7,3. Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Biologie Voortplanting

7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting

Hormoonklieren zijn klieren die sappen afgeven aan het bloed. Deze sappen zijn de hormonen. De

Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel.

Paragraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Samenvatting Biologie voor Jou VMBO 3 Thema 3 Voortplanting

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Biologie Samenvatting Hoofdstuk 2 Voortplanting Basisstof 1 t/m 10 Basisstof 1: Het voortplantingsstelsel van een man

Balzak (scrotum) huidplooi waarin de teelballen liggen. Temperatuur +/- 2 C lager dan in de buikholte (gunstiger voor de ontwikkeling

Samenvatting Biologie voortplanting

Biologie Voortplanting en ontwikkeling Havo

Primaire geslachtskenmerken

Samenvatting Biologie Voortplanting

samenvatting doelstelling 1. doelstelling 3. doelstelling 2. doelstelling 4.

thema 3 Voortplanting en ontwikkeling basisstof basisstof 1 Het voortplantingsstelsel van een man

Een man kan vanaf de puberteit tot op hoge leeftijd zaadcellen maken.

7,3. Samenvatting door een scholier 1948 woorden 9 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

Bevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel : nieuw individu

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit.

Waar alle onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man en de vrouw zitten:

DEEL 3 THEMA 1 RELATIES EN SEKSUALITEIT BASISSTOF 1

Biologie Samenvatting H11+12

Samenvatting Biologie Boek 4 thema 2 Voortplanting en ontwikkeling.

Voortplanting. Hoofdstuk 6

keer beoordeeld 4 maart 2018

Samenvatting Biologie hf 5 par 1t/m 5

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

H2.1 voortplantingsstelsel van de man

Samenvatting Biologie Thema 3 voortplanting en ontwikkeling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Voortplanting

Doelstelling 3 Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen bij jongens en bij meisjes.

Samenvatting Biologie Thema 3 - Voortplanting 1 t/m 9

Biologie 2HAVO/VWO VOORTPLANTING Thema 4

Verslag Biologie Biologie dossier

Samenvatting Biologie Biologie Thema 3; Voortplanting

7,4. Samenvatting door N woorden 6 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Thema 2 Voortplanting

Aantekeningen hoofdstuk 3 Voortplanting BBL

Samenvatting door een scholier 3053 woorden 28 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 2 voortplanting

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

zweet stinkt schaam haar ongesteld brede heupen borst groei schaamlippen groeien groeispurt

5,9. Antwoorden door Een scholier 1981 woorden 11 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 Voortplanting en ontwikkeling

Voortplanting en ontwikkeling

4.9. Boekverslag door N woorden 24 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Voortplanting:

7,1. Basisstof 1; Wat is biologie? Basisstof 2, Natuurwetenschappelijk onderzoek. Basisstof 3, Organen, cellen en weefsels.

Niet iedereen merkt dat hij/zij een geslachtsziekte heeft. Vrouwen hebben soms bijna of geen last.

6,9. Samenvatting door M woorden 10 juni keer beoordeeld Puberteit. Hoe noem je de verschillen tussen jongens en meisjes?

Aantekeningen Hoofdstuk 3 Voortplanting 3 VMBO KGT

Voortplanting bij dieren

Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden.

Oefen Repetitie KGT thema Voortplanting

Antwoorden Biologie Thema 4

Samenvatting door een scholier 1790 woorden 8 maart keer beoordeeld

Mannelijk voortplantingsorgaan:

6,6. Werkstuk door een scholier 1905 woorden 13 juli keer beoordeeld

primaire geslachtkenmerken Geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn

1: Jongens en meisjes

6,8. Samenvatting door B woorden 4 januari keer beoordeeld

Huiswerkopdrachten. over seks, SOA en anticonceptie. love-control.nl. Opdracht 1

Voortplantingshormonen

adoloscere dat opgroeien betekend, deze periode vindt plaats na de puberteit rond het 20 e tot 25 e levensjaar.

6,8. Samenvatting door B. 999 woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. H3 Voortplanting

Spermacel bevat of een Y-chromosoom of een X-chromosoom. Normaal gesproken bevat de eicel één X- chromosoom.

7,6. Samenvatting door een scholier 2687 woorden 12 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Seksualiteit en voortplanting!

HOOFDSTUK 6: VOORTPLANTING. 1: Embryonale ontwikkeling

Bij in vitro fertilisatie (IVF) worden eicellen buiten het lichaam bevrucht door

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Biologie H4. Begrippen Hoofdstuk 4 5,6. Samenvatting door E woorden 27 oktober keer beoordeeld

Begrippen Hoofdstuk 4

PATIËNTEN INFORMATIE. Anticonceptie

Ik wil anticonceptie gaan gebruiken. Poli Gynaecologie

Samenvatting Biologie H3+8

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie voortplanting 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

5,5. Samenvatting door een scholier 2004 woorden 30 maart keer beoordeeld. Hoofdstuk 5: Seksualiteit

7,1. Werkstuk door een scholier 1782 woorden 17 maart keer beoordeeld. Hoofdstuk 1 Hoe kun je een soa oplopen?

auteurs ARTEUNIS BOS MARIANNE GOMMERS ONNO KALVERDA RUUD PASSIER THEO DE ROUW GERARD SMITS BEN WAAS RENÉ WESTRA

7,7. Samenvatting door een scholier 2258 woorden 15 januari keer beoordeeld. H6 Voortplanting

1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B. Open vragen

Samenvatting Biologie Voortplanting

2: WAT ZIJN VOORBEHOEDSMIDDELEN?

Antwoorden Biologie Thema 4 en 5

Voortplanting. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

De leraar legt dit eerst uit, daarna maken de leerlingen deze vragen

De geslachtsontwikkeling, zoals het meestal gaat 1

Anticonceptiemiddelen met oestrogeen en progestageen

Ik wil een voorbehoedmiddel (anticonceptie) gaan gebruiken

Kinderen groeien op tot volwassenen in verschillende fasen. Iedereen groeit. Maar ons lichaam maakt heel ons leven kleine of grote veranderingen mee.

1,6. Samenvatting door CÃ line 3247 woorden 5 juli keer beoordeeld. Bio P3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4, Voortplanting

Normale cyclus. Poli Gynaecologie

Normale cyclus. Gynaecologie

Anticonceptie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Samenvatting Biologie Thema 3 Voortplanting

Samenvatting Biologie Doelstellingen Blok 5: Seksualiteit en voortplanting

4,8. Samenvatting door Een scholier 2376 woorden 29 januari keer beoordeeld

Ontwikkelingsbiologie

6.6. Boekverslag door M woorden 11 maart keer beoordeeld

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december 2002 7,3 188 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H2 voortplanting Basisstof 1 De Testes (teelballen) produceren elke dag miljoenen zaadcellen, ze liggen in de scrotum (balzak). De temp in de balzak is lager dan in de buikholte. De testes bevatten gekronkelde zaadkanaaltjes. Er ontstaan zaadcelmoedercellen, die zich later ontwikkelen tot zaadcellen. Vervolgens gaan ze naar de bijballen, waar ze tijdelijk worden opgeslagen, want door het zure milieu van de bijballen zijn de zaadcellen bewegingloos. Bij een erectie worden de holten in de zwellichamen gevuld met bloed. Bij een zaadlozing worden de zaadcellen door de spierbewegingen van de zaadleiders voortgestuwd langs de zaadblaasjes en de prostaat. De zaadblaasjes voegen vocht toe, wat de zaadcellen actief maakt, en de prostaat voegt vocht toe dat voedingsstoffen voor de zaadcellen bevat. Vervolgens komen de zaadcellen uit in de urinebuis, die door de penis loopt. Door de spierbewegingen komt het sperma met schokken uit de penis, en dit geeft een lekker gevoel, het orgasme. Onder de voorhuid wordt smegma (smeer) geproduceerd. Daarom moet een man ieder dag de voorhuid schoonmaken. Basisstof 2 In de ovaria (eierstokken) vindt ontwikkeling van eicellen plaats. Samen vormen ze een jong follikel. In een rijpende follikel ontstaat een holte gevuld met vocht. Als de follikel rijp is, puilt deze buiten de eierstok uit, vervolgens neemt ze erg veel vocht op, waardoor de eicel wordt uitgestoten. Dit heet de ovulatie (eisprong) Het achter blijvende weefsel in de eierstok wordt gele lichaam genoemd. De vrijgekomen eicel wordt door het trechtervormige uiteinde van de eileider opgevangen. Bij geslachtsgemeenschap komt een penis in de vagina. Na de zaadlozing bewegen de zaadcellen zich richting de baarmoeder. De kop van een zaadcel dringt door het celmembraan van de eicel. Zodra de zaadcel binnen is, wordt er een bevruchtingsmembraan aangemaakt, zodat er geen andere zaadcellen meer naar binnen kunnen. De kernen van de zaad en eicel versmelten zich. De bevruchte eicel (zygote) deelt zich een aantal keer. Het klompje cellen komt vervolgens in de baarmoeder aan en nestelt zich hier in het baarmoederslijmvlies. De verdere ontwikkeling vindt nu plaats. Na 3 maanden ontstaat er de placenta (moederkoek). Ongeveer na 38 weken wordt het kind geboren. De meeste meisjes krijgen een orgasme door prikkeling van de clitoris (kittelaar). De clitoris ligt vooraan tussen de kleine schaamlippen. Net achter de clitoris is de urinebuis. Om de kleine schaamlippen liggen de grote schaamlippen omheen. Klieren produceren bij seksuele opwinding slijm, hierdoor wordt de toegang tot de vagina glad gemaakt, zodat de penis kan binnendringen. In de binnenkant van de vagina ligt het maagdenvlies, bij de eerste keer geslachtsgemeenschap kan het vlies inscheuren en dit kan pijn doen, maar dat is lang niet bij iedere vrouw het geval https://www.scholieren.com/verslag/7033 Pagina 1 van 6

Basisstof 2 Hormonen spelen een belangrijke rol bij de voortplanting. De hypofyse produceert o.a. het follikelstimulerend hormoon (FSH), en het lutheїniserend hormoon (LH). Bij een man liggende de hormoon producerende cellen tussen de zaadkanaaltjes. Deze cellen vormen testosteron (mannelijk geslachtshormoon). Bij een vrouw vormen de cellen die in de eierstok liggen oestrogenen (vrouwelijke geslachtshormonen). Hier toe behoren oestradiol en oestron. Het gele lichaam produceert progesteron (het zwangerschapshormoon). FSH >>>> vorming van zaadcellen LH >>>> stimuleert de productie van testosteron Testosteron beïnvloed ook het uiterlijk van de jongen in de puberteit, de secundaire geslachtskenmerken. Menstruatiecyclus Een aantal samen hangende processen, die zich om de vier weken herhalen, menstruatie en ovulatie zijn 2 processen. Eerste 12 dagen produceert de hypofyse FSH en LH. Een van de rijpende follikels bereikt een voorsprong op de andere, de andere sterven af. Een hoge concentratie LH in het bloed Veel vocht, waardoor de rijpende follikel openbarst en ovulatie optreed. Er wordt een geel lichaam gevormd van de achtergebleven follikelweefsel. Progesteron zorgt ervoor dat her baarmoederslijmvlies nog dikker wordt, en dat er voedsel ontstaat voor het embryo. Progesteron remt ook de afgifte van FSH en LH. Na elf dagen sterft het gele lichaam, als de eicel niet bevrucht is. Het baarmoederslijmvlies wordt gedeeltelijk afgestoten. Het wordt via de vagina uit het lichaam verwijdert (menstruatie) Menstruatie vindt 14 dagen na de ovulatie plaats, en duurt ongeveer 3 tot 7 dagen. Er gaan nu weer nieuwe follikels rijpen en het hele verhaal gebeurt nu opnieuw, en 14 dagen later vindt weer ovulatie plaats. Zwangerschap: Een eicel blijft na de ovulatie maar ongeveer 12 uur in leven. Een zaadcel kan na een zaadlozing ongeveer 3 dagen in het lichaam van de vrouw in leven blijven. Er zijn dus maar 3 a 4 dagen per menstruatiecyclus waarbinnen geslachtsgemeenschap kan leiden tot bevruchting van een eicel. Deze periode loopt ongeveer van 3 dagen voor de ovulatie tot een halve dag erna. Als er bevruchting plaats vindt, dan blijft het gele lichaam ongeveer 3 maanden progesteron produceren. Daarna neemt de placenta de taak over. Door progesteron blijft het baarmoederslijmvlies dik en klierrijk. Er treed nu geen menstruatie op. Er komen geen nieuwe follikels tot rijping en er vindt dus geen nieuwe ovulatie plaats, omdat de afgifte van FSH en LH wordt geremd. Basisstof 4 De meeste mensen zijn heteroseksueel, ongeveer 5% is homoseksueel. Homoseksuele vrouwen worden https://www.scholieren.com/verslag/7033 Pagina 2 van 6

lesbisch genoemd. Mensen die zich tot beide geslachten aangetrokken voelen, worden biseksueel genoemd. Ongewenste intimiteiten zijn als iemand met lichte seksuele handelingen (vastpakken, billen knijpen) iemand ander ongevraagd lastig valt. Incest betekent het plegen van seksuele handelingen tussen familieleden. Basisstof 5 SOA >>>>>>> seksueel overdraagbare aandoeningen De bekendste zijn gonorroe, syfilis, chlamydia en AIDS. Besmetting vindt plaats als bij dit contact geslachtsorganen, mond of anus zijn betrokken. De ziekteverwekkers die een SOA veroorzaken gaan buiten het lichaam van een mens direct dood. Bij gonorroe (een druiper) komt er slijm en etter uit de penis of vagina. Vaak doet urineren dan pijn. Door behandeling met penicilline treed volledig genezing op. Als er niet snel behandeld wordt, kun je onvruchtbaar worden. Syfilis is als eerst te herkennen aan een zweertje bij de penis, vagina, mond, tong of anus. Als het niet behandeld word, dan verdwijnt het zweertje, en de ziekte lijkt over. Maar na enkele jaren kunnen zich ernstige ziektes voordoen, en onbehandelde syfilis kan leiden tot de dood. Ook syfilis kan bestreden worden met penicciline. Chlamydia is een SOA die pas net ontdekt is. Je krijgt hier waterige afscheiding of bloedverlies van, uit vagina of urinebuis. Een gedeelte heeft niet een ziekteverschijnselen, maar zij kunnen de ziekte wel verspreiden. Ook Chlamydia is te bestijden met penicilline. AIDS Acquired Immuno Deficiency Syndrome Bij AIDS is het afweersysteem van de patiënt aangetast, waardoor ziektes vrij spel hebben. AIDS wordt veroorzaakt door HIV, Human Immuno deficiency Virus. Niet iedereen die besmet is met HIV, heeft ook AIDS. Er is geen test die AIDS aankantonen. Een antistof voor AIDS is niet instaat om het virus te vernietigen. Als er genoeg antistoffen zijn, dan kunnen deze worden aangetoond, en betekent dit dat je seropositief bent, dat wil zeggen dat meer dan 50% ook echt AIDS krijgt. Als je eenmaal besmet bent, dan komt AIDS voor in je bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht, moedermelk. Bloed en Sperma bevatten de hoogste concentratie AIDS. Door niezen, hoesten of zoenen kan de ziekte niet worden overgebracht. De meeste besmetting vindt plaats door onveilige seks. Men is er tot nu toe niet in geslaagd om een effectief geneesmiddel te vinden tegen AIDS. Het AIDS virus heeft de vervelende eigenschap om steeds een beetje te veranderen, waardoor het moeilijk is een vaccin te vinden. Je kunt je wel laten behandelen tegen AIDS, waardoor de ziekte wordt geremd, maar niet bestreden, maar deze behandeling heeft ook nadelen. Basisstof 6 Geboorteregeling: vrouw en man bepalen of zij een kind willen of niet. Anticonceptie: de bevruchting wordt tegen gegaan. Vormen van anticonceptie: https://www.scholieren.com/verslag/7033 Pagina 3 van 6

Periodieke onthouding; man en vrouw hebben geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode (3 a 4 dagen) (onbetrouwbaar) Coïtus interruptus; ondergebroken geschlachtsgemeenschap, de man trekt voor zijn orgasme de penis terug uit de vagina. (onbetrouwbaar) De Pil; bevat hormonen waardoor geen ovulatie meer optreed, er kan geen innesteling optreden (zeer betrouwbaar) Condoom; hoesje van rubber dat om de penis wordt getrokken. Bied ook bescherming tegen SOA s. (betrouwbaar) Pessarium; zacht rubber koepeltje, dat de baarmoedermond bedekt, voordat er met vrijen wordt begonnen, het moet ingesmeerd worden met zaaddodendemiddelen. En moet na geslachtsgemeenschap nog minimaal 8 uur blijven zitten.(betrouwbaar) Spiraaltje; buigzaam plastic voorwerpje, met koperdraad. (IUD). Arts brengt het in, waarna het een jaar of 5 kan blijven zitten. (betrouwbaar), wel bijwerkingen. Sterilisatie; man of vrouw wordt door een kleine operatie onvruchtbaar gemaakt. Bij de man worden stukjes van de zaadleiders weg gehaald, daarna worden de uiteinden dichtgemaakt, een zaadlozing kan nog steeds plaats vinden, maar dan zonder zaad. Bij de vrouw worden de eileiders onderbroken, de rest van de seksuele functies gaan gewoon door. Heel soms kan sterilisatie weer ongedaan worden gemaakt, maar soms lukt dit niet meer. Noodmaatregelen Morning afterpil Overtijdbehandeling Abortus Basisstof 7 Zygote deelt zich, komt na 5 tot 7 dagen in de baarmoeder aan. Klievingsdelingen, omdat er geen groei plaats vindt. In de holte van de embryo is de embryonaalknop of embryoblast aanwezig. De buitenste laag cellen zorgt voor innesteling. Een deel van de embryonaalknop groeit uit tot het embryo, ander deel tot de hechtsteel. Tussen de vruchtvliezen en het embryo bevindt zich vruchtwater. De Placenta Na ongeveer 3 weken ontstaan bij het embryo hart en bloedvaten. Via de hechtsteel groeien bloedvaten vanuit het embryo tot in de vlokken van het buitenste vruchtvlies. De hechtsteel ontwikkelt zich tot navelstreng. In de navelstreng lopen drie bloedvaten. Via 2 navelstrengaders wordt het bloed van het embryo naar de placenta gepompt. In de derde navelstrengader stroomt het bloed weer terug naar de embryo. Door vliezen blijft het bloed van de moeder gescheiden van het bloed van het embryo. Ziekteverwekkers kunnen ook door deze vliezen heen, en ook alcohol en drugs kunnen er door heen. Vanaf de derde maand wordt het embryo foetus genoemd. Na ongeveer 3 maanden neemt de placenta de hormoonproductie geheel over van het gele lichaam. In de laatste 2 maanden wordt de ontwikkeling geheel voltooid. Wanneer de placenta onvoldoende progesteron produceert, kan het baarmoederslijmvlies niet in stand https://www.scholieren.com/verslag/7033 Pagina 4 van 6

worden gehouden. Er komt nu een miskraam of (spontane) abortus. Het miskraam kan ook veroorzaakt worden door het embryo, doordat het embryo misschien een erfelijke afwijking heeft. Bij buitenbaarmoederlijke zwangerschap vindt innestling van het klompje cellen buiten de baarmoeder plaats, b.v. in de buikholte of eierstok. De zwangere vrouw krijgt dan vaak hevige pijnen, soms ontstaat er levensgevaar, en een ingreep van de arts is altijd noodzakelijk. Tweelingen Twee-eiige tweeling; twee eicellen komen tegelijkertijd vrij, en worden ook allebei bevrucht. De tweelingen lijken vaak niet echt veel op elkaar( net zoiets als 2 broers) Eeneiige tweeling; als het klompje cellen tijdens de delingen wordt gesplitst. Deze tweelingen lijken altijd sprekend op elkaar. Basisstof 8 Bij jonge mannen is de hoeveelheid sperma in de laatste 50 jaar afgenomen, en ook de kwaliteit ervan is afgenomen. Vrouwen willen steeds later moeder worden. Cloorhoudende verbindingen en sommige bestrijdingsmiddelen kunnen hormoonverstorend zijn, maar ook medicijnen kunnen het negatief beïnvloeden. Kunstmatige inseminatie; Arts brengt bij de vrouw donorsperma van de spermabank in. Bij een vrouw kan IVF (in-vitrofertilisatie) worden toegepast, door toediening van hormonen worden in de eierstokken meerdere eicellen geproduceerd. Vervolgens haalt de arts de vrijgekomen eicellen weg, en er wordt sperma van de man toegevoegd in een voedingsmedium. Als er klompjes cellen zijn ontstaan, dan worden er meestal twee klompjes weer terug in de baarmoeder geïmplanteerd, de kans op slagen is maar 30 procent, maar de kans op tweeling is net zo groot als de kans op 1 kind. Basisstof 9 Na ongeveer 9 maanden wordt het kind geboren. Ongeveer 10% wordt te vroeg geboren, deze wordt dan in een couveuse verpleegd. Door weeën is te merken of de bevalling op komst is. De bevalling verloopt in drie fasen: de ontsluiting, de uitdrijving, de nageboorte. Bij de ontsluiting wordt de baarmoeder mond geopend, en zakt de foetus naar beneden, met zijn hoofdje. Bij de uitdrijving mag de moeder gaan persen, en worden we weeën steeds heviger, deze kan van enkele seconden, tot wel 2 uur duren. Bij de nageboorte is het kind bedekt met een laagje huidsmeer. Navelstreng wordt afgeknipt en de baby geeft zijn eerste schreeuw en ademt. De nageboorte is de placenta, de resten van de navelstreng, en de vruchtvliezen. Basisstof 10 De mens heeft net als alle andere organismen een levenscyclus, die bij de mens bestaat uit : Embryonale ontwikkeling, geboren worden, groeien en ontwikkelen, voortplanten en sterven. Lichamelijke groei en ontwikkeling stopt ongeveer op 18-jarige leeftijd, maar de geestelijke groei en ontwikkeling gaat nog veel verder en langer door. Een mens heeft verschillende levensfasen, iedereen heeft een eigen levensloop. De eerste maanden wordt een baby een zuigeling genoemd, en een zuigeling wordt alleen met melk gevoed. https://www.scholieren.com/verslag/7033 Pagina 5 van 6

De levensfasen zijn als volgt: Baby (0-1,5 jaar) en leert zitten, staan, lopen, spelen Peuter (1,5-4 jaar) en leert o.a. traplopen, tegen een bal schoppen en praten. Kleuter (4-6 jaar) en leert o.a. fietsen, klimmen, tekenen en sociale ontwikkeling door met andere kinderen te leren spelen Schoolkind (6-12 jaar) en leert lezen, schrijven, rekenen. Puber (12-16 jaar) en beginnen de voortplantingsorganen te functioneren, en de secundaire geslachtskenmerken komen tot ontwikkeling Adolescent (16-21 jaar) en leert geheel zelfstandig te worden Volwassene (21-65 jaar) en kunnen kinderen krijgen Bejaarde (65+) kunnen lichamelijke of geestelijke gebreken krijgen en worden hulpbehoevend Grove motorische ontwikkeling is leren bewegen met het hele lichaam. Fijne motorische ontwikkeling is kleine bewegingen te leren maken, vooral met de handen. Per dag sterft 1 a 2 cellen van een volwassene af, en de meeste worden vernieuwd, behalve zintuigcellen en zenuwcellen. https://www.scholieren.com/verslag/7033 Pagina 6 van 6