getoetst aan de in het landelijk afvalbeheersplan (LAP) opgenomen sector- en capaciteitsplannen. Het LAP is op 3 maart 2003 in werking getreden. Het beleid voor accu's is vastgelegd in sectorplan 30, het beleid voor oud ijzer/staal is vastgelegd in sectorplan 21. /Accu's De minimumstandaard voor de be- en verwerking van samenstellende componenten van accu's is nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik, met uitzondering van bakelietafval dat na verwerking van oude bakeliet accu's resteert. Voor de kunststofcomponenten is de minimumstandaard nuttige toepassing. In aanvulling op de algemeen geldende bepalingen bij vergunningverlening mag uitsluitend een vergunning voor het opslaan afgegeven worden, wanneer voldaan wordt aan de milieuhygiënische eisen conform CPR-richtlijn 15.1 of 15.2. Oud ijzer/staal Voorafgaand aan verdere verwerking worden metaalafvalstoffen bewerkt door middel van schoonmaken, snijden, persen, knippen en shredderen. Deze activiteiten worden vergund aan houders van vergunningen voor het uitsluitend opslaan of be- en verwerken van metaalafvalstoffen. Na de bewerking moeten de metaalafvalstoffen nuttig toegepast worden in de vorm van materiaalhergebruik. Uitval en niet voor hergebruik geschikt metaal moet worden verwijderd. De gevraagde activiteiten passen binnen dit geschetste kader. Het verlenen van de gevraagde vergunning is niet in strijd met het door Provinciale Staten van Zeeland vastgestelde Zeeuws Milieubeleidsplan Groen licht. Dit is geldig tot 31 december 2006. 7 ADVIEZEN NAAR AANLEIDING VAN DE ONTWERP-BESCHIKKING Binnen de daarvoor gestelde termijn zijn naar aanleiding van de ontwerp-vergunning geen adviezen ingekomen. 8 BEDENKINGEN NAAR AANLEIDING VAN DE ONTWERP-BESCHIKKING Binnen de daarvoor gestelde termijn zijn naar aanleiding van de ontwerp-vergunning geen bedenkingen ingekomen. 9 VERGUNNINGTERMIJN De vergunning is aangevraagd tot het einde van de termijn van de revisievergunning en wel tot 13 april 2010.
10 VOORSCHRIFTEN We hebben overwogen dat de nadelige gevolgen van de inrichting voor het milieu, als bedoeld in artikel 8.8 van de Wet milieubeheer, kunnen worden voorkomen, c.q. beperkt door het stellen van de hierna genoemde voorschriften, zodat er geen bezwaren bestaan de vergunning te verlenen. 11 BESLUIT Wij hebben op grond van het bovenstaande besloten om - dhr. H.T.D.J. van Son, handelend onder de naam Goese Metaalhandel de gevraagde vergunning te verlenen en wel tot 13 april 2010, overeenkomstig de aanvraag en de daarbij overgelegde stukken, die bij dit besluit behoren en als zodanig zijn gewaarmerkt, voor zover daarvan niet wordt afgeweken; - Voorschrift 6.2 van de vergunning van 13 april 2000 met kenmerk 003973 te vervangen. Aan deze vergunning verbinden wij de volgende voorschriften.
Het voorschrift 6.2 van de vergunning van 13 april 2000 met kenmerk 003973 wordt vervangen door het hierna volgend voorschrift: 6.2 De opslag van accu's (maximaal 20 ton) dient te geschieden in vloeistofdichte bakken die bestand zijn tegen het aanwezige elektrolyt. Voorschriften behorende bij de beschikking voor dhr. H.T.D.J. van Son, handelend onder de naam Goese Metaalhandel te Goes. 1. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr.LT) veroorzaakt door de in de uitbreiding aan de A. Joachimkade aanwezige installaties, alsmede door binnen de inrichting uitgevoerde werkzaamheden, mag op enig punt, op een afstand van 25 meter van de terreingrens, niet meer bedragen dan 52 db(a) in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur. 2. Onverlet het gestelde in voorschrift 4.7 mogen piekniveaus van het gestandaardiseerd immissieniveau (LAmax = Li-Cm), gemeten in de meterstand 'fast', veroorzaakt door de in de uitbreiding aan de Joachimkade aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting uitgevoerde werkzaamheden mag op een afstand van 25 meter van de terreingrens, niet meer bedragen dan 70 db(a) in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur. 3. Gedurende het laden en lossen mag de motor van het voortuig waarin wordt geladen en/of wordt gelost, niet in werking zijn tenzij het in werking zijn van de motor noodzakelijk is voor het laden en lossen. 4. Ter voorkoming van nadelige gevolgen voor het milieu voldoet de opslagcontainer voor accu's, gesitueerd zoals aangegeven in de vergunningsaanvraag, ten aanzien van de volgende aandachtspunten aan het gestelde in de CPR 15-2 richtlijn: constructie (hoofdstuk 4.1); opslagruimte (hoofdstuk 4.2.2 m.u.v. 4.2.2.7); opvangcapaciteit (hoofdstuk 4.5.4); overige brandpreventieve en repressieve voorzieningen (hoofdstuk 4.9); gebruik opslagplaats (hoofdstuk 4.10); veiligheidssignalering (hoofdstuk 4.14); hygiëne, noodvoorzieningen en EHBO (hoofdstuk 4.18); persoonlijke beschermingsmiddelen (hoofdstuk 4.19); 5. De loopaccu's worden voor maximaal 1 werkdag verzameld in een accubak buiten de opslagcontainer, waarbij tenminste voldaan wordt aan het volgende: de accubak is bestand tegen het aanwezige elektrolyt; de accubak is zodanig geplaatst en uitgevoerd, dat deze beschermd is tegen inregenen; de accu's worden rechtop opgeslagen.
6. De Albert Joachimkade (ongenummerd) wordt uitsluitend gebruikt voor. - de (tijdelijke) stalling van zeecontainers in afwachting van verdere verwerking. Deze containers bevatten geen (rest)producten. Het op enige wijze demonteren of bewerken van de zeecontainers is op het perceel aan de Albert Joachimkade niet toegestaan. - opslag van maximaal 3 gevulde containers met schroot, in afwachting van afvoer naar een erkende verwerker. - Tijdelijke opslag van bouwmaterialen. Stalling van het rijdend materieel behorend bij de inrichting. gedeputeerde staten, namens dezen, Milieuhygiëne
Mededelingen 1. Beroep Wij herinneren belanghebbenden, voor zover nodig, aan het bepaalde in artikel 20.1 van de Wet milieubeheer en artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, op grond waarvan gedurende zes weken vanaf de dag na de dag waarop een exemplaar van de beschikking ter inzage is gelegd, beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Kneuterdijk 22, 2514 EN 's-gravenhage. Het beroepschrift moet in tweevoud worden ingediend. Indien tegen dit besluit beroep wordt ingesteld kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 van de Wet op de Raad van State en artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Dit verzoek moet worden gericht aan de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Kneuterdijk 22, 2514 EN, 's-gravenhage. 2. Een afschrift van dit besluit is toegezonden aan: 1. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Goes; 2. Het Waterschap Zeeuwse Eilanden; 3. De VROM-Inspectie regio Zuid.