Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën

Aantal werklozen in december toegenomen

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Werkloosheid in de Europese Unie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017

Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid stijgt opnieuw sterk

Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Monitor Economie 2018

Thermometer economische crisis

Kortetermijnontwikkeling

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur

Overheid en economie

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6 Betaald werk en zorgtaken

Crisismonitor Drechtsteden

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Nieuwsbrief Drenthe, oktober 2012

Werkloosheid daalt verder in september

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opnieuw toegenomen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2010

Crisismonitor Drechtsteden

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

Roads to recovery. George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne. Centraal Planbureau 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Uitzendwerk als graadmeter

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2007

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken

Werkloosheid in juli verder gedaald

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Economische vooruitgang

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend

Crisismonitor Drechtsteden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Statistisch Bulletin. Jaargang

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2018

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Persbericht. Werkloosheid daalt

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in mei verder opgelopen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw forse stijging werkloosheid

Statistisch Bulletin. Jaargang

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen. Minder WW-uitkeringen aan jongeren, meer aan ouderen

Werkloosheid daalt opnieuw

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Eindexamen vwo economie 2014-I

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

Macro-economische Ontwikkelingen

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 december 2011 Aanleiding De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij gevraagd om een brief over de actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en toe te lichten of deze ontwikkelingen aanleiding geven om het arbeidsmarktbeleid te herzien. In deze brief zal ik op beide aspecten nader ingaan. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Sinds het begin van de zomer is aan de dalende trend van de werkloosheid een einde gekomen. In een relatief korte tijd is de voor seizoenseffecten gecorrigeerde werkloosheid opgelopen van 5,0% in april tot 5,8% in oktober 2011. Daarmee ligt de werkloosheid op hetzelfde niveau als tijdens het dieptepunt van de crisis in februari 2010 (zie figuur 1). Bovendien kromp de Nederlandse economie in het derde kwartaal met 0,3% (seizoensgecorrigeerd) ten opzichte van het kwartaal ervoor. kst-29544-364 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2011 Tweede Kamer, vergaderjaar 2011 2012, 29 544, nr. 364 1

Figuur 1. Ontwikkeling werkzame en werkloze beroepsbevolking (x 1 000 personen) Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Statline. Hoewel de werkloosheid oploopt en de conjuncturele situatie verslechtert, tonen de onderliggende bewegingen een genuanceerder beeld. De recente stijging van de werkloosheid is namelijk niet het gevolg van een terugloop van de werkgelegenheid. In de periode van juni tot en met oktober 2011 is de werkzame beroepsbevolking zelfs gestegen met 23 000 personen. De hogere werkloosheid wordt veroorzaakt door een sterkere stijging van het arbeidsaanbod in vergelijking met de werkgelegenheid. 1 In dezelfde periode is de beroepsbevolking met 86 000 personen gestegen. Een toename van het arbeidsaanbod is opvallend in een tijd waarin de economische vooruitzichten verslechteren. Normaliter trekken mensen zich terug van de arbeidsmarkt wanneer conjuncturele perspectieven minder gunstig zijn. Nu lijkt het omgekeerde het geval. De stijging van het arbeidsaanbod doet zich met name voor bij jongeren (15 25 jaar) en ouderen (45 65 jaar). Er zijn signalen dat jongeren als gevolg van de kredietcrisis langer op school zijn gebleven en nu in grotere getale de arbeidsmarkt op stromen. Mogelijk bieden ouderen zich opnieuw aan op de arbeidsmarkt vanwege de toegenomen onzekerheid, maar dit is nu nog niet met zekerheid vast te stellen. Bovendien vertaalt de stijgende werkloosheid zich momenteel niet in een evenredige stijging van het aantal WW-uitkeringen: het aantal WW-uitkeringen ligt eind oktober circa 2000 hoger dan eind juni en lager dan bijvoorbeeld begin 2010. Evenmin is sprake van een stijging van het aantal WWB-uitkeringen. In het derde kwartaal 2011 werden zelfs circa 5000 WWB-uitkeringen minder verstrekt dan een kwartaal eerder. De daling komt bijna geheel voor rekening van de jongeren tot 27 jaar en is de eerste daling sinds ruim 2,5 jaar. Daarnaast is het aantal uitgesproken faillissementen de afgelopen drie maanden niet toegenomen en is de groei van de zakelijke kredietverlening door financiële instellingen stabiel. Het onderliggende beeld voor werknemers is zodoende niet eenduidig negatief. 1 CPB (2011), Werkloosheid en de Grote Recessie, CPB Policy Brief 2011/10, Den Haag. 2 Kamer van Koophandel (2011), Conjunctuurenquête Nederland. Rapport vierde kwartaal. De groep zelfstandigen zonder personeel (zzp ers) verdient aparte aandacht, omdat zij niet in de werkloosheidsstatistieken worden meegenomen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de gemiddelde arbeidsduur van zzp ers is gestegen van 40,3 uur per week in het eerste kwartaal 2011 naar 41,2 uur in het derde kwartaal. Dit beeld wordt bevestigd door de recent gepubliceerde conjunctuurenquête van de Kamers van Koophandel waaruit naar voren komt dat het aantal ondernemingen dat zzp ers inhuurt nog steeds toeneemt. 2 Tweede Kamer, vergaderjaar 2011 2012, 29 544, nr. 364 2

In internationaal perspectief staat de Nederlandse arbeidsmarkt er goed voor. De Nederlandse werkloosheid bedraagt in oktober 4,8% (internationale definitie) tegenover 10,3% in de eurozone (zie figuur 2). Ook de Nederlandse jeugdwerkloosheid (8,2%; internationale definitie) ligt in oktober beduidend lager dan gemiddeld in de eurozone (21,4%; internationale definitie). Ondanks de huidige uitgangspositie op de Nederlandse arbeidsmarkt is waakzaamheid geboden. Er is sprake van onzekerheid op de financiële markten als gevolg van de Europese schuldencrisis. De economische vooruitzichten in Nederland zijn sterk afhankelijk van de ontwikkeling op de financiële markten en de doorwerking daarvan op de reële economie. Intussen werkt het kabinet hard aan het herstellen van de gunstige uitgangspositie van voor de crisis. Het kabinet doet dit door de overheidsfinanciën op orde te brengen, hervormingen door te voeren op de financiële markten en ons in Europees verband sterk te maken voor meer stabiliteit. Het CPB geeft echter recentelijk aan dat bij een volgende economische schok de werkloosheid mogelijk wel eens sterker kan oplopen dan tijdens de kredietcrisis het geval was. Figuur 2 Werkloosheid (internationale definitie) in internationaal perspectief Bron: Eurostat. Toelichting: De Nederlandse definitie van de werkloze beroepsbevolking wijkt af van de definitie die internationaal als standaard geldt. Belangrijkste verschil is dat in de Nederlandse definitie een drempelwaarde van twaalf uur gehanteerd wordt voor het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken. In de internationale definitie is dat niet het geval. De cijfers zijn voor seizoenseffecten gecorrigeerd en hebben betrekking op de maand oktober 2011, met uitzondering van Griekenland en het VK (augustus) en Denemarken (september). Het is nu nog te vroeg om verdere uitspraken te doen over de toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen. Het CPB presenteert op 13 december een nieuwe raming voor de Nederlandse economie en de arbeidsmarkt. Arbeidsmarktbeleid De invulling van het arbeidsmarktbeleid hangt af van de economische omstandigheden. Het is belangrijk om te allen tijde te zorgen voor een effectieve en efficiënte arbeidsbemiddeling, zeker in tijden van crisis. Ik zie echter op dit moment geen aanleiding om het arbeidsmarktbeleid te herzien. Hoewel de werkloosheid recentelijk is gestegen, bevinden we ons nu niet in een uitzonderlijke situatie die maatregelen vereist. Bovendien is de economische situatie wezenlijk anders dan de situatie tijdens de kredietcrisis eind 2008. Op verzoek van de Tweede Kamer zal ik hieronder aangeven waarom dat ook geldt voor de deeltijd-ww. Tweede Kamer, vergaderjaar 2011 2012, 29 544, nr. 364 3

Werking en voorwaarden voor deeltijd-ww Tijdens de crisis die eind 2008 begon was sprake van een aantal voorwaarden die de inzet van werktijdverkortingsmaatregelen wenselijk maakte. Zo was sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt, was de crisis onverwacht en hevig, werd herstel binnen afzienbare tijd verwacht en was sprake van liquiditeitskrapte als gevolg van een afnemende groei van de kredietverlening. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt was het voor bedrijven in een goede uitgangspositie die spoedig herstel verwachtten, aantrekkelijk om vakkrachten in dienst te houden. Bedrijven hadden veel moeite gedaan om geschikt personeel te vinden voorafgaand aan de crisis en dreigden voortijdig afscheid te moeten nemen van deze werknemers. Daarbij konden bedrijven de periode van vraaguitval mogelijk minder eenvoudig dan voorheen overbruggen door het afsluiten van een krediet. Deeltijd-WW en de bijzondere werktijdverkorting leverden in deze situatie een bijdrage om bedrijven met zicht op herstel te helpen om de tijdelijke, scherpe vraaguitval te overbruggen zonder hun vakkrachten te hoeven ontslaan. Hiermee werden nieuwe wervings- en selectiekosten voorkomen en tegelijkertijd konden bedrijven snel weer opschakelen naar hun oude productieniveau, waardoor het economische herstel werd bespoedigd. Voor betrokken werknemers werd door het beroep op deeltijd-ww mogelijke onzekerheid beperkt omdat in tegenstelling tot een eventueel beroep op reguliere WW het dienstverband behouden bleef. Effecten van de deeltijd-ww Het CPB heeft becijferd dat de deeltijd-ww de werkloosheid tijdens de crisis met maximaal 0,1 tot 0,2%-punt heeft verlaagd 1. Dit is het directe effect van de deeltijd-ww. Het is echter mogelijk dat de deeltijd-ww ook indirecte effecten heeft gehad door de onzekerheid bij bedrijven en de werknemers die aanspraak maakten op deeltijd-ww deels weg te nemen. Dit kan de werkgelegenheid bij bedrijven positief hebben beïnvloed. Het effect zou mogelijk ook kleiner kunnen zijn, doordat een deel van de werknemers met deeltijd-ww ook zonder deeltijd-ww vermoedelijk niet werkloos zou zijn geworden. Hoe groot de effecten van de deeltijd-ww zijn geweest voor de Nederlandse economie is nu nog niet met zekerheid te zeggen. Daarom wordt op dit moment door een extern onderzoeksbureau in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid getracht om de netto effectiviteit van de deeltijd-ww in kaart te brengen. Het onderzoek heeft vanwege dataproblemen enige vertraging opgelopen. De evaluatie van de werktijdverkortingsregelingen zal in het voorjaar 2012 naar de Kamer worden gestuurd. Geen aanleiding voor herinvoering deeltijd-ww De gestegen werkloosheid is voor verschillende partijen aanleiding om te pleiten voor herinvoering van de deeltijd-ww. De uitgangssituatie vandaag de dag verschilt echter aanzienlijk van de situatie tijdens de crisis eind 2008. Daarom zie ik op dit moment geen rol weggelegd voor deeltijd-ww. 1 CPB (2011), Werkloosheid en de Grote Recessie, CPB Policy Brief 2011/10, Den Haag. Gezien het huidige beeld lijkt herinvoering van de deeltijd-ww niet effectief, omdat personeelstekorten op dit moment geen belemmering vormen voor productie. Evenmin is sprake van een onverwachte en scherpe vraaguitval voor bedrijven. Zoals eerder in deze brief is aangegeven, is de oplopende werkloosheid niet het gevolg van een teruglopende werkgelegenheid, maar van een gestegen arbeidsaanbod. Bovendien was er in 2008 sprake van een overschot van het EMU-saldo Tweede Kamer, vergaderjaar 2011 2012, 29 544, nr. 364 4

van +0,5% van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is door de kredietcrisis omgeslagen in een tekort van -4,5% van het bbp. Het kabinet moet alle zeilen bijzetten om de 3%-doelstelling van het Stabiliteits- en Groeipact te halen. In het kader van budgettaire soliditeit zijn de mogelijkheden voor een kostbare maatregel zoals de deeltijd-ww momenteel afwezig. Maar ook als de economische situatie verder verslechtert is het nog maar de vraag of herinvoering van de deeltijd-ww voor de hand ligt. De deeltijd-ww was naar de huidige inzichten zinvol in de economische omstandigheden in 2008 en 2009. Het is ongewis welke consequenties de huidige schuldencrisis gaat krijgen, maar de OESO heeft de BBP-groeiverwachting voor volgend jaar al bijgesteld tot 0,3 procent. Bij een langdurige stagnatie zijn bedrijven aangewezen op structurele maatregelen om hun organisatie aan te passen. Deeltijd-WW zorgt er voor dat het aanpassingsvermogen van de economie wordt geremd, omdat werknemers mogelijk op plekken blijven zitten waar structureel geen werk meer voor hen is. Sectoren die te maken hebben met overcapaciteit moeten afslanken tot een niveau waarop zij weer concurrerend kunnen worden. Omgekeerd geldt dat er sectoren zijn waar nog wel groeipotentieel is en die in tijden van economische stagnatie zelfs kunnen doorgroeien. Arbeidsmobiliteit is in deze omstandigheden cruciaal om te zorgen voor een snelle transitie naar een optimale arbeidsdeling, die eraan bijdraagt dat de economie gegeven de huidige omstandigheden zo goed mogelijk functioneert. Daarnaast kan de deeltijd-ww bij langdurige stagnatie negatieve effecten hebben voor werknemers. Dan is immers het risico aanwezig dat werknemers na een beroep op deeltijd-ww alsnog ontslagen worden. Het is belangrijk dat werknemers zo snel mogelijk op zoek gaan naar plekken in de economie waar wel werk is. Deeltijd-WW remt de prikkel om al in een vroeg stadium mobiel te worden. Hierdoor lopen zij het risico om nog moeilijker aan een andere baan te komen wanneer zij na een periode van deeltijd-ww hun baan kwijtraken. Bovendien betalen bedrijven zelf grotendeels de prijs als zij later alsnog genoodzaakt zijn om hun personeelsbestand af te slanken. Conclusie De Nederlandse arbeidsmarkt staat er vanuit internationaal perspectief goed voor. Er is vooralsnog geen reden om het arbeidsmarktbeleid aan te passen of concrete maatregelen te treffen. Wel vraagt de huidige situatie om alertheid. Ik zal de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt dan ook nauwgezet blijven monitoren en hierover in gesprek blijven met sociale partners. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp Tweede Kamer, vergaderjaar 2011 2012, 29 544, nr. 364 5