Stageboekje 4 e klas. Schooljaar

Transcriptie

1 Stageboekje 4 e klas Schooljaar Naam: Klas:.. Leerlijnen: Zelfstandig werken, controleren/reflecteren Plannen en organiseren Initiatief nemen Samenwerken en overleggen Dienstverlenend handelen Inlevingsvermogen Presenteren Doorzettingsvermogen Flexibiliteit, omgaan met druk en tegenslag Geïntegreerde vakken: Nederlands blz. 1

2 INHOUDSOPGAVE blz. 02 Waarom werkoriëntatie? blz. 03 Doelstelling Tijdsduur van de werkoriëntatie Verzekering Absentie Begeleiding blz. 04 Beoordeling Organisatie van de stage Richtlijnen voor het stageverslag Gedrag blz. 06 Vragen en opdrachten blz. 08 Aanwezigheidsschema blz. 10 Beoordelingslijst stage (door bedrijf of instelling) blz. 11 Beoordelingslijst stageverslag (door school) blz Data: twee aaneengesloten weken maandag t/m vrijdag Maandag 02 t/m vrijdag 06 november 2015 (week 45) Maandag 09 t/m vrijdag 13 november 2015 (week 46) Van der Meij College Gravin Jacobastraat DS Alkmaar tel.: fax: info@vandermeijcollege.nl blz. 2

3 Waarom werkoriëntatie? Je hebt nu ruim een jaar les gehad in je gekozen richting. Door middel van een oriëntatie in een bedrijf word je in staat gesteld kennis te maken met diverse activiteiten in het werkveld. Op school kun je veel leren, in de praktijk zal je weer hele andere dingen ervaren. Juist in de praktijk zal blijken hoe je het geleerde toepast, welke houding je aanneemt, of je initiatieven durft te nemen, enz. Doelstelling Het doel van de oriëntatieperiode is: - Het oriënteren op de latere beroepsuitoefening. - Het kennismaken en zo mogelijk enige ervaring opdoen met beroepsspecifieke vaardigheden. - Het oriënteren op de gewenste beroepshouding. - Het oriënteren op een vervolgopleiding. Tijdsduur van de werkoriëntatie De werkoriëntatieperiode is twee aaneengesloten weken. In principe zijn je werktijden aangepast aan die van het bedrijf, maar je moet minimaal 2 x 30 uur werken, de pauzes niet meegerekend (loot-leerlingen 2 x 25 uur). Bij je kennismakingsbezoek bespreek je met je begeleider in het bedrijf op welke dagen en tijden je werkt. Samen vul je het aanwezigheidsformulier in dat getekend wordt door de begeleider van het bedrijf, door jou, je ouders en de school. Verzekering De werkoriëntatie is een leerperiode, je blijft leerling van de school. Je ontvangt geen vergoeding voor je activiteiten en je bent via school verzekerd (mits je de ingevulde en ondertekende stagecontracten vóór aanvang van de stage op school hebt ingeleverd). Absentie Kun je niet komen? Bel op, zodra het bedrijf waar je werkt open is en bel om 8.00 uur naar de school. Mensen bij het bedrijf kunnen geïrriteerd raken als je niet op tijd belt. Er zijn taken die vervuld moeten worden. Wanneer dit niet gebeurt, ondervindt zowel het bedrijf als jij schade. Een simpel telefoontje bij onverwachte afwezigheid laat zien dat je je verantwoordelijk voelt voor je werk. Zo kan het bedrijf maatregelen nemen om je afwezigheid op te vangen. Bij ziekte of (gedeeltelijk) verzuim op de stagedagen worden deze uren/dagen ingehaald op een later tijdstip. (Inhalen doe je in je eigen tijd!) Afspraken bij de dokter of de tandarts moeten buiten de stagetijd vallen. blz. 3

4 Begeleiding Voor en tijdens de werkoriëntatie word je begeleid door je stagedocent. Mochten zich problemen voordoen, neem dan contact op met deze docent zodat er tijdig naar een oplossing gezocht kan worden. Ook in het bedrijf zal er iemand zijn die je begeleidt en bij wie je terecht kunt met je vragen. Vraag bij het kennismakingsgesprek wie dat zal zijn. Beoordeling Aan het eind van iedere dag maak je van een verslag. In dit verslag moet nauwkeurig worden omschreven wat je die dag hebt gedaan en hoe je dit hebt ervaren. Ook schrijf je op aan welke leerlijn je hebt gewerkt. Tevens wordt aan het eind van elke stagedag het aanwezigheidsschema ingevuld door de stagebegeleider van het bedrijf. Deze zal aan het eind van de stageperiode de beoordelingslijst samen met jou invullen. De getekende beoordelingslijst en het aanwezigheidsschema voeg je toe aan je stageverslag. Je wordt tijdens de stage door één van de docenten bezocht. Organisatie van de stage Je loopt stage bij een bedrijf waar je belangstelling naar uitgaat en waar je van plan bent in de toekomst verder in door te leren. Richtlijnen voor het stageverslag Het maken van een stageverslag moedigt je aan om niet alleen praktisch bezig te zijn, maar ook mensen en werksituaties te observeren. Verder wordt je geleerd om informatie op een geordende manier in hoofdstukken en paragrafen op te schrijven. Algemeen: - Maak je verslag zó, dat iemand die het bedrijf niet kent, begrijpt wat er staat. Verklaar dus vooral zgn. vaktermen en probeer alles in de juiste volgorde te vertellen. Schrijf in de verhalende vorm. - Typ duidelijk en zo mogelijk zonder fouten. - Nummer de bladzijden en gebruik ook voettekst. - Houd links en rechts rekening met de kantlijn. - De dagverslagen moeten minstens drie blz. eigen tekst bevatten, dat wil zeggen, niet overgeschreven uit folders en dergelijke. - Maak een leuke, goed verzorgde omslag, waarop de naam van het bedrijf voorkomt. Zet rechts onderaan op de omslag je naam en je klas. blz. 4

5 Indeling: - Maak een inhoudsopgave, zet alle onderdelen en blz.- nummers netjes onder elkaar. - Maak een voorwoord. Als je stage gaat lopen stel je je daar natuurlijk het één en ander bij voor. Met andere woorden, wat zijn jouw verwachtingen van de stage? Je moet daarbij denken aan het volgende: o Werkzaamheden die je hoopt te kunnen doen. o Zaken waar je tegen opziet, geef ook aan waarom. o Het verschil tussen een dag naar school gaan en een dag stage lopen. - De dagverslagen: je kunt de volgende punten beschrijven: o Schrijf van elke dag op aan welke leerlijn je hebt gewerkt. o De taken die je hebt uitgevoerd. o De werkzaamheden die goed verlopen zijn. o De werkzaamheden die minder goed verlopen zijn en waarom. o De samenwerking met collega s. o Zaken die helemaal nieuw voor je waren en wat je daarvan vond. - Verlevendig je verslag met tekeningen, plakwerk, folders, foto s en dergelijke. - Opdrachten: Werk de opdrachten zo uit, dat ze specifiek zijn voor het bedrijf/de instelling. Schrijf zowel de opdracht (soms vraag) als het antwoord op. Deze opdrachten horen duidelijk bij jouw stage; ze zijn speciaal gericht op de verschillende taken die jij in dit bedrijf/deze instelling kunt doen. Beschrijf deze taken zo uitgebreid mogelijk in je verslag. - Slotwoord, dit is het laatste gedeelte van je verslag, waarin je terugkijkt op de stage. In dit hoofdstuk probeer je zo kort mogelijk aan te geven hoe in jouw ogen de stage is verlopen. Schenk hierbij aandacht aan de volgende punten: o Jouw eigen ervaringen, wat vond je moeilijk? Wat vond je leuk? o Overeenkomsten en verschillen tussen les op school en stage. o Welke verwachtingen had het bedrijf van jou? (manier van praten, je werk, gedrag enz.) Het stageverslag wordt uiterlijk vrijdag 27 november 2015 voor uur bij dhr. Verhaar (4BSDV) of mw. Wijngaarden (4KSDV) ingeleverd. blz. 5

6 Gedrag Opleiding en bekwaamheid zijn in het bedrijfsleven natuurlijk erg belangrijk maar minstens zo belangrijk zijn: goede gewoonten, een plezierige houding, interesse in wat je doet en goed met mensen kunnen opschieten. Het wordt altijd erg op prijs gesteld wanneer je aardigheid in het werk hebt en dit laat merken door een goede/positieve instelling. Er wordt verwacht dat je op tijd verschijnt, de regels van het bedrijf in acht neemt en instructies volgt die bij je werk horen. Bijna iedereen is zenuwachtig als hij/zij voor het eerst naar het werk gaat. Het is toch altijd min of meer een verrassing wat er precies gedaan moet worden, waar je alles kunt vinden en niet in het minst of je het werk wel leuk zult vinden. Je zult merken dat de meeste mensen je willen helpen, vooral je begeleider van het bedrijf. Hij/zij wil zeker goed werk zien en dat is pas mogelijk als je je werk een beetje kent. De meeste nieuwelingen zijn bang om vragen te stellen, toch moet je dat doen. Je toont zo belangstelling en vragen stellen voorkomt fouten. Van vragen stellen leer je! Zorg er echter wel voor dat je het juiste moment kiest om iets te vragen. Stagedagen zijn schooldagen! Deze dagen worden niet op school doorgebracht maar op het stageadres. 1. De eerste indruk Zorg dat je er verzorgd uitziet: - Schoon, gekamd haar. - Lang haar vast zetten of een staart maken. - Schone handen en nagels. - Geen kauwgom in je mond. 2. Kleding en schoeisel Als het goed is heb je afspraken gemaakt met het stagebedrijf welke kleding je kunt dragen. - Zorg dat je kleding in ieder geval schoon en niet kapot is. - Draag schoenen die passen bij het werk dat je gaat doen. - Bij slecht weer kun je je omkleden, zoals ook de meeste van je collega s zullen doen. 3. Lichaamshouding - Sta, loop en zit rechtop. - Zorg voor voldoende nachtrust zodat je je fit voelt. 4. Instelling en houding ten opzichte van je werk - Wees beleefd. - Groet bij aankomst en vertrek. blz. 6

7 - Spreek met twee woorden. - Noem collega s alleen bij de voornaam als zij er zelf om vragen. - Bedank iemand die je een dienst bewijst. 5. Wees stipt - Kom op tijd en vertrek niet te vroeg. - Laat je werk niet zo maar in de steek, maak af waar je mee bezig bent. - Houd je aan de gemaakte afspraken. 6. Toon initiatief - Doe karweitjes (bijvoorbeeld opruimen) uit jezelf. - Vraag of je bepaalde werkzaamheden mag zien, doen of leren. 7. Wees eerlijk - Als je iets bent vergeten, of een fout hebt gemaakt, draai er dan niet omheen, maar zeg het en bied je verontschuldigingen aan. Een fout kan iedereen overkomen. - Als je iets breekt, zeg het dan ook direct. 8. Afscheid Vergeet niet de laatste stagedag je stagebegeleider heel hartelijk te bedanken voor alles wat hij/zij voor jou heeft gedaan. Breng ook onze dank over namens de school. Tot slot Ook al ga je later werken in een ander bedrijf dan waar je nu stage loopt, leerzaam is het altijd. Vaak is de eerste dag het moeilijkst. Maar je zult merken dat naarmate de periode verloopt alles makkelijker gaat. MAAK VAN DEZE STAGE EEN LEERZAME PERIODE. NB. Je stage wordt voor 50% beoordeeld door het bedrijf en 50% van je eindcijfer is het stageverslag. blz. 7

8 Opdrachten bij de stage 4 e klas Schrijf de vragen/opdrachten over en zet onder iedere vraag je antwoord met een uitleg ( als je de antwoorden zelf niet weet, vraag dan iemand in het bedrijf wat het juiste antwoord is.) Als een vraag niet bruikbaar is voor het bedrijf waar je werkt, pas hem dan aan en bedenk een vergelijkbare vraag die wel van toepassing is. 01. Noteer naam en adres van het bedrijf waar je werkt. Vermeld ook het telefoonnummer en de naam van je begeleider. 02. Geef en omschrijving van het bedrijf waar je werkt. (bv. sportwinkel, sportschool, basisschool, tuincentrum) 03. Geef aan in welke plaats dit bedrijf zich bevindt en de ligging, in het centrum van de plaats of aan de buitenkant. 04. Wat zijn de openingstijden van het bedrijf en waar kun je de openingstijden vinden? (schrijf de tijden van elke dag op) 05. Hoe laat begin je zelf s morgens en hoe laat mag je weer naar huis? Schrijf het van elke stagedag op. 06. Hoe vaak heb je tussendoor pauze en hoe lang duren deze pauzes? 07. Wat is de doelgroep waar het bedrijf zich op richt? 08. Hoeveel personeelsleden werken er in het bedrijf? 09. Welke opleidingen hebben de personeelsleden gevolgd? Volgt het personeel wel eens nascholing of bijscholingscursussen? 10. Heeft het bedrijf een site op internet? Zo ja, schrijf de informatie over die je hebt gevonden. De vragen/opdrachten die je nu krijgt hebben te maken met het vak S.D.V.: 11. A. Wordt er speciale kleding gedragen? Beschrijf deze kleding B. Wordt deze kleding thuis gewassen of zorgt het bedrijf ervoor? 12. Wie maakt het bedrijf schoon? (ook de grote dingen zoals de vloer) 13. Wat doet de zaak aan brandpreventie? 14. Hoe is de beveiliging geregeld? blz. 8

9 De vragen/opdrachten die je nu krijgt hebben te maken met het vak wiskunde: 15. Stel je voor dat je een nieuwe vloer moet bestellen voor de grootste ruimte op je stageadres. Meet daarvoor de lengte en de breedte op van de vloer. Wat is de oppervlakte van deze vloer? (schrijf de berekening erbij) 16. Er moet een laag zonwerende folie op het hele raam worden geplakt in de ruimte waar jij met de collega s pauze houdt. Meet het raam op en bereken hoeveel folie je moet kopen. De folio die je collega s mooi vinden is 50 centimeter breed. De opdrachten die je nu krijgt hebben te maken met het vak Nederlands: 17. Als u mijn sollicitatiebrief zou ontvangen en er was een vacature, zou u mij dan oproepen voor een gesprek? Zo nee: waarom niet? 18. Vraag je begeleider zijn/haar opmerkingen betreffende je sollicitatiebrief en cv te schrijven, onderaan het aanwezigheidsformulier waar elke dag ingevuld wordt hoe laat je begonnen bent en weer naar huis ging. Afsluiting: 19.Wat vond je leuk om tijdens deze stage te doen? 20.Zijn er dingen die je tijdens deze stage hebt gedaan of gezien, die je op school heel anders hebt geleerd? Welke dingen? 21.Zou je in de toekomst bij dit bedrijf willen werken? Waarom? 22.Wat vond je niet leuk of minder leuk om te doen 23.Vind je dit stageadres een geschikt adres om vaker een leerling naar toe te laten gaan? Motiveer je antwoord. Schrijf de vragen/opdrachten over en zet onder iedere vraag je antwoord met eventueel uitleg. (als je de antwoorden zelf niet weet, vraag dan aan iemand in het bedrijf wat het juiste antwoord is.) Als een vraag niet bruikbaar is voor het bedrijf waar je werkt, pas hem dan aan en bedenk een vergelijkbare vraag die wel van toepassing is. blz. 9

10 Aanwezigheidsschema: Week 1 Datum aankomsttijd vertrektijd afwezig opmerkingen Week 2 Datum aankomsttijd vertrektijd afwezig opmerkingen Handtekening stagebedrijf:.. Handtekening stagiair:. Wilt u a.u.b. zo vriendelijk zijn uw mening over de sollicitatiebrief die de stagiair heeft geschreven onderaan deze blz. te schrijven? blz. 10

11 BEOORDELING STAGE DOOR CONTACTPERSOON EN/OF STAGEBEGELEIDER Naam stagiair : cijfer Naam bedrijf/instelling : Naam contactpersoon : Score a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) Wilt u in het scoreveld aankruisen welk cijfer u geeft voor de bij het scoreveld behorende onderstaande vragen? a) De stagiair voert opgedragen werk goed en netjes uit. b) De stagiair voert de taken zelfstandig uit. c) De stagiair verricht de werkzaamheden met plezier. d) De stagiair toont initiatief. e) Het werktempo is voldoende f) De stagiair komt steeds op tijd. g) De stagiair toonde interesse voor het werk. h) De stagiair weet zijn/haar houding te bepalen met betrekking tot het leidinggevend personeel/collega s/klanten i) De uiterlijke verzorging van de stagiair is in overeenstemming met de werkzaamheden. j) Het taalgebruik van de stagiair is correct. 50% van het eindcijfer is de beoordeling voor de stage van de stagebegeleider. 50% van het eindcijfer is de beoordeling van het stageverslag Suggesties, op of aanmerkingen over de gang van zaken met betrekking tot het stagegebeuren kunt u op de achterkant van dit formulier kwijt. Hartelijk dank voor uw medewerking. Wij hopen dat u volgend jaar weer een stageplaats beschikbaar wilt stellen. Namens school: Namens bedrijf: stagebegeleider:.. blz. 11

12 BEOORDELING STAGE (STAGEVERSLAG) CIJFER Naam stagiair : Klas : Datum ingeleverd : Elke dag dat je verslag te laat wordt ingeleverd gaat er een punt af. k) Kaft en verzorging van de omslag l) Is het dagelijks verslag in verhalende vorm gedaan m) Heb je bij elk dagverslag de leerlijn vermeld waar je aan hebt gewerkt n) Is er sprake van een logische indeling? o) Hoe is de algemene verzorging? (taalfouten, kantlijnen, plattegronden) p) Is er gebruik gemaakt van illustraties en ondersteunen bij de tekst? q) Is er goed nagedacht een passend voorwoord en slotwoord te formuleren? r) Is er ook sprake van eigen inbreng? s) Zijn de vragen/opdrachten (voor zover mogelijk was) allemaal uitgewerkt t) Zit je sollicitatiebrief en cv in je stageboekje en is hij beoordeeld door je begeleider? Score k) 1x l) 1x m)1x n) 1x o) 1x p) 1x q) 1x r) 1x s) 1x t) 1x De berekening van het stageverslag is het gewogen gemiddelde van de onderdelen k t/m t. 50% van het eindcijfer is de beoordeling van het stageverslag 50% van het eindcijfer is de beoordeling voor de stage van de stagebegeleider Eindcijfer stage Datum. Handtekening. blz. 12