GROTE PRAKTISCHE OPDRACHT ARBEIDSORIENTATIE STAGE 3 MAVO 2015-2016. Naam: Stagedocent: Mentor:



Vergelijkbare documenten
STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Verslag snuffelstage week St. Aloysiuscollege. 12 t/m 16 oktober Naam: Klas 3:

STAGEWERKBOEK. Piter Jelles YnSicht Prinsessenweg EG Leeuwarden

LOB. Stagewerkboek Loopbaan oriëntatie en-begeleiding(lob) Wie kan mij daarbij helpen? Wat kan ik? Hoe kan ik dat doen? Waar kan ik dat doen?

STAGEBOEK CONTACTPERSONEN SCHOOL GEGEVENS LEERLING. Van der Meij College

2. Hoe moet je dit experimentele stagewerkboek gebruiken?

INHOUDSOPGAVE... 1 GEGEVENS VAN DE LEERLING... 3 DOEL VAN DE STAGE... 4 INSTRUCTIE... 5 AFSPRAKEN... 6 AANWEZIGHEIDSFORMULIER WEEK 1...

LINT STAGEBOEK VAN ZORG EN WELZIJN

Werkboek LINTSTAGE NAAM: KLAS:

Stagebedrijf: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Leerroute: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam: Klik hier als u tekst wilt invoeren.

S T A G E W E R K B O E K

STAGE WERKBOEK theoretische leerweg LEERJAAR 3

STAGE LOGBOEK 3MAVO Naam: Klas:

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

maandag 11 mei inleveren!

Naam:. Woonplaats: Telefoon: Naam organisatie: Plaats: . Functie:. Telefoonnummer:...

stageboekje STAGE sector economie administratief 3 e klas Handel en Administratie Naam: Klas: (administratief)

STAGEBOEKJE NEGENDAAGSE SNUFFELSTAGE

Waarom stage? Regels stage Interview 1+2 Stage eindverslag 1+2

LINT STAGEBOEK VAN Techniek. Neem dan op een leuke manier afscheid van je stage plaats en bedank je collega s en stagebegeleider (s )

STAGEBOEK MaS+ Samenwerking tussen leerlingen van Pleincollege Nuenen en van Novaliscollege Eindhoven. Klas :

Werk Oriëntatie Project E R VMBO T3 K B O E K

STAGEBOEKJE VIJFDAAGSE SNUFFELSTAGE

STAGEBOEKJE ZEVENDAAGSE SNUFFELSTAGE In de periode van:

STAGEBOEKJE VIERDAAGSE SNUFFELSTAGE

STAGEBOEK CONTACTPERSONEN SCHOOL GEGEVENS LEERLING. Van der Meij College

Naam : Klas : Mentor : Het Hooghuis Stadion Stageboek Leerjaar 3

STAGEBOEKJE DRIEDAAGSE SNUFFELSTAGE

Stageboek GL

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

STAGE sector economiedetailhandel/bedrijven/instellingen. Stageboekje detailhandel/bedrijven/instellingen 3 E KLAS HA/MC. Sector economie.

Stageboek Lever dit stageboek uiterlijk dinsdag 9 mei in bij jouw afdeling Met de handtekening van de stagebegeleider!

WERKBOEK SNUFFELSTAGE 2012/2013 grote praktische opdracht loopbaan oriëntatie

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

Maatschappelijke stage

Stageverslag bedrijfsoriëntatie

Inleiding maatschappelijke stage

Handleiding Sollicitatiebrief

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Stageboekje 3e klas Naam: Klas:

Wanneer je goed voorbereid bent, zul je merken dat je tijdens het gesprek minder gespannen bent.

STAGEBOEK BEROEPSGERICHT D&P LEERJAAR 3 SAENREDAM COLLEGE

maatschappij.nl

PRESENTATIE BEROEPENSTAGE

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Snuffelstage voor klas 3

Snuffelstage leerjaar 2

WERKBOEK STAGEWEEK HAEMSTEDE BARGER MAVO DECANAAT H A E M S T E D E - B A R G E R. NL

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

Beroepenwerkstuk 3 havo / 3 vwo

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage.

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Stagelogboek Leerjaar 3. Oriëntatie op Leren en Werken Afdeling Commercie Dienstverlening

STAGEBOEKJE 2016 / 2017

COORNHERT LYCEUM HAARLEM. INLEIDING Aan de leerlingen van 4 vwo

Stageboekje 3e leerjaar

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Stageboek Ilex college

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

Stageboek Ilex college

Stagepaspoort. Voor de leerlingen van de 4e klas van het Trivium College Trivium College locatie Trias

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

Maatschappelijke Stage Boekje voor leerlingen en organisaties

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

Eerste hulp bij jouw CV met ouders!

van tevoren vragen opschrijven om bij een sollicitatiegesprek te stellen.

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

Aflevering 2: Solliciteren

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Maatschappelijke Stages

STAGE OPDRACHT KLAS 3

PRESENTATIE BEROEPENSTAGE MVI

Stageboekje 4 e klas. Schooljaar

WERKEN IN DE ZORG EN WELZIJN

STAGE. Informatieboekje over stage op de Oost ter Hout School voor Praktijkonderwijs

Sectorwerkstuk

Leerlijn werken Pedologisch Instituut, CED-Groep

Maatschappelijke Stages Hoogezand-Sappemeer

Klas 10 STAGE 2013/2014

Aflevering 2: Solliciteren

MAATSCHAPPELIJKESTAGE

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

MAATSCHAPPELIJKESTAGE

SOLLICITATIE BRIEF & CV NEDERLANDS

PROFIELWERKSTUK CHARLEMAGNE COLLEGE EIJKHAGEN HANDLEIDING / 4 VMBO-TL NAAM LEERLING:. NAAM BEGELEIDER:... BEOORDELING: VOLDOENDE / GOED

Maatschappelijke Stage Stanislas College Pijnacker

Verslag Blokstage 2019

SECTOR HAVO/VWO STAGEBOEKJE. Maatschappelijke Stage

Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT:

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Transcriptie:

GROTE PRAKTISCHE OPDRACHT ARBEIDSORIENTATIE STAGE 3 MAVO 2015-2016 Naam: Klas: Stagedocent: Mentor:. Stagemap 3 mavo 2015-2016

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Algemene gegevens 3 Inleiding 4 Hoe ga je je voorbereiden? 5 Waar moet je tijdens je stageweek rekening mee houden? 5 Klaar met je stageweek en wat dan? 5 Planning 6 Weekopdrachten 7 De eerste dag 9 De tweede dag 11 De derde dag 15 De vierde dag 21 De laatste dag 23 Bijlagen Bijlage 1. Stagekaart 26 Bijlage 2. Arbeidsbesluit jeugdigen 27 Bijlage 3. Beoordeling stagebedrijf 28 Bijlage 4. Eindbeoordeling 31 2

Algemene gegevens Gegevens van de leerling Naam Adres Postcode, woonplaats Telefoonnummer Gegevens van de school Naam van de school Schoter Scholengemeenschap Adres Sportweg 9 Postcode en plaats 2024 CN Haarlem Telefoonnummer 023 5258491 Gegevens over het stageadres Bedrijf / instelling Adres Postcode, woonplaats Telefoonnummer Directeur (eigenaar) Stagebegeleider vanuit het bedrijf 3

Inleiding Deze stagemap is een soort handboek voor de stage. Voor de meeste van jullie zal deze week (ten minste 25 uur), naast je vakantiebaantje of een bijbaantje tijdens de week, de eerste echte kennismaking met de beroepenwereld zijn. Je zult waarschijnlijk veel verschillende indrukken opdoen. Het gevaar bestaat dat je op het eind van de week helemaal overspoeld bent met informatie. Om dat te voorkomen is deze map gemaakt. Hierin vind je voor iedere dag een opdracht en een aantal weekopdrachten, die je gedurende de stage in orde kunt maken. De stageweek is geen schoolweek, maar een buitenschoolse werkweek. Je gaat tijdens de gehele week werkervaring opdoen in een bedrijf, op een kantoor, bij een instelling naar eigen keuze. Het is een voorbereiding op je keuze voor je vakkenpakket en op je vervolgopleiding. We kunnen er op school wel over praten, maar zelf ervaren blijft de beste manier. Wij zijn de bedrijven en instellingen daarom zeer dankbaar dat zij een gedeelte van hun tijd willen besteden aan het wegwijs maken van jongeren. Omdat we de komende jaren graag met de arbeidsoriëntatie willen doorgaan, is het belangrijk dat deze week prima verloopt. Ook jij bent daar gedeeltelijk verantwoordelijk voor. Jij bent het visitekaartje van onze school! Daarom: Kleed je je netjes en verzorgd, aangepast aan je stageadres Gedraag je je altijd correct en beleefd Houd je je aan de afgesproken werktijden, pauzes, enz. Verdien je in deze week geen geld, want je bent je aan het oriënteren Vergeet je de begeleider aan het einde van de week niet te bedanken voor zijn of haar inzet Mocht je door omstandigheden (door ziekte bijvoorbeeld) niet op je stageadres kunnen verschijnen, dan bel je tijdig zowel naar je begeleider als naar school. Deze begeleider wordt vanuit school aan je toegewezen. Jouw stagebegeleider controleert alle opdrachten, is jouw contactpersoon als er iets mis dreigt te gaan en zal tijdens jouw stage ten minste eenmaal contact met jou opnemen / je stage bezoeken om de voortgang te bespreken. Heb je vragen of problemen, ga dan in eerste instantie naar je stagebegeleider vanuit het stagebedrijf toe. Deze mensen zijn daar speciaal voor. Mocht je er echt niet uitkomen, kun je je decaan (decaan@schoter.nl) of coördinator (e.eggermond@schoter.nl) mailen. Wij wensen je veel succes en hopen dat je een leuke en leerzame stageweek zult hebben! Mw. Eggermond Dhr. Feijt Mw. Brakenhoff Mw. Filius Coördinator Mentor Mentor Decaan 4

Hoe ga je je voorbereiden? Voordat je kunt beginnen met stagelopen moet je eerst een aantal dingen regelen. Je gaat een planning maken en start tijdens de les Nederlands met het schrijven van een curriculum vitae (CV) en sollicitatiebrief (zie weekopdrachten). Je gaat op zoek naar een stageplaats en je levert zo snel mogelijk de stagekaart in met de gegevens over jouw stagebedrijf (zie bijlage 1). Ook laat je het formulier Arbeidsbesluit jeugdigen ondertekenen (bijlage 2). Stage plannen Maak een planning waarin je opschrijft wanneer je welk onderdeel van je stage zult afronden. Je kunt hiervoor gebruik maken van de planning op de volgende pagina. Een aantal onderdelen staat vast. Een deel kun je zelf indelen. Waar moet je tijdens je stageweek rekening mee houden? In deze stagemap vind je weekopdrachten en dagopdrachten. Voor de weekopdrachten heb je genoeg tijd; dit zijn algemene opdrachten over het bedrijf/de instelling waar je stage loopt. Deze weekopdrachten kun je naar eigen idee uitbreiden. De dagopdrachten moet je elke dag zorgvuldig bijhouden want anders kom je in tijdnood. Het is niet verplicht om de dagopdrachten in de aangegeven volgorde te maken, maar wij adviseren om dat wel te doen. Maak met de mensen die je nodig hebt om de opdrachten uit te voeren tijdig een afspraak. Zij moeten tijd voor je kunnen vrijmaken. Bedenk dat het uitwerken van de opdrachten soms méér tijd kost dan je verwacht. Klaar met je stageweek en wat dan? Besteed bij het uitwerken van de vragen zowel aandacht aan de inhoud, als aan de verzorging van het geheel. Maak eventueel een nieuwe voorpagina, voeg je sollicitatiebrief en de uitgewerkte week- en dagopdrachten toe. Zinvol illustratiemateriaal zoals foto s, folders, brochures of voorlichtingmateriaal kunnen je map verlevendigen. Gebruik je creativiteit om er iets moois van te maken. Lever de stagemap uiterlijk in de week na de krokusvakantie in. Zorg dat je je stage laat beoordelen door zowel je stagebegeleider vanuit je stagebedrijf (zie bijlage 3) als door je begeleider vanuit school (zie bijlage 4). 5

Planning Activiteit Deadline Afgerond? Lezen opdrachten stagemap December 2015 Planning maken December 2015 CV schrijven December 2015 Sollicitatiebrief schrijven December 2015 Stageplaats zoeken December 2015 / Januari 2016 Sollicitatiegesprek(ken) voorbereiden December 2015 / Januari 2016 Afspraken maken met het stagebedrijf December 2015 / Januari 2016 Arbeidsbesluit jeugdigen laten ondertekenen December 2015 / Januari 2016 Stagekaart inleveren 15 januari 2016 Indeling stagebegeleiders school bekend 29 januari 2016 Stagelopen 5 februari 2016 Dagopdrachten uitwerken Februari 2016 Weekopdrachten uitwerken Februari 2016 Beoordeling stagebedrijf laten invullen Februari 2016 Reflectie schrijven Februari 2016 Stagemap afronden Februari 2016 Stagemap inleveren bij stagedocent 11 maart 2016 6

Weekopdrachten Begin vanaf de eerste dag te werken aan je opdrachten, wacht niet tot de laatste dag want dan heb je je handen al vol aan het uitwerken van je dagverslagen. Een aantal opdrachten kun je alleen beantwoorden. Er zijn ook opdrachten waarbij je anderen nodig hebt. Vraag tijdig hulp of uitleg van je begeleider. Maak de opdrachten eerst op een kladpapier en werk ze later uit in de map. Als er lijnen op de opdrachtstencils staan, vul je hierop de antwoorden in. Als je niet genoeg ruimte hebt, voeg je zelf bladzijden in. In andere gevallen werk je de opdrachten uit op eigen papier. Zorg dus dat je voldoende papier in A4-formaat bij je hebt. WEEKOPDRACHT 1 Schrijf een sollicitatiebrief In een sollicitatiebrief schrijf je op waarom je graag bij een bedrijf wilt stagelopen en je vertelt iets over jezelf. Zo laat je het bedrijf en je begeleider zien dat jij graag bij ze wilt stagelopen en dat je dat ook kunt. Ga je bij een school stagelopen, dan kun je bijvoorbeeld schrijven dat je het leuk vindt om iets met kinderen te gaan doen. Als je dan vaak op je jongere buurmeisje past, dan kun je dat ook in je brief schrijven. Ben je erg geduldig? Dat kan ook van pas komen! Dat schrijf je dus ook in je sollicitatiebrief. Schrijf ook altijd op welke vakken op school erg goed gaan. Heb je verder nog hobby's of andere activiteiten (vrijwilligerswerk) die kunnen helpen? Wees zo volledig mogelijk! Als je het moeilijk vindt om iets te verzinnen, vraag dan eens aan je ouders of klasgenootjes waarom zij vinden dat je goed bij dat bedrijf kunt gaan stagelopen. Maak nu een verhaal van de punten die je hebt opgeschreven. Het hoeft niet meer dan een blaadje te zijn. Schrijf bovenaan de brief aan wie je hem schrijft, bijvoorbeeld aan je begeleider. En onderteken de brief met jouw naam. Je docent Nederlands kan je hier bij helpen. Voeg je sollicitatiebrief toe aan de map. WEEKOPDRACHT 2 Maak een Curriculum Vitae (CV) Een Curriculum Vitae (CV) is een levensbeschrijving waarin zaken staan die bij een sollicitatie belangrijk zijn. Een CV voeg je altijd bij je sollicitatiebrief. Als je veel sollicitatiebrieven moet schrijven, is het handig wat kopieën van je CV in voorraad te hebben. Een CV bevat in ieder geval: a. Persoonsgegevens: - naam - voornamen - roepnaam - adres - postcode / woonplaats - telefoon - geboortedatum - nationaliteit - burgerlijke staat b. Opleiding - tot nu toe gevolgde en eventueel afgesloten opleidingen - indien van belang: vakkenpakket c. Werkervaring - vakantiebaantjes, vrijwilligerswerk d. Referenties - bij wie kan over jou informatie worden gevraagd Voeg ook je CV toe aan jouw map. 7

WEEKOPDRACHT 3 Neem een krant en zoek daaruit 5 artikelen of foto s die met WERK te maken hebben. Onderwerpen kunnen zijn: - werkgelegenheid - werkloosheid - CAO - werkgevers - vakbonden - promotie - loonafspraken - ARBO - sollicitatie - veiligheid - werkdruk - salaris - werknemers - staking - ontslag Geef met eigen woorden aan waar ieder artikel, elke foto of iedere advertentie in de kern over gaat. WEEKOPDRACHT 4 Zoek in de krant vier verschillende vacatures: drie waar je niet op zou willen solliciteren en één waar je wel op zou willen solliciteren. Schrijf bij de drie vacatures kort op waarom je er niet op wil solliciteren. De advertentie waarop je zou willen solliciteren, geef je een duidelijk kader (omlijning) en schrijf eronder, waarom je hierop zou willen solliciteren. WEEKOPDRACHT 5 Leg deze week aan minimaal 2 personen uit, wat voor soort stage je loopt. Vertel iets over: Doel van de stage Duur van de stage Vanuit welke school je stage loopt Welke opdrachten je vanuit school krijgt Stageboek Aan wie heb je dit verteld? Naam 1 Functie 2 8

WEEKOPDRACHT 6 Verzamel op je stageplaats een lijst van 15 woorden die te maken hebben met vaktaal of woorden of begrippen die je nog niet kent of kende. Leg de betekenis uit. WOORD BETEKENIS 9

Dagopdrachten De eerste dag Deze eerste dag staat in het teken van kennismaking. Wij bedoelen daar niet alleen de kennismaking tussen jou en je stagebegeleider mee, maar eveneens de kennismaking met het bedrijf zelf, de collega s die er werken en met het programma van de rest van de week. Programmapunten voor vandaag kunnen zijn: * een kennismaking met de stagebegeleider. De bedoeling is dat je in dit gesprek samen een programma voor de rest van de week opstelt. Dit weekprogramma vul je bij opdracht 1 in. * een rondleiding door het bedrijf zelf. Je kunt dan kennismaken met de overige collega s en een eerste globale indruk krijgen van hoe het werk georganiseerd is en welke beroepen in dit bedrijf voorkomen. * Stel je nieuwsgierig en geïnteresseerd op zonder dat de mensen last van je hebben. DAGOPDRACHT 1 Mijn weekprogramma ziet er als volgt uit: (omschrijf je taken) maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 10

DAGOPDRACHT 2 Noteer eens een viertal beroepen die in dit bedrijf of deze instelling voorkomen en beschrijf heel kort wat deze mensen doen. beroep Werkzaamheden DAGOPDRACHT 3 Kies een beroep of functie uit waarvoor je belangstelling hebt en waarin je je graag verder zou willen verdiepen. Maak een afspraak met deze beroepsbeoefenaar voor een interview later in de week (de derde dag). Dit hoeft niet je stagebegeleider te zijn DAGOPDRACHT 4 Mijn mening over deze eerste dag Beschrijf hoe de kennismaking verliep, hoe je jezelf voelde en wat jouw eerste indrukken zijn 11

De tweede dag Vandaag staat de arbeidsorganisatie centraal. Het woord zegt het al: hoe is het werk georganiseerd? In ieder bedrijf is er een taakverdeling, de één doet dit en de ander doet dat. Probeer voor jezelf vandaag een indruk te krijgen van de volgende onderwerpen en vul deze gegevens vervolgens hierop in. DAGOPDRACHT 1 De grootte van het bedrijf / instelling Hoeveel mensen werken hier? aantal mannen: aantal vrouwen: Verwerk deze gegevens in een cirkeldiagram (hiernaast) DAGOPDRACHT 2 Doel en nut van het bedrijf / instelling Welke producten worden er gemaakt, welke gegevens worden er verwerkt of elke diensten worden er aan de mensen verleend? Voor wie zijn deze producten, gegevens of diensten bedoeld? Wat zou er gebeuren als dit werk plotseling niet meer zou worden uitgeoefend? ( zowel binnen als buiten het bedrijf ) 12

DAGOPDRACHT 3 De samenwerking Werken de beroepsbeoefenaren samen of alleen? Als zij samenwerken, hoe is het werk dan verdeeld? Wie heeft de leiding en wie organiseert het werk? (Noem de naam van dat beroep.) Oefent iemand controle uit op het gedane werk (zo ja, noem de naam van dat beroep en beschrijf kort waar hij/zij vooral op let). DAGOPDRACHT 4 De werktijden Hoe zijn de werktijden geregeld? (b.v. wordt er gewerkt in onregelmatige dienst, ploegendienst of weekenddienst) Noteer de begin- en eindtijden. Vergelijk de werktijden met de schooltijden die je nu hebt. Ga je erop vooruit, ga je erop achteruit, geef je mening. DAGOPDRACHT 5 Vraag aan een collega: Hoeveel snipperdagen hij/zij heeft. Hoe hij/zij verlof aanvraagt. 13

Wat hij/zij moet doen als hij ziek is. Vallen alle vakanties gelijk met het onderwijs uit deze regio? Met welke personen spreek je op de stage? Geef aan: vaak of regelmatig of bijna nooit of nooit. A) Naaste collega B) Verre collega C) Chef/ bedrijfsleider D) Kantinepersoneel E) Directeur Op welke plaatsen spreek je ze? A) B) C) D) E) Waar praat je over? (het weer, iets persoonlijks, werk, tv.) A) B) C D) E) Hoe spreek je ze aan? Met u of je/jij? A) B) C) D) E) DAGOPDRACHT 6 Heb je een situatie ( op je werk, op school, thuis) meegemaakt waarin mensen elkaar kritiek gaven? Wie had kritiek op wie? Wat was de kritiek? Op welke manier werd de kritiek gegeven? Hoe reageerde de ander op die kritiek? 14

Noteer in welke situatie(s) jij kritiek krijgt/kreeg. Geef 3 voorbeelden: 1) 2) 3) Wat voelde je, wat deed je, wat zei je? Wat had je achteraf anders willen doen/zeggen? DAGOPDRACHT 7 Mijn mening over deze tweede dag Wat is jou opgevallen m.b.t. de arbeidsorganisatie? Wat is jouw mening over hoe het werk in dit bedrijf is georganiseerd. Wat zou jij prettig vinden of onprettig vinden als jij hier zou werken? 15

De derde dag Vandaag ga je je verder verdiepen in één bepaald beroep binnen het bedrijf/deze instelling dat jouw interesse heeft. Kies daarvoor een beroep uit (en natuurlijk ook de persoon die dit beroep uitoefent) en stel zoveel mogelijk vragen over dat beroep. Daarnaast heb je kort een gesprek met drie mensen op het werk. Let op: het is de bedoeling dat je het interview in een doorlopende tekst noteert (verhaalvorm) en dus niet alleen maar in de vraag-en-antwoord vorm. Om een doorlopende tekst te kunnen maken moet je natuurlijk wel beginnen met vragen en antwoorden; die moet je in het klad noteren en later uitwerken tot een doorlopende tekst. DAGOPDRACHT 1 een lang interview naam van de geïnterviewde beroep De keuze van het beroep Hebt u bewust voor dit beroep gekozen of bent u er toevallig in terechtgekomen? Als u er bewust voor gekozen hebt, hoe is die keuze dan tot stand gekomen? Wist u al iets van het beroep? Heeft de keuze te maken met sterke en zwakke kanten vroeger op school? Hoe bent u geïnteresseerd geraakt in dit beroep? Als u toevallig in dit beroep terecht bent gekomen, hoe is dat dan gegaan? 16

De studie / scholing voor het beroep Welke vooropleiding heeft u gehad of welke cursussen heeft u gevolgd? En welke school/scholen heeft u daarna gevolgd of welke bijscholing? Worden er eisen gesteld aan het vakkenpakket/de sector? Welke vakken zijn belangrijk? Worden er voor het beroep nog andere eisen gesteld (bijv. leeftijd, nationaliteit, gezondheid, ervaring, vooropleiding, lichaamsbouw)? Zijn er teveel / te weinig of voldoende leerlingen die dit beroep kiezen? Inhoud van het werk Werkt u vooral met mensen, met gereedschap en materialen of vooral met gegevens? 17

Kunt u vertellen hoe uw dagtaak er normaal gesproken uitziet? Wat zijn de werkzaamheden die u in uw beroep moet doen? Werkt u alleen of samen met anderen? Hoe zijn uw werktijden geregeld? Werkbeleving Zou u uw werk kunnen missen? Waarom wel / niet? Wat vindt u de vervelendste en de leukste kanten van uw werk? Hoe vindt u de werksfeer? Wat bevalt u het beste in de werksfeer? 18

Zijn er zaken die veranderd kunnen worden, waardoor het werk plezieriger wordt? Is contact met collega s erg belangrijk voor u? Waarom? Hebt u ook inspraak in uw werk? Kunt u een voorbeeld geven? Bent u tevreden over uw beloning voor het werk dat u doet? Arbeidsomstandigheden Werkt u vooral binnen of buiten, op één plaats of op meerdere plaatsen? Waar vooral? Moet u speciale werkkleding dragen? Waarom wel / niet? 19

In welke houding werkt u meestal (staand, zittend, lopend, gebukt, knielend)? Kent uw beroep een typische beroepsziekte? Afronding Geef in het kort je mening over dit beroep. Wat lijken jou de aantrekkelijke kanten en de minder aantrekkelijke kanten ervan? Heb je iets geleerd over dit beroep wat je van tevoren nog niet wist? Heb je nu meer / minder belangstelling voor dit beroep? DAGOPDRACHT 2 Voer een kort gesprek met 3 mensen op je werk. Vraag de werknemers naar hun functie, taken, opleiding en ervaring. Noteer de antwoorden. Naam Functie Taken Opleiding en ervaring Naam Functie Taken Opleiding en ervaring 20

Naam Functie Taken Opleiding en ervaring DAGOPDRACHT 3 Vraag of het bedrijf/instelling zelf ook opleidingen of cursussen verzorgt en wie deze opleiding dan betaalt. Kun je de opleiding of cursus in werktijd volgen? Zo, niet. Wanneer dan wel? DAGOPDRACHT 4 Welk beroep wil je graag uitoefenen of in welke sector wil je in de toekomst gaan werken? Welke (voor)opleiding heb je nodig voor je toekomstige beroep? Welk vakkenpakket en welke sector moet je kiezen om je doel te bereiken? Welke school in de omgeving van Haarlem biedt de opleiding die je moet gaan volgen? Welke capaciteiten heb je nodig voor je toekomstige beroep? 21

De vierde dag Vandaag staat in het teken van arbeidsomstandigheden. Onder arbeidsomstandigheden verstaan we zaken als werkomgeving, veiligheid, werktijden, afwisseling of eentonigheid van werk, zelfstandigheid, contacten met anderen. Voor alle duidelijkheid, we bedoelen de arbeidsomstandigheden in het bedrijf en niet in één beroep. DAGOPDRACHT 1 veiligheid en privacy In welke beroepen binnen dit bedrijf gelden er voorschriften / regels met betrekking tot de veiligheid of de privacy? Beschrijf die voorschriften / regels in het kort. Heb je zelf te maken gehad met veiligheidsvoorschriften of privacyregels? Noteer een paar voorbeelden. DAGOPDRACHT 2 werkomstandigheden Wat kun je zeggen van de werkomgeving / werkruimte (koud-heet, stof, gassen, vochtig-nat-droog, vuil-hygiëne, lawaai-rust, enz.)? Is het dragen van bepaalde kleding verplicht? Waarom wel / niet? 22

Doe je veel alleen of moet je veel samenwerking met andere mensen? Wat doe je zoal? Welke werktijden komen er in deze instelling of dit bedrijf voor? Geef je eigen mening over de arbeidsomstandigheden die je in dit bedrijf bent tegengekomen. Past de werkomgeving bij het werk? Zou jij onder deze omstandigheden willen werken? Waarom wel / niet? Hebben jouw collega s een mening over de werkomgeving? Wat zijn de regels in dit bedrijf? Kruis aan: waar niet waar Ik mag zelf weten hoe laat ik begin 0 0 Ik moet 10 minuten voordat het werk begint aanwezig zijn 0 0 Pauzes zijn op vastgestelde tijden 0 0 Als ik te laat kom, moet ik deze tijd inhalen 0 0 Ik mag zelf weten wanneer ik middagpauze neem 0 0 Ik moet mijn middagpauze nemen 0 0 Er mag tijdens het werk gerookt worden 0 0 23

De laatste dag Op het eind van de week is het goed om een aantal zaken op een rijtje te zetten. Vraag je stagebegeleider het beoordelingsformulier in te vullen en vul zelf het zelf-beoordelings-formulier in. Doelstelling van deze week was om kennis te maken met werken en alles wat daarmee samenhangt. Door de ervaring ben je een beetje wijzer geworden misschien. DAGOPDRACHT 1 Vraag aan een collega: Wordt er buiten het bedrijf om wel eens iets gezelligs georganiseerd? Wat dan bijvoorbeeld? Is er een personeelsvereniging? Wat doet de personeelsvereniging? Mogen oud-collega s komen? Mogen stagiaires komen? Moet je ervoor betalen? Wordt het binnen of na werktijd georganiseerd en gehouden? DAGOPDRACHT 2 Schrijf nu eens in het kort op hoe deze week jou bevallen is. Vind je het jammer of ben je juist blij dat het voorbij is? Schrijf ook op waarom je dat vindt. Wat vond jij het grootste verschil tussen een week naar school gaan en een week werken? Wat zou je het liefst willen doen: werken of leren? 24

Is je voorkeur voor je latere beroepskeuze veranderd. Zo ja, geef in het kort aan waarom. DAGOPDRACHT 3 Zelfbeoordelingsformulier Aan het eind van dit project wordt beoordeeld hoe de stageperiode verlopen is. Een manier om dat te doen is het invullen van een eigen beoordelingsformulier. Geef antwoord op onderstaande vragen door het zetten van een kruisje bij het antwoord dat op jou van toepassing is. Als je twijfelt mag je ook meerdere rondjesaankruisen. Op het lijntje mag je zelf een mogelijkheid invullen, die misschien vergeten is. 1. Het werk dat me werd opgedragen heb ik O goed gedaan O redelijk goed gedaan O matig gedaan O.... 2. Ik had bij het werk O veel hulp nodig O weinig hulp nodig O geen hulp nodig O.... 3. Ik heb het werk gedaan met O veel plezier O met plezier O met weinig plezier O... 4. Ik vind zelf dat ik O veel initiatief getoond heb O soms wel initiatief getoond heb O weinig initiatief getoond heb O... 5. Ik deed mijn werk in een O hoog tempo O normaal tempo O langzaam tempo O..... 6. Ik was O keurig op tijd O soms te laat O vaak te laat O..... 7. Ik heb mijn werk O keurig netjes uitgevoerd O netjes uitgevoerd O een beetje slordig uitgevoerd O..... 8. Ik zag er iedere dag O keurig netjes uit O netjes uit O soms wat slordig uit O... 25

9. Verzuim: O geen O gering O vaak O..... 10. Ik vond dat ik O meteen goed meedraaide in het bedrijf O gaandeweg steeds beter ging meedraaien O eigenlijk niet leuk meedraaide in het bedrijf O..... 11. Met mijn collega s kon ik O heel goed opschieten O wel aardig opschieten O niet zo best opschieten O... 12. Met het leidinggevend personeel kon ik O heel goed opschieten O wel aardig opschieten O niet zo best opschieten O..... 13. Als er problemen waren dan werd ik O prima geholpen O goed geholpen O niet zo goed geholpen O... 14. Ik vind dat ik deze week O een goed beeld heb gekregen arbeid O nog geen goed beeld heb gekregen van arbeid 15. Ik vind dat de school volgend jaar misschien meer aandacht moet besteden aan: 26

Bijlage 1. Stagekaart Dit deel inleveren bij je stagebedrijf SCHOTER SCHOLENGEMEENSCHAP Sportweg 9, 2024 CN Haarlem Tel. 023 5258491 Info@schoter.nl STAGE 3 MAVO 1 februari t/m 5 februari 2016 In het kader van het project arbeidsoriëntatie zal naam leerling adres postcode telefoon woonplaats geb. datum een oriënterende stage vervullen van 1 t/m 5 februari 2016. De leerling maakt eind januari definitieve afspraken met u over de werktijden en de weektaken. Contactpersonen op de Schoter Scholengemeenschap: Anouk Filius, decaan -----------doorknippen-----------------------------------------------------------------------doorknippen------ Dit deel op school inleveren bij Anouk Filius (lokaal 320) STAGE 3 MAVO 1 februari t/m 5 februari 2016 In het kader van het project arbeidsoriëntatie zal naam leerling klas stage lopen bij naam bedrijf / instelling adres postcode plaats tel. Bedrijf contactpersoon: functie telefoon contactpersoon (privé en/ of werk) aard van de werkzaamheden: afgesproken stagetijden: van.. uur t/m. uur Handtekening ouders/verzorgers 27

Bijlage 2. Arbeidsbesluit Jeugdigen In ons land kennen we een Arbeidsbesluit Jeugdigen. Hierin staan alle rechten en plichten beschreven die van kracht zijn als jeugdigen deelnemen in een arbeidsomgeving. Hoewel je in de arbeidsoriëntatieweek niet echt arbeid gaat verrichten, zul je best wel de handen uit de mouwen moeten steken. Daarom is het arbeidsbesluit wel van kracht. In het arbeidsbesluit jeugdigen staat onder meer het volgende. De leerling mag niet - werken met schadelijke of giftige stoffen; - blootstaan aan een zodanig geluid of trillingen dat er gevaar bestaat voor schade aan het gehoororgaan of andere lichaamsorganen; - lopende-band-werkzaamheden en zwaar hef- of draagwerk verrichten; - arbeid verrichten in nabijheid van machines welke gevaarlijk zijn i.v.m. bewegende delen; - machines aanzetten welke bij het in beweging komen gevaar opleveren; - hijskranen, goederenbouwliften, stapelaars, motorisch aangedreven takels, heftrucks of mechanische schoppen bedienen; - wissels bedienen of het aan- of afkoppelen van spoorwegmateriaal en aanhangwagens e.d.; - arbeid verrichten met val- of bedelvingsgevaar; - hei- of sloopwerkzaamheden verrichten; - ondersteuningsmateriaal aanbrengen of verwijderen; - grondverzetmachines en trekkers besturen; - zware bomen, buizen, balken of andere zware lasten verplaatsen indien gevaar bestaat dat deze voorwerpen kunnen gaan schuiven, rollen e.d.; - gevaarlijke wilde dieren verzorgen of geleiden; - in silo s, tanks, of andere ruimten die door hun afgeslotenheid moeilijk toegankelijk zijn voor hulp werken; - werken in de nabijheid van elektrische installaties met ongeïsoleerde onderdelen waarop een wisselspanning > 110 Volt staat, behalve wanneer de ongeïsoleerde delen aan aanraking zijn onttrokken of wanneer aanraking niet schadelijk is; tevens uitgezonderd zijn schrikdraden en elektrische las- of snijapparatuur; - arbeid verrichten waarbij brand- of explosiegevaar aanwezig is. Zie ook: www.wetten.overheid.nl zoeken onder Arbeidsbesluit jeugdigen BES Aan het begin van de stageperiode vraag je aan je stagebegeleider of hij het arbeidsbesluit jeugdigen kent. Je vraagt hem om deze pagina voor gezien te tekenen. Handtekening stagebegeleider:... 28

Bijlage 3. Beoordelingsformulier stagebedrijf Ingevuld door stagebegeleider vanuit het bedrijf: Bij het beoordelen aub. aankruisen wat van toepassing is (meerdere antwoorden zijn mogelijk, eventueel aanvullen met korte omschrijving) A. Uitvoering van en houding ten opzichte van het werk 1. De leerling voert het opgedragen werk O goed uit O redelijk goed uit O matig uit O... 2. Bij de uitvoering van de taken O werkt de leerling redelijk zelfstandig O heeft de leerling heeft veel begeleiding nodig O kan de leerling kan het opgedragen werk niet aan O... 3. De leerling verricht de werkzaamheden O met veel plezier O met plezier O met gering plezier O... 4. De leerling toont O veel initiatief O soms initiatief O weinig initiatief O... 5. Het werktempo van de leerling is O hoog O normaal O niet zo hoog O... 6. De leerling kwam O keurig op tijd O soms te laat O vaak te laat O... 7. Het werk van de leerling zag er O keurig uit O slordig uit O wisselend uit O... 8. De uiterlijke verzorging van de leerling O voldoet O voldoet redelijk O voldoet niet O... 9. De leerling heeft O niet verzuimd O zeer weinig verzuimd O vaak verzuimd O... 29

10. Andere opmerkingen m.b.t. uitvoering en houding t.o.v. het werk: B. Persoonlijk functioneren en omgang met anderen 1. De leerling O functioneerde van het begin af aan goed O is gaandeweg beter gaan functioneren O is nauwelijks beter gaan functioneren O... 2. In het algemeen werden instructies O goed verwerkt O door het stellen van vragen goed verwerkt O niet goed begrepen O... 3. De leerling geeft O de leerling geeft vaak blijk van interesse O de leerling geeft soms blijk van interesse O de leerling geeft nauwelijks blijk van interesse O... 4. Ten opzichte van de leiding kan de leerling O zijn / haar houding goed te bepalen O zijn / haar houding niet zo goed te bepalen O zijn / haar houding niet te bepalen O... 5. Ten opzichte van collega s kan de leerling O zijn / haar houding goed te bepalen O zijn / haar houding niet zo goed te bepalen O zijn / haar houding niet te bepalen O... 6. Andere opmerkingen met betrekking tot het persoonlijk functioneren en de omgang met anderen: 30

C. Conclusies / suggesties n.a.v. de stage 1. Heeft de leerling voldoende werkzaamheden kunnen uitvoeren, meemaken of zien, om een reëel beeld te krijgen van dit werk / deze arbeidssituatie? O ja O enigszins O nauwelijks O... 2. Heeft de leerling volgens u voldoende gelegenheid gehad om zich middels vragen en opdrachten uit het stageboek te oriënteren op dit werk / deze arbeidssituatie? O ja, zeer zeker O nee, want O twijfelachtig, omdat Eindbeoordeling door de stagebegeleider: Uw beoordeling wordt mede verwerkt in het eindcijfer. ( Beoordelingsschaal: 1 t/m 10 ) Welk cijfer wilt u uw stagiaire geven voor de wijze waarop hij / zij de stage heeft gedaan? Algemene op- / aanmerkingen ten aanzien van de stage Cijfer: 31

Bijlage 4. Eindbeoordeling weekopdrachten sollicitatiebrief / curriculum vitae 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 artikelen / vacatures 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 uitleg doel stage / woordenlijst 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Eerste dag: kennismaking 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Tweede dag: arbeidsorganisatie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Derde dag: interview 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Vierde dag: arbeidsomstandigheden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Laatste dag: eigen evaluatie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Verzorging: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 beoordeling stagebegeleider 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 totaal behaald:... punten Het totaal aantal behaalde punten delen door 10, geeft het eindcijfer. EINDCIJFER (op één decimaal afronden):, Naam beoordelende stagedocent:.. Bij een onvoldoende ( 5,9) krijgt de leerling een vervolgopdracht. Deze vervolgopdracht krijgt de leerling op een later tijdstip te horen via de coördinator. Graag aan de mentor zo spoedig mogelijk het eindcijfer doorgeven. Dit cijfer wordt ook op het rapport vermeld. De stagemap krijgt de leerling na de definitieve beoordeling terug. 32