Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad Opdrachten voor de 3 de graad Wil je met je klas meer leren over vissen? Dan is deze opdracht iets voor jou! Samen met de kinderen ga je op ontdekkingstocht naar zelf gevangen vissen De kinderen gaan in kleine groepjes aan het werk met eenvoudige materialen leren ze een aantal natuurelementen beter waarnemen. Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Leer verschillende soorten vissen kennen. Tip! Breng een fototoestel mee. Zo kan je de zelf gevangen vissen ook digitaal mee naar de klas nemen. Ben je reeds visser of heb je thuis een eigen vislijn breng deze dan zeker mee. Aantal deelnemers Het aantal deelnemers is onbeperkt. Verdeel je klas in kleine groepjes. Materiaal Een vaste hengel De verschillende onderdelen van een vislijn (dobber, loodjes, haakjes) Lokaas (regenwormen, brood, maden, mais, bolletjes, etc.) Zoekkaart zoetwatervissen Loeppotjes en/of microscoop om eventueel karperluizen te onderzoeken Spelverloop 1. Verdeel je klas in groepjes. 2. Verdelen vishengels. 3. Wandel samen in groep naar de visstaanplaatsen. 4. Maak gebruik van een afgebakend deel van de vijver en maak duidelijke afspraken. 5. Pedagogische uitleg wat is vissen en wat heb je allemaal nodig om te starten. 6. Hebben de kinderen materiaal of lokaas nodig? Dan kunnen ze dit bij jou komen halen. 7. Een vis onthaken doe je altijd in het bijzijn van een volwassen begeleider 8. Als leerkracht ben je ten allen tijde verantwoordelijk voor de leerlingen. Opgelet! Zet de gevangen vissen tijdens het vissen in een emmer met water. Altijd handen NAT maken alvorens een vis aan te raken. Bij het opruimen van de activiteit zetten we de gevangen vis VOORZICHTIG terug in de natuur!
Deze ontdekkingstocht sluit aan bij de eindtermen Wereldoriëntatie - Natuur - Algemene vaardigheden kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. (WO 1.1) kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. (WO 1.2) Wereldoriëntatie - Natuur - Levende en niet - levende natuur kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. (WO 1.3) kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat zij aangepast zijn aan hun omgeving (WO 1.5) kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens. (WO1.7) Wereldoriëntatie - Milieu tonen zich in hun gedrag bereid om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met afval, energie, papier voedsel en water (WO1.23) Wereldoriëntatie - Techniek - Techniek als menselijke activiteit kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. (WO 2.13) Leren leren kunnen op een systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken. Sociale vaardigheden kunnen bij groepstaken leiding geven en onderleiding van een medeleerling meewerken. (SV 1.5)
Ga je mee op stap in de duinen? Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Opdrachten voor de 3 de graad Een ontdekkingstocht voor de 2 de graad. Wil je met je klas vijver en sloot beter leren kennen? Dan is deze opdrachten iets voor jou! Samen met de kinderen ga je op ontdekkingstocht in vijver en sloot! De kinderen gaan in groepjes aan het werk met eenvoudige materialen en leren ze een aantal natuurelementen beter waarnemen. Vijver en sloot zijn immers meer dan enkel een plaats waar vissen zwemmen. Tip! Breng een fototoestel mee. Zo kan je de diertjes digitaal mee naar de klas nemen. Aantal deelnemers Het aantal deelnemers is onbeperkt. Verdeel je klas in groepjes. Materiaal Schepnet, wit potje met een beetje water Verschillende zoekkaarten: waterplanten, waterdiertjes en vissen Loeppotjes en/of microscoop Opdrachtenblad Zwarte klemborden, potloden en eventueel blanco papier Spelverloop 1. Wandel naar de vijver of sloot 2. Verdeel je klas in groepjes. 3. Maak gebruik van een afgebakend deel van de vijver en maak duidelijke afspraken. 4. Geef elk groepje één schepnet en een potje met water. Kinderen kiezen zelf met welke opdracht ze beginnen en voeren de opdrachten zelfstandig uit. 5. Hebben de kinderen materiaal nodig? Dan kunnen ze dit bij jou komen halen. 6. Als leerkracht bepaal je zelf hoelang de kinderen op ontdekkingstocht gaan. Niet alle opdrachten moeten uitgevoerd worden. Opgelet! Zet de gevonden diertjes na de opdracht terug in de natuur!
Deze ontdekkingstocht sluit aan bij de eindtermen Wereldoriëntatie - Natuur - Algemene vaardigheden kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. (WO 1.1) kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. (WO 1.2) Wereldoriëntatie - Natuur - levende en niet-levende natuur kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. (WO 1.3) kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens. (WO1.7) Wereldoriëntatie - Techniek - Techniek als menselijke activiteit kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. (WO 2.13) Leren leren kunnen op een systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken. Sociale vaardigheden kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. (SV 1.5)
Zoek je mee naar bodemdieren? Opdrachten voor de 3 de graad Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad Opdrachten voor de 3 de graad Wil je de dapperste leerling van de klas eens een keertje aan het gillen brengen? Dit kan misschien bij het zien van één GRIEZEL kriebelbeest? Samen met de kinderen ga je op een speelse manier op ontdekkingstocht naar bodemdiertjes. De kinderen gaan in kleine groepjes aan het werk met heel eenvoudige materialen waarmee ze een aantal natuurelementen beter leren waarnemen. Tip! Breng een fototoestel mee. Zo kan je deze griezelbeestjes digitaal mee naar de klas nemen. Aantal deelnemers Maximum 30 leerlingen kunnen deelnemen. Verdeel je klas in kleine groepjes. Materiaal Determinatiekaarten bodemdieren, insecten en dierensporen Witte schalen, schopjes, bolplanter en zeefje Loeppotje of microscoop Zwarte klemborden, potloden en blanco papier Doe-opdrachten Een witte doek Eventueel foto s van dieren Spelverloop 1. Verdeel je klas in groepjes of ga klassikaal naar een goede plek. 2. Geef per groep een opdracht mee of zet deze op verschillende locaties reeds klaar. 3. Laat de leerlingen na elke opdracht een nieuwe halen of geef deze in een bundel mee. 4. Maak gebruik van een afgebakend deel van het domein en maak duidelijke afspraken. 5. Hebben de kinderen materiaal of een lokaas nodig? Dan kunnen ze dit bij jou komen halen. 6. Als leerkracht kies je welke en hoeveel opdrachten je de groepen laat uitvoeren. Opgelet! Zet de gevonden dieren na de opdracht terug in de natuur
Deze activiteit sluit aan bij de eindtermen Wereldoriëntatie - natuur - algemene vaardigheden kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. (WO 1.1) kunnen onder begeleiding minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. (WO 1.2) Wereldoriëntatie - natuur - levende en niet-levende natuur kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. (WO 1.3) kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat zij aangepast zijn aan hun omgeving (WO 1.5) kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens. (WO1.7) Wereldoriëntatie - milieu tonen zich in hun gedrag bereid om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met afval, energie, papier, voedsel en water (WO1.23) Wereldoriëntatie - techniek - techniek als menselijke activiteit kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. (WO 2.13) Leren leren kunnen op een systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken. Sociale vaardigheden kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. (SV 1.5)