levensbeschouwing & maatschappij M A V O 3 katern 5 Socialisatie & Seksualiteit naam cluster maartenscollege groningen / haren MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie & seksualiteit 1
levensbeschouwing & maatschappij M A V O 3 2010 2011 katern 5 bij Thema s Maatschappijleer 1 voor VMBO hoofdstuk 2b socialisatie en seksualiteit MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie & seksualiteit 2
inhoud 1 opdrachten p. 5 2 eindopdracht p. 14 5 ruimte voor meer aantekeningen hoofdstuk 2b: SOCIALISATIE p. 15 MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie & seksualiteit 3
MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie & seksualiteit 4
2 opdrachten opdracht 1 (bij 1 en 2 van je lesboek, p. 23-33) Hoe zat het ook alweer? 1 Geef een omschrijving van het begrip cultuur? 2 Wat is het verschil tussen waarden, normen en gedrag? Waarde: Norm: Gedrag: 3 Wie beïnvloedt wie? Mensen beïnvloeden elkaar. Hieronder staan in de eerste kolom drie personen vermeld. Daarachter staan drie personen of instanties die hen beïnvloeden. Geef telkens een voorbeeld van beïnvloeding. personen beïnvloed door voorbeeld kleuter van vier ouders ouders leren het kind fietsen tv overheid scholier van vijftien ouders vrienden school iemand achter de bar in een groot café baas klanten overheid
opdracht 2 (bij 4 van je lesboek, p. 40-43) 1 Wat is het verschil tussen aangeboren en aangeleerd gedrag? 2 Zijn de volgende zaken aangeboren of aangeleerd? Leg kort uit! Als bepaald gedrag aangeleerd is leg dan ook uit door wie jou dat aangeleerd is. zaak spreken van een taal aangeboren aangeleerd aangeleerd door wie? verdere uitleg eten verlegenheid topvoetballer zijn gevoel voor humor roken muzieksmaak rekenknobbel hebben manier van kleden danstype zijn vriendelijk zijn agressief zijn MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 6
3 a Leg met eigen woorden het begrip socialisatie uit. b Waarom is socialisatie belangrijk voor iemand persoonlijk? c Waarom is socialisatie belangrijk voor een samenleving? d Vanaf welke leeftijd begint socialisatie?.. jaar e Denk je dat bejaarden ook met socialisatie te maken hebben? Leg uit! f Wat is het verschil tussen socialisatie en opvoeding? 4 Noem vijf belangrijke dingen die jij van je ouders hebt geleerd of meegekregen. 1 2 3 4 5 MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 7
5 Bekijk de staafdiagrammen op bladzijde 41 van je lesboek. a Wat zijn de grootste verschillen bij vrouwen en bij mannen tussen 1975 en 2000? Noem tenminste drie dingen! 1 2 3 b Zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen in de loop van de tijd minder groot geworden? Leg uit. 6 a Noem vier personen die betrokken zijn bij de socialisatie van een kind van vijf jaar. 1 3 2 4 b Geef een duidelijk voorbeeld waaruit blijkt dat jij ook bijdraagt aan de socialisatie van anderen. c Leg uit hoe het komt, dat je in onze samenleving nog veel christelijke normen terugvindt. d Socialisatie vindt plaats op school. Gebeurt dat door de docenten of door de medeleerlingen? Leg je antwoord uit. MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 8
f Speelt televisie volgens jou een grote of een kleine rol bij socialisatie? Leg uit waarom? opdracht 3 (bij 5 van je lesboek, p. 46-47) 1 a In je lesboek staan drie manieren van opvoeden. Neem deze drie en geef van elk een voorbeeld, dat niet in de tekst staat. 1 2 3 opvoedingsmanier voorbeeld b Welke manier gebruiken ouders het meest, denk je? MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 9
2 Niet alleen ouders belonen en straffen. Je komt het overal tegen. Vul in onderstaand schema steeds een voorbeeld van een beloning en een straf in. instelling beloning straf sportclub gezin school werk overheid 3 In je lesboek staan op bladzijde 47 zes speciale regelingen voor jongeren. Noteer deze in de eerste kolom. Welke van deze regelingen zijn rechten (R) en welk plichten (P)? Noteer dat in de tweede kolom. Schrijf in de derde kolom of je het een goede regeling vindt of niet en waarom. 1 2 3 4 5 6 regeling R of P goed/niet goed opdracht 4 (bij 6 van je lesboek, p. 50-51) 1 Zin in school? Bekijk de tabel op bladzijde 51 van je lesboek en maak daarna de vragen. 1 Hoeveel procent van de scholieren gaat graag naar school?... % 2 Hoeveel procent van de scholieren vindt het moeilijk aandacht bij de les te houden?... % 3 Hoeveel procent van de scholieren komt regelmatig te laat?... % 4 Hoeveel procent van de scholieren begint uit zichzelf aan het huiswerk?... % 5 Hoeveel procent van de scholieren doet zo weinig mogelijk aan het huiswerk?... % MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 10
2 Leg in je eigen woorden uit wat identificatie inhoudt. 3 Wat is het verschil tussen identificatie en imitatie?. 4 Hieronder vind je een stelling. Geef een argument voor, een argument tegen en daarna je eigen mening. Popsterren zijn voorbeelden voor jongeren. Daarom moeten zij geen drugs gebruiken. Argument voor: Argument tegen: Eigen mening: opdracht 5 (bij 7 van je lesboek, p. 54-55) 1 Leg in je eigen woorden uit wat beeldvorming is. 2 Heeft beeldvorming vooral met iemand uiterlijk te maken of ook met iemands gedrag? Leg je antwoord uit. 3 Noem een nadeel van beeldvorming. opdracht 6 (bij verrijkingsstof van je lesboek, p. 57-59) Het kan zijn dat we een les langer stilstaan bij relaties, verkering en seksualiteit. Als we dat doet, dan zullen we gebruik maken van jouw antwoorden op onderstaande vragen, stellingen en tips. 1 Noteer hieronder vijf vragen rond het thema relaties en seksualiteit, waarover volgens jou in de klas gesproken zou kunnen/moeten worden. 1 2 3 4 5 MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 11
2 a Wat vind jij typerend gedrag van jongens? Wat hoort echt bij jongens? Hoe zijn ze? Hoe doen ze? b Wat vind jij typerend gedrag van meisjes? Wat hoort echt bij meisjes? Hoe zijn ze? Hoe doen ze? 3 a Welke grenzen trek jij voor jezelf en je partner als je verkering hebt? Wat kan wel en wat kan niet als je verkering hebt? dit kan wel volgens mij dit kan niet volgens mij dit kan wel volgens (anderen in) de klas dit kan niet volgens (anderen in) de klas b Liggen grenzen voor jongens en meisjes anders? Leg uit! MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 12
4 Welke regels over seksualiteit zou jijzelf aan je kinderen opleggen? opdracht 7 (bij verrijkingsstof van je lesboek, p. 57-59) 1 Bestaat een gezin altijd uit een man, een vrouw en één of meer kinderen? Leg uit. MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 13
2 Wat is het belangrijkste verschil tussen samenwonen en trouwen? 3 Wat is het belang van een samenlevingscontract? 4 Wat is het verschil tussen een huwelijk en een LAT-relatie? 5 Naar welke samenlevingsvorm gaat jouw voorkeur nu uit. Kruis hieronder aan wat je eerste voorkeur heeft, wat mogelijk ook zou kunnen en wat het zeker niet wordt. samenlevingsvorm eerste voorkeur mogelijk zeker niet 1 geregistreerd partnerschap 2 gezin met kinderen 3 huwelijk 4 LAT 5 samenwonen 6 samenlevingscontract 7 single blijven 8 woongroep MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 14
3 de opdracht vooraf Dit is je laatste praktische opdracht voor dit jaar. De opdracht heet Lieve Mona. Lieve Mona staat voor de bekende of minder bekende lief-en-leed rubriekjes in diverse tijdschriften. In dit soort rubrieken worden problemen voorgelegd over allerlei onderwerpen. Lieve Mona (de persoon achter de rubriek) geeft vervolgens antwoord op het probleem van de schrijver/schrijfster en geeft daarbij advies/tips hoe je met zo n probleem kunt omgaan. Je gaat bij deze laatste opdracht zowel in de rol van lezer (probleem voorlegger) als in de rol van lieve Mona (raadgever) een opdracht uitvoeren. Samen met 2 medeleerlingen bedenk je een probleem op het relationele en/of opvoedkundig vlak. Je legt dit probleem voor aan lieve Mona en schrijft hiervoor een brief. Je brief wordt voorgelegd aan lieve Mona (een andere groep uit de klas). Je krijgt zelf ook een brief met een probleem voorgelegd. In de rol van lieve Mona ga je deze zo uitvoerig mogelijk van advies voorzien. Maak bij beide onderdelen gebruik van de opdrachten/theorie die tijdens de lessen aan de orde is gekomen. de opdracht 1 Je vormt een groepje van 3 á 4 leerlingen. houden. In uitzonderingsgevallen mag je met meer of minder leerlingen de opdracht doen. 2 In week 23 lever je de ingezonden brief in. 3 In week 25 geef je antwoord op een probleem dat vanuit een andere groep aan je wordt voorgelegd. 4 In de week worden de verhalen voorgedragen en besproken. eisen opdracht 1 De ingezonden brief omvat een meervoudig relationeel en/of opvoedkundig probleem. Het probleem beschrijf je in ongeveer 10-15 zinnen. Je beschrijft daarnaast zo levendig en duidelijk mogelijk welke personen een rol in het probleem spelen. Geef kort de achtergronden weer. De tegenpartij moet zich kunnen inleven in de problematiek. 2 Alle groepsleden dragen evenredig zorg voor de schrijfproducten. 3 Het onderwerp voor de ingezonden brief is vrij met dien verstande dat het moeten passen binnen het thema (socialisatie en seksualiteit) én grof taalgebruik wordt niet geaccepteerd. MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 15
6 ruimte voor meer aantekeningen hoofdstuk 2b SOCIALISATIE & SEKSUALITEIT MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 16
MAVO 3 KATERN 5 2010 2011 levensbeschouwing & maatschappij: socialisatie en seksualiteit 17