Uitgereide hndleiding voor de instllteur + EVLQ05+08CA EHYHBH05AA EHYHBH/X08AA Nederlnds
Inhoudsopgve Inhoudsopgve 1 Algemene veiligheidsmtregelen 4 1.1 Over de doumenttie... 4 1.1.1 Betekenis vn de wrshuwingen en symolen... 4 1.2 Voor de instllteur... 4 1.2.1 Algemeenheden... 4 1.2.2 Plts vn instlltie... 5 1.2.3 Koelmiddel... 5 1.2.4 Wter... 6 1.2.5 Elektrish... 6 1.2.6 Gs... 7 1.2.7 Gsuitltuis... 7 1.2.8 Lokle wetgeving... 7 2 Over het produt 8 3 Over de doumenttie 8 3.1 Over dit doument... 8 3.2 Overziht vn de uitgereide hndleiding voor de instllteur.. 9 4 Over de doos 9 4.1 Overziht: Over de doos... 9 4.2 Buitenunit... 9 4.2.1 De uitenunit uitpkken... 9 4.2.2 Om de toeehoren vn de uitenunit uit te nemen... 10 4.3 Binnenunit... 10 4.3.1 De innenunit uitpkken... 10 4.3.2 Toeehoren uit de innenunit verwijderen... 11 4.4 Gsketel... 11 4.4.1 De gsketel uitpkken... 11 4.4.2 De toeehoren vn de gsketel uitnemen... 11 5 Over de units en opties 12 5.1 Overziht: Over de units en opties... 12 5.2 Identifitie... 12 5.2.1 Identifitielel: Buitenunit... 12 5.2.2 Identifitielel: Binnenunit... 12 5.2.3 Identifitielel: gsketel... 12 5.3 Units en opties omineren... 13 5.3.1 Mogelijke opties voor de uitenunit... 13 5.3.2 Mogelijke opties voor de innenunit... 13 5.3.3 Mogelijke opties voor de gsoiler... 15 5.3.4 Mogelijke ominties vn innenunit en uitenunit... 17 5.3.5 Mogelijke ominties vn innenunit en tnk voor wrm tpwter... 17 6 Voorereiding 17 6.1 Overziht: Voorereiding... 17 6.2 Instlltieplts voorereiden... 17 6.2.1 Vereisten inzke de plts wr de uitenunit geïnstlleerd wordt... 17 6.2.2 Bijkomende vereisten inzke de instlltieplts vn de uitenunit in koude klimten... 18 6.2.3 Vereisten inzke de plts wr de innenunit geïnstlleerd wordt... 19 6.3 De koelmiddelleidingen voorereiden... 19 6.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen... 19 6.3.2 De koelleidingen isoleren... 19 6.4 De wterleidingen voorereiden... 19 6.4.1 Vereisten voor de wteriruits... 19 6.4.2 Formule om de voordruk vn het expnsievt te erekenen... 21 6.4.3 Het wtervolume en wterdeiet ontroleren... 21 6.4.4 De voordruk vn het expnsievt wijzigen... 22 6.4.5 Het wtervolume ontroleren: vooreelden... 22 6.5 De elektrishe edrding voorereiden... 23 6.5.1 Over het voorereiden vn de elektrishe edrding. 23 6.5.2 Over de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief 23 6.5.3 Overziht vn de elektrishe verindingen, ehlve de uitwendige stelmotoren... 23 6.5.4 Overziht vn de elektrishe verindingen voor de uitwendige en inwendige stelmotoren... 24 7 Instlltie 25 7.1 Overziht: Instlltie... 25 7.2 De units openen... 25 7.2.1 Over het openen vn de units... 25 7.2.2 De uitenunit openen... 25 7.2.3 Het deksel vn de shkelkst vn de innenunit openen... 25 7.2.4 De gsketel openen... 26 7.2.5 Het deksel vn de shkelkst vn de gsketel openen... 26 7.3 De uitenunit monteren... 26 7.3.1 Over de montge vn de uitenunit... 26 7.3.2 Voorzorgsmtregelen ij de montge vn de uitenunit... 26 7.3.3 De instlltiestrutuur voorzien... 26 7.3.4 De uitenunit instlleren... 27 7.3.5 Afvoer voorzien... 28 7.3.6 Ervoor zorgen dt de uitenunit niet kn omvllen... 28 7.4 De innenunit monteren... 28 7.4.1 Over het monteren vn de innenunit... 28 7.4.2 Voorzorgen ij het monteren vn de innenunit... 29 7.4.3 De innenunit pltsen... 29 7.5 De gsketel evestigen... 29 7.5.1 De gsketel instlleren... 29 7.5.2 De ondenstieopvngk instlleren... 30 7.6 Condenstieleidingen... 31 7.6.1 Interne nsluitingen... 31 7.6.2 Externe nsluitingen... 31 7.7 De koelmiddelleiding nsluiten... 31 7.7.1 Over het nsluiten vn de koelmiddelleidingen... 31 7.7.2 Voorzorgsmtregelen ij het nsluiten vn koelmiddelleidingen... 32 7.7.3 Rihtlijnen ij het nsluiten vn koelmiddelleidingen. 32 7.7.4 Rihtlijnen voor het uigen vn leidingen... 32 7.7.5 Het uiteinde vn een uis verreden... 33 7.7.6 Het uiteinde vn een uis solderen... 33 7.7.7 Geruik vn de fsluiter en serviepoort... 33 7.7.8 Koelmiddelleiding op uitenunit nsluiten... 34 7.7.9 De koelmiddelleidingen op innenunit nsluiten... 34 7.8 De koelmiddelleiding ontroleren... 34 7.8.1 Over het ontroleren vn de koelmiddelleidingen... 34 7.8.2 Voorzorgsmtregelen ij het ontroleren vn koelmiddelleidingen... 34 7.8.3 Op lekkges ontroleren... 34 7.8.4 Vuümdrogen... 35 7.9 Koelmiddel ijvullen... 35 7.9.1 Over het toevoegen vn koelmiddel... 35 7.9.2 Voorzorgsmtregelen ij het ijvullen vn koelmiddel... 36 7.9.3 Beplen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden... 36 7.9.4 De hoeveelheid eplen om opnieuw volledig te vullen... 36 7.9.5 Extr koelmiddel ijvullen... 36 7.9.6 De lel voor fluorhoudende roeiksgssen evestigen... 36 7.10 De wterleidingen nsluiten... 36 7.10.1 Over het nsluiten vn de wterleidingen... 36 7.10.2 Voorzorgen ij het nsluiten vn de wterleidingen.. 36 7.10.3 De wterleiding op de innenunit nsluiten... 37 7.10.4 De wterleiding op de gsketel nsluiten... 37 7.10.5 Het ruimteverwrmingsiruit vullen... 38 7.10.6 Het wteriruit vn de gsketel openen... 38 7.10.7 De tnk voor wrm tpwter vullen... 38 7.10.8 De wterleidingen isoleren... 38 7.11 De elektrishe edrding nsluiten... 39 2
Inhoudsopgve 7.11.1 Over het nsluiten vn de elektrishe edrding... 39 7.11.2 Voorzorgsmtregelen ij het nsluiten vn elektrishe edrding... 39 7.11.3 Rihtlijnen voor het nsluiten vn de elektrishe edrding... 39 7.11.4 De elektrishe ekeling op de uitenunit nsluiten... 39 7.11.5 Elektrishe edrding nsluiten op de innenunit... 40 7.11.6 De hoofdshkelr vn de innenunit nsluiten... 40 7.11.7 De hoofdshkelr vn de gsketel nsluiten... 41 7.11.8 De ommunitiekel tussen gsoiler en innenunit nsluiten... 41 7.11.9 De geruikersinterfe nsluiten... 42 7.11.10 De fsluiter nsluiten... 43 7.11.11 De elektrishe meter nsluiten... 43 7.11.12 De gsmeter nsluiten... 43 7.11.13 De pomp vn het wrm tpwter nsluiten... 43 7.11.14 De lrm-output nsluiten... 44 7.11.15 De AAN/UIT-output vn de ruimtekoeling/ verwrming nsluiten... 44 7.11.16 De digitle inputs voor het energieverruik nsluiten... 44 7.11.17 De veiligheidsthermostt (norml gesloten ontt) nsluiten... 44 7.12 De gsleidingen nsluiten... 45 7.12.1 De gsleiding nsluiten... 45 7.13 De ketel nsluiten op het shoorsteengssysteem... 45 7.13.1 De gsketel vernderen nr een 80/125 onentrishe nsluiting... 46 7.13.2 De 60/100 onentrishe nsluiting vernderen nr een duele pijpnsluiting... 46 7.13.3 De totle pijplengte erekenen... 47 7.13.4 Apprttegorieën en pijplengtes... 47 7.13.5 Relevnte mterilen... 49 7.13.6 Shoorsteenpijppositie... 50 7.13.7 Isoltie vn de gsuitlt en luhtinlt... 50 7.13.8 Een horizontl shoorsteensysteem pltsen... 51 7.13.9 Een vertil shoorsteensysteem pltsen... 51 7.13.10 Rookpluimeheerkit... 51 7.13.11 Shoorstenen in kruipruimten... 51 7.13.12 In de hndel verkrijgr rookgsmteril (C63)... 51 7.13.13 Over het evestigen vn het rookgsfvoersysteem.. 52 7.14 De instlltie vn de uitenunit voltooien... 53 7.14.1 De instlltie vn de uitenunit voltooien... 53 7.14.2 De uitenunit sluiten... 53 7.15 De instlltie vn de innenunit voltooien... 53 7.15.1 De innenunit sluiten... 53 7.16 Voltooien vn de gsketelinstlltie... 53 7.16.1 De gstoevoer ontluhten... 53 7.16.2 De gsketel sluiten... 54 7.16.3 De fdekplt instlleren... 54 8 Configurtie 54 8.1 Binnenunit... 54 8.1.1 Overziht: Configurtie... 54 8.1.2 Bsisonfigurtie... 57 8.1.3 De gevneerde onfigurtie/optimlistie... 66 8.1.4 Menustrutuur: Overziht geruikersinstellingen... 77 8.1.5 Menustrutuur: Overziht instllteurinstellingen... 79 8.2 Gsketel... 80 8.2.1 Overziht: Configurtie... 80 8.2.2 Bsisonfigurtie... 80 9 Bediening 85 9.1 Overziht: Bediening... 85 9.2 Verwrming... 85 9.3 Wrm tpwter... 85 9.3.1 Stromingsweerstndgrfiek voor wrm tpwteriruit pprt... 86 9.4 Bedrijfsmodi... 86 10 Inedrijfstelling 87 10.1 Overziht: Inedrijfstelling... 87 10.2 Voorzorgsmtregelen ij de inedrijfstelling... 87 10.3 Cheklist voor de inedrijfstelling... 87 10.4 Cheklist tijdens inedrijfstelling... 88 10.4.1 Het minimum deiet ontroleren... 88 10.4.2 De ontluhtingsfuntie... 88 10.4.3 Proefdrien... 89 10.4.4 Stelmotoren proefdrien... 89 10.4.5 De dekvloer vn de vloerverwrming drogen... 90 10.4.6 Een ontluhting vn de gsnvoer uitvoeren... 91 10.4.7 De gsoiler lten proefdrien... 92 11 An de geruiker overhndigen 92 12 Onderhoud en servie 92 12.1 Overziht: onderhoud en servie... 92 12.2 Voorzorgsmtregelen inzke onderhoud... 92 12.2.1 Binnenunit openen... 92 12.3 Controlelijst jrlijks onderhoud vn de uitenunit... 92 12.4 Cheklist voor het jrlijks onderhoud vn de innenunit... 92 12.5 De gsketel demonteren... 93 12.6 De innenknt vn de gsketel reinigen... 94 12.7 De gsketel monteren... 95 13 Opsporen en verhelpen vn storingen 95 13.1 Overziht: Proleemoplossing... 95 13.2 Voorzorgsmtregelen ij het opsporen en verhelpen vn storingen... 96 13.3 Prolemen op sis vn symptomen oplossen... 96 13.3.1 Symptoom: De unit verwrmt of koelt NIET zols verwht... 96 13.3.2 Symptoom: De ompressor strt NIET (ruimteverwrming of verwrming vn het tpwter)... 96 13.3.3 Symptoom: De pomp mkt lwi (vittie)... 97 13.3.4 Symptoom: De drukveiligheidsklep gt open... 97 13.3.5 Symptoom: De wterdrukveiligheidsklep lekt... 97 13.3.6 Symptoom: De ruimte wordt NIET voldoende verwrmd ij lge uitentemperturen... 97 13.3.7 Symptoom: De druk op het ftppunt is tijdelijk norml hoog... 98 13.3.8 Symptoom: de tnkdesinfetiefuntie wordt NIET volledig uitgevoerd (storing AH)... 98 13.3.9 Symptoom: normliteit in oiler gedeteteerd (storing HJ-11)... 98 13.3.10 Symptoom: normliteit in omintie oiler/ hydroox (storing UA-52)... 98 13.3.11 Symptoom: de rnder ontsteekt NIET... 98 13.3.12 Symptoom: de rnder ontsteekt met veel lwi... 98 13.3.13 Symptoom: de rnder trilt... 99 13.3.14 Symptoom: Geen ruimteverwrming door de gsoiler... 99 13.3.15 Symptoom: het vermogen is verminderd... 99 13.3.16 Symptoom: ruimteverwrming ereikt de tempertuur NIET... 99 13.3.17 Symptoom: wrm wter ereikt de tempertuur NIET (geen tnk geïnstlleerd)... 99 13.3.18 Symptoom: wrm wter ereikt de tempertuur NIET (tnk geïnstlleerd)... 99 13.4 Prolemen op sis vn storingsodes oplossen... 99 13.4.1 Storingsodes: Overziht...100 14 Als fvl verwijderen 103 14.1 Overziht: Als fvl verwijderen...103 14.2 Afpompen...103 14.3 Een gedwongen koeling strten en stoppen...103 15 Tehnishe gegevens 104 15.1 Shem vn de leidingen: Buitenunit...104 15.2 Shem vn de leidingen: Binnenunit...105 15.3 Bedrdingsshem: Buitenunit...105 15.4 Bedrdingsshem: Binnenunit...106 15.5 Bedrdingsshem: Gsoiler...110 3
1 Algemene veiligheidsmtregelen 15.6 ESP-urve: Binnenunit... 111 15.7 Tehnishe speifities: gsketel... 112 15.7.1 Algemeen... 112 15.7.2 Gstegorie en toevoerdruk... 112 16 Verklrende woordenlijst 113 17 Tel met lokle instellingen 115 Symool Verklring Lees de montgehndleiding, de geruiksnwijzing en het instrutievel voor de edrding lvorens te eginnen met de instlltie. Lees de serviehndleiding lvorens onderhoudsen serviewerkzmheden uit te voeren. Voor meer informtie, zie de uitgereide hndleiding voor de instllteur en de geruiker. 1 Algemene veiligheidsmtregelen 1.1 Over de doumenttie De doumenttie is oorspronkelijk in het Engels geshreven. Alle ndere tlen zijn vertlingen. Alle in dit doument vermelde voorzorgen etreffen zeer elngrijke punten en dienen dus steeds nuwgezet te worden ngeleefd. De instlltie vn het systeem en lle in de instlltiehndleiding en de uitgereide hndleiding voor de instllteur eshreven hndelingen MOETEN door een erkende instllteur worden uitgevoerd. 1.1.1 Betekenis vn de wrshuwingen en symolen GEVAAR Duidt op een situtie die de dood of ernstige verwondingen ls gevolg heeft. GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Duidt op een situtie die elektroutie kn veroorzken. GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Duidt op een situtie die rndwonden kn veroorzken ls gevolg vn extreem hoge of lge temperturen. GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Duidt op een situtie die een ontploffing kn veroorzken. GEVAAR: GEVAAR VOOR VERGIFTIGING Duidt op een situtie die een vergiftiging kn veroorzken. WAARSCHUWING Duidt op een situtie die de dood of ernstige verwondingen ls gevolg zou kunnen heen. WAARSCHUWING: BESCHERMEN TEGEN VORST Duidt op een situtie die shde n pprtuur of eigendom zou kunnen erokkenen. WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL VOORZICHTIG Duidt op een situtie die kleine of mtige verwondingen ls gevolg zou kunnen heen. Duidt op een situtie die shde n pprtuur of eigendom zou kunnen erokkenen. Duidt op nuttige tips of ijkomende informtie. 1.2 Voor de instllteur 1.2.1 Algemeenheden Indien u twijfels heeft over de instlltie of de ediening vn de unit, neem ontt op met uw deler. Een foute instlltie of evestiging vn pprtuur, uitrustingen of essoires kn elektrishe shokken, een kortsluiting, lekken, rnd of shde n de pprtuur of uitrustingen ls gevolg heen. Geruik enkel essoires, optionele pprtuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Dikin gemkt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dt de mterilen die voor de instlltie en de testen geruikt worden, voldoen n de geldende wetgeving (ovenop de instruties eshreven in de Dikin-doumenttie). VOORZICHTIG Drg gepste persoonlijke eshermingsuitrustingen (eshermende hndshoenen, veiligheidsril, enz.) wnneer u het systeem instlleert of onderhoudt. WAARSCHUWING Sheur plstiekverpkkingen n stukken en gooi deze weg zodt niemnd, kinderen in het ijzonder, ermee kn spelen. Mogelijk risio: verstikking. GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Rk tijdens of net n edrijf GEEN koelmiddelleidingen, wterleidingen of interne onderdelen n. Deze kunnen te wrm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normle tempertuur te komen. Indien u deze toh moet nrken, drg dn eshermende hndshoenen. Rk per ongeluk lekkend koelmiddel NIET n. WAARSCHUWING Neem gepste mtregelen om te eletten dt de unit door kleine dieren ls shuilplts geruikt kn worden. Kleine dieren die in ontt komen met elektrishe onderdelen kunnen storingen, rook of rnd veroorzken. VOORZICHTIG Rk de luhtinlt of de luminiumlmellen vn de unit NIET n. Plts GEEN voorwerpen, pprtuur of uitrustingen ovenop de unit. Zit, klim of st NIET op de unit. 4
1 Algemene veiligheidsmtregelen Werkzmheden n de uitenunit worden est geplnd ij droog weer om wterinsijpeling te voorkomen. Volgens de relevnte wetgeving kn het vereist zijn om ij het produt een logoek te voorzien met minstens: informtie over onderhoud, reprties, resultten vn tests, periodes vn stnd-y, Voorzie ook minstens de volgende informtie op een toegnkelijke plts ij het produt: Instruties voor het stilleggen vn het systeem in noodgevllen Nm en dres vn rndweer, politie en ziekenhuis De nm, het dres en de telefoonnummers overdg en 's nhts om onderhoud te ekomen In Europ iedt EN378 de vereiste informtie voor dit logoek. Voor de Zwitserse mrkt mg de ereiding vn wrm tpwter enkel worden gereliseerd in omintie met een tnk. Wrm tpwter dt rehtstreeks door de gsoiler wordt geleverd, is NIET toegelten. Ps de orrete instellingen toe, zols eshreven in deze hndleiding. Gelieve de volgende Zwitserse reglementeringen en rihtlijnen te volgen: SVGW-gsprinipes G1 voor gsinstllties, SVGW-gsprinipes L1 voor vloeir-gsinstllties, regelgevingen veiligheidsdiensten (ijv. rndvoorshriften). 1.2.2 Plts vn instlltie Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luhtirultie. Controleer of de plts wrop de instlltie moet komen estnd is tegen het totl gewiht en de trillingen vn de instlltie. Module Hyrid-module Gsmodule Gedeelte voor innen (Hyridmodule + gsmodule) Gewiht 30 kg 36 kg Totl gewiht: 66 kg Zorg ervoor dt de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN ventiltieopeningen. Controleer of de unit horizontl stt. Zorg ervoor dt de hittegevoelige muren (ijv. hout) met geshikte isoltie eshermd worden. Lt de gsoiler ALLEEN werken ls voldoende verrndingsluht ngevoerd wordt. Indien de grootte vn het onentrish gsinstlltie met shoorsteenpijp/rookknl n de hnd vn de speifities vn deze hndleiding wordt epld, wordt hiern utomtish voldn en zijn er geen verdere voorwrden wrn de kmer moet voldoen wr het toestel moet worden gepltst. Deze werkwijze is de enige toegestne. Deze gsoiler is NIET edoeld om fhnkelijk te zijn vn de luht in de kmer. Instlleer de unit NIET in een vn de volgende pltsen: In mogelijke explosieve omgevingen. In pltsen met toestellen of mhines die elektromgnetishe golven uitzenden. Elektromgnetishe golven kunnen het esturingssysteem storen, wrdoor de pprtuur sleht kn werken. In pltsen met rndgevr omwille vn lekkende ontvlmre gssen (zols verdunners of enzine), koolstofvezels, ontvlmr stof. In pltsen wr orroderend gs (zols zwveligzuurgs) geprodueerd wordt. Corrosie n de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kn de oorzk zijn dt koelmiddel gt lekken. In dkmers. Op pltsen onderhevig n vorst. De omgevingstempertuur rond de innenunit moet >5 C edrgen. 1.2.3 Koelmiddel Indien vn toepssing. Voor meer informtie, rdpleeg de instlltiehndleiding of de uitgereide hndleiding (voor de instllteur) vn uw toepssing. Controleer of de instlltie vn de koelmiddelleidingen voldoet n de geldende wetgeving. In Europ geldt EN378 ls de vn toepssing zijnde norm. Zorg ervoor dt de lokle leidingen en nsluitingen NIET worden elst. WAARSCHUWING Zet, tijdens testen, het produt NOOIT onder een druk hoger dn de mximl toegestne druk (vermeld op het nmpltje vn de unit). WAARSCHUWING Neem voldoende mtregelen wnneer koelmiddel zou lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wnneer koelgs lekt. Mogelijke risio's: Te hoge koelmiddelonentrties in een gesloten ruimte kunnen leiden tot een gerek n zuurstof. Als koelgs in ontt komt met vuur, kn giftig gs ontstn. GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Afpompen Koelmiddellekken. Als u het systeem wil fpompen en er zit een lek in het koelmiddeliruit: Geruik NIET de utomtishe fpompfuntie vn de unit die l het koelmiddel uit het systeem nr de uitenunit kn sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontrnding en explosie vn de ompressor door luht die in de driende ompressor terehtkomt. Geruik een fzonderlijk ftpsysteem zodt de ompressor vn de unit NIET moet drien. WAARSCHUWING Tp het koelmiddel ALTIJD f. Lt het NIET rehtstreeks vrij in de omgeving. Geruik een vuümpomp om de instlltie leeg te pompen. Controleer of er geen gslekken zijn ls u lle leidingen heeft ngesloten. Geruik stikstof om een gslektest uit te voeren. Vul NIET meer koelmiddel ij dn voorgeshreven om te voorkomen dt de ompressor defet gerkt. Wnneer het koelmiddelsysteem moet worden geopend, MOET het koelmiddel worden ehndeld zols voorgeshreven in de geldende wetgeving. 5
1 Algemene veiligheidsmtregelen WAARSCHUWING Zorg ervoor dt er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mg er ps koelmiddel worden ijgevuld ndt er een lekkgetest en een vuümdroogproedure is uitgevoerd. Zie het typepltje op de unit wnneer koelmiddel in het systeem moet worden ngevuld. Drop stn het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid. De unit werd in de friek met koelmiddel gevuld en sommige systemen moeten, fhnkelijk vn de mt en lengte vn de leidingen, ijkomend met koelmiddel worden gevuld. Geruik uitsluitend gereedshp dt enkel en lleen voor het soort koelmiddel edoeld is om de vereiste drukweerstnd te kunnen grnderen en om te eletten dt vreemde stoffen in het systeem terehtkomen. Vul ls volgt met vloeir koelmiddel: Als Er is een sifonuis (d.w.z. er zou iets zols Met vloeistofvulsifon op de fles moeten stn) Er is GEEN sifonuis Open koelmiddelflessen steeds trg. Dn Vul ij met rehtopstnde fles. Vul ij met de ondersteoven stnde fles. Vul ij met koelmiddel in vloeire vorm. Het koelmiddel in gsvormige fse toevoegen kn de normle werking verstoren. VOORZICHTIG Wnneer het ijvullen vn koelmiddel is voltooid of wnneer u even puzeert, moet u de krn vn het koelmiddelreservoir onmiddellijk dihtdrien. Als de klep NIET onmiddellijk wordt gesloten, kn er extr koelmiddel worden ijgevuld door de resterende druk. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel. 1.2.4 Wter Indien vn toepssing. Voor meer informtie, rdpleeg de instlltiehndleiding of de uitgereide hndleiding (voor de instllteur) vn uw toepssing. Controleer of de kwliteit vn het wter voldoet n de EUrihtlijn 98/83 EC. Vermijd shde door ezinksels en orrosie. Om orrosieve produten en ezinksels te vermijden dienen de geldende tehnologishe voorshriften te worden ngeleefd. Indien het vul- en nvulwter hrd is (>3 mmol/l som vn de lium- en mgnesiumonentrties, erekend ls liumront), dienen er metingen uitgevoerd te worden voor het ontzouten en om de hrdheid te stiliseren. Het geruik vn vul- en nvulwter dt NIET n de vereiste kwliteit voldoet, kn de levensduur vn het toestel nzienlijk verkorten. De geruiker is in dt gevl lleen verntwoordelijk. 1.2.5 Elektrish GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Shkel lle elektrishe voedingen UIT voorleer u het deksel vn de shkelkst verwijdert, elektrishe edrding nsluit of elektrishe onderdelen nrkt. Shkel de elektrishe voeding lnger dn 1 minuut uit en meet de spnning op de nsluitklemmen vn de ondenstoren of elektrishe onderdelen vn de hoofdkring voorleer u een onderhoud uitvoert. De spnning MOET onder de 50 V DC gevllen zijn voorleer u elektrishe onderdelen mg nrken. Rdpleeg het edrdingsshem voor de plts vn de nsluitklemmen. Rk elektrishe onderdelen NIET n met ntte hnden. Lt de unit NIET onewkt hter wnneer het serviedeksel verwijderd is. WAARSCHUWING In de vste edrding moet een hoofdshkelr of een nder middel om uit te shkelen worden voorzien ls dit nog NIET in de friek werd voorzien; deze shkelr MOET worden geïnstlleerd in de vste edrding en dient het ontt vn lle polen volledig te verreken en te voldoen n de vereisten vn de overspnning-tegorie- III-speifitie wnneer hij open stt. WAARSCHUWING Geruik ALLEEN koperdrden. Alle lokle edrding moet voldoen n de geldende wetgeving. Alle lokle edrdingen MOETEN onform met het produt meegeleverd edrdingsshem worden uitgevoerd. Knijp NOOIT geundelde kels smen en ontroleer of ze NIET met leidingen of sherpe rnden in ontt (kunnen) komen. Zorg dt er geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemnsluitingen. Vergeet niet rddrden te leggen. Ard de unit NIET vi een nutsleiding, een piekspnningseveiliging of de rding vn de telefoon. Een onvolledige rding kn een elektrishe shok veroorzken. Geruik hiervoor een prte voedingskring. Geruik NOOIT een elektrishe voeding die met een nder toestel gedeeld wordt. Instlleer zeker de vereiste zekeringen of stroomonderrekers. Plts zeker een rdlekshkelr. Anders estt het gevr dt iemnd een elektrishe shok krijgt of dt er rnd ontstt. Wnneer u de rdlekeveiliging pltst, ontroleer of deze met de inverter omptiel is (estnd tegen hoogfrequente elektrishe ruis), zodt de rdlekeveiliging zih niet onnodig opent. 6
1 Algemene veiligheidsmtregelen Voorzorgsmtregelen ij het leggen vn voedingsedrding: Sluit GEEN edrding vn vershillende diktes n op de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsedrding kn normle hitte veroorzken). Bij het nsluiten vn edrding met dezelfde dikte, volgt u de nwijzingen in de ovenstnde feelding. Geruik de ngewezen voedingsdrd en sluit deze stevig n, org ze vervolgens zodt er vn uiten geen druk op het klemmenord kn worden uitgeoefend. Geruik een pssende shroevendrien voor het vstdrien vn de shroeven vn de klemmen. Met een shroevendrier met kleine kop eshdigt u de shroefkop wrdoor u de shroef niet goed meer vst kunt drien. Als u de shroeven vn de klemmen te vst drit kunt u ze reken. Leg de stroomtoevoerkels op minstens 1 meter fstnd vn televisietoestellen en rdio's om geen interferenties te heen. Afhnkelijk vn de rdiogolven volstt een fstnd vn 1 meter soms niet. WAARSCHUWING Controleer n het eëindigen vn de elektriiteit of lle elektrishe onderdelen en nsluitklemmen in de elektriiteitskst veilig zijn ngesloten. Controleer of lle deksels diht zijn voorleer de unit n te zetten. Alleen vn toepssing ls de elektrishe voeding driefsig is en de ompressor een AAN/UIT-strtmethode heeft. Als een fse zih n een tijdelijke lk-out kn omkeren en de stroomtoevoer gt n en uit terwijl het systeem in edrijf is, instlleer dn pltselijk een eveiligingsiruit tegen fseomkering. Door het systeem in omgekeerde fse te lten drien, kunnen de ompressor en ndere onderdelen stuk gn. 1.2.6 Gs De gsoiler is stndrd ingesteld voor: het gstype vermeld op het identifitiepltje, de gsdruk vermeld op het identifitiepltje. Lt de unit ALLEEN werken ls het gstype en de gsdruk overeenstemmen met deze vermeld op de identifitiepltjes. De gsinstlltie en het npssen vn de gsinstlltie MOETEN uitgevoerd worden: door voor dit soort werk evoegd personeel, onform de geldende voorshriften voor gsinstllties, onform de geldende voorshriften vn de gslevernier, onform de vn krht zijnde lokle en ntionle voorshriften. De oilers die rdgs geruiken MOETEN op een fgeregelde meter worden ngesloten. De oilers die vloeir gs (LPG) geruiken MOETEN op een regelr worden ngesloten. De grootte vn de gstoevoerleiding mg in geen gevl minder dn 22 mm edrgen. De meter of regelr en de leiding nr de meter MOETEN door de gslevernier geontroleerd worden. Dit om te grnderen dt het toestel goed werkt en voldoet n de vereisten inzke gsdeiet en gsdruk. GEVAAR Indien u gs ruikt: el onmiddellijk uw lokle gslevernier en uw instllteur, el (indien vn toepssing) het nummer vn de levernier op de zijknt vn de LPG-tnk, dri de noodkrn diht op de meter/regelr, shkel GEEN elektriiteitshkelrs AAN of UIT, rook NIET en strijk GEEN luifers n, doof lle open vuren, open onmiddellijk lle deuren en rmen, zorg ervoor dt niemnd de etreffende zone kn etreden. 1.2.7 Gsuitltuis De fvoerinstllties MOETEN worden geïnstlleerd of gewijzigd zols eshreven in de fittinginstruties. Elk misruik vn of niet toegestne wijziging op het toestel, de fvoer/shoorsteenpijp/ rookknl of op ijhorende onderdelen en systemen kunnen de grntie doen vervllen. De friknt kn niet nsprkelijk worden gesteld voor de gevolgen vn dergelijke hndelingen, uiten de rehten voorzien door de wet. De onderdelen voor fvoersystemen (shoorsteenpijp/rookknl) die ij vershillende leverniers werden gekoht, mogen NIET worden geomineerd. 1.2.8 Lokle wetgeving Rdpleeg de lokle en ntionle reglementeringen. Lokle voorshriften voor Nederlnd Algemeen: De gehele instlltie moet voldoen n de geldende (veiligheids-) voorshriften, zols vermeld in: Deze instlltievoorshriften. NEN 1087: Ventiltie vn woongeouwen. NEN 3215: Binnenriolering in woningen en woongeouwen. Het ouwesluit. Pltselijke voorshriften vn gemeente, rndweer en nutsedrijven. NPR 1088: Toelihting op NEN 1087. CV-instlltie: De gehele instlltie moet voldoen n de geldende (veiligheids-) voorshriften, zols vermeld in: NEN 3028: Veiligheidseisen voor CV-instllties. Gsinstlltie: De gehele instlltie moet voldoen n de geldende (veiligheids-) voorshriften, zols vermeld in: NEN 8078: 2004 NL: Presttie eisen gs. NEN 1078: 2004 NL: Voorshriften voor rdgsinstllties. NPR 3378: Toelihting op NEN 1078. 7
2 Over het produt Elektrishe instlltie: De gehele instlltie moet voldoen n de geldende (veiligheids-) voorshriften, zols vermeld in: NEN 1010. Drinkwterinstlltie: NEN 1006: Algemene voorshriften voor drinkwter instllties. Rookgsfvoer en luhttoevoer: De rookgsfvoer en luhttoevoerinstlltie moet voldoen n: NEN 2757: Toevoer verrndingsluht en fvoer vn rook verrndingstoestellen in geouwen. NPR 3378: Toelihting op NEN 1078. NEN 8757: Afvoer vn rook vn verrndingstoestellen in geouwen. Beplingsmethoden voor estnde ouw. Lokle voorshriften voor België Voordt u het systeem kunt opstrten, moeten de gs-gerelteerde onderdelen goedgekeurd zijn door een CERGA-geertifieerde instllteur of instelling. De verdeler nvrdt geen nsprkelijkheid voor shde of letsel veroorzkt door het niet (strikt) nleven vn de veiligheidsvoorshriften en -instruties, dn wel door onhtzmheid tijdens het instlleren vn de gswndketel en de eventueel ijhorende essoires. Voor de vershillende disiplines zijn de voorshriften vermeld. Het is ten strengste veroden om ter pltse elsting te regelen in funtie vn de verdeelde gssoort. Algemeen: De instlltie vn deze verwrmingsketel moet door een evoegde instllteur worden uitgevoerd en voldoen n de vn krht zijnde offiiële teksten en reglementeringen: NBN D51-003 NBN B D61-002 NBN D51.004 NBN 61-001 Pltselijke voorshriften vn gemeente, rndweer en nutsedrijven. Het Algemene Reglement op de Elektrishe Instlltie (AREI) Gsinstlltie: De gehele instlltie moet voldoen n de geldende (veiligheids-) voorshriften, zols vermeld in NBN D51-003. Elektrishe instlltie: De gehele instlltie moet voldoen n de geldende (veiligheids-) voorshriften, zols vermeld in AREI. Rookgsfvoer en luhttoevoer: De rookgsfvoer en luhttoevoerinstlltie moet voldoen n NBN B 61-002. 2 Over het produt Het produt (hyridsysteem) estt uit twee modules: wrmtepompmodule, gsoilermodule. Deze modules MOETEN ltijd smen geïnstlleerd en geruikt worden. Wrmtepompmodule Gsoilermodule Dit produt is enkel voor huishoudelijk geruik edoeld. 3 Over de doumenttie 3.1 Over dit doument Bedoeld puliek Erkende instllteurs Doumenttieset Dit doument is een onderdeel vn een doumenttieset. De volledige set omvt: Algemene veiligheidsmtregelen: Veiligheidsinstruties die u moet lezen voorleer tot de instlltie over te gn Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) Instlltiehndleiding voor de wrmtepompmodule: Instlltienwijzingen Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) Instlltiehndleiding voor de gsoilermodule: Anwijzingen voor instlltie en ediening Formt: Ppier (in de doos vn de gsoilerunit) Instlltiehndleiding vn de uitenunit: Instlltienwijzingen Formt: Ppier (in de doos vn de uitenunit) : Voorereiding vn de instlltie, referentiegegevens, enz. Formt: digitle estnden op http://www.dikineurope.om/ support-nd-mnuls/produt-informtion/ 8
4 Over de doos Bijlgeoek met optionele uitrustingen en pprtuur: Additionele informtie over hoe optionele uitrustingen en pprtuur te instlleren Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) + Digitle estnden op http://www.dikineurope.om/support-ndmnuls/produt-informtion/ Ltste herzieningen vn de meegeleverde doumenttie kunnen op de regionle Dikin-wesite of vi uw deler eshikr zijn. De doumenttie is oorspronkelijk in het Engels geshreven. Alle ndere tlen zijn vertlingen. Tehnishe gegevens Een deel vn de reentste tehnishe gegevens is eshikr op de regionle Dikin-wesite (puliek toegnkelijk). De volledige reentste tehnishe gegevens zijn eshikr op het Dikin-extrnet (uthentitie vereist). 3.2 Overziht vn de uitgereide hndleiding voor de instllteur Hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen Over het produt Over de doumenttie Over de doos Over de units en opties Voorereiding Instlltie Configurtie Bediening Inedrijfstelling An de geruiker overhndigen Onderhoud en servie Proleemoplossing Als fvl verwijderen Tehnishe gegevens Verklrende woordenlijst Beshrijving Veiligheidsinstruties die u moet lezen voorleer tot de instlltie over te gn Vereiste omintie vn wrmtepompmodule en gsoilermodule Welke doumenttie estt er voor de instllteur De units uitpkken en hun essoires verwijderen De units identifieren Mogelijke ominties vn units en opties Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen voorleer on site te gn Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem te instlleren Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem n instlltie ervn te onfigureren Bedrijfsmodi vn de gsoilermodule Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem op te leveren ndt het werd geonfigureerd Dit hoofdstuk eshrijft wt n de geruiker moet worden uitgelegd en overhndigd Dit hoofdstuk eshrijft de mnier wrop de units onderhouden moeten worden Dit hoofdstuk eshrijft wt te doen indien er prolemen zijn Dit hoofdstuk eshrijft hoe het systeem ls fvl fgevoerd kn worden Dit hoofdstuk evt de speifities vn het systeem Hierin worden termen gedefinieerd Hoofdstuk Tel met lokle instellingen 4 Over de doos Beshrijving Tel die door de instllteur moet worden ingevuld en die ndien moet ewrd worden om deze lter te kunnen rdplegen Let op: De uitgereide hndleiding voor de geruiker evt tevens een tel met instllteurinstellingen. Deze tel moet door de instllteur worden ingevuld en n de geruiker worden overhndigd. 4.1 Overziht: Over de doos In dit hoofdstuk worden de stppen eshreven die u moet uitvoeren ndt de dozen met de uitenunit, de innenunit en de gsketel ter pltse zijn geleverd. Het evt informtie over: Uitpkken en omgn met de units Aessoires vn de units verwijderen Houd rekening met de volgende zken: De unit MOET ij de levering geontroleerd worden op eshdigingen. Elke vorm vn eshdiging MOET onmiddellijk n de shdeverntwoordelijke vn de trnsporteur gemeld worden. Breng de verpkte unit zo diht mogelijk ij de uiteindelijke instlltieplts om eshdiging tijdens het trnsport te voorkomen. Mk de weg wrlngs u de unit nr innen zult rengen op voorhnd klr. 4.2 Buitenunit 4.2.1 De uitenunit uitpkken 9
4 Over de doos 1 4.3 Binnenunit 4.3.1 De innenunit uitpkken 2 4.2.2 Om de toeehoren vn de uitenunit uit te nemen 1 Hef de uitenunit op. VOORZICHTIG Hnteer de uitenunit enkel op de volgende mnier: 57kg 2 Neem de toeehoren op de odem vn de verpkking. 1 1 1 2 d Instlltiehndleiding, geruiksnwijzing, ijlgeoek voor optionele pprtuur, eknopte instlltiegeleiding, lgemene veiligheidsmtregelen, ketelommunitiekel, drukverminderr-essoireset. Ansluitstukken voor de gsketel d Instlltiehndleiding vn de uitenunit Lel over de gefluoreerde roeiksgssen Meertlig lel over de gefluoreerde roeiksgssen Montgeplt vn de unit Gooi het ovenste krtonnen deksel NIET weg. Het instlltieshem stt fgedrukt op de uitenzijde vn dit krtonnen deksel. 10
4 Over de doos 4.3.2 Toeehoren uit de innenunit verwijderen 1 Verwijder de essoires zols eshreven in "4.3.1 De innenunit uitpkken" op pgin 10. De instlltiehndleiding, de geruiksnwijzing, het ijlgeoek voor optionele pprtuur, de lgemene veiligheidsmtregelen, de eknopte instlltiegeleiding, en de ketelommunitiekel evinden zih in het ovenste gedeelte vn de doos. De nsluitstukken voor de gsketel zijn evestigd n de wterleiding. d e f g d e f g Algemene veiligheidsmtregelen Bijlgeoek met optionele uitrustingen en pprtuur Instlltiehndleiding vn de innenunit Geruiksnwijzing Beknopte instlltiegeleiding Ansluitstukken voor gsketel Communitiekel ketel 4.4 Gsketel 4.4.1 De gsketel uitpkken Plts de gsoiler zo diht mogelijk ij de instlltiepositie voor u deze uitpkt. 2 1 WAARSCHUWING Sheur plstiekverpkkingen n stukken en gooi deze weg zodt niemnd, kinderen in het ijzonder, ermee kn spelen. Mogelijk risio: verstikking. 4.4.2 De toeehoren vn de gsketel uitnemen 1 Neem de toeehoren eruit. 11
5 Over de units en opties EV Code Uitleg Europese split uitenpr-wrmtepomp L Lge wtertempertuur omgevingszone: 10~ 20 C Q Koelmiddel R410A 05 Cpiteitklsse CA V3 Modelserie Elektrishe voeding 5.2.2 Identifitielel: Binnenunit Plts Bevestigingsstrook Condenstieopvngk Montgehndleiding en geruiksnwijzing 5 Over de units en opties 5.1 Overziht: Over de units en opties Dit hoofdstuk evt informtie over: De uitenunit identifieren De innenunit identifieren De gsketel identifieren Buiten- en innenunits omineren De uitenunit omineren met opties De innenunit omineren met opties De gsketel omineren met opties 5.2 Identifitie Modelidentifitie Vooreeld: E HY HBH 05 AA V3 Code Beshrijving E Europees model HY Hyrid-innenunit HBH HBH=Hydroox enkel verwrming HBX=Hydroox verwrming en koeling 05 Cpiteitklsse AA Modelserie V3 Elektrishe voeding 5.2.3 Identifitielel: gsketel Plts Wnneer meerdere units gelijktijdig geïnstlleerd of onderhouden worden, let op de serviepnelen NIET te verwisselen tussen vershillende modellen. 5.2.1 Identifitielel: Buitenunit Plts Modelidentifitie Vooreeld: EV L Q 05 CA V3 12
5 Over de units en opties Modelidentifitie d ef r s h g k l m n o p q No: Anno: Type: NOx lsse: PIN: G.C.: SVGW: d e f g h i j k l m n o p q r s Qnw(net) PMW Qn (net) Pn PMS Tmx Condensing oiler kw r kw kw r C 0063 2013 Model Serienummer Produtiejr Apprttype NOx-klsse PIN-nummer: ngegeven kstreferentie Lnd vn estemming Gssoort Gsnvoerdruk (mr) Apprttegorie Uitgng wrmtepomp voor wrm tpwter (kw) Mximle druk voor wrm tpwter (r) Wrmte-uitgng (verwrmen vn ruimten) (kw) Nominl vermogen (kw) Mximle druk voor verwrmen vn ruimten (r) Mximle stromingstempertuur ( C) Elektrishe voeding GCN (Gs Counil)-nummer SVGW-nummer 5.3 Units en opties omineren 5.3.1 Mogelijke opties voor de uitenunit Lekk (EKDP008CA) De lekk is nodig om de uitenunit f te lten. De lekkkit evt: Lekk Instlltiermen Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de lekk. Lekkverwrming (EKDPH008CA) De lekkverwrming is nodig om te eletten dt de lekk evriest. Er wordt gedviseerd deze optie te instlleren in koudere streken met mogelijk lge omgevingstemperturen of hevige sneeuwvl. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de lekkverwrming. i j Als de lekkverwrming geruikt wordt, MOET de jumper JP_DP op de servie-printplt op de uitenunit doorgesneden worden. Ndt u de jumper het doorgesneden, MOET u de uitenunit resetten om deze funtie in te shkelen. U-profielen (EKFT008CA) De U-profielen zijn instlltiermen wrop de uitenunit kn worden gepltst. Er wordt gedviseerd deze optie te instlleren in koudere streken met mogelijk lge omgevingstemperturen of hevige sneeuwvl. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de uitenunit. 5.3.2 Mogelijke opties voor de innenunit Geruikersinterfe (EKRUCBL*) De geruikersinterfe en een eventuele ijkomende geruikersinterfe zijn ls optie eshikr. De seundire geruikersinterfe kn worden ngesloten: Om eide te heen: om een ediening te heen diht ij de innenunit, om ls kmerthermostt te dienen in de voornmste te verwrmen ruimte. Om een interfe met ndere tlen te heen. De volgende geruikersinterfes zijn eshikr: EKRUCBL1 evt de volgende tlen: Duits, Frns, Nederlnds, Itlins. EKRUCBL2 evt de volgende tlen: Engels, Zweeds, Noors, Fins. EKRUCBL3 evt de volgende tlen: Engels, Spns, Grieks, Portugees. EKRUCBL4 evt de volgende tlen: Engels, Turks, Pools, Roemeens. EKRUCBL5 evt de volgende tlen: Duits, Tsjehish, Sloveens, Slovks. EKRUCBL6 evt de volgende tlen: Engels, Krotish, Hongrs, Ests. EKRUCBL7 evt de volgende tlen: Engels, Duits, Russish, Deens. Er kunnen vi PC-softwre tlen op de geruikersinterfe geüplod worden of tlen kunnen ook vn de ene geruikersinterfe nr de ndere gekopieerd worden. Voor instlltie-instruties, zie "7.11.9 De geruikersinterfe nsluiten" op pgin 42. Vereenvoudigde geruikersinterfe (EKRUCBS) De vereenvoudigde geruikersinterfe mg lleen in omintie met de hoofdgeruikersinterfe worden geruikt. De vereenvoudigde geruikersinterfe werkt ls kmerthermostt en moet in de kmer worden gepltst wrvn de tempertuur moet worden geregeld. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding en geruiksnwijzing vn de vereenvoudigde geruikersinterfe. Kmerthermostt (EKRTWA, EKRTR1, RTRNETA) U kunt een optionele kmerthermostt op de innenunit nsluiten. Deze thermostt kn met drd zijn (EKRTWA) of drdloos (EKRTR1 en RTRNETA). Thermostt RTRNETA kn lleen worden geruikt ij lleen-verwrmingsystemen. 13
5 Over de units en opties Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de kmerthermostt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Afstndsensor voor drdloze thermostt (EKRTETS) U kunt een drdloze innentempertuursensor (EKRTETS) lleen in omintie met de drdloze thermostt (EKRTR1) geruiken. Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de kmerthermostt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Digitle I/O-printplt (EKRP1HB) De digitle I/O-printplt is nodig om de volgende signlen te leveren: Alrmuitgng Uitgng ruimteverwrming/koeling AAN/UIT Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de digitle I/O-printplt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Vrg-printplt (EKRP1AHTA) Om geruik te kunnen mken vn de energieesprende esturing vi digitle inputs moet u de vrg-printplt instlleren. Voor instlltie-instruties, zie de montgehndleiding vn de vrgprintplt en het ijlgeoek voor optionele pprtuur. Afstndinnensensor (KRCS01-1) Stndrd wordt de inwendige geruikersinterfesensor ls kmertempertuursensor geruikt. Optioneel kn de fstndinnensensor gepltst worden om de kmertempertuur vnuit een ndere plts te meten. Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fstndinnensensor en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. De fstndinnensensor kn lleen geruikt worden wnneer de geruikersinterfe met de kmerthermosttfuntie geonfigureerd is. U kunt lleen hetzij de fstndinnensensor, hetzij de fstnduitensensor nsluiten. Afstnduitensensor (EKRSCA1) Stndrd wordt de sensor in de uitenunit geruikt om de uitentempertuur te meten. Optioneel kn de fstnduitensensor gepltst worden om de uitentempertuur te meten vnuit een ndere plts (ijv. om geen diret zonliht te heen) om ldus een eter systeemgedrg te heen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fstnduitensensor. U kunt lleen hetzij de fstndinnensensor, hetzij de fstnduitensensor nsluiten. PC-onfigurtor (EKPCCAB) De PC-kel mkt een verinding tussen de shkelkst vn de innenunit en een PC. Hij iedt de mogelijkheid vershillende tlestnden te uploden nr de geruikersinterfe en innenprmeters nr de innenunit. Voor de eshikre tlestnden, neem ontt op met uw lokle deler. De softwre en ijhorende geruiksnwijzingen zijn eshikr op http://www.dikineurope.om/support-nd-mnuls/softwredownlods/. Voor de nwijzingen etreffende de instlltie, rdpleeg de instlltiehndleiding vn de PC-kel en de "8 Configurtie" op pgin 54. Wrmtepomponvetor (FWXV) Om ruimteverwrming/-koeling te kunnen leveren, kunnen wrmtepomponvetoren (FWXV) worden geruikt. Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de wrmtepomponvetoren en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Solrkit (EKSRPS3) De solrkit is vereist om de zontoepssing op de wrmtpwtertnk n te sluiten. Voor de instlltie ervn, zie de instlltiehndleiding vn de solrkit en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Wrmtpwtertnk De tnk voor wrm tpwter kn op de innenunit ngesloten worden om wrm tpwter te ekomen. De polypropyleentnk kn in de volgende 2 versies geleverd worden: EKHWP300B: 300 l. EKHWP500B: 500 l. Geruik de gepste nsluitkit voor de tnk (EKEPHT3H), zols eshreven in het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Ansluitkit voor de tnk (EKEPHT3H) Geruik de nsluitkit om de wrmtpwtertnk op de innenunit n te sluiten. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de nsluitkit. Lekkkit (EKHYDP1) De lekkkit is vereist voor de units met verwrming/koeling. Deze kit moet NIET geruikt worden voor de units met enkel verwrming. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de lekkkit. Bevestigingskit (EKHYMNT1A, EKHYMNT2A, EKHYMNT3A) Bevestiging voor eenvoudige instlltie vn het hyridsysteem (wrmtepompmodule + gsoilermodule). Voor de seletie vn de juiste kit, zie de omintietel. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de evestigingskit. Vulluskit (EKFL1A) Vullus voor eenvoudig vullen vn het wteriruit. Deze kit kn lleen in omintie met de evestigingskit worden geruikt EKHYMNT1A. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de vulluskit. Klepkit (EKVK1A, EKVK2A, EKVK3A) Een set vn kleppen om de lokle leidingen gemkkelijk n te kunnen sluiten. Voor de nsluiting vn de juiste kit, zie de omintietel. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de klepkit. Herirultiethermistor (EKTH2) Kit voor herirultie vn het wter in de gsoiler. Geruik deze kit lleen wnneer er geen tnk voor wrm tpwter is geïnstlleerd. Ansluitkit voor tnk vn derden (EKHY3PART) Geruik de nsluitkit om een tnk vn derden n te sluiten op het systeem. De nsluitkit estt uit een thermistor en een 3-wegklep. Ansluitkit voor tnk vn derden met ingeouwde thermostt (EKHY3PART2) Kit voor de nsluiting vn een tnk vn derden met ingeouwde thermostt op het systeem. De kit zet een thermosttverzoek vn de tnk om in een wrmtpwterverzoek voor de innenunit. 14
LAN-dpter voor smrtphoneediening + Smrt Gridtoepssingen (BRP069A61) U kunt deze LAN-dpter instlleren om: Het systeem vi een smrtphone-pp te edienen. Het systeem in diverse Smrt Grid-toepssingen te geruiken. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de LAN-dpter. LAN-dpter voor smrtphoneediening (BRP069A62) U kunt deze LAN-dpter instlleren om het systeem vi een smrtphone-pp te edienen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de LAN-dpter. 5.3.3 Mogelijke opties voor de gsoiler Voornmste opties Shermplt oiler (EKHY093467) Shermplt om de leidingen en kleppen vn de gsoiler te eshermen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de shermplt. Gsonversiekit G25 (EKPS076227) Kit voor onversie vn de gsoiler voor geruik met gstype G25. Gsonversiekit G31 (EKHY075787) Kit voor onversie vn de gsoiler voor geruik met gstype G31 (propn). Duele-pijponversiekit (EKHY090707) Kit voor onversie vn een onentrish rookgssysteem nr een duele-pijpsysteem. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de duele-pijponversiekit. 80/125 onentrishe nsluitkit (EKHY090717) Kit voor onversie vn 60/100 onentrishe rookgsnsluitingen nr 80/125 onentrishe rookgsnsluitingen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de onentrishe nsluitkit. Rookgsklepfsluiter (EKFGF1A) Terugslgklep voor geruik in rookgssystemen met meerdere oilers. Deze klep kn lleen worden geruikt in systemen die geruikmken vn rdgs (G20, G25) en kn NIET worden geruikt in systemen die geruikmken vn propn (G31). Andere opties Aessoires Onderdeelnumme r Beshrijving EKFGP6837 Dkeindstuk PP/GLV 60/100 AR460 EKFGS0518 EKFGS0519 Regenpltje steil P/GLV 60/100 18-22 Regenpltje steil P/GLV 60/100 23-17 EKFGP7910 Regenpltje steil PF 60/100 25-45 EKFGS0523 EKFGS0524 Regenpltje steil P/GLV 60/100 43-47 Regenpltje steil P/GLV 60/100 48-52 Aessoires Onderdeelnumme r EKFGS0525 EKFGP1296 EKFGP6940 EKFGP2978 EKFGP2977 EKFGP4651 EKFGP4652 5 Over de units en opties Beshrijving Regenpltje steil P/GLV 60/100 53-57 Regenpltje vlk luminium 60/100 0-15 Regenpltje vlk luminium 60/100 Kit met muureindstuk PP/GLV 60/100 Kit met muureindstuk lg profiel PP/GLV 60/100 Verlengstuk PP/GLV 60/100 500 mm Verlengstuk PP/GLV 60/100 1000 mm EKFGP4664 Bohtstuk PP/GLV 60/100 30 EKFGP4661 Bohtstuk PP/GLV 60/100 45 EKFGP4660 Bohtstuk PP/GLV 60/100 90 EKFGP4667 EKFGP4631 EKFGP1292 EKFGP1293 EKFGP1294 EKFGP1295 EKFGP1284 Meet-T-stuk met inspetiepneel PP/GLV 60/100 Muureugel Ø100 Kit met muureindstuk PP/GLV 60/100 Kit met muureindstuk lg profiel PP/GLV 60/100 Rookpluimeheerkit 60 (enkel UK) Shoorsteenshot 60 (enkel UK) PMK ohtstuk 60 90 (enkel UK) EKFGP1285 PMK ohtstuk 60 45 (2 stukken) (enkel UK) EKFGP1286 PMK verlengstuk 60 L=1000 omvt eugel (enkel UK) EKFGW5333 EKFGW6359 EKFGP4801 EKFGP4802 Regenpltje vlk luminium 80/125 Kit met muureindstuk PP/GLV 80/125 Verlengstuk PP/GLV 80/125 500 mm Verlengstuk PP/GLV 80/125 1000 mm EKFGP4814 Bohtstuk PP/GLV 80/125 30 15
5 Over de units en opties Aessoires Onderdeelnumme r Beshrijving EKFGP4811 Bohtstuk PP/ALU 80/125 45 Aessoires Onderdeelnumme r Beshrijving EKFGP6316 Adpter flex-vst PP 100 EKFGP4810 Bohtstuk PP/ALU 80/125 90 EKFGP6337 Steuneugel ovenknt roestvrij stl Ø100 EKFGP4820 Inspetieohtstuk Plus PP/ ALU 80/125 90 EPDM EKFGP6346 Verlengflex PP 100 L=10 m EKFGP6864 Dkeindstuk PP/GLV 80/125 AR300 RAL 9011 EKFGP6349 Verlengflex PP 100 L=15 m EKFGT6300 EKFGT6301 Regenpltje steil P/GLV 80/125 18-22 Regenpltje steil P/GLV 80/125 23-27 EKFGP7909 Regenpltje steil PF 80/125 25-45 RAL 9011 EKFGP6347 Verlengflex PP 100 L=25 m EKFGP6325 Connetor flex-flex PP 100 EKFGT6305 EKFGT6306 EKFGT6307 EKFGP1297 Regenpltje steil P/GLV 80/125 43-47 Regenpltje steil P/GLV 80/125 48-52 Regenpltje steil P/GLV 80/125 53-57 Regenpltje vlk luminum 80/125 0-15 EKFGP5197 Bovenste stuk voor shoorsteen PP 130 met shoorsteenpijp EKFGS0252 Adpter flex-vst PP 130 EKFGP6353 Steuneugel ovenknt roestvrij stl Ø130 EKFGP6368 T-flex 100 oilernsluiting set 1 EKFGS0250 Verlengflex PP 130 L=130 m EKFGP6354 Flex 100-60 + steunohtstuk EKFGP6366 Connetor flex-flex PP 130 EKFGP6215 T-flex 130 oilernsluiting set 1 EKFGP1856 Flex-kit PP Ø60-80 EKFGS0257 Flex 130-60 + steunohtstuk EKFGP4678 Shoorsteennsluiting 60/100 EKFGP4678 Shoorsteennsluiting 60/100 EKFGP2520 Flex-kit PP Ø80 EKFGP5461 Verlengstuk PP 60 500 EKFGP4828 Shoorsteennsluiting 80/125 EKFGP5497 Bovenste stuk voor shoorsteen PP 100 met shoorsteenpijp EKFGP6340 Verlengflex PP 80 L=10 m 16
6 Voorereiding Aessoires Onderdeelnumme Beshrijving r EKFGP6344 5.3.4 Mogelijke ominties vn innenunit en uitenunit Verlengflex PP 80 L=15 m Buitenunit EKFGP6341 Verlengflex PP 80 L=25 m EHYHBH05 EHYHBH08 EHYHBX08 EVLQ05CAV3 O EVLQ08CAV3 O O Mogelijke ominties vn innenunit en tnk voor wrm tpwter 5.3.5 EKFGP6342 Binnenunit Verlengflex PP 80 L=50 m Binnenunit Wrmtpwtertnk EKHWP300B + EKHWP500B EKFGP6324 Connetor flex-flex PP 80 EKFGP6333 Afstndsstuk PP 80-100 EKFGP4481 Bevestiging Ø100 EKFGV1101 Shoorsteennsluiting 60/10 luhtinlt Dn.80 C83 EHYHBH05 O EHYHBH08 O EHYHBX08 O 6 Voorereiding 6.1 Overziht: Voorereiding In dit hoofdstuk wordt eshreven wt u moet doen en wt u moet weten lvorens u ter pltse gt. Het evt informtie over: EKFGV1102 Set nsluiting 60/10-60 Rook-/ Luhtinlt Dn.80 C53 De instlltieplts voorereiden De koelmiddelleidingen voorereiden EKFGW4001 Extensie P BM-Luht 80 500 De wterleidingen voorereiden De elektrishe edrding voorereiden EKFGW4002 EKFGW4004 Extensie P BM-Luht 80 1000 Extensie P BM-Luht 80 2000 Instlltieplts voorereiden 6.2 Instlleer de unit NIET op een plts die vk ls werkplts wordt geruikt. Wnneer ouwwerken (ijv. slijpwerk) worden uitgevoerd wrij veel stof wordt geprodueerd, MOET de unit worden fgedekt. Kies een instlltieplts met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te kunnen drgen. EKFGW4085 Bohtstuk PP BM-Luht 80 90 EKFGW4086 Bohtstuk PP BM-Luht 80 45 6.2.1 Vereisten inzke de plts wr de uitenunit geïnstlleerd wordt EKGFP1289 Lees tevens de volgende vereisten: Bohtstuk PP/GALV 60/100 50 Algemene vereisten voor de instlltieplts. Zie hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. Vereisten voor de koelmiddelleidingen (lengte, hoogtevershil). Zie ook verder in dit hoofdstuk over de voorereiding. Kit horizontl lg profiel PP/ GLV 60/100 (lleen UK) Voor extr onfigurtie-opties voor het rookgssysteem, g nr http://fluegs.dikin.eu/. Houd rekening met de volgende rihtlijnen inzke de enodigde ruimte: >250 >350 >250 1200 Voor de pltsing vn het mteril vn het rookgsfvoer- en luhttoevoerknl, zie de hndleiding die met het mteril werd meegeleverd. Neem ontt op met de friknt vn het etreffende rookgsfvoer- en luhttoevoerknl voor uitgereide tehnishe informtie en de speifieke montge-instruties. (mm) (mm) >250 >350 EKGFP1299 Luhtuitlt Luhtinlt 17
6 Voorereiding Stpel de units NIET op elkr op. Hng de unit NIET n een plfond. Hevige wind ( 18 km/u) die tegen de luhtuitlt vn de uitenunit lst, veroorzkt kortsluiting (luhtnzuiging of -uitls). Dit kn de volgende gevolgen met zih meerengen: een vermindering vn de piteit in edrijf; een snellere en meer regelmtige ijsvorming tijdens het verwrmen; stilvllen door een te lge of een te hoge druk; een geroken ventiltor (ls hevige wind onstnt tegen de ventiltor lst, kn deze eginnen zeer snel te drien en n een tijdje reken). Er wordt gedviseerd een stootplt te monteren wnneer de luhtuitlt n wind lootgesteld is. Instlleer ij voorkeur de uitenunit met de luhtuitlt nr de muur geriht en NIET rehtstreeks n wind lootgesteld. Instlleer de uitenunit uit rehtstreekse zeewind. Vooreeld: Ahter het geouw. Instlleer een fsherming tegen de wind ls de uitenunit n rehtstreekse zeewind wordt lootgesteld. Hoogte vn fsherming tegen wind 1,5 hoogte vn uitenunit Let ij de instlltie vn de fsherming tegen de wind op de vereisten inzke de servieruimte. d d d Zeewind Geouw Buitenunit Afsherming tegen wind De uitenunit is ontworpen om lleen uiten geïnstlleerd te worden ij omgevingstemperturen vn 10~43 C in de koelstnd en vn 25~25 C in de verwrmingstnd. Stootplt Belngrijkste windrihting Luhtuitlt Instlleer de unit NIET in een vn de volgende pltsen: Geluidsgevoelige zones (zols nst een slpkmer), zodt het geprodueerd geluid in edrijf geen overlst veroorzkt. Opmerking: Als het geprodueerd geluid in reële omstndigheden wordt gemeten, kn de gemeten wrde omwille vn omgevingsgeluiden en geluidsrefleties groter zijn dn het in de speifities onder Geluidspetrum vermeld geluidsdrukniveu. Pltsen met nevels vn minerlolie, oliespry of dmpen in de luht. Plsti onderdelen kunnen worden ngetst en vn het toestel vllen of wterlekken veroorzken. Het is NIET ngewezen de unit op de volgende pltsen te instlleren, omdt deze pltsen de levensduur vn de unit kunnen verkorten: Wr de spnning veel shommelt In voertuigen of shepen In de nwezigheid vn zuur- of lklinedmpen Instlltie n de kust. Zorg ervoor dt de uitenunit NIET rehtstreeks n zeewind wordt lootgesteld. Dit om orrosie door het hoge zoutgehlte vn de luht te voorkomen (kn de levensduur vn de unit verkorten). 6.2.2 Bijkomende vereisten inzke de instlltieplts vn de uitenunit in koude klimten Besherm de uitenunit tegen direte sneeuwvl en zorg ervoor dt de uitenunit NOOIT ingesneeuwd rkt. d d Afdkje tegen de sneeuw Voetstuk Belngrijkste windrihting Luhtuitlt 18
6 Voorereiding Voorzie ltijd minstens 300 mm vrije ruimte onder de unit. De unit moet ovendien ook minstens 100 mm oven de mximl verwhte sneeuwhoogte gepltst zijn. Zie "7.3 De uitenunit monteren" op pgin 26 voor meer informtie. In streken met heftige sneeuwvl is het elngrijk om een instlltieplts te seleteren wr de sneeuw GEEN invloed heeft op de unit. Wnneer de sneeuw zijwrts kn vllen, zorg ervoor dt de spoel vn de wrmtewisselr NIET door de sneeuw gehinderd kn worden. Indien nodig, monteer een fdkje tegen de sneeuw en een voetstukje. 6.2.3 Vereisten inzke de plts wr de innenunit geïnstlleerd wordt Lees tevens de voorzorgsmtregelen en vereisten in hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. Houd rekening met de volgende rihtlijnen: Mximum toegestne lengte voor de koelmiddelleidingen tussen de innenunit en de uitenunit Minimum toegestne lengte voor de koelmiddelleidingen tussen de innenunit en de uitenunit Mximum toegestn hoogtevershil tussen de innenunit en de uitenunit Mximle equivlente leidinglengte tussen de 3- wegklep en de innenunit (voor instllties met wrmtpwtertnk) Mximle equivlente leidinglengte tussen de wrmtpwtertnk en de innenunit (voor instllties met wrmtpwtertnk) () Leidingdimeter 0,75". 20 m 3 m 20 m 3 m () 10 m () Houd rekening met de volgende rihtlijnen inzke de enodigde ruimte: 300 300 De innenunit is ontworpen om lleen innen geïnstlleerd te worden ij omgevingstemperturen vn 5~35 C in de koelstnd en vn 5~30 C in de verwrmingstnd. 6.3 De koelmiddelleidingen voorereiden 6.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen Lees tevens de voorzorgsmtregelen en vereisten in hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. Mteril leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd ndloos koper. Dimeter vn de leidingen: Vloeistofleiding Ø6,4 mm (1/4") Gsleiding Ø15,9 mm (5/8") Hrdingsgrd en dikte leidingen: Buitendimeter (Ø) Hrdingsgrd 6,4 mm (1/4") Gegloeid (O) 0,8 mm 15,9 mm (5/8") Gegloeid (O) 1,0 mm () Dikte (t) () Afhnkelijk vn de toepsselijke wetgeving en de mximle edrijfsdruk vn de unit (zie "PS High" op het nmpltje vn de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist. 6.3.2 De koelleidingen isoleren Neem polyethyleenshuim ls isoltiemteril: met een wrmteoverdrhtsftor egrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kl/mh C) estnd tegen minstens 120 C Isoltiedikte Buitendimeter vn de uizen (Ø p ) Binnendimeter vn de isoltie (Ø i ) 6,4 mm (1/4") 8~10 mm 10 mm 15,9 mm (5/8") 16~20 mm 13 mm Ø Isoltiedikte (t) t Øp Øi t 10 350 500 >500 Als de tempertuur hoger is dn 30 C en de vohtigheid meer dn 80% edrgt, moet het isoltiemteril minstens 20 mm dik zijn om ondenstie n de oppervlkte vn de isoltie te voorkomen. (mm) 6.4 De wterleidingen voorereiden Instlleer de unit NIET in een vn de volgende pltsen: Pltsen met nevels vn minerlolie, oliespry of dmpen in de luht. Plsti onderdelen kunnen worden ngetst en vn het toestel vllen of wterlekken veroorzken. Geluidsgevoelige zones (zols nst een slpkmer), zodt het geprodueerd geluid in edrijf geen overlst veroorzkt. Op zeer vohtige pltsen (rel. vohtigheid=mx. 85%), ijv. een dkmer. Op pltsen onderhevig n vorst. De omgevingstempertuur rond de innenunit moet >5 C edrgen. 6.4.1 Vereisten voor de wteriruits Lees tevens de voorzorgsmtregelen en vereisten in hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. Wnneer kunststofleidingen worden geruikt, zorg ervoor dt deze zuurstofdiffusiediht zijn overeenkomstig DIN 4726. De diffusie vn zuurstof nr de leidingen kn overmtige orrosie veroorzken. 19
6 Voorereiding De leidingen nsluiten Wetgeving. Mk lle leidingnsluitingen overeenkomstig de toepsselijke wetgeving en de nwijzingen in hoofdstuk Instlltie en houd hierij rekening met de wterinlt en -uitlt. De leidingen nsluiten Krht. Oefen GEEN overdreven krht uit wnneer u de leidingen nsluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit veroorzken. De leidingen nsluiten Gereedshppen. Geruik lleen gereedshp dt voor koper geshikt is, ngezien koper een zht mteril is. ANDERS kunnen uizen eshdigd worden. De leidingen nsluiten Luht, vohtigheid, stof. Als luht, voht of stof in het iruit terehtkomt, kunnen storingen ontstn. Om dit te voorkomen: geruik lleen shone uizen; houd de uiteinden vn de leidingen omlg tijdens het verwijderen vn rmen; dek de uiteinden vn de leiding f wnneer u de leiding door een muur steekt, zodt stof noh vuil in de leiding kn indringen; geruik een goed drdfdihtmiddel om verindingen wterdiht te mken. Gesloten iruit. Geruik de innenunit ALLEEN in een gesloten wterinstlltie. Het systeem in een open wterinstlltie geruiken zou overmtige orrosie ls gevolg heen. Glyol. Om veiligheidsredenen is het NIET toegestn glyol in het wteriruit toe te voegen. Lengte vn de leidingen. Wij dviseren de leidingen tussen de tnk voor wrm tpwter en het fnmepunt vn het wrme wter (douhe, d enz.) zo kort mogelijk te mken en doodlopende stukken te vermijden. Dimeter vn de leidingen. Seleteer de dimeter voor de wterleidingen op sis vn het vereiste wterdeiet en de eshikre externe sttishe druk vn de pomp. Zie "15 Tehnishe gegevens" op pgin 104 voor de grfieken voor de externe sttishe drukken voor de innenunit. Wterdeiet. U kunt het vereiste minimumwterdeiet voor de werking vn de innenunit in de volgende tel vinden. Dit deiet moet in lle situties steeds gegrndeerd zijn. Indien het deiet lger is, zl de innenunit stoppen te werken en storing 7H geven. Minimum nodig wterdeiet 05 modellen 7 l/min 08 modellen 8 l/min Ter pltse te voorziene onderdelen Wter. Geruik lleen mterilen die omptiel zijn met wter dt in de instlltie geruikt wordt en met de mterilen vn de innenunit. Ter pltse te voorziene onderdelen Wterdruk en - tempertuur. Controleer of lle omponenten in de lokle leidingen estnd zijn tegen de wterdruk en wtertempertuur. Wterdruk. De mximumwterdruk edrgt 3 r. Voorzie gepste veiligheden in het wteriruit om ervoor te zorgen dt de mximumdruk NIET overshreden wordt. Wtertempertuur Wrmtepomponvetoren. Indien wrmtepomponvetoren worden ngesloten, mg de tempertuur vn het wter in de onvetoren NIET hoger worden dn 65 C. Plts zo nodig een thermosttish geregelde klep. Wtertempertuur Vloerverwrmingslussen. Indien vloerverwrmingslussen worden ngesloten, plts een mengsttion om te eletten dt het wter te wrm in het vloerverwrmingiruit innen zou komen. Wtertempertuur. Alle gepltste leidingen en leidingtoeehoren (kleppen, verindingsstukken enz.) DIENEN estnd te zijn tegen de volgende temperturen: De volgende feelding is een vooreeld en stemt mogelijk NIET overeen met de ly-out vn uw instlltie. 65 C d e d e f g h i j k FCU1...3 RAD1 3 g f g h M 95 C FCU1 i FCU2 Buitenunit Binnenunit Wrmtewisselr Ketel Omloopklep Pomp Afsluiter (ter pltse te voorzien) Gemotoriseerde 3-wegklep (in optieskit) Verdeelstuk Tnk voor wrm tpwter (optie) Wrmtewisselrspoel Ventiltoronvetor (optie) Rditor (ter pltse te voorzien) RAD1 RAD2 RAD3 j k FCU3 89 C Aftppen Lge punten. Voorzie ftppunten op lle lge punten vn de instlltie om het wteriruit volledig te kunnen flten. Aftppen Overdrukveiligheidsklep. Zorg voor een geshikte fvoer voor de veiligheidsklep om te vermijden dt wter in ontt komt met elektrishe onderdelen. Ontluhtingspunten. Voorzie ontluhtingspunten op lle hoge punten vn de instlltie; deze punten moeten voor onderhoud gemkkelijk ereikr zijn. De innenunit is voorzien vn een utomtishe ontluhting. Controleer of deze ontluhtingsklep NIET te hrd is vstgedrid, zodt het wteriruit utomtish ontluht kn worden. Onderdelen met een zinklg. Geruik nooit onderdelen met een zinklg in het wteriruit. Angezien het wteriruit in de unit uit koperen uizen estt, kn nders overmtige orrosie optreden. Niet-koperen metlen leidingen. Wnneer ook niet-koperen metlen leidingen geruikt worden, isoleer dn elke koperen leiding goed vn elke niet-koperen leiding, zodt ze NIET met elkr in ontt kunnen komen. Dit, om glvnishe orrosie te vermijden. Afsluiter De iruits vn elkr sheiden. Wnneer een 3- wegklep in het wteriruit geruikt wordt, zorg ervoor dt het wrmtpwteriruit en het iruit vn de vloerverwrming volledig gesheiden zijn. Klep Omshkeltijd. Wnneer een 2-wegklep of 3-wegklep in het wteriruit geruikt wordt, moet de mximle omshkeltijd vn de klep minder dn 60 seonden edrgen. Filter. Het is ten zeerste ngewezen een dditionele filter in het wteriruit vn de verwrming te monteren. Om drij stukjes metl fkomstig uit de vuile verwrmingsleidingen te verwijderen, wordt gedviseerd een mgneet- of yloonfilter te geruiken om 20
6 Voorereiding fijne deeltjes te verwijderen. Kleine deeltjes kunnen de unit eshdigen en worden NIET door de stndrdfilter vn de wrmtepompinstlltie verwijderd. Vuilfsheider Oude verwrmingsinstllties. In gevl vn oude verwrmingsinstllties, wordt er gedviseerd om een vuilfsheider te geruiken. Vuil of ezinksel vn de verwrmingsinstlltie kn de unit eshdigen en de levensduur ervn verkorten. Het iruit vn het wrm tpwter kn ook met een filter worden eveiligd om storingen tijdens het ereiden vn wrm tpwter te voorkomen. Wrmtpwtertnk Cpiteit. Om geen wtergerek te heen, is het elngrijk dt de opslgpiteit vn de tnk voor wrm tpwter groot genoeg is om n de dgelijkse ehoefte n wrm tpwter te voldoen. Wrmtpwtertnk N de instlltie. Onmiddellijk n de instlltie moet de tnk voor wrm tpwter gespoeld worden met koud wter. Deze proedure moet de eerste 5 opeenvolgende dgen n de instlltie minstens eenml per dg herhld worden. Wrmtpwtertnk Stilstndperiodes. Als er gedurende lngere periodes geen wrm wter wordt verruikt, MOET de pprtuur voor geruik gespoeld worden met koud wter. Wrmtpwtertnk Desinfetie. Voor de desinfetiefuntie vn de wrmtpwtertnk, rdpleeg "Het wrm tpwter regelen: gevneerd" op pgin 71. Wrmtpwtertnk Instlltie vn een tnk vn derden. Wnneer u een tnk vn derden instlleert, moet u rekening houden met de volgende vereisten: onvetorformt moet 0,45 m 2 zijn, wterleiding is 3/4" om hoge drukvllen te voorkomen, op de juiste plts (oven de verwrmingsonvetor) is een sensorzk voorzien. De sensor vn de tnk mg niet in ontt komen met wter. mximl tnkinstelpunt voor een tnk vn derden is 60 C, in gevl vn een elektrishe verwrming in de tnk moet u ervoor zorgen dt deze orret is geïnstlleerd (oven de verwrmingsonvetor). Zie de instlltiehndleiding vn de wrm tpwtertnk voor meer informtie. Thermosttishe mengkrnen. Conform de geldende wetgeving moeten er mogelijk thermosttishe mengkrnen worden geïnstlleerd. Voorzorgsmtregelen inzke hygiëne. De instlltie moet voldoen n de geldende wetgeving en vereist mogelijk ijkomende voorzorgsmtregelen voor een hygiënishe instlltie. Herirultiepomp. Conform de geldende wetgeving kn het mogelijk zijn dt een herirultiepomp gepltst moet worden tussen het wrmwterfnmepunt en de herirultieverinding vn de tnk voor wrm tpwter. Pg=0,3+(H/10) (r) 6.4.3 Het wtervolume en wterdeiet ontroleren De innenunit heeft een expnsievt vn 10 liter met een voorf ingestelde voordruk vn 1 r. Om zeker te zijn dt de unit nr ehoren werkt: moet u het minimum en het mximum wtervolume ontroleren; moet u mogelijk de voordruk vn het expnsievt npssen. Minimum wtervolume Controleer of het totle wtervolume in de instlltie minimum 13,5 liter edrgt, wrij het wtervolume in de innenunit NIET inegrepen is. Voor kritieke proessen of in kmers met een grote wrmteelsting kn extr wtervolume vereist zijn. Wnneer de irultie in elke ruimteverwrming-/ koelingslus geregeld wordt door op fstnd ediende kleppen, is het elngrijk dt dit minimum wtervolume ehouden lijft, zelfs wnneer lle kleppen diht zijn. d e d e f g h i RAD1 3 T Mximum wtervolume f Buitenunit Binnenunit Wrmtewisselr Ketel Omloopklep Pomp Afsluiter (ter pltse te voorzien) Verdeelstuk Omloopklep (ter pltse te voorzien) Rditor (ter pltse te voorzien) g g h RAD1 RAD2 RAD3 95 C Geruik de volgende grfiek om het mximum wtervolume voor de erekende voordruk te eplen. i d d Herirultieverinding Wrmwternsluiting Douhe Herirultiepomp 6.4.2 Formule om de voordruk vn het expnsievt te erekenen De voordruk (Pg) vn het expnsievt hngt f vn het hoogtevershil (H) vn de instlltie: 21
6 Voorereiding 2.6 () 2.4 2.2 Minimum deiet 2 Controleer of het minimum deiet (vereist tijdens ontdooien/kupverwrming) in de instlltie gegrndeerd is in lle omstndigheden. 1.8 1.6 1.4 1.2 1 Wnneer de irultie in lle of eplde ruimteverwrmingslussen geregeld wordt door op fstnd ediende kleppen, is het elngrijk dt dit minimum deiet ehouden lijft, zelfs wnneer lle kleppen diht zijn. Indien het minimum deiet niet kn worden ereikt, zl er een deietfout 7H worden gegenereerd (geen verwrming/ ediening). 0.8 0.6 0.4 0.3 Er is een hoogtevershil (m) tussen het hoogste punt vn het wteriruit en de innenunit. Als de innenunit zih op het hoogste punt vn de instlltie evindt, edrgt de instlltiehoogte 0 m. 0 100 50 150 200 250 300 350 400 450 Voordruk (r) Mximum wtervolume (l) Mximum nvoerwtertempertuur vn 55 C voor vloerverwrmingstoepssingen Mximum nvoerwtertempertuur vn 80 C voor rditortoepssingen Vooreeld voor vloerverwrmingstoepssingen: Mximum wtervolume en voordruk in expnsievt wnneer 55 C Hoogtevers hil instlltie() >280 l 8 l/min Zie de nevolen proedure zols eshreven in "10.4 Cheklist tijdens inedrijfstelling" op pgin 88. 6.4.4 De voordruk vn het expnsievt wijzigen Verlg de voordruk. Alleen een erkende instllteur mg de voordruk in het expnsievt npssen. Doe het volgende: Het expnsievt vn de innenunit is te klein voor Verhoog de voordruk. de instlltie. In dit gevl Controleer of het wordt er gedviseerd om wtervolume NIET een extr vt uiten de groter is dn het unit te instlleren. mximum toegestn wtervolume. () 7 l/min 08 modellen Doe het volgende: Controleer of het wtervolume NIET groter is dn het mximum toegestn wtervolume. >7 m 05 modellen Wtervolume 280 l De voordruk moet niet ijgeregeld worden. 7 m Minimum nodig wterdeiet Indien de stndrd ingestelde voordruk in het expnsievt (1 r) ijgeregeld moet worden, houd dn rekening met de volgende rihtlijnen: Geruik lleen droge stikstof om de voordruk in het expnsievt ij te regelen. Een verkeerde instelling vn de voordruk in het expnsievt leidt tot storingen in de instlltie. Om de voordruk in het expnsievt te wijzigen, verlg of verhoog de druk vn het stikstof vi het Shräder-ventiel vn het expnsievt. Er is een hoogtevershil (m) tussen het hoogste punt vn het wteriruit en de innenunit. Als de innenunit zih op het hoogste punt vn de instlltie evindt, edrgt de instlltiehoogte 0 m. Vooreeld voor vloerverwrmingstoepssingen: Mximum wtervolume en voordruk in expnsievt wnneer 80 C Hoogtevers hil instlltie() 7 m Wtervolume 140 l De voordruk moet niet ijgeregeld worden. >140 l Doe het volgende: Controleer of het wtervolume NIET groter is dn het mximum toegestn wtervolume. >7 m Doe het volgende: Het expnsievt vn de innenunit is te klein voor Verhoog de voordruk. de instlltie. In dit gevl Controleer of het wordt er gedviseerd om wtervolume NIET een extr vt uiten de groter is dn het unit te instlleren. mximum toegestn wtervolume. 22 Verlg de voordruk. 6.4.5 Shräder-ventiel Het wtervolume ontroleren: vooreelden Vooreeld 1 De innenunit is 5 m onder het hoogste punt in het wteriruit geïnstlleerd. Het totle wtervolume in het wteriruit edrgt 100 l. Er zijn geen ties of npssingen vloerverwrmingslussen of rditoren. nodig voor Vooreeld 2
6 Voorereiding De innenunit is op het hoogste punt in het wteriruit geïnstlleerd. Het totle wtervolume in het wteriruit edrgt 350 l. Er zijn rditoren gepltst, geruik dus de grfiek voor 80 C. Aties: Omdt het totle wtervolume (350 l) meer edrgt dt het stndrd wtervolume (140 l), moet de voordruk verlgd worden. De vereiste voordruk edrgt: Pg = (0,3+(H/10)) r = (0,3+(0/10)) r=0,3 r. Het overeenstemmend mximum wtervolume n 0,3 r edrgt 205 l. (Zie hoger op de grfiek in het hoofdstuk). Omdt 350 l meer is dn 205 l, is het expnsievt te klein voor de instlltie. Monteer drom een extr vt uiten de instlltie. 6.5 De elektrishe edrding voorereiden 6.5.1 Over het voorereiden vn de elektrishe edrding Lees tevens de voorzorgsmtregelen en vereisten in hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. WAARSCHUWING Als de voeding een ontrekende of een verkeerde nulfse heeft, Kn de pprtuur defet rken. Sluit orret op de rde n. Ard de unit NIET vi een nutsleiding, een piekspnningseveiliging of de rding vn de telefoon. Een onvolledige rding kn elektrishe shokken veroorzken. Plts de vereiste zekeringen of stroomonderrekers. Bevestig de elektrishe edrding met kelinders, zodt deze NIET in ontt kn komen met sherpe rnden of uizen, voorl lngs de hogedrukzijde. Geruik GEEN drden met tpe, geen gevlohten geleiders, geen verlengkels en geen nsluitingen vn een sterinstlltie. Deze kunnen zorgen voor oververhitting of elektrishe shokken of rnd veroorzken. Instlleer GEEN fseompenstieondenstor, omdt deze unit een inverter evt. Een fseompenstieondenstor vermindert de prestties en kn ongevllen veroorzken. WAARSCHUWING Al de edrding MOET door een erkende elektriien uitgevoerd worden en MOET voldoen n de geldende wetgeving. Mk elektrishe verindingen op de evestigde edrding. Alle op de site geleverde omponenten en lle elektrishe onstruties MOETEN voldoen n de geldende wetgeving. WAARSCHUWING Geruik ALTIJD een meerderige kel ls stroomtoevoerkel. 6.5.2 Over de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief Elektriiteitsmtshppijen overl ter wereld doen hrd hun est om een stiele elektriiteitsdienst te leveren tegen een onurrentiële prijs en zijn vk gemhtigd om klnten een voordeeltrief n te ieden. Bijv. dg/nhttrieven, seizoenstrieven, Wärmepumpentrif in Duitslnd en Oostenrijk enz. Deze pprtuur kn worden ngesloten op dergelijke systemen met een voeding met voorkeur kwh-trief. Neem ontt op met de elektriiteitsmtshppij die optreedt ls levernier op de plts wr deze pprtuur zl worden geïnstlleerd om te vrgen of de pprtuur kn worden ngesloten op een systeem met een voeding met voorkeur kwhtrief. Wnneer de pprtuur op een dergelijke voeding met voorkeur kwh-trief is ngesloten, mg de elektriiteitsmtshppij: de voeding vn de pprtuur voor eplde tijd onderreken; eisen dt de pprtuur gedurende een eplde periode slehts een eperkte hoeveelheid stroom verruikt. De innenunit is ontworpen om een inputsignl te ontvngen dt de unit in de stnd gedwongen uit zet. Dn kn de gsoiler nog steeds verwrming leveren, mr de ompressor vn de uitenunit zl NIET werken. De edrding nr de unit is vershillend nrgelng de elektrishe voeding l dn niet onderroken wordt. 6.5.3 Overziht vn de elektrishe verindingen, ehlve de uitwendige stelmotoren Normle elektrishe voeding 00580 1 50 Elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief De elektrishe voeding wordt NIET onderroken 3 1 3 1 4 2 2 00580 1 50 Wnneer de elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief werkt, wordt de elektrishe voeding NIET onderroken. De uitenunit wordt uitgezet door de ediening. De gsoiler kn nog steeds werken. Opmerking: De elektriiteitsmtsh ppij moet ltijd zorgen dt de innenunit elektriiteit kn verruiken. De elektrishe voeding wordt onderroken 00580 1 50 5 3 4 00580 1 50 Wnneer de elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief werkt, wordt de elektrishe voeding onmiddellijk of n een tijdje door de elektriiteitsmtsh ppij onderroken. In dt gevl moet de innenunit door een fzonderlijke normle elektrishe voeding gevoed worden. De uitenunit KAN NIET werken, mr de gsoiler kn werken. 2 1 Normle elektrishe voeding Elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief 23
6 Voorereiding 1 Elektrishe voeding voor uitenunit 2 Elektrishe voeding en doorverindingskel nr innenunit 3 Elektrishe voeding voor gsoiler 4 Elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief (spnningsvrij ontt) 5 Elektrishe voeding met norml kwh-trief (om de printplt vn de innenunit te voeden in gevl vn stroomonderreking vn de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief) Het volgende geldt ALLEEN voor de Frnse mrkt: prijs luwe dgen In Frnkrijk is er een voorkeur kwh-trief: prijs luwe dgen. Deze prijs verdeelt de dgen vn het jr in: luwe dgen (voorkeurelektriiteitsprijs, idel om de wrmtepomp te lten werken), witte dgen (idel om wrmtepomp en hyrid te lten werken), en rode dgen (hoge elektriiteitsprijs, verkiesr om de oiler te lten werken). An te evelen: geruik ontt (4) voor elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief om de oiler te verplihten tijdens rode dgen te werken. Merk op dt het soms nodig is de meter zo in te stellen dt deze het ontt lleen op rode dgen sluit. Rdpleeg hiervoor est de hndleiding vn de geruikte meter. De innenunit en de gsoiler zijn NIET omptiel met ndere ominties vn ontten (ijv. gesloten ontten op witte/luwe dgen). Sluit de innenunit en de gsoiler ls volgt n: zie de feelding in kolom NIET onderroken elektrishe voeding in de tel hieroven. 6.5.4 Overziht vn de elektrishe verindingen voor de uitwendige en inwendige stelmotoren De volgende feelding illustreert de nodige ter pltse te voorziene edrding. M De volgende feelding is een vooreeld en stemt mogelijk NIET overeen met de ly-out vn uw instlltie. 1 4 5 15 8 d 7 16 17 19 3 Onderde el d 2 9 6 10 11 12 13 14 18 20 21 Buitenunit Binnenunit Gsoiler Wrmtpwtertnk Beshrijving Drden Mximumstr oom in funtie Elektrishe voeding vn uitenunit en innenunit 1 Elektrishe voeding voor uitenunit 2+GND () Onderde el Beshrijving Drden Mximumstr oom in funtie 2 Elektrishe voeding en doorverindingskel nr innenunit 3 Elektrishe voeding gsketel 4 Elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief (spnningsvrij ontt) 5 Elektrishe voeding met norml kwh-trief Geruikersinterfe 3+GND 2+GND (g) () 2 (e) 2 6,3 A 6 Geruikersinterfe 2 (f) Optionele uitrustingen 7 3 wegsklep 3 100 ma () 8 Thermistortnk voor wrm tpwter 9 Elektrishe voeding voor odempltverwrming 10 Kmerthermostt/ wrmtepomponvetor 11 Buitenomgevingstempe rtuursensor 12 Binnenomgevingstemp ertuursensor Ter pltse te voorziene onderdelen 2 (d) 2 () 3 of 4 100 ma () 2 () 2 () 13 Afsluiter 2 100 ma () 14 Elektriiteitsmeter 2 () 15 Pomp voor wrm tpwter 2 () 16 Alrmuitgng 2 () 17 Omshkeling nr externe wrmteronregeling 18 Bediening ruimtekoeling/ verwrming 19 Digitle ingngen energieverruik 2 () 2 () 2 (per ingngssignl) 20 Gsmeter 2 () 21 Veiligheidsthermostt 2 (e) () Zie nmpltje op uitenunit. () Minimum keldoorsnede 0,75 mm². () Geruik de ij de ketel meegeleverde kel. (d) De thermistor en nsluitdrd (12 m) worden ij de tnk voor wrm tpwter geleverd. (e) Keldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm², mximumlengte: 50 m. Een spnningsvrij ontt zorgt voor de minimle elsting vn 15 V DC gelijkstroom, 10 ma. (f) Keldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm²; mximumlengte: 500 m. Geshikt om zowel de enkele geruikersinterfe ls de duele geruikersinterfe n te sluiten. (g) Keldoorsnede 1,5 mm 2 ; mximumlengte: 50 m. Meer tehnishe speifities vn de vershillende nsluitingen stn vermeld op de innenzijde vn de innenunit. () 24
7 Instlltie 7 Instlltie 7.1 Overziht: Instlltie In dit hoofdstuk wordt eshreven wt u ter pltse moet doen en weten om het systeem te instlleren. Typishe werkstroom Een typishe instlltie estt uit de volgende stppen: 1 De uitenunit monteren. 2 De innenunit monteren. 3 De gsketel evestigen. 4 De ondenstleiding nsluiten. 5 De koelmiddelleiding nsluiten. 6 De koelmiddelleiding ontroleren. 7 Koelmiddel ijvullen. 8 De wterleidingen nsluiten. 9 De elektrishe edrding nsluiten. 10 De gsleidingen nsluiten. 11 De ketel nsluiten op het shoorsteengssysteem. 12 De instlltie vn de uitenunit voltooien. 13 De instlltie vn de innenunit voltooien. 14 De instlltie vn de gsketel voltooien. Afhnkelijk vn de units en/of de omstndigheden vn de instlltie, moet de elektrishe edrding ngesloten zijn lvorens u koelmiddel kunt ijvullen. 7.2.3 Het deksel vn de shkelkst vn de innenunit openen 1 Verwijder het zijpneel n de rehterknt vn de innenunit. Het zijpneel is vstgemkt n de onderknt met 1 shroef. 2 Verwijder de ovenste en onderste shroef op het zijpneel vn de shkelkst. 3 Het rehterpneel vn de shkelkst gt open. 4 Verwijder de ovenste en onderste shroef op het voorpneel vn de shkelkst. 5 Het voorpneel vn de shkelkst gt open. 4 2 2 2 7.2 De units openen 7.2.1 Over het openen vn de units 5 3 Soms moet u de unit openen. Vooreeld: Bij het nsluiten vn de koelmiddelleidingen Wnneer u de elektrishe edrding moet nsluiten Wnneer u onderhoudswerkzmheden op de unit moet uitvoeren GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Lt de unit NIET onewkt hter wnneer het serviedeksel verwijderd is. Wnneer de ketel is geïnstlleerd en er toegng tot de shkelkst vereist is, volg dn de onderstnde stppen. 6 Verwijder de ovenste en onderste shroef op het zijpneel vn de shkelkst. 7 Verwijder de shkelkst vn de unit. 8 Hk de shkelkst n de zijknt vn de unit met de voorziene hken op de shkelkst. 7.2.2 De uitenunit openen GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN 8 6 2 1 7 2 1 6 25
283 >300 7 Instlltie 7.2.4 De gsketel openen 2 Typishe werkstroom Een typishe montge vn de uitenunit estt uit de volgende stppen: 1 De instlltiestrutuur voorzien. 2 De uitenunit instlleren. 3 Afvoer voorzien. 4 De unit eshermen tegen sneeuw en wind door een fdk tegen de sneeuw en geleideplten. Zie "De instlltieplts voorereiden" in "6 Voorereiding" op pgin 17. 7.3.2 Voorzorgsmtregelen ij de montge vn de uitenunit Lees ook de voorzorgsmtregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: Algemene voorzorgsmtregelen met etrekking tot de veiligheid Voorereiding 1 Open de fdekking vn het disply. 2 Shroef eide shroeven vst. 3 Hef het frontpneel nr u toe op en verwijder het voorpneel. 7.2.5 Het deksel vn de shkelkst vn de gsketel openen 1 Open de gsketel, zie "7.2.4 De gsketel openen" op pgin 26. 2 Trek de ketelontrollerunit nr voren. De ketelontroller zl nr eneden kntelen om toegng te vershffen. 1 7.3.3 De instlltiestrutuur voorzien Controleer de stevigheid en het vlk zijn vn de grond wrop de unit geïnstlleerd zl worden, zodt deze niet gt trillen of lwi mken wnneer ze in edrijf is. Mk de unit stevig vst met nkerouten zols ngegeven op het shem vn de fundering. Indien de unit rehtstreeks op de vloer wordt geïnstlleerd, mk dn ls volgt 4 sets klr vn M8 of M10 nkerouten, moeren en sluitringen (ter pltse te voorzien): De mximumhoogte vn het ovenste uitstekend deel vn de outen edrgt 15 mm. <100 580 7.3 De uitenunit monteren <100 7.3.1 Over de montge vn de uitenunit Wnneer De uitenunit en innenunit moet worden gemonteerd lvorens de koelmiddel- en wterleidingen kunnen worden ngesloten. (mm) Voorzie in ieder gevl minstens 300 mm vrije ruimte onder de unit. Zorg drij ervoor dt de unit minstens 100 mm oven de mximle sneeuwhoogte stt. In dit gevl is het n te evelen om een voetstuk te ouwen en op dit voetstuk de EKFT008CA-optiekit te instlleren. 26
7 Instlltie 58 0 15 0 < 3 >300 28 100 < 15 0 (mm) Mximle sneeuwhoogte EKFT008CA-optiekit Indien de unit op drgrmen tegen de muur geïnstlleerd wordt, is het ngewezen de EKFT008CA-optie te geruiken en de unit op de volgende mnier te instlleren: 7.3.4 De uitenunit instlleren VOORZICHTIG Verwijder het eshermend stuk krton NIET voorleer de unit goed geïnstlleerd is. >2 50 1 Hef de uitenunit op zols eshreven in "4.2.2 Om de toeehoren vn de uitenunit uit te nemen" op pgin 10. 2 Instlleer de uitenunit op de volgende mnier: >300 2 2 1 (mm) Mximle sneeuwhoogte EKFT008CA-optiekit Het voetstuk MOET gelijk komen met de hterknt vn het U-profiel. 3 Luhtuitlt Verwijder het eshermend stuk krton en het ld met de montge-instruties. 27