De VOC was een handelcompagnie, die winst nastreefde. In de 17e eeuw had de VOC een wereldmonopolie in specerijhandel.

Vergelijkbare documenten
De koloniale relatie Indonesië Nederland kerndeel antwoorden

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Samenvatting Geschiedenis Module 1

Samenvatting Geschiedenis PTA Module 1 Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Geschiedenis Onafhankelijkheid Indonesie

Samenvatting Geschiedenis Nederlands-Indië

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

6.8. Boekverslag door T woorden 18 mei keer beoordeeld. Geschiedenis

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Geschiedenis Nederlands-Indië

Samenvatting Geschiedenis NL en Indonesie

Stofomschrijving thema als onderdeel van het centraal examen geschiedenis vwo en havo 2007 en 2008

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Samenvatting Geschiedenis Module 8: Nederlands- Indië

Om aan die onderlinge concurrentie een einde te maken werd in 1602 de VOC (Verenigde Oostindische

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Samenvatting Geschiedenis Examen 2007 Nederlands Indi (hoofdstuk 1 t/m 3)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme

Hoofdstuk 1: Hoe ontwikkelde de VOC kooplieden tot bestuurders en wat zijn de gevolgen?

7,7. Samenvatting door een scholier 4252 woorden 7 mei keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië

Samenvatting Geschiedenis De koloniale relatie tussen Nederland en Nederlands-Indie

Historische context: Nederlands-Indië in de 19e eeuw

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Samenvatting Geschiedenis Examenstof: Nederlands-Indië, vier eeuwen contact en beïnvloeding

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

4 keer beoordeeld 31 oktober 2015

Examenopgaven VMBO-BB 2003

6,2. Werkstuk door een scholier 3032 woorden 9 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

6,1. Samenvatting door een scholier 4507 woorden 3 juni keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

7,4. Samenvatting door een scholier 4665 woorden 28 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Samenvatting Havo-katern (Wolters Noordhoff)

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I GESCHIEDENIS

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Praktische opdracht Geschiedenis Nederland en Indonesië: vier eeuwen van contact en beinvloeding

5.1: Wat is kolonisatie/imperialisme en welke veranderingen brengt het mee?

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

*POENALE SANCTIE Het recht om koelies (contractarbeiders) streng te straffen Nederland en Indonesië

Samenvatting Geschiedenis Nederlands-Indië 1.1 t/m 2.2

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

Geschiedenis H1 Nederland en Indonesië.

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

BB Leerweg. GS/Kerndeel 4: De koloniale relatie Indonesië Nederland. De kandidaat kan

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Hoorcollege 2. Noord-Zuid Historische aspecten (2) Dekolonisatieprocessen

4,7. Samenvatting door een scholier 7093 woorden 17 mei keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Examenstof 2002

Cargadoors = iemand die in opdracht schepen bevracht en ladingen in ontvangst neemt.

Praktische opdracht Geschiedenis Dekolonisatie

Hoofdvraag: Hoe ontstond Nederlands-Indië en hoe ontwikkelde die kolonie zich tot de zelfstandige republiek Indonesië?

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Samenvatting Geschiedenis geschiedenis samenvatting H4

Samenvatting Geschiedenis Module 8: Hollanders in Indie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Geschiedenis Indonesië

Veel Europese landen (vooral Engeland, Frankrijk, Portugal en Nederland) veroverden veel (overzeese) gebieden, kolonies. Waarom?

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Examen VBO-MAVO-C. Geschiedenis en staatsinrichting

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

7.5. Samenvatting door een scholier 4450 woorden 15 mei keer beoordeeld. Geschiedenis. Geschiedenis Samenvattingen Werkplaats

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Nederland rond > HS1

Praktische opdracht Geschiedenis VOC

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p

verrijking a Familiegeschiedenis Bekijk het fragment en beantwoord de vraag. Wat vind je van zijn verhaal?

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Profielwerkstuk Geschiedenis De geschiedenis van Nederlands-Indië

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

6,8. Politiek. Werkstuk door een scholier 6758 woorden 20 mei keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 De tijd van de televisie en computer: dekolonisatie

Samenvatting Geschiedenis Memo

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Praktische opdracht Geschiedenis Nederlands-Indië

Examenkatern :Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Samenvatting Geschiedenis De Koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indi, CE Examenkatern Wolters Noordhoff

Samenvatting Geschiedenis Nederland en zijn koloni?n

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

Koloniën worden onafhankelijk 10.2

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Transcriptie:

Werkstuk door een scholier 3770 woorden 30 januari 2008 4,7 19 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Nederlands-Indië Inleiding Het gaat om de ontwikkeling van de koloniale relatie tussen Nederland en het gebied dat in Nederland bekend staat als Nederlands-Indië. En daar wordt vanuit Nederlands perspectief naar gekeken. Daarom (chronologisch): 1 ten tijde van de VOC (1602-1799) Indië of Oost-Indië 2 19e en begin 20ste eeuw: Nederlands-Indië. 3 door nationalisering na 1920 en vooral na de uitroeping van de Republiek Indonesië 17-8-1945 Hoofdstuk 1 1500-1800 De VOC In 1595 vond de eerste expeditie vanuit Ned. Richting de specerijenlanden, in Oost, plaats. Daarna werden door zgn. voorcompagnieën vanuit Zeeland en Amsterdam nieuwe expedities ondernemen. Om de onderlinge concurrentie waardoor de prijzen dalen (en de winsten) en inkoopprijzen stijgen te beëindigen en de krachten te bundelen. Werd de VOC opgericht (1602) O.l.v. Jan Pietersz Coen werd in 1619 het bestuurscentrum/hoofdkwartier verplaatst van Ambon naar Batavia. Rond 1625 was de VOC de grootste handelsonderneming in de wereld. Zij haalde specerijen uit de Molukken peper uit Atjeh ed. Britten en Portugezen waren verdreven uit het oosten van Indië. In de 17e eeuw richtte de VOC zich vooral op de Molukken; op het kruidnagelmonopolie. In de 18e eeuw verschoof de aandacht naar Java; koffie en suiker werden belangrijk. Toen slaagde de VOC er ook in eigen machte uit te breiden ten kosten van de macht van de vorsten. Daarnaast had de VOC diverse handelsposten, factorijen. Zeer belangrijk werd in de 17e eeuw de Inter-Aziatische handel; handel tussen landen in Azië waar de VOC flink aan verdiende. De VOC was succesvol; flinke winsten voor de aandeelhouders. Maar in de loop van de 18e eeuw ging het mis door corruptie, gebrek aan kapitaal en concurrentie van de Engelsen. De patriotten afkomstig uit de opkomende burgerij, met Verlichtingsidealen en zonder macht waren voor meer democratisering/ tegen de macht van de stadhouder en de conservatieven prinsgezinden. Zij wilden de VOC opheffen; de toegang op de handel op Indië openstellen voor meer burgers (liberalen) In 1796 ging de VOC failliet en op 1-1-1800 kwam de verantwoordelijkheid voor de bezittingen in Azië aan de staat; de de Bataafse Republiek (Nederland) 1.3 Politiek-economische contacten De VOC was een handelcompagnie, die winst nastreefde. In de 17e eeuw had de VOC een wereldmonopolie in specerijhandel. https://www.scholieren.com/verslag/28882 Pagina 1 van 8

De VOC mocht als enige Ned. Onderneming ten Oosten van Kaap de Goede Hoop handelen (handelsoctrooi). Daarbij kreeg de VOC politieke en bestuurlijke bevoegdheden: zij mochten verdragen sluiten met vorsten, forten bouwen en oorlog voeren. De VOC sloot met inheemse vorsten handelsverdragen; voor de VOC voor onbepaalde tijd voor de vorsten tijdelijk zoland het van politiek belang was misverstanden en geweld. De VOC werd gezien al medestander in de strijd tegen interne rivalen en buitenlandse vijanden. In de Molukken militaire steun in ruil voor specerijenmonopolie leidde soms tot gewelddadige conflicten (Banda) De VOC nam dus niet het bestuur over maar sloot verdragen dit systeem eiste regelmatig politieke militaire inspanningen. Vooral op Java had de VOC weinig contacten met de bevolking. Het contingentenstelsel, de leveringscontracten liepen via de vorsten, die de bevolking soms onder druk zette om meer te verbouwen. 1.4 Cultureel - mentale ontwikkelingen: beïnvloeding aan de oppervlakte Van de Europese cultuur drong behalve wat producten weinig dor aan de vorstenhoven. Op de handelsposten ontstond op het gebied van kleding, voedsel, godsdienst, huiselijk leven ect. Een Indoeuropese mengcultuur. Het aantal Europese vrouwen was beperkt, Nederlandse mannen trouwden of gingen samenwonen met inheemse vrouwen. et grootste deel van de bevolking hing de Islam aan. Behalve op de Molukken waar een deel van de bevolking dankzij de Portugezen RK was- werd niet geprobeerd om de bevolking tot het Christendom te bekeren. De VOC wilde verzet van Islamitische geestelijken voorkomen. Hoofdstuk 2 Van VOC naar Cultuurstelsel 2.1 Oriëntatiekennis De Franse tijd Napoleontische oorlogen in combinatie met Verlichtingsdenkbeelden droeg bij aan de modernisering en staatstructuur. Nationale gevoelens en liberale denkbeelden leidden in 1848 tot grondwetswijzingen (na de Restauratie) en de deelname van meer burgers aan het politiekproces. Vanuit Gr. Brittanië verspreidde de Industriële Revolutie zich na 1800 over West-Europa/VS opkomst industriële samenleving. Dus én politieke en economische ontwikkelingen versterken de positie van de bourgeoisie. 2.2 overgangsperiode 1799-1830 Tijdens de Franse tijd in Nederland waren de contacten met Indië beperkt of verbroken. In 1808 stuurde koning Lodewijk Napoleon de patriot H.V. Daendels als gouverneur-generaal naar Batavia om de kolonie te reorganiseren. Hij streefde naar sterke staatsinvloed en bestreed de macht van de oude regenten (inheemse vorsten) Het feodalisme (herendiensten, pachten) van de inheemse vorsten worden vervangen door een systeem waarbij de boeren op Java landrente (belasting op de rijstoogst) moesten gaan betalen. Maar toen Daendels de Grote Postweg liet aanleggen greep hij terug op feodale tradities: gedwongen herendiensten. Tussen 1811-1816 was Indië in handen van de Engelsen (onder T.S. Raffles) Na 1816 slaagde de Nederlanders er niet in de kolonie winstgevend te maken. De door Koning Willem 1 benoemde G.G.J.D. van der Cappellen (1816-1826) die de Javaanse boer probeerde te beschermen tegen de willekeur van Javaanse vorsten en tegen westerse ondernemers die grond opkochten kreeg de financiën ook niet op orde. De onrust onder de vorsten en bevolking leidde tot: de Java-oorlog (1825-1830) https://www.scholieren.com/verslag/28882 Pagina 2 van 8

2.3 De tijd van het Cultuurstelsel 1830-1870 Prins Diponegoro (zoals Pim Fortyn) maakte de politieke, sociale, economische en godsdienstige onvrede van de islamitische Javanen zichtbaar een voor Ned. Kostbare Java-oorlog economische argumenten gingen een hoofdrol spelen in de discussie over de toekomst van Nederlands-Indië. Om de kolonie winstgevend te maken ontwikkelde Johannes van den Bosch het Cultuurstelsel: exploitatie van Java ten behoeve van de Ned. Schatkist. De bevolking op Java werd gedwongen tropische exportgewassen cultures : koffie, suiker en indigo te verbouwen afstaan aan het koloniale gouvernement in ruil voor plantloon. Om de productie op te voeren kregen Ned. Bestuursambtenaren en inheemse regenten cultuurprocenten. In de overige delen van de archipel (de zgn. Buitengewesten) bleef de Ned. invloed beperkt. 2.4 Toenemende economische invloed van de Nederlandse overheid De Javaanse boeren moesten: 1 verplichte cultures inleveren. 2 herendiensten verrichten bijv. wegenaanleg 3 landrente betalen. Door het cultuurstelsel nam de werkdruk van de Javaanse bevolking toe eigen sawa s konden soms niet bewerkt worden; de suikercultuur putte de grond uit en onttrok water aan de rijstbouw; de cultuurprocenten leidden tot misbruik. De plantlonen leidden tot modernisering, monetarismering (geld in omloop) van de Javaanse economie. Tussen 1830-1845 ging het goed goede oogsten hogere plantlonen meer welvaart. Maar na 1845 slechte oogsten hongersnood Hervorming Cultuurstelsel om de druk op de bevolking te verminderen. Naast het cultuurstelsel was er een inheemse economie gericht op zelfvoorziening en regionale handel. De NHM (=Nederlandse Handel Maatschappij) zorgde voor vervoer en verkoop van de cultuurproducten werden op veilingen verkocht in Ned. opbrengst (=het Batig Slot) kwam in Nederlandse schatkist werd o.a. gebruikt om de infrastructuur in Nederland te verbeteren. 2.5 Versteviging van de politieke contacten Er werd een dualistisch bestuurstelsel ingevoerd. Het Nederlandse en inheemse bestuur functioneerde naast elkaar. Binnenlands bestuur: o.l.v. Gouverneur-generaal, Residenten (provincies) - Regenten Assistent residenten - Controleurs/administrateurs - Dorpshoofden Inlands bestuur: regenten - inheemse vorsten die bestuurden met behulp van plaatselijke vorsten. De regenten werden steeds meer uitvoerders van het Ned. beleid (werktuigen van de koloniale overheersers) maar in de ogen van het volk bleven zij de soevereine vorsten. 2.6 Er was weinig culturele invloed op de Javaanse leefwijze. De groeiende groep Nederlandse koloniale bestuurders nam allerlei Indische leefgewoonten over. Naar buiten Europese kenmerken kleding en taal in de huiselijke kring Aziatische gewoonten. Hoofdstuk 3 1820-1900: Liberalisme en Ethische Politiek. 3.1 Oriëntatiekennis In de 19e eeuw zagen de (geïndustrialiseerde) Europeanen zichzelf als toonaangevend in de wereld op https://www.scholieren.com/verslag/28882 Pagina 3 van 8

politiek, economisch en cultureel gebied. Een aantal Europese staten bouwde een koloniaal rijk op. De contacten met het koloniaal bezit in Azië werd vergemakkelijkt door de opening van het Suez-kanaal in 1869. Nationalisme en blank superioriteitsgevoel speelden een belangrijke rol in het moderne imperialisme de koloniale bevolking moest beschaving bijgebracht worden staten hadden een beschavingsopdracht: de white man s burden of zoals Ned. het formuleerde: de voogdijgedachte. 3.2 Politieke veranderingen: de vesting van het Nederlands gezag in de archipel De buitengrenzen van Ned.-Indië waren in de 19e eeuw internationaal erkend. D relatie met de vorsten was min of meer gestandaardiseerd: militaire steun en politieke waarborgen in ruil voor economische goederen en erkenning van het Ned. gezag. Het gezag werd versterkt in de gebieden die al onder Ned. controle waren. Militaire veroveringen vond men niet echt wenselijk. In de Buitengewesten werd het Ned. gezag op kleine schaal uitgebreid. Het KNIL (= Koninklijk Nederlands-Indisch Leger) ondernam toen korte strafexpedities. (tuchtigen) Aan het eind van de 19e eeuw kwam er een omslag naar een meer imperialistische politiek; Bijv. de Lombokexpeditie (1894) Maar vooral in de Atjeh-oorlog (1873-1913) kwam die nieuwe politiek naar voren. De Atjeeërs voerde een felle guerrillaoorlog tegen het Ned. gezag. Na een langdurige oorlog werd het onder generaal J.B. van Heutsz gepacificeerd en kwam het onder koloniaal bestuur. Voor veel Ned. was deze oorlog een zaak van nationale eer. Onderworpen sultans/vorsten moesten een door Snoeck Hugronje ontworpen korte verklaring tekenen. Zij verklaarde de Ned. heerschappij te accepteren, de regels van het gouvernement volgen en geen zelfstandige buitenlandse politiek te volgen. Het zelfbestuur was beperkt door de Ned. aanwezigheid. 3.3 Economische veranderingen Na 1848 (liberale grondwet!) kwam er in Ned. meer kritiek op het koloniaal bestuur; vooral op het verderfelijke cultuurstelsel. Economisch eigenbelang was minstens zo belangrijk in die kritiek. Deze critici wilden de kolonie openen voor particulier initiatief. En aangezien de liberalen in Ned. de machten hadden gebeurde dat ook. De exploitatie van (ontdekte) grondstoffen als tin, olie en steenkool ging door de Mijnwet van 1850 van de koloniale overheid naar particulieren. Met de Agrarische wet van 1870 werd de kolonie verder geopend voor particulier ondernemerschap. De Suikerwet leidde tot opheffing van de gouvernemtscultures en het Cultuurstelsel ( winst naar de overheid; na 1870 naar particulieren) Na 1870 vestigden zich particuliere bedrijven op Java en in de buitengewesten; de rechten van de bevolking op in de cultuur gebrachte gronden werden gerespecteerd. Op Sumatra werden op niet in cultuur gebrachte gronden! tabaksplantages, later ook koffie- en rubberplantages tot ontwikkeling gebracht. De Nederlandse economie werd meer afhankelijk verbonden met de Indische economie; Nederlandse bedrijven verwerkten grondstoffen o.a. suiker, tabak uit indië; de textiel industrie in Twente zette de katoentjes af in Indië; de scheepsbouw kreeg een impuls door het succes van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM). De KPM zorgde na 1891 voor een netwerk van scheepvaartverbindingen in de archipel; o.a. voor troepentransporten en lijndiensten ( ontsluiting gebieden). Rond 1900 gingen inheemse boeren op Celebes, Sumatra en Borneo ook produceren kleinschalige productie van oa rubber- voor de wereldmarkt. Chinese tussenhandelaren verbonden deze inheemse producenten met de wereldmarkt. Chinezen Europese handelshuizen in de havensteden. https://www.scholieren.com/verslag/28882 Pagina 4 van 8

3.4 Sociale ontwikkelingen Indië na 1870: van een agrarische-feodale samenleving naar een moderne geldeconomie. Veel boeren op Java daalden op de sociale ladder: door de afhankelijkheid van een dalend geldinkomen; door sterke bevolkingsgroei; door belastingdruk; door lage rijstproductie en hongersnood. Dit leidde tot boerenopstanden, tot migratie naar de stad op de plantagegebieden op Sumatra. Omdat de inheemse bevolking niet op de langbouw ondernemingen wilden werken haalden de ondernemers Chinese en Javaanse contractkoelies naar Sumatra. Zij tekenden een wurgcontract: tegen een voorschot 3 jaar voor een planter werken. Arbeidsomstandigheden waren beroerd: slecht eten, strenge straffen, weinig medische verzorging. Met de koelieordonnantie uit 1880 met de poenale sanctie (strenge straffen bij weglopen op overtredingen; koelies waren rechteloos versterkte de overheid de positie van de ondernemers. Rond Deli ontstond een pionierscultuur met een westers superioriteitsgevoel en weinig respect voor de koelies en (de cultuur) van de bevolking. Rond 1900 was er, vooral op Java, sprake van een mengcultuur. Deze tijd werd vaak gezien, herinnert als een harmonieuze tempo doeloe, de goed oude tijd. Maar uit romans komt ook een samenleving met een sociaal systeem naar voren, waarbij Europeanen de basis vormden van een ingewikkelde hiërarchie met vreemde oosterlingen Chinezen en inheemsen. Dat was ook zichtbaar in de rechtspraak: Europees recht, naast de adat en naast het islamitisch recht. (Dus hier geen mengcultuur.) Bovendien veranderden de verhoudingen rond 1900. Toenemende immigratie uit Ned. bedreigde de sociale positie van de Indo-europeanen; die net door onderwijs emancipeerde (net als de Javaanse adel en de chinezen.) De komst van Europese vrouwen en moderne communicatiemiddelen leidden tot Europeanisering van de cultuur van de elite en rong de mengcultuur met o.a. het concubinaat naar de achtergrond. Rond 1920 was de cultuur van de bovenlaag + Indo-europese bevolking in de steden sterk Europees ( ook meer racistisch; superioriteitsgevoelens.) Door de uitbreiding van het Ned. gezag, de culturele verandering en de opkomst van het ind. Nationalisme nam de politiek en radicale spanningen toe. Hoofdstuk 4 1900-1949 Oorzaken van Wo1: nationalisme en imperialisme. Door WO1 werd de West-Europese wereldhegemonie (overheersing) aangetast. De deelname van de VS aan de oorlog was beslissend en de Russische Revolutie (1917) gaf het communisme een machtbasis. Door WO1 moeizaam contact met moederlanden kolonies kreeg het opkomend nationalisme in de koloniën mogelijkheden zich te ontwikkelen; vooral in de jaren 20 veel aanhang; maar het werd onderdrukt door de koloniale machthebbers. De economische crisis (na 1929) leidde tot protectionisme de wereldhandel in grondstoffen stortte in elkaar. Door de crisis toename van antidemocratische bewegingen met extreemnationalistische denkbeelden in Duitsland en Japan een agressieve buitenlandse politiek WO1 WO2 was beslissend voor de dekolonisatie van veel Aziatische landen. De (superieure) Europeanen verdwenen in kampen. De burgerbevolking in bijv. Indonesië werd ingezet voor oorlogsdoeleinden. Einde oorlog door atoombommen. Terugkeer van de Europese mogendheden na WO2 leidde tot hevig verzet. Bij het dekolonisatieproces speelde ook de Koude Oorlog een rol. https://www.scholieren.com/verslag/28882 Pagina 5 van 8

4.2 De Ethische Politiek 1901-1920 Eind 19e eeuw kritiek op het koloniaal beleid o.a. de Max Havelaar van Multatuli. Kuyper pleitte in het beginselprogramma van de ARP (1879) voor de voogdijgedachte: een koloniaal beleid met als doel de Indiërs op te voeden en op termijn zelfstandig te maken. Leidend principe was de associatiegedachte: inpassing van de Indische cultuur in de Europese cultuur resultaat: een nieuwe betere cultuur. Nadat Van Deventer in een artikel betoogde dat Nederland een ereschuld (baten van het cultuurstelsel) aan Ind. Had Ethische politiek: Nederland moet het welzijn en de welvaart van de Ind. Bevolking bevorderen. Dit gebeurde onder de leuze: irrigatie, emigratie en educatie. De modernisering van het Binnenlands en Inheems bestuur leidde tot grotere bemoeienis met het dagelijkse leven van de bevolking. Door de Decentralisatiewet (1903) kreeg een klein aantal Ind. zitting in de gemeente en provincieraden. Op Centraal niveau bracht de Volksraad (1916) zou moeten uitgroeien tot een Ned-Ind parlement beperkte mogelijkheden tot inspraak. Toename onderwijs van kinderen van de Javaanse + Indo-Eur elite emancipatiestreven oprichting nationalistische bewegingen. 1908 de elitair Javaanse Boedi Oetomo: samenwerking met de Ned. om Ned-Indië te ontwikkelen. 1912 de Sarekat Islam grote aanhang: democratisering van het bestuur. Bij het Binnenlands Bestuur meer begrip voor nationalistische bewegingen dan onder de rest van de Ned. in Indië + bevolking in Nederland. 4.3 Gevolgen van Ethische politiek De welvaartspolitiek leidde tot verbetering van de infrastructuur, irrigatieprojecten, landbouwvoorlichting etc. Door de sterke bevolkinggroei + consumptief gebruik van verstrekte kredieten nam de welvaart maar weinig toe. Er kwam onderwijs met schooltypes naar landaard: : desascholen, Europese lagere scholen. De Javaanse Kartini (1879-1904) bepleitte onderwijs voor meisjes. De Javaanse elite en Eur.-Indo profiteren van de beperkte mogelijkheden tot het volgen van hoger onderwijs o.a. Technische Hogeschool in Bandoeng. Maar omdat de aantrekkelijke banen gereserveerd bleven door de blanken bleven de carrièremogelijkheden beperkt. De gezondheidszorg verbeterde o.a. door toedoen van zending/missie door voorlichting over hygiëne/vaccinatieprogramma s. Zending/missie werden na de grondwet van 1848 toegelaten kregen bepaalde gebieden toegewezen (conflicten met islam vermeden). Lang niet iedereen was voor een kersteningspolitiek. In 1907 kwam er een arbeidsinspectie verbetering in de positie van de contractarbeiders (maar de poenale sancties bleef nog lang. De Ethische politiek botste met het naar winststrevende particulier bedrijfsleven. De Ethische Politiek had op Java weinig effect; onderwijs was beperkt; pol. invloed bleef te minimaal voor de naar zelfbestuur strevende nationalisten. 4.4 Politieke ontwikkelingen 1920-1940: De opkomst van het nationalisme Na WO1 kwam de leiding Indische aangelegenheden in de kolonie zelf te liggen; vandaar ook de Volksraad, die in 1935 van adviserend tot medewetgevend orgaan werd verheven. Maar de ongelijke zetelverdeling voor de bevolkingsgroepen bleef bestaan. In de jaren 20 nieuwe nationalistische bewegingen o.a. de PKI (partij Kommunis Indonesia) die streefde naar onafhankelijkheid en naar steun van de arbeiders. In 1926/27 organiseerde de PKI een (mislukte) opstand op Java en Sumatra en werd daarna verboden (duizenden werden gevangen genomen) In 1927 richtte Soekarno en Hatta de Partai Nasional Indonesia (PNI) op, die een nationale ideologie https://www.scholieren.com/verslag/28882 Pagina 6 van 8

ontwikkelde voor een ongedeeld Indonesië streefde (d.m.v. non-coöperatie en massa-actie, naar een onafhankelijke staat Indonesië. Het gouvernement zag de PNI als een bedreiging arresteerde eind 1929 de leiders. Het als reactie op de economische crisis na 1929 gevoerd beleid aanpassingspolitiek stimuleerde het nationalisme. De muiterij op de Zeven Provinciën (1933) leidde opnieuw tot arrestatie en verbanning (naar Boven-Digul) van de PNI-leiders. Een periode van onderdrukking censuur, politie, grote volmachten, volgde. Soertardjo, een gematigde nationalist in de Volksraad slaagde er in 2936 in een petitie aangenomen te krijgen, waarin werd gevraagd om een conferentie te houden over toekomstige zelfstandigheid. De Ned. Overheid legde die naast zich neer. 4.5 Economische ontwikkelingen 1920-1945 Na WO1: Indische economie meer afzet export van grondstoffen in Azië en de VS de Indische economie werd zwaar getroffen door de economische crisis (na 1929); export kelderde (protectionisme + vraag omlaag) en de prijzen van grondstoffen daalden veel meer dan de prijzen van de invoerartikelen. De aanpassingspolitiek van de overheid betekende: grote bezuinigen - aankoop van relatief dure Nederlandse exportproducten. Door de devaluatie van de gulden in 1936 verbeterde de (export) situatie enigszins. Tijdens de Japanse bezetting stond de Ind. economie volledig in dienst van de Japanse (oorlogs)economie Indische grondstoffen _ arbeidkrachten, de romusha ten behoeve van Japan. 4.6 Cultureel-mentale ontwikkelingen Door de uitbreiding van het westerse bedrijfsleven + overheidszorg steeds meer Nederlanders (+vrouwen) naar Indië in combinatie met de moderne communicatie middelen europeanisering van de koloniale cultuur Aziatische cultuurelementen naar de achtergrond positie Indo-europeanen omlaag. Door de uitbreiding van het Nederlandse gezag en de opkomst van het nationalisme nam de spanning tussen de verschillende bevolkingsgroepen toe. De Indische elite kreeg wel meer toegang tot betere posities (kreeg meer kans te emanciperen) de hogere functies binnen het Binnenlands bestuur bleven bij de Nederlanders. De Japanse bezetting betekende een abrupt einde van de Nederlandse aanwezigheid en beïnvloeding. Bij de Japanse invasie nam de Indische bevolking een passieve houding aan er ontstond, een naar later bleek, onoverbrugbare kloof tussen Nederland en Indië. 4.7 Politieke ontwikkelingen 1940-1945: WO2 In mei 1940 werd Nederland bezet regering naar Londen. Nationalisten hoopten op democratisering van bijv. de Volksraad. Maar de regering kwam in 1941 niet verder van een vage belofte over rijksconferentie over de politieke toestand. In maar 1942 werd Nederlands-Indië door Japans bezet. Na een snelle overgave kwam er een eind aan het Nederlands koloniaal gezag en verwenen de onoverwinnelijke: Nederlands uit beeld. De Indische bevolking nam een afwachtende, onverschillige houding aan. Het bestuur kwam in handen van de Jappen. De Jappen organiseerden massaorganisaties en een militair, antiwesterse jeugdbeweging ter ondersteuning van hun beleid/oorlogsinspanningen. Ook de nationalistische beweging werden met beloften over onafhankelijkheid op termijn gepaaid en door de Jappen gebruikt. De Nederlanders verdwenen in krijgsgevangene of interneringskampen. Vanaf eind 1943 werd de situatie daar steeds slechter; gevangenen moesten meewerken aan de Birma-spoorlijn; Nederlandse troostmeisjes https://www.scholieren.com/verslag/28882 Pagina 7 van 8

moesten in bordelen voor Japanse soldaten werken. De anti-nederlandse gevoelens werden door de Japanners versterkt; met name onder jongeren. De concessies (tegemoetkoming) aan de nationalistische beweging werden groter; ook steeds meer bestuurlijke en economische functies voor Indië. De afkeer onder de bevolking van elke vorm van vreemde overheersing arrogante Jappen of Nederlanders werd groter. De Nederlandse regering in Londen ging uit van herstel van het koloniaal gezag en daarna pas eventuele veranderingen, maar. Soms lopen dingen anders. 4.8 Politieke ontwikkelingen1945-1949: de onafhankelijkheidsstrijd Het zal duidelijk zijn dat de VS na WO2 de politiek ging domineren in Azië. Japan capituleert op 15 augustus 1945. Onder druk van de permuda s roepen Soekarno en Hatta op 17 aug. 1945 de onafhankelijke Republiek Indonesië. Nederlandse soldaten/bestuursambtenaren zaken in kampen/australië. Pas na 6 weken landden de eerste soldaten: Britten, die geen oorlog wilden om het Nederlands koloniaal gezag te herstellen zij drongen aan op onderhandelingen tussen Nederlanders en de leiders van de Republiek. Tijdens de volgende maanden, de Bersiap-periode oefende de permuda s terreur uit. De Nederlandse overheid wilde niet met de Republiek onderhandleen; mede omdat Soekarno werd gezien als een collaborateur. Toch kwam het tot onderhandelingen tussen de republiek en luitenant gouverneur-generaal Van Mook in 1946 akkoord van Linggadjati: Nederland erkent het gezag van de Republiek op Java en Sumatra en de Republiek zou samenwerken om een federatieve staat in unieverband met Nederland te vestigen. Maar het compromis werden in feite door geen van bieden ondersteund nieuwe vijandelijkheden. Gevolg: de eerste politionele actie Operatie Product in de zomer van 1947 Doel: heroveren van gebied van de Republiek waar veel ondernemingen lagen na een bestand (stop met vechten) ontstond er een guerrillastrijd met de Republiek controle van de Nederlanders over de veroverde gebieden werd steeds moeizamer. Wreedheden van Indiërs werden beantwoord met Nederlandse excessen (uitspattingen) Nieuwe onderhandelingen leverden niets op. In december 1948 begon de 2e politionele actie. Militair een succes o.a. gevangenneming van Soekarno en Hatta. Maar internationale druk o.a. VS driegde de Marshallhulp aan Nederland te stoppen en verdeeldheid in Nederland leidde ertoe dat Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië moest accepteren. Op 27 december 1949 werd Indonesië een onafhankelijke staat. Maar de dekolonisatie was nog niet voltooid. Nederlandse bedrijven behielden een sterke positie en Nieuw-Guinea werd uitgezonderd van de soevereiniteitsoverdracht. https://www.scholieren.com/verslag/28882 Pagina 8 van 8