Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling



Vergelijkbare documenten
Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Beleggingsverslag. Prepensioneringsregeling. Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

B E L E G G I 2N G S V 0E R S L A 0G. P r e p e n s i o n e r i n g s r e g e l i n g. P r e p e n s i o n e r i n g s r e g e l i n g

Prepensioneringsregeling. Prepensioneringsregeling. P h i l i p s Pe n s i o e n f o n d s. Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Philips Pensioenfonds

Prepensioneringsregeling. Prepensioneringsregeling. P h i l i p s Pe n s i o e n f o n d s. Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

P H I L I P S P E N S I O E N F O N D S J A A R V E R S L 2A G

Prepensioneringsregeling. Prepensioneringsregeling. P h i l i p s Pe n s i o e n f o n d s. Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2015

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2015

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2016

P H I L I P S P E N S I O E N F O N D S J A A R V E R S L 2A G

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

Beleggen in het Werknemers Pensioen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2014

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

De jaarlijkse kosteninhouding voor het beheer van de verzekering Levensloop Rendement bestaat uit een aantal componenten:

Levensloop Rendement

Levensloop Rendement Bouw

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

Welkom bij webinar over beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI over het eerste kwartaal 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Update april 2015 Beleggen

visie op 2018 Vice seminar a.s.r. vermogensbeheer 1 november 2017 Jack Julicher, Chief Investment Officer

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de deelnemer

Bericht 3 e kwartaal September 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Generali beleggingsmogelijkheden Generali pensioen

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2012

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

De jaarlijkse kosteninhouding voor het beheer van de verzekering Levensloop Aandelen bestaat uit een aantal componenten:

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Jaarrekeningen 5,10,15,20,25

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de werkgever

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Presentatie Pensioen voor de ondernemer Loege Schilder

Nieuwsbrief februari 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Terugblik. Maandbericht mei 2018

Jaarrekeningen 5,10,15,20,25

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Januari MaandJournaal. Special Licht op groen voor cyclische aandelen.

Maandbericht Beleggen Januari 2016

Marktomstandigheden In het tweede kwartaal van 2016 zijn de rentes op de kapitaalmarkt van de eurozone verder gedaald. In het algemeen gold hoe langer

Beleggingsupdate Allianz Pensioen

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht 2013 Prepensioneringsregeling. Stand per 31 december 2012

8. Beleggingen Noot: FI = Fixed Income / Vastrentende waarden. Eq = Equity / Aandelen.

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Update Rentevisie. Door Simon Wiersma, Investment Manager van het ING Investment Office

Transcriptie:

Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Heeft u vragen over dit beleggingsverslag of over de prepensioneringsregeling? Neemt u dan gerust contact op met onze Klantenservice. De contactgegevens van de Klantenservice zijn: Philips Pensioenfonds Postbus 80040 5600 JP Eindhoven Bezoekadres : Beukenlaan 143 5616 VD Eindhoven Telefoon : 0800 023 15 01 (Nederland) +3140 265 38 70 (buitenland) (geopend op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur) Fax : 040 265 38 77 Email : info@philipspensioenfonds.nl Internet : www.philipspensioenfonds.nl Dit beleggingsverslag van de prepensioneringsregeling over het jaar is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Wij zijn uitgegaan van de ons bekende gegevens en uw pensioenreglement. Het pensioenreglement is uiteindelijk bepalend. Dit reglement vindt u op www.philipspensioenfonds.nl/prepensioneringsregeling

Inhoud 1 Wat speelde er in? 5 1.1 Aanpassing prepensioneringsregeling 6 2 Economische ontwikkelingen in 8 2.1 Algemeen 9 2.2 Aandelen 10 2.3 Staatsobligaties 10 2.4 Grondstoffen 10 2.5 Overige beleggingen 10 2.6 Valuta 11 3 Resultaten beleggingen 12 3.1 Overzicht rendementen prepensioneringsfondsen 13 3.2 Resultaat aandelenfonds 14 3.3 Resultaat obligatiefonds 15 3.4 Resultaat geldmarktfonds 16 3 4 Balans en mutatieoverzicht 17

Inleiding Dit is het beleggingsverslag van de prepensioneringsregeling. Het verslag geeft u inzicht in de algemene economische ontwikkelingen en de ontwikkelingen in de beleggingsfondsen van de prepensioneringsregeling. In het onderdeel Wat speelde er in? kunt u lezen over de aanpassing van de prepensioneringsregeling per 1 april. De actuele koersen en rendementen van de beleggingsfondsen vindt u op onze website www.philipspensioenfonds.nl/prepensioneringsregeling bij het onderwerp Beleggingsresultaten. Op de website vindt u ook meer achtergrondinformatie en veelgestelde vragen over de prepensioneringsregeling en de aanpassing van de regeling. Als u deelneemt aan de prepensioneringsregeling, dan ontvangt u ieder kwartaal een kwartaaloverzicht. Op dit overzicht kunt u zien in welke beleggingsfondsen uw prepensioneringskapitaal is belegd. Ook de waarde van uw kapitaal aan het einde van het kwartaal staat vermeld op dit overzicht. 4 April, 2015

1 Wat speelde er in?

Wat speelde er in? Per 1 januari is een nieuwe Philips-pensioenregeling van kracht geworden. De wijzigingen hadden onder meer te maken met de pensioenleeftijd van 67 jaar die vanaf 1 januari geldt. De aanpassingen in het Philips flex pensioen hadden ook gevolgen voor de prepensioneringsregeling. Daarom is de prepensioneringsregeling per 1 april ook op een aantal punten gewijzigd. Hieronder kunt u lezen waarom wijzigingen zijn doorgevoerd en wat deze betekenen voor de beleggingen van deelnemers aan de prepensioneringsregeling. 1.1 Aanpassing prepensioneringsregeling Als u belegt volgens de zogenoemde Dymix-methode wijzigde per 1 april de verdeling van het prepensioneringskapitaal over de beleggingsfondsen. De verdeling van het prepensioneringskapitaal over de drie beleggingsfondsen op verschillende leeftijden is vastgelegd in de Dymix-tabel. Per 1 april is de Dymix-tabel gewijzigd. De deelnemers waarop deze wijziging van invloed is, zijn hier eerder over geïnformeerd. Voor de wijziging van de Dymixtabel is een aantal redenen: Verhoging pensioenrichtleeftijd Philips flex pensioen Het Philips flex pensioen is per 1 januari vernieuwd. Eén van de wijzigingen betreft de pensioenrichtleeftijd. Deze is verhoogd van 65 jaar tot 67 jaar. De Dymix-tabel is daarop aangepast en geeft ook de verdeling van de beleggingen aan tot de leeftijd van 67 jaar. 6 Optimale verdeling beleggingen Uw prepensioneringskapitaal bestaat uit twee soorten kapitaal: het startkapitaal en het spaarkapitaal. De basisgedachte achter de Dymix-methode is dat kort voor pensionering van de deelnemer zo weinig mogelijk risico wordt genomen. Om dit te bereiken, heeft Philips Pensioenfonds voor beide kapitalen afzonderlijk de minst risicovolle verdeling over de beleggingsfondsen in de fase kort voor pensionering vastgesteld. Voor het startkapitaal is beleggen in het geldmarktfonds het minst risicovol. Voor het spaarkapitaal is beleggen in het obligatiefonds het minst risicovol. Vanwege dit verschil is sinds 1 april sprake van twee verschillende Dymix-tabellen: één voor het startkapitaal en één voor het spaarkapitaal. Hieronder gaan we in op de belangrijkste achtergronden van de gewijzigde verdeling over de beleggingsfondsen. Inkooptarieven Op de pensioendatum wordt met het prepensioneringskapitaal een levenslang pensioen ingekocht op basis van inkooptarieven. Deze inkooptarieven kunnen wijzigen, door nieuwe gegevens over de levensverwachting of door renteontwikkelingen. Welke inkooptarieven worden gebruikt om pensioen in te kopen, verschilt tussen het start- en spaarkapitaal.

Startkapitaal Het startkapitaal is verkregen uit de overgang van de Philips eindloonregeling naar het Philips flex pensioen. Destijds (in 1997 of 2005) zijn pensioenaanspraken omgezet in kapitaal. Wanneer op de pensioendatum van dit kapitaal een levenslang pensioen wordt ingekocht, gebruikt Philips Pensioenfonds de inkooptarieven die in 1997 en 2005 ook zijn gehanteerd. Mits hieruit een hoger pensioen komt dan bij gebruik van de actuele inkooptarieven. Dit heet tariefgarantie. Actuele wijzigingen in de inkooptarieven hebben geen negatieve invloed op de inkoop van het pensioen. Beleggen in het geldmarktfonds is voor dit kapitaal het meest risicovrij en is daarom voor startkapitalen het meest geschikt in de fase kort voor pensionering. Spaarkapitaal Tot 2006 hadden deelnemers aan de prepensioneringsregeling de mogelijkheid een deel van hun salaris opzij te zetten in de prepensioneringsregeling. Het kapitaal dat hierdoor is gespaard, noemen we het spaarkapitaal. Met het spaarkapitaal wordt op de pensioendatum een levenslang pensioen ingekocht volgens de inkooptarieven die op dat moment gelden. Het spaarkapitaal kent dus geen tariefgarantie. Voor het spaarkapitaal geldt dat de inkooptarieven bij pensionering afhankelijk zijn van onder andere de actuele renteontwikkelingen. Beleggen in het obligatiefonds past daar het beste bij. Deze beleggingen bewegen namelijk mee met actuele renteontwikkelingen. Standaard belegging van het kapitaal In het kort is dit de wijze waarop het prepensioneringskapitaal binnen de Dymix-methode standaard belegd wordt: - Tot 63 jaar Het startkapitaal en spaarkapitaal worden beide belegd in aandelen en obligaties, waarbij naarmate de deelnemer ouder wordt steeds minder in het aandelenfonds en steeds meer in het obligatiefonds wordt belegd. - 63 en 64 jaar Van het startkapitaal daalt het gedeelte dat in obligaties is belegd naar ongeveer tweederde op 63 jaar en eenderde op 64 jaar. Het andere gedeelte wordt in het geldmarktfonds belegd. Er wordt steeds minder in het aandelenfonds belegd. Het spaarkapitaal wordt steeds meer in obligaties belegd en steeds minder in aandelen. - Vanaf 65 jaar Het startkapitaal zit volledig in het geldmarktfonds. Het spaarkapitaal wordt volledig in obligaties belegd. 7

2 Economische ontwikkelingen in

Economische ontwikkelingen in Algemene economische ontwikkelingen hebben directe invloed op de beleggingen van Philips Pensioenfonds. Daarom wordt hier eerst een beeld geschetst van de algemene ontwikkelingen op beleggingsgebied in het jaar. 2.1 Algemeen Lage economische groei In bleef, net zoals in 2013, de wereldwijde economische groei beperkt. Ook veranderden de wereldwijde macro-economische omstandigheden niet significant gedurende het verslagjaar. Op regionaal niveau was de groei in de eurozone stabiel, maar laag: kleiner dan 1%. In het Verenigd Koninkrijk was de groei, net zoals in 2013, sterker. Dit kwam onder andere door een aantrekkende huizenmarkt. Het herstel van de economie in de Verenigde Staten zette sterk voort, wat resulteerde in een groei van 5% op jaarbasis. Japan heeft een volatiel jaar gehad nadat er een krimp was in het eerste deel van het jaar na de verhoging van de verkoopbelastingen. Het tweede deel van het jaar volgde een duidelijk sterke groei. Dit kwam onder andere door de verdere beleidsversoepeling van de Japanse Centrale Bank. De opkomende economieën vertoonden een sterkere groei dan de ontwikkelde economieën. Tussen de verschillende landen was het verschil in groei echter groot. In China is de groeiverwachting in het verslagjaar naar beneden bijgesteld, nu de beleidsmakers zich meer richten op consumptie dan op investeringen. De conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten hadden ook effect op de regio. Door de sancties en de daling in de olieprijs leed vooral de groei van de Russische economie hieronder. De uitzondering binnen deze categorie was India, waar de verkiezing van een nieuwe regering en de aanstelling van een betrouwbare centrale bankvoorzitter de groeiverwachtingen verhoogde. Wereldwijd daalde in de inflatie beneden de doelstellingen van de centrale banken, waarbij de eurozone het jaar afsloot met een negatieve inflatie. Een grote bijdrage aan deze inflatiedaling was de sterke daling van de energieprijzen. 9 Monetair beleid Ondanks dat de Federal Reserve een einde maakte aan haar steunaankopen werd wereldwijd nog steeds een ruim beleid gevoerd. De Europese Centrale Bank verlaagde de rentes in het verslagjaar tweemaal, in juni en in september. In Japan werd de omvang van de steunaankopen vergroot en in China verlaagde de Centrale Bank de éénjaarsrente in het vierde kwartaal. Impact op financiële markten Het soepele monetaire beleid ondersteunde de risicovollere beleggingen, zowel in de aandelenmarkten als obligatiemarkten. De lage groei en lage inflatie, gecombineerd met het ruime beleid leidde tot een substantiële daling van de rente op de obligaties van de belangrijkste markten. De lage economische groei, gecombineerd met het aanbodoverschot in olie leidde tot een substantiële daling in de olieprijs, welke ongeveer halveerde in. De bedrijfsresultaten waren goed in de Verenigde Staten en Japan en relatief stabiel in Europa. De aandelenmarkten stegen in de ontwikkelde landen, maar de resultaten waren wisselend in de opkomende economieën, waar het macro-economische momentum afnam en de dalende energieprijzen de bedrijfsresultaten beïnvloedden. Door toegenomen verwachtingen van een verdere verruiming van het beleid van de ECB daalden de rentespreads op de obligaties uit de periferie van Europa verder ten opzichte van de Duitse staatsobligaties.

2.2 Aandelen Ondanks dat aandelen een volatiel jaareinde hadden, behaalden de meeste indexen een positief resultaat. De lokale Chinese aandelen vertoonden het beste resultaat in, waarbij de Shanghai Composite met 58% steeg door de aansluiting met Hong Kong en de renteverlaging door de Centrale Bank in november. De Amerikaanse aandelen zetten hun stijging voort en eindigden het jaar met een resultaat van 13%. Japan eindigde het jaar ook sterk met een stijging van 10%. De prestaties in de eurozone waren minder indrukwekkend, met een stijging van 5% en een stijging van slechts 0,5% in het Verenigd Koninkrijk. In de opkomende markten kende India met een stijging van 26% een zeer sterk jaar in vergelijking tot de Europese landen. 2.3 Staatsobligaties De rente op staatsobligaties tuimelde in navolging op de voortzetting van het ruime monetaire beleid, afnemende inflatieverwachtingen en de daling in de olieprijs. In de eurozone daalde de rente op de Duitse staatobligaties van 1,9% tot 0,5%. De rentecurves van overheidsobligaties vervlakten door een daling van de langetermijnrente. In landen in de periferie, zoals Ierland, Spanje en Italië, daalden de rentes verder. Ook de rentespreads daalden ten opzichte van de Duitse staatsobligaties door de (verwachte) verdere stimuleringsmaatregelen van de ECB. Deze (verwachte) maatregelen bestonden onder meer uit een verlaging van de rentes en een toegenomen kans op een opkoopprogramma door de ECB. Wereldwijde obligaties volgden de Duitse trend: de rente op de Amerikaanse 10-jarige obligaties daalde van 3,0% naar 2,2% en op de obligaties van het Verenigd Koninkrijk van 3,0% naar 1,8%. 10 2.4 Grondstoffen De langzame maar stabiele groei verklaart grotendeels de zwakte in de grondstoffenprijzen. De olieprijs daalde in meer dan 40%, waarbij de Amerikaanse olie het jaar eindigde met een prijs van 53 dollar per barrel. Landbouwproducten en kostbare metalen daalden ook in waarde. Per saldo eindigden de grondstoffenmarkten het jaar met een verlies. De belangrijkste redenen zijn de lage wereldwijde economische groei, de vertraging in de groei van de Chinese economie, de vrees voor deflatie en de toegenomen aangeboden hoeveelheid olie door de OPEC. 2.5 Overige beleggingen Bedrijfsobligaties profiteerden eveneens van de dalende rentes. De rentespreads varieerden in de verschillende regio s. In de eurozone daalden de rentespreads door de steunaankopen van de ECB, terwijl de rentespreads in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk toenamen. Hoogrenderende bedrijfsobligaties in de Verenigde Staten hadden vooral te lijden onder de sterk dalende energieprijzen. Over het algemeen was het rendement op hoogrenderende bedrijfsobligaties van beide regio s echter positief door de dalende rentes. De rentespreads op de staatsobligaties van de opkomende economieën stegen ook, maar dalende rentes zorgden voor een positief resultaat.

2.6 Valuta In de ontwikkelde economieën kende de Amerikaanse Dollar haar beste jaar sinds 2005, met een stijging van meer dan 10% ten opzichte van de Euro en de Japanse Yen en 6% ten opzichte van de Engelse Pond. Een groot deel van deze stijging in waarde was toe te schrijven aan het monetaire beleid en de kracht van de groei van de Amerikaanse economie. De dramatische val van de olieprijzen en de economische sancties hebben ervoor gezorgd dat de Russische Roebel haar slechtste jaar kende sinds 1998, met een daling van 70% ten opzichte van de Amerikaanse Dollar. 11

3 Resultaten beleggingen

Resultaten beleggingen 3.1 Overzicht rendementen prepensioneringsfondsen In onderstaand overzicht ziet u wat de in behaalde rendementen in de beleggingsfondsen van de prepensioneringsregeling zijn. Als u gebruikmaakt van de standaard beleggingsmethode, het Dymix-systeem, dan wordt op basis van uw leeftijd een beleggingsportefeuille samengesteld. Het uitgangspunt van het Dymix-systeem is dat het risico en de samenstelling van uw beleggingsportefeuille afhankelijk zijn van uw leeftijd. Eenmaal per jaar, op de eerste werkdag in oktober, is uw beleggingsportefeuille precies samengesteld conform de Dymix-tabellen. Op die datum wordt uw portefeuille gerebalanced, dat wil zeggen dat deze in overeenstemming wordt gebracht met de leeftijdstabellen van het Dymix-systeem. Resultaten fondsen prepensioneringsregeling Aandelenfonds 10,55% Obligatiefonds 11,56% Geldmarktfonds 0,51% De waarde van de beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. In paragraaf 3.2 tot en met 3.4 worden de resultaten van de verschillende fondsen verder toegelicht. 13

3.2 Resultaat aandelenfonds Aandelenkoersen kenden in een volatiel jaareinde. Desondanks behaalden de meeste indexen een positief resultaat. De lokale Chinese aandelen vertoonden het beste resultaat in : de Shanghai Composite-index steeg met 58% door de aansluiting met Hong Kong en de renteverlaging door de Centrale Bank in november. Amerikaanse aandelen zetten hun indrukwekkende stijging voort en eindigden het jaar met een resultaat van 13%. Ook Japan eindigde het jaar sterk met een stijging van 10%. De prestaties in Europa waren minder indrukwekkend, met een stijging van 5% in de eurozone en een stijging van slechts 0,5% in het Verenigd Koninkrijk. In behaalde het aandelenfonds een rendement van 10,55% ten opzichte van 10,07% voor de benchmark 1. De koers van een fractie in het aandelenfonds steeg van 153,30 op 31 december 2013 naar 169,48 op 31 december. In de grafiek ziet u de ontwikkeling van het rendement in. In de grafiek is een vergelijking gemaakt met de benchmark. Rendement aandelenfonds (in %) 12% 14 8% 4% 0% -4% dec-13 jan-14 feb-14 mrt-14 apr-14 mei-14 jun-14 jul-14 aug-14 sep-14 okt-14 nov-14 dec-14 Rendement Benchmark 1 De benchmark voor het aandelenfonds is samengesteld uit MSCI World Net Total Return index, MSCI Emerging Markets Net Total Return index..

3.3 Resultaat obligatiefonds De rente op staatsobligaties daalde door de voortzetting van het ruime monetaire beleid, afnemende inflatieverwachtingen en de daling van de olieprijs. In de eurozone daalde de rente op Duitse staatobligaties van 1,9% naar 0,5%. De rentecurves van overheidsobligaties vervlakten door een daling van de langetermijnrente. In landen zoals Ierland, Spanje en Italië, daalden de rentes verder. Ook de rentespreads daalden ten opzichte van de Duitse staatsobligaties door de (verwachte) verdere stimuleringsmaatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB). Deze (verwachte) maatregelen bestonden onder meer uit een verlaging van de rentes en een opkoopprogramma door de ECB. Wereldwijde obligaties volgden de Duitse trend: de rente op de Amerikaanse 10-jarige obligaties daalde van 3,0% naar 2,2% en op de obligaties van het Verenigd Koninkrijk van 3,0% naar 1,8%. In behaalde het obligatiefonds een rendement van 11,56% ten opzichte van 11,42% voor de benchmark 2. De koers van een fractie in het obligatiefonds steeg van 105,54 op 31 december 2013 naar 117,74 op 31 december. In de grafiek ziet u de ontwikkeling van het rendement in. In de grafiek is een vergelijking gemaakt met de benchmark. Rendement obligatiefonds (in %) 12% 15 10% 8% 6% 4% 2% 0% -2% -4% dec-13 jan-14 feb-14 mrt-14 apr-14 mei-14 jun-14 jul-14 aug-14 sep-14 okt-14 nov-14 dec-14 Rendement Benchmark 2 De benchmark voor het obligatiefonds is de iboxx Eurozone AAA Index, Citigroup Euro Government Bond index.

3.4 Resultaat geldmarktfonds De ECB heeft in juni besloten om de depositorente voor banken te verlagen naar -0,1%. Deze verlaging werd gedreven door lage inflatie, een sterkere Euro en toegenomen kortetermijnrenterisico. In behaalde het geldmarktfonds een rendement van 0,51% ten opzichte van 0,15% voor de benchmark 3. De koers van een fractie in het geldmarktfonds steeg van 70,10 op 31 december 2013 naar 70,46 op 31 december. Het geldmarktfonds belegt onder andere in bankdeposito s en staats- en bedrijfsleningen met een korte (resterende) looptijd. In vergelijking met andere beleggingen, lopen deelnemers in het geldmarktfonds een laag risico. Zo wordt voorkomen dat het kapitaal vlak voor pensionering nog sterk in waarde daalt. Het bijbehorende rendement is daarom meestal eveneens laag. De verlaging van de rente en het aanhoudend lage niveau van de depositorente bij de ECB resulteerde in een verdere daling van de rentevergoeding op bankdeposito s en staats- en bedrijfsleningen met een korte (resterende) looptijd. In de grafiek ziet u de ontwikkeling van het rendement in. In de grafiek is een vergelijking gemaakt met de benchmark 3. Rendement geldmarktfonds (in %) 16 1,0% 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% dec-13 jan-14 feb-14 mrt-14 apr-14 mei-14 jun-14 jul-14 aug-14 sep-14 okt-14 nov-14 dec-14 Rendement Benchmark 3 Het rendement van het geldmarktfonds wordt vergeleken met de Merrill Lynch 3-months Euribid CMS index.

4 Balans en mutatieoverzicht

Balans en mutatieoverzicht Balans per 31 december van de beleggingen in de prepensioneringsregeling Obligatiefonds Aandelenfonds Geldmarktfonds Beleggingen 102.557.362 33.909.335 10.564.668 Liquide middelen 0 0 0 Vorderingen/schulden 0 0 0 Totaal Vermogen 102.557.362 33.909.335 10.564.668 147.031.366 Bedragen in euro s Mutatieoverzicht vermogen 18 Obligatiefonds Aandelenfonds Geldmarktfonds Aanvang verslagjaar 78.997.340 10.933.825 54.305.184 Aankopen/verstrekkingen 19.670.268 24.900.647 4.463.805 Waardeverschillen en verkoopresultaten 10.390.985 3.080.961 57.122 Verkopen/aflossingen -6.501.230-5.006.098-48.261.443 Totaal Einde verslagjaar 102.557.362 33.909.335 10.564.668 147.031.366 Bedragen in euro s