Vaardigheid en springen februari 2019
Kracht en balans helpen je samen om te ontspannen en te communiceren met je paard. Of je nu dressuur rijdt, western of springt. Tijdens een eerder thema hebben we al stukje houding en zit meegenomen. Tijdens dit thema gaan we dieper in op de lesstof gericht op de weg naar het springen dmv Vaardigheid en springen. Springen is een hele leuke uitdagende tak van sport binnen onze mooie paardensport. Wanneer we spreken over springen, praten we altijd over een verzamelnaam van alles wat bij springen komt kijken. Van verlichte zit, tot balansoefeningen, tempocontrole, ritme onderhouden, cavaletti s, gymnastiekwerk en het uiteindelijke springen van een parcours. Bij het goed leren springen is de hoogte van minder groot belang, dan de eerst bovengenoemde onderdelen. Wanneer de uitvoering van deze onderdelen beter beheert worden is de hoogte een vanzelfsprekend gevolg en het springen van een parcours ook. Het succes met springen hangt niet alleen af van de springaanleg van paard en ruiter, maar ook van de mate van africhting van het paard om controle en balans te houden tussen de hindernissen en het basisniveau dat ruiter en paard samen moeten hebben welke verkregen wordt door een goede dressuurmatige training. Het paard moet goed aan de hulpen staan, soepel in zijn lijf zijn en het moet in staat zijn ritme, balans en impuls te behouden. Een andere voorwaarde om goed te kunnen springen, is vertrouwen. Allereerst moet de ruiter de verantwoordelijkheid nemen op een correcte wijze op de hindernis aan te rijden zodat het paard goed uitkomt en er goed over kan springen. Hierdoor krijgt het paard zelfvertrouwen, een onmisbare eigenschap van een springpaard en de ruiter vertrouwen in het paard. Ook het zelfvertrouwen van de ruiter is van groot belang. Door een constante, stapsgewijze training wordt dat stukje zelfvertrouwen ontwikkeld dat bijdraagt aan het succesvol springen van hindernissen. Balans, souplesse, reactiesnelheid, uithoudingsvermogen en houding bepalen het succes van de combinatie. Door regelmatig met balken en gymnastische hindernissen te werken wordt dit getraind. Paard en ruiter rijden als combinatie tussen en over de hindernissen. Het is de taak van de ruiter om het paard optimaal naar de hindernis te rijden en ervoor te zorgen dat het paard ontspannen en gehoorzaam blijft. De ruiter moet in balans blijven, zowel bij het aanrijden als tijdens de afzet en boven de hindernis. een van de belangrijkste onderdelen om met springen aan de slag te gaan, is het oefenen en het beheersen van een goede balans en verlichte zit.
Wat is verlichte zit? Links de ideale houding tijdens dressuur, rechts de verlichte zit. De verlichte zit : Is de houding die een ruiter aanneemt bij het springen. Deze houding zorgt ervoor dat het paard zo min mogelijk last heeft van de ruiter tijdens de sprong en is ontwikkeld door de Italiaan Frederico Caprilli. Om het rijden in de verlichte zit makkelijker te maken moeten de beugels korter worden gemaakt dan bij de dressuur het geval is. (Zeker 2 gaten) De ruiter gaat ietwat staan in de beugels, houdt de knieën tegen het zadel en brengt zijn bovenlichaam iets naar voren. De verlichte zit stelt de ruiter in staat zich aan te passen aan wisselende situaties van zwaartepuntverplaatsing en tempo van het paard. Wat is het doel van een goede verlichte zit? Ontlasten van de rug van het paard Meer bewegingsvrijheid voor rug, hoofden hals van het paard Mee zijn van de ruiters met een grotere beweging Gevoelige paarden laten zich beter berijden De ruiter kan de grotere beweging van de sprong in balans volgen waarbij de inwerking op het paard behouden blijft. Dit door verplaatsing van het zwaartepunt! Wanneer en waarom gebruik je de verlichte zit? De verlichte zit geeft het paard een grotere bewegingsvrijheid in rug, hoofd en hals en stelt de ruiter in staat de grotere beweging van het paard te volgen zonder dat de inwerking en de vastheid van de zit verloren gaan. Springen Terreinrijden/buitenrijden Rijden van jonge paarden In alle situaties waarin het ontlasten van de rug vereist is. Belangrijke punten tijdens de verlichte zit: Beugels verkorten afhankelijk van situatie hoeveel ( bij grotere ontlasting van de rug is een kortere beugel noodzakelijk), hoek in knie wordt kleiner Bovenlichaam vanuit de heup naar voren. Natuurlijke vorm van de wervelkolom blijft behouden Ruitergewicht wordt meer overgenomen door bovenbeen, (knie) en steun op de beugel
Bij geringe ontlasting van de paardenrug blijft ruiter dicht bij het zadel, bij grotere ontlasting van de paardenrug komt het zitvlak meer uit het zadel Beugels aan de bal van de voet. Hak het laagste punt met een elastisch verende enkel. De voet moet onder het zwaartepunt blijven Knieën zijn aangesloten zonder te klemmen Onderbeen vlak achter de singel, ruitergewicht steunt voor een groot deel op de beugel (2/5). Bovenarmen en ellebogen iets voor het lichaam met een rechte lijn onderarm-teugelpaardenmond Handen rechtop en aan weerszijden van de hals, iets dakvormig geplaatst Hoofd rechtop, blik naar voren Wat kan er misgaan bij de verlichte zit waardoor je met cavaletti s en hindernis werk in de problemen kan komen: Het onderbeen glijdt naar achteren: Ruiter verliest balans en valt naar voren met als gevolg dat hij zich na de sprong te snel opricht paard wordt hierdoor gestoord in de rug. De hak wordt opgetrokken Zitvlak te hoog uit het zadel /staan/gestrekte knieën Bolle of holle rug Rechtop blijven zitten Te vroeg scharnieren/ ruiter voor de beweging in afzet Scheef langs het paard duiken Teveel naar voren duiken Een stijf of onrustig bovenlichaam Duwen met de zit voor de sprong Ellebogen uitgedrukt Steunen op de manenkam Hand naar boven tijdens de sprong Onderbeen naar voren in afzet waardoor ruiter achter de beweging komt. Alle punten dragen bij aan een mindere communicatie tussen ruiter en paard, waardoor het paard het vertrouwen in de ruiter bij de sprong kan verliezen, dit ligt vaak aan de grondslag van een weigering van de hindernis of de miscommunicatie tussen ruiter en paard. Het is van groot belang de bewustwording van de eigen verlichte zit te onderkennen om jezelf verder te ontwikkelen op springgebied!
Vaardigheid Vaardigheidsproeven (voorbereiding op het springen) Bij vaardigheidsproeven ligt de nadruk op balans, behendigheid en samenwerking met het paard. Bij vaardigheid leer je om over balkjes te stappen en te draven, tussen poortjes door te rijden, te slalommen en over een klein obstakeltje te springen. Als je een paar keer de F-proeven hebt gereden, dan kun je meedoen aan de vaardigheidsproeven. Hierin komen, naast enkele manegefiguren die je al hebt geleerd bij de dressuurproeven, extra onderdelen voor zoals slalommen, balkjes draven, poortjes passeren en een klein obstakel springen. Bij de vaardigheidsproeven ligt de nadruk op de balans, behendigheid en de samenwerking met het
paard. De vaardigheidsproeven bestaan uit drie verschillende niveaus; Vaardigheid 1, 2 en 3, oftewel Va1, Va2 en Va3. Va1 Vaardigheid 1 kan gereden worden wanneer je 1 promotiepunt in de F4 hebt behaald. De Va1 is vooral bedoeld om ruiters behendiger te maken op het paard en om meer balans te ontwikkelen voor het springen. Va2 Vaardigheid 2 kan gereden worden wanneer je 2 promotiepunten hebt behaald in de Va1 of wanneer je jouw diploma hebt behaald in de F4. Bij de Va2 wordt het al iets moeilijker en wordt er onder andere van jou gevraagd om in de verlichte zit te galopperen. Hiervoor moet je balans al wat verder ontwikkeld zijn. Na het behalen van je 2e promotiepunt in de Va2 krijg je jouw diploma. Va3 Vaardigheid 3 kan gereden worden wanneer je 2 promotiepunten hebt behaald in de Va2. Deze proef is anders dan de Va1 en Va2. Va3 bereidt je voor op het Oefenspringen en later het rijden van een springparcours. De Va3 is een mix tussen een rijproef en een springparcours. Naast de rode opleidingsdraad die door deze proeven loopt is het rijden van Vaardigheidsproeven en het toepassen in de training een leuke afwisseling voor ruiter en paard, waarbij de ruiter zijn ruitergevoel verder kan ontwikkelen. Doelen voor de ruiter: ontwikkelen zelfvertrouwen Houding correcties toepassen Ruitergevoel ontwikkelen en communicatie verbeteren Ontwikkelen onafhankelijke zit, balans en verlichte zit Doelen voor het paard: Het trainen van souplesse Trainen coördinatie communicatie verbeteren tussen paard en ruiter afwisseling Wanneer ga je een begin maken met vaardigheid/springen? Zodra de ruiter controle heeft over richting en tempo. Zodra de ruiter een onafhankelijke zit heeft bij een jong paard, zodra het paard geleerd heeft in balans te bewegen in de basisgangen onder het ruitergewicht De gemiddelde afstanden voor de cavaletti s!! let op!! Ga hier niet zomaar mee aan de slag, de juiste afstand kan per paard, ruiter, combinatie en Checklist voor de ruiter bij het trainen van vaardigheid en springen niveau 1 en 2 Kan ik een aantal passen in de verlichte zit blijven? Voer ik de juiste verlichte zit uit?
Kan ik blijven sturen met hetzelfde tempo in de verlichte zit? kan ik figuren op de juiste manier rijden, en daarbij mijn balans houden? Over balkjes stappen en draven, met de verlichte zit? Checklist voor de ruiter bij het trainen van vaardigheid en springen niveau 3 Zie punten niv 1 en 2 Rijd ik steeds over het midden van de balken en hindernis? Is het tempo hetzelfde voor, tussen en na de balken en het sprongetje? Zit ik in evenwicht en is mijn paard in balans? Kan ik de juiste lijn aanhouden bij de oefeningen? Kan ik mijn evenwicht snel corrigeren als mijn paard even uit balans is? Ben ik ongeduldig voor mezelf of voor mijn paard? Checklist voor de ruiter bij het trainen van vaardigheid en springen niveau 4 en 5 Rijd ik steeds over het midden van de balk? Is het tempo hetzelfde voor, tussen en na de balken? Zit ik in evenwicht en is mijn paard in balans? Kan ik mijn evenwicht snel corrigeren als mijn paard en ik dus ook, even uit balans is? Ben ik ongeduldig voor mezelf of voor mijn paard? Gaat mijn paard regelmatig en in een goed ritme over de balken/ hindernissen? Behoud mijn paard hetzelfde tempo en ritme tijdens de oefening? Kan ik het aantal passen tussen de balken goed voelen en kan ik hier aanpassingen in maken? Blijven het paard en ik rustig en ontspannen? Kan ik, zonder te kijken, voelen hoe mijn paard z'n benen neerzet? Kan ik de passen verlengen zonder te versnellen? Kan ik de passen verkorten zonder dat ik het ritme van het paard verstoor? Deze punten zijn uiteraard ook van toepassing wanneer er gesprongen wordt vanaf niveau 3.!?? Springen en de houding van de ruiter bij het springen: Bij het springen spreek je over 7 fases: 1 Aanloop 2. Afzet 3. Stijging 4. Zweefmoment 5. Daling 6. Landing 7. Voortzetting Hoe werkt de verlichte zit tijdens de verschillende fases van de sprong: Hoek heup Hoek schouder en elleboog De aanloop en de afzet: Normaal Normaal De stijging Sluit Sluit Het zweefmoment Blijft gesloten Opent De daling Opent Opent
De landing Sluit naar neutraal Sluit naar Neutraal Hoe beter de bewustwording en de basis van de ruiter hoe gemakkelijker het daadwerkelijke springen uitgevoerd kan worden. De balans van de ruiter is van enorm belang bij het springen om het paard niet te hinderen en de oefeningen goed uit te kunnen voeren. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van zowel paard als ruiter en verhoogt het plezier van beide en de communicatie tussen beide! Wanneer de ruiter een nog niet voldoende ontwikkelde onafhankelijke zit en verlichte zit heeft, kan dit het paard storen, waardoor er tijdens het springen een
Artikel 10 uit het FNRS Wedstrijdreglement: Een vergissing of een fout bij vaardigheidsproeven en oefenspringen met betrekking tot springen en doorgangen worden bestraft: - 1e weigering op een hindernis = 2 punten aftrek. - 2e weigering op dezelfde hindernis = 2e maal 2 punten aftrek (totaal - 4). - 3e weigering op dezelfde hindernis = 3e maal 2 punten aftrek en een 0 en doorgaan naar het volgende onderdeel in de proef (aftrek voor de weigeringen is totaal -6 en een 0 omdat de hindernis niet gesprongen is). - bij de 2e maal 3 keer weigeren op dezelfde hindernis volgt uitsluiting. - bij afwerpen van de bovenste balk = 2 punten aftrek. - buiten de ring komen wordt beoordeeld als een dressuurmatige vergissing. - een vergissing of een fout bij vaardigheidsproeven met betrekking tot de dressuur wordt als volgt bestraft: 1e = 2 punten aftrek 2e = 4 punten aftrek 3e = 8 punten aftrek 4e = uitsluiting - het nemen van een verkeerde hindernis geldt als een dressuurmatige vergissing. - één of meerdere afgeworpen balletjes per onderdeel -2*. * Indien een paard/pony met de staart het balletje eraf slaat wordt dit niet als strafpunt aangemerkt. De jury beslist hierover.