De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Raadpleging van het Panel RADAR-Klanttevredenheidsonderzoek n.a.v. kabinetsvoornemens Kinderopvang 20 juni 2008 Maria Jongsma Arie Luiten Theo Jeuring Juli 2008 Correspondentieadres: Vyvoj Postbus 312 9751 GL Groningen Tel: 050-3097397/06-51173336 info@radarkinderopvang.nl
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 10 I AANLEIDING... 3 II VRAAGSTELLING... 4 III RESULTATEN... 5 V CONCLUSIE... 10 De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 2
I AANLEIDING Vyvoj en NL-Eyes en Strip- Nederland voeren al enkele jaren onder de naam RADAR klanttevredenheidsonderzoeken uit in opdracht van instellingen voor kinderopvang. Hiertoe worden ouders die gebruikmaken van formele kinderopvang (buitenschoolse opvang, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en gastouders) geraadpleegd omtrent hun ervaringen met deze kinderopvang voor hun kinderen. De klanttevredenheidsonderzoeken vinden doorgaans plaats door beantwoording via internet middels een link naar een elektronische vragenlijst. De ouders wordt tevens gevraagd, aan het eind van de vragenlijst, of zij bereid zijn deel te nemen aan het RADAR panel van gebruikers van kinderopvang. Dit panel wordt aangewend (hooguit een paar keer per jaar) om een peiling te houden omtrent op dat moment spelende thema s met betrekking tot de kinderopvang. Eén zo n actueel thema is de door het kabinet op 20 juni 2008 voorgenomen aanpassingen in de kinderopvang. Op 20 juni 2008 heeft het kabinet namelijk ingestemd met een aantal voorstellen van staatsecretaris Dijksma. Om ook in de verdere toekomst kinderopvang voor alle ouders betaalbaar en toegankelijk te houden, neemt het kabinet per 2010 een aantal maatregelen, onder andere in de gastouderopvang. Er zijn vanaf dan twee vormen van gastouderopvang mogelijk: professionele kleinschalige opvang, zogenaamde thuiscrèches, en informele opvang (oppas). Voor de beide vormen daalt het maximumuurtarief, naar 4 euro voor de professionele thuiscrèches en naar 2,50 euro voor de informele opvang. Voor de informele opvang wordt tevens het aantal uren kinderopvangtoeslag waar ouders recht op hebben gemaximeerd. De kwaliteiteisen aan deze twee vormen van opvang verschillen met die van de formele kinderopvang en verschillen ook onderling. Alle gastouders moeten zich aansluiten bij een formele kinderopvanginstelling. Hiermee verdwijnt de rol van de gastouderbureaus. Uitgangspunten bij de maatregelen zijn betaalbare en toegankelijke kinderopvang voor iedereen die arbeid en zorg combineert, keuzevrijheid voor ouders, het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik en een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen. Het kabinet zet de komende tijd in op kwaliteit, onder meer door een impuls in voorschoolse educatie en investeringen in het opleidingsniveau van de leidsters. Arbeidsparticipatie en koopkracht staan daarbij voorop. De Commissie Bakker heeft het belang van de kinderopvang voor de arbeidsparticipatie nogmaals benadrukt. De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 3
II VRAAGSTELLING Aan de deelnemers van het panel is een aantal vragen voorgelegd die betrekking hebben op de voornemens van het kabinet met betrekking tot de informele opvang. Doelstelling van het kabinet is deze aanpassingen in de kinderopvang door te voeren ten behoeve van een duurzame ontwikkeling van de arbeidsparticipatie. Het panel is door RADAR benaderd om te peilen: 1. welke betekenis de huidige formele kinderopvang (inclusief die van gastouders verkregen via een bemiddelingsbureau) heeft voor de arbeidsparticipatie. In de vragenlijst worden vragen gesteld over de huidige situatie, dus de betekenis van de informele invang nu. Gezien de voornemens van het kabinet hebben we de ouders de imaginaire situatie voorgelegd alsof deze voornemens nu, juli 2008, zouden zijn ingevoerd, en bij hen gevraagd 2. wat de betekenis van de informele kinderopvang (bijv. oma, buurvrouw of andere oppas) zou zijn voor de arbeidsparticipatie uitgaande van de nieuwe maatregelen. Voorbehoud Het panelonderzoek is in de eerste week van juli 2008 online geweest. Bedacht moet worden dat voor veel ouders die benaderd zijn toen de vakantie inmiddels gestart was. Er hebben 559 ouders meegedaan aan de peiling (respons 23,6%). De onderzoeksresultaten geven een betrouwbaar beeld van de betekenis van de voorgestelde maatregel voor huidige gebruikers van de kinderopvang. De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 4
III RESULTATEN Voor geïnteresseerden is de volledige vragenlijst met de antwoorden (zgn. rechte tellingen) aan te vragen via info@radarkinderopvang.nl). In de tekst hieronder wordt ingegaan op opmerkelijke resultaten. Tevens wordt op deze plaats een aantallen kruistabellen weergegeven die interessante resultaten laten zien. III.1 De betekenis van informele opvang anno nu De panelleden is gevraagd welke vormen van formele kinderopvang zij op dit moment gebruiken en of zij daarnaast ook gebruik maken van informele opvang. Hieronder wordt hier weergeven wat de verdeling is binnen het panel wat betreft het gebruik van de formele en informele anno juli 2008. Gebruik formele opvang Gebruik informele anno nu opvang (oppas) % (meerdere vormen anno nu % mogelijk) Kinderdagverblijf 66,5 % Oppas 74,8 % Buitenschoolse opvang 50,4 % Geen oppas 25,2% Gastouders via een bemiddelingsbureau 10,2 % Peuterspeelzaal 3,6 % geen 2,3 % Op de vraag of zij daarnaast ook gebruik maken van een oppas en waarvoor deze oppas dient, worden de volgende antwoorden gegeven. Maakt u daarnaast ook gebruik van een oppas (bijv. oma, buurvrouw of andere oppas) en waarvoor? Ja, alleen om te kunnen werken 18,4 % Ja, zowel om te kunnen werken als voor vrijetijdsactiviteiten, winkelen, 18,2 % avondjes uit e.d. Ja, alleen voor vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. 38,1 % Nee, ik maak geen gebruik van een oppas 25,2% Driekwart van de ouders die nu gebruik maken van een vorm van formele opvang heeft ook een oppas. Meer dan een derde van hen heeft die oppas (ook) om te kunnen werken. Informele opvang is dus voor hen bevorderend voor de arbeidsparticipatie, ook als er al sprake is van formele opvang.. Echter, voor meer dan een derde van de ouders is de oppas alleen van betekenis voor vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. Voor hen is dus alleen de formele kinderopvang een bijdrage voor de arbeidsparticipatie. Gevraagd is, indien men informele opvang inschakelt, hoeveel uur per week men een oppas heeft en op hoeveel kinderen er opgepast wordt. Hierna wordt weergegeven om hoeveel uur en aantal kinderen het gaat, verdeeld naar de betekenis van de informele opvang. De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 5
Waarvoor dient de oppas? Gemiddeld uur per week gebruik oppas Gemiddeld aantal kinderen waarop opgepast wordt Puur voor werken 9,02 uur 1,89 kinderen Gemengd: zowel werken als ontspanning 8,35 uur 1,77 kinderen Puur voor avondjes uit etc. 2,66 uur 1,90 kinderen Totaal 5,71 uur 1,87 kinderen Voor degenen die naast de formele opvang ook informele opvang inschakelen is het aantal uren oppas iets meer dan 2,5 uur per week dan het vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. Is er ook sprake van werken, dan gaat om meer dan 9 uur per week oppas en dat gemiddeld om meerdere kinderen (gemiddeld bijna 2 kinderen). Kijken we naar het opleidingsniveau van de moeder dan zien we een interessant resultaat. De hoogst opgeleide ouders (Wetenschappelijk Onderwijs) hebben het vaakst geen oppas naast de formele opvang (19% versus ruim 30% bij de laagst opgeleide moeders). Indien zij toch een oppas hebben is dat vooral van betekenis voor vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. Opleidings niveau vrouw Puur voor werken Zowel werken als ontspanning Puur voor avondjes uit etc. Geen oppas minder dan MBO 28,3% 7,5% 34,0% 30,2% 100,0% MBO 17,7% 16,9% 33,1% 32,3% 100,0% HBO 17,5% 20,6% 37,7% 24,2% 100,0% WO 17,1% 19,7% 44,1% 19,1% 100,0% Totaal 18,5% 18,3% 38,0% 25,3% 100,0% De moeders met een opleiding minder dan MBO vallen op doordat zij de oppas vooral gebruiken om te kunnen werken (28,3% versus 18,5% gemiddeld). De oppas is voor de bevordering van de arbeidsparticipatie, naast de formele opvang, kennelijk vooral van belang voor de laagst geschoolden. Verschillen eenoudergezinnen van gehuwden of samenwonenden? Dat blijkt wel zo te zijn, met name als het gaat om de betekenis van de informele opvang voor de arbeidsparticipatie. Zie hieronder: Gezinssituatie Puur voor werken Zowel werken als ontspanning Puur voor avondjes uit etc. Geen oppas Gehuwd of samenwonend 17,3% 18,9% 38,9% 25,0% 100,0% Eenoudergezin 33,3% 15,4% 28,2% 23,1% 100,0% Totaal 18,6% 18,4% 37,8% 25,2% 100,0% Bij gehuwden en samenwonenden is de informele opvang vooral (aanvullend naast de formele opvang) van belang voor vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. Voor alleenstaande ouders is de oppas meer dan de tweeouder-situaties van belang voor de arbeidsparticipatie. III.2 Stel de nieuwe regeling is al toegepast De voornemens van de regering met betrekking tot de informele kinderopvang zijn voorzien in 2010. Aan de panel-deelnemers is gevraagd hoe zij zouden handelen als de regeling anno juli 2008 zou zijn ingevoerd: De regeling bestaat nu nog niet in deze vorm, maar wordt mogelijk pas ingevoerd vanaf 2010. Bij de vragen op deze pagina vragen wij u zich voor te stellen alsof de regeling nu al van kracht zou zijn. De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 6
Het blijkt dan 50% zegt dat men er (waarschijnlijk) gebruik van zal maken en een toeslag zal aanvragen en 50% (waarschijnlijk) niet. Uit onderstaande tabel blijkt dat het hierbij vooral om moeders gaat met een MBO-opleiding (58,5% met MBO versus 47% moeders met HBO/VWO opleiding). Opleiding vrouw minder dan MBO MBO HBO Zou u er dan gebruik van maken en toeslag voor uw oppas aanvragen? Ja of waarschijnlijk wel Nee of waarschijnlijk niet Total 45,3 % 54,7 % 100,0% 58,5 % 51,5 % 100,0% 47,5% 42,5 % 100,0% WO 47,3% 52,7 % 100,0% Total 49,8 % 50,2% 100,0% Indien de nieuwe regeling toegepast zou worden wordt hij dus vooral door MBO-opgeleiden gebruikt. Arbeidsparticipatie? Van belang is de vraag in hoeverre de eventuele nieuwe regeling een bijdrage is tot de arbeidsparticipatie. Dit is immers een fundamentele doelstelling van het stelsel van kinderopvang. Derhalve is aan het panel gevraagd of de oppasregeling zou betekenen dat men als ouder (meer uren) zou kunnen werken of dat het niet uitmaakt voor het (meer) kunnen werken. Van degenen die zeggen (waarschijnlijk) gebruik te gaan maken van oppas is de betekenis voor de arbeidsparticipatie beperkt, zo blijkt uit de volgende tabel: Zou deze oppasregeling voor u dan ook betekenen dat u als ouder (meer uren) zou kunnen gaan werken? Ja, dat bevordert de mogelijkheid om (meer uren) te kunnen werken Nee, dat maakt niet uit Totaal 22,7% 77,3% 100,0% Vooral vrouwen met een opleidingsniveau lager dan MBO verwachten zelfs het vaakst dat de eventuele nieuwe regeling niets uitmaakt voor de arbeidsparticipatie (87% versus 75% hoger opgeleide vrouwen): Zou deze oppasregeling voor u dan ook betekenen dat u als ouder (meer uren) zou kunnen gaan werken? Ja, dat bevordert de Opleiding vrouw mogelijkheid om Nee, dat maakt (meer uren) te kunnen niet uit Total werken minder dan MBO 13,2% 86,8% 100,0% MBO 26,0% 74,0% 100,0% HBO 21,6% 78,4% 100,0% WO 24,8% 75,2% 100,0% Daarentegen zeggen eenoudergezinnen vaker dat de nieuwe regeling de arbeidsparticipatie bevordert. Voor gehuwden en samenwonenden zijn de kabinetsvoornemens voor de De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 7
arbeidsparticipatie naar verwachting minder vaak van betekenis: Zou deze oppasregeling voor u dan ook betekenen dat u als ouder (meer uren) zou kunnen gaan werken? Ja, dat bevordert de Nee, dat maakt Gezinssituatie mogelijkheid om (meer Total niet uit uren) te kunnen werken Gehuwd of samenwonend 21,1% 78,9% 100,0% Eenoudergezin 38,7% 61,3% 100,0% In de kabinetsvoornemens wordt de gastouderbemiddeling afgeschaft en komen gastouders onder de hoede van de formele kinderopvang. Daarnaast wordt een bijdrage gegeven aan de informele opvang, de oppas zoals bv. oma, buurvrouw of andere oppas. Met andere woorden: wat zet de meeste zoden aan de dijk? Aan het panel is derhalve de vraag voorgelegd: De regeling is bedoeld om het buitenshuis werken van ouders beter mogelijk te maken. De overheid kan dat doen door verschillende voorzieningen van kinderopvang extra te subsidiëren. Welke voorziening draagt voor uw situatie het meest bij om dit doel (meer werken buitenshuis) te bevorderen? En welke voorziening het minst? Buitenschoolse opvang Draagt het meest bij Niet genoemd Draagt het minst bij 72,8% 22,2% 5,0% Kinderdagverblijf 69,4% 22,7% 7,9% Oppas, niet via een bemiddelingsbureau 25,0% 38,6% 36,3% Gastouders via een bemiddelingsbureau 16,5% 44,7% 38,8% Peuterspeelzaal 4,7% 38,6% 56,7% De deelnemers aan het panel geven aan dat de bevordering van de arbeidsparticipatie het meest wordt bevorderd door met name de buitenschoolse opvang en het kinderdagverblijf, op afstand gevolgd door de oppas en gastouders via een bemiddelingsbureau. Peuterspeelzalen dragen in de ogen van het panel het minst bij. Gerelateerd aan de opvang die anno nu door de panelleden wordt gebruikt, is er enige nuance in de volgorde aan te geven. Panelleden die nu gebruik maken van gastouders via een bemiddelingsbureau vinden deze vorm van kinderopvang even belangrijk als het kinderdagverblijf ( 65% zegt dat deze het meest bijdragen). Ook voor ouders die nu gebruik maken van informele opvang (oppas) puur voor werken, noemen kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang als opvangvorm die het meest bijdraagt aan de arbeidsparticipatie (bijna door 70% door hen genoemd). Oppas wordt door hen op de derde plaats genoemd (43%). Financieel effect Op dit moment betaalt men gemiddeld 3 uur per uur voor oppas, Het meest betalen de mensen die puur voor de avondjes uit een oppas hebben: 3,42. Wie een oppas nodig heeft voor het werk betaalt 2,25. Na een oppasregeling zou het bedrag dat men aan de oppas geeft per uur omhoog gaan van 3 uur naar 4,50 per uur. In de groep die nu een oppas voor het werken heeft en gebruik zal maken van een oppas, zal aldus de deelnemers aan het RADAR-panel het bedrag dat men aan de oppas betaalt met bijna 2,- stijgen. Een en ander blijkt hieronder: De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 8
Gebruikt nu oppas voor: Huidige betaling aan oppas in centen Betaling aan oppas na toeslagregeling in centen Extra Betaling oppas Puur voor werken 224 413 194 Gemengd: zowel werken als ontspanning Puur voor avondjes uit etc. Geen oppas 273 416 151 342 486 156 n.v.t. 464 n.v.t. Kortom; een groot deel van het geld zal niet gebruikt worden om de oppaskosten voor de ouders omlaag te brengen, maar om de oppas meer te betalen. En is dus feitelijk een loonsubsidie voor de oppas. Visie van de ouders Dat de vraagstelling van dit onderzoek de ouders zeer ter harte gaat is te merken aan het grote aantal reacties bij de open vraag: 158 respondenten hebben hun opmerkingen gegeven. De onderwerpen die door de ouders het vaakst zijn genoemd (in volgorde van belangrijkheid). De onbetrouwbaarheid van het overheidsbeleid: door de regelingen voor kinderopvang steeds te wijzigen kunnen ouders niet een structurele oplossing voor de opvang realiseren. De fraudegevoeligheid van de voorgestelde regeling voor informele opvang: ook nu al is de regeling niet controleerbaar en wordt er volgens de respondenten veel misbruik gemaakt door de oppassubsidie te gebruiken voor avondjes uit. Men verwacht dat het misbruik toeneemt. Als de huidige gastouderbureaus worden afgeschaft gaat dat ten koste van de flexibiliteit van de kinderopvang en het aantal plaatsen, vooral op het platteland. De negatieve effecten op de arbeidsmarktparticipatie: door wisselende regelingen, hogere ouderbijdragen en schrappen van gastouderopvang zullen ouders opnieuw overwegen of ze blijven werken. De kosten voor de ouders gaan omhoog: de kinderopvangregeling moet voor iedereen betaalbaar blijven. Opa s en oma s hoeven geen oppasvergoeding, dat deden ze altijd al en mag gerust in het informeel blijven. Meer financiering voor kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang zorgen voor het wegnemen van de wachtlijsten: daar moet het regeringsbeleid op gericht zijn. Investeer liever in de kwaliteit van de kinderopvang. De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 9
IV SAMENVATTING EN CONCLUSIE SAMENVATTING Op 20 juni 2008 heeft het kabinet haar beleidsvoornemens over de kinderopvang na 2010 bekend gemaakt. Doelstelling van het kabinet is deze aanpassingen in de kinderopvang door te voeren ten behoeve van een duurzame ontwikkeling van de arbeidsparticipatie. Aan gebruikers van formele kinderopvang is een aantal vragen voorgelegd over de voornemens van het kabinet met betrekking tot de kinderopvang. Hiervoor is het panel van ouders uit de RADAR klanttevredenheid onderzoeken aangeschreven. Ongeveer 560 ouders hebben de vragenlijst ingevuld. Huidig gebruik van oppas door gebruikers van formele kinderopvang Driekwart van de ouders die nu gebruik maken van een vorm van formele opvang heeft ook een oppas. Meer dan een derde van hen heeft die oppas (ook) om te kunnen werken. Informele opvang is dus voor hen bevorderend voor de arbeidsparticipatie, ook als er al sprake is van formele opvang. Echter, voor meer dan een derde van de ouders is de oppas alleen van betekenis voor vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. Voor degenen die naast de formele opvang ook informele opvang inschakelen is het aantal uren oppas iets meer dan 2,5 uur per week ten behoeve van vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. Is er ook sprake van werken, dan gaat om meer dan 9 uur per week oppas en dat gemiddeld om meerdere kinderen (gemiddeld bijna 2 kinderen). De hoogst opgeleide ouders (Wetenschappelijk Onderwijs) hebben het vaakst geen oppas naast de formele opvang (19% versus ruim 30% bij de laagst opgeleide moeders). Indien zij toch een oppas hebben is dat vooral van betekenis voor vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. De moeders met een opleiding minder dan MBO vallen op doordat zij de oppas veel vaker dan anderen gebruiken om te kunnen werken (28,3% versus 18,5% gemiddeld). De oppas is voor de bevordering van de arbeidsparticipatie, naast de formele opvang, kennelijk vooral van belang voor de laagst geschoolden. Bij gehuwden en samenwonenden is de informele opvang vooral (aanvullend naast de formele opvang) van belang voor vrijetijdsactiviteiten, winkelen, avondjes uit e.d. Voor alleenstaande ouders is de oppas (aanvullend naast de formele opvang) meer dan voor de tweeouder-situaties van belang voor de arbeidsparticipatie. Verwacht gebruik van de voorgestelde regeling voor informele kinderopvang De voornemens van de regering met betrekking tot de kinderopvang zijn voorzien in 2010. Aan de RADAR-panel deelnemers is gevraagd hoe zij zouden handelen als de regeling anno juli 2008 zou zijn ingevoerd: 50% zegt dat men er (waarschijnlijk) gebruik van zal maken en een toeslag zal aanvragen en 50% (waarschijnlijk) niet. Het gaat hierbij vooral om moeders met een MBO-opleiding (58,5%). Verwacht effect van de nieuwe regeling op de arbeidsparticipatie Van belang is de vraag in hoeverre de eventuele nieuwe regeling een bijdrage is voor verhoging van de arbeidsparticipatie. Aan het panel is gevraagd of de oppasregeling zou betekenen dat men als ouder (meer uren) zou kunnen werken of dat het niet uitmaakt voor het (meer) kunnen werken. Voor de ouders die zeggen (waarschijnlijk) gebruik te gaan maken van oppas is de betekenis voor de arbeidsparticipatie beperkt. Vrouwen met een opleidingsniveau lager dan MBO verwachten zelfs het vaakst dat de eventuele nieuwe regeling niets uitmaakt voor de arbeidsparticipatie (87% versus 75% hoger opgeleide vrouwen. Daarentegen zeggen eenoudergezinnen iets vaker dat de nieuwe regeling de arbeidsparticipatie bevordert. Voor gehuwden en samenwonenden zijn de kabinetsvoornemens voor de arbeidsparticipatie naar verwachting minder van betekenis. Wat zet de meeste zoden aan de dijk wat betreft de bevordering van de arbeidsparticipatie? Aan het panel is de vraag voorgelegd welke voorziening het meest bijdraagt om dit doel (meer werken buitenshuis) te bevorderen? En welke voorziening het minst? Vooral de buitenschoolse opvang en het kinderdagverblijf zijn belangrijk als het gaat om het bevorderen van de arbeidsparticipatie (beide rond de 70% als meest belangrijk). Een aantal ouders geeft hierbij aan dat de wachtlijsten moeten worden weggewerkt, dat levert volgens hen de grootste bijdrage aan arbeidsparticipatie. De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 10
Ouders die nu gebruik maken van gastouders via een bemiddelingsbureau vinden deze vorm van kinderopvang even belangrijk als het kinderdagverblijf ( 65% zegt dat deze het meest bijdragen). Ook ouders die nu gebruik maken van informele opvang (oppas) puur voor werken noemen kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang als opvangvorm die het meest bijdraagt aan de arbeidsparticipatie (bijna door 70% door hen genoemd). Oppas wordt door hen op de derde plaats genoemd (43%). Dit is een belangrijk resultaat, want het geeft aan dat het beoogde beleid beter op een andere manier kan worden gerealiseerd. CONCLUSIE Het bevorderen van de arbeidsparticipatie door middel van een oppasregeling lijkt niet effectief: er wordt slechts een klein aantal ouders bereikt dat de regeling gaat gebruiken om te kunnen werken. In meer gevallen wordt de oppas voor de avondjes uit straks mede gefinancierd door de overheid. De te verwachten financiële effecten van de voorgestelde maatregelen voor de kinderopvang zijn discutabel. De eventuele subsidie voor informele opvang (de 2,50 die bedoeld is om ouders te compenseren voor het gebruik van kinderopvang) zal niet alleen gebruikt worden om te werken. Daarnaast geven ouders aan dat ze een oppassubsidie vooral zullen gebruiken om de oppas meer te betalen, niet om meer te gaan werken. Als de gastouderopvang wordt afgeschaft, dan betekent dat voor ouders minder flexibiliteit, geen opvang. De vraag is of er substitutie zal optreden. Sommige ouders zeggen zelfs dan te overwegen om te stoppen met werken. Meer en eenduidiger effect voor de bevordering van de arbeidsparticipatie is te verwachten van: Betaalbaar houden van de formele opvang in kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang Wegwerken van wachtlijsten in buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven; Stellen van strikte kwaliteitseisen aan gastouderopvang en daarmee flexibele opvang; Een consistent overheidsbeleid, dat ouders zekerheid geeft over de continuïteit van de regelingen voor kinderopvang. De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Panelonderzoek juli 2008 pag 11