1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen

6,3. Samenvatting door een scholier 1645 woorden 20 november keer beoordeeld. Praktische economie

Samenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen

Samenvatting Economie Module 2

Samenvatting Economie Een kwestie van ondernemen

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Module 2

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Samenvatting Economie Consument en Producent

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet.

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19

Samenvatting Economie Consument & Producent

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:

Samenvatting Economie Vervoer

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Samenvatting Economie Module 2, hoofdstuk 2, 3, 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Domein D: markt (module 3) havo 5

Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Economie Module 2 & Module 3 H1

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Rekonomie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Consument en producent

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Samenvatting Economie Module 4, hoofdstuk 9-12

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

Hoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

8,2. Samenvatting door een scholier 1686 woorden 10 februari keer beoordeeld

Eco samenvatting; hs 2 + 5

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld

Domein D: markt (module 3) vwo 4

UIT loonruimte en AIQ v1.1

Samenvatting Economie Vraag en Aanbod

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Werkboek Werk Ver 2. Week Opgaven Bijzonderheden 5 Toetsbespreking 1.1 t/m Dit boekje elke les meenemen! t/m t/m 2.

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3

Samenvatting Economie Module 1 + 2

keer beoordeeld 12 februari 2015

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Boek 1

ALGEMENE ECONOMIE /03

Katern 2 Markten en welvaart

H1: Economie gaat over..

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

H3 Hoe werken markten

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

2 Constante en variabele kosten

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3

H2: Economisch denken

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

MARKT & OVERHEID. HAVO 4 Blok 4

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Loonstarheid: lonen staan minimaal een jaar vastà vertraging à overschotten of tekorten niet meteen weggewerktà gevolg:

Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent

6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 2: Consumenten

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen

Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Samenvatting Economie Werk

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1547 woorden 16 april 2007 5,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie Module 2. Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur. Organisatie een geordende groep mensen die samenwerkt om bepaalde doelen te bereiken. Winst Een positief verschil tussen opbrengsten (omzet) en kosten. Ondernemingen Streven naar winst. Participanten Deelnemers van de onderneming; (stakeholders) leveranciers, consumenten Leveren een bijdragen aan de gang van zaken en ontvangen hiervoor een vergoeding. Ondernemers combineren productiefactoren - > Resultaat; producten. Winst moet gezien worden als een beloning voor de ondernemingsactiviteiten, omdat een goede ondernemer; - weet voor welke mensen de prod. Zijn - de alternatief aanwendbare productiefactoren zo combineert dat hij tegen zo laag mogelijke kosten produceert; - ondernemingsrisico s inschat en deze niet uit de weg gaat. Beurswaarde - De totale beurswaarde van een bedrijf is de waarde van alle aandelen van dat bedrijf volgens de beurskoers Paragraaf 2 2.1 t/m 2.9 Maatschappelijke behoeften; hier voorzie je in door goederen of diensten voort te brengen en deze te verkopen. Productiegroei -.. werkgelegenheid Daarnaast geeft werk de mensen ook de mogelijkheid om zich te kunnen ontplooien, hun talenten te gebruiken en deze verder te ontwikkelen. Ook biedt werk je de mogelijkheid om je nuttig te voelen en om sociale contacten te hebben. Inkomen - Winst het maken van winst is een teken dat je met de productie op het goede spoor zit. Allocatie Winst en verlies - > sturen de toedeling of allocatie van de productiefactoren. Zal ik het wel hiervoor inzetten? De andere producten verkopen beter? Productiefactoren inzetten voor 1 enkel product. Milieu https://www.scholieren.com/verslag/30106 Pagina 1 van 5

Goed en Kwaad wat mag wel en niet? Democratische samenleving. Emancipatie Denk aan het beleid dat is gericht op het weer in dienst nemen van minder geschikten of mindervaliden. 3.1 t/m 3.4 Ondernemingsgrootte maatstaf - totale omzet per jaar. Maatstaf - aantal werknemers. Toegevoegde waarde Een andere manier om de omvang van een onderneming weer te geven, is die via de toegevoegde waarde. Toegevoegde waarde = Waarde eindproducten ingekochte grondstoffen hulpstoffen en diensten van derden. Bedrijfstakken een groep ondernemingen die sterk op elkaar lijkende producten maakt. 4.1 t/m 4.3 Balans-een vermogens overzicht op een bepaald moment; het is een overzicht van bezittingen, schulden en het eigen vermogen. Eigenvermogen = Bezittingen schulden Totaal activa = Totaal passiva. Begroting Een overzicht van de verwachte opbrengsten, kosten en winst. Resultatenrekening een overzicht van kosten, opbrengsten en winst over een afgelopen periode. Verandering bezittingen Verandering schulden = Verandering eigen vermogen. 5.1 t/m 5.3 Productdivisies verschillende afdelingen binnen het bedrijf; verlichting, Consumentenelektronica..enz. Jaarrekening De balans laat zien in welk activa het vermogen is gestoken, aan de andere kant waar het vermogen vandaan komt. 6.1 t/m 6.2 Sociaal jaarverslag Hierin wordt gerapporteerd over de mensen en hun belangen in de onderneming. OR (ondernemingsraad) bespreken van zaken in de onderneming, uitbrengen van advies, medebeslissingsrecht en arbeidsvoorwaarden. Milieuverslag / groen verslag = welke positieve en negatieve invloeden de onderneming het afgelopen jaar had op het milieu. Hoofdstuk 2 kosten noodzakelijke uitgaven die een ondernemer moet doen om goederen de kunnen produceren. Constante kosten (ck) Deze kosten veranderen niet bij een verandering van de productie. Variabele kosten (vk) deze kosten veranderen bij een verandering van de productieomvang. productiecapaciteit Maximaal mogelijke productie bij een gegeven hoeveelheid productiemiddelen. Recht Evenredige variabele kosten = De kosten veranderen proportioneel met de productie. (Stijgt de productie met 25%? Dan stijgt de prijs ook met 25%) Totale Kosten = Totale Opbrengst Totale Kosten. Break-even point Totale kosten gelijk aan de omzet. (Balansmethode!) vb. TO = 2.5q = Tk = 0.5q +150 TK = (A x Q) + B A = waarde van de variabele kosten per eenheid product Q = productieomvang (gevraagde hoeveelheid) https://www.scholieren.com/verslag/30106 Pagina 2 van 5

B = Waarde van de totale constante kosten. 2.1 t/m 2.4 Arbeidsovereenkomst arbeidsvoorwaarden; afspraken tussen werkgever en werknemers Primaire arbeidsvoorwaarden ; over de beloning (loon, vakantiegeld, reiskosten) Secundaire arbeidsvoorwaarden werktijden, pauzes, werkomstandigheden. CAO Collectieve Arbeids Overeenkomst = de primaire en de secundaire voorwaarden worden hier geregeld. Verschillende vormen van loonsverhoging ; 1. Incidentele loonsverhoging = een jaar ouder, hogere functie 2. Prijscompensatie = Prijsstijging van consumptiegoederen = stijging van loon. (zelfde procentuele aantal) 3. Initiële loonstijging (= reële loonstijging) = Koopkracht van de werknemer neemt op deze manier toe. Arbeidsproductiviteit = het aantal mensen in dienst. Arbeidsproductiviteit = Wat de gemiddelde werknemer per tijdseenheid produceert. ^ Dit kan voorkomen door bijv. specialisatie. Interne Arbeidsverdeling = specialisatie binnen en organisatie. Extra arbeidsverdeling = Specialisatie in een beperkt aantal werkzaamheden of productie. 3.1 t/m 3.2 Innovaties toegepaste vernieuwingen van producten of productieprocessen. Investeren kopen van nieuwe kapitaalgoederen. Daarin maken we het volgende onderscheid; - Breedte-investering = verhouding tussen arbeid en kapitaal blijft gelijk. (maar wordt eigenlijk gekopieerd en geplakt.. verbreden.) - Diepte-investering = verandert de verhouding tussen arbeid en kapitaal ten gunste van kapitaal. kapitaalintensiteit; verhouding kapitaal tegenover verhouding van arbeid. schaalvergroting oftewel vergroting van de productiecapaciteit. Fusie samengaan van voorheen zelfstandige ondernemingen. overname Wanneer het ene bedrijf, dat je fuseert groter is.. Hoofdstuk 3 1.1 t/m 1, 3 Productgerichte denkwijze; - product staat centraal - persoonlijke voorkeur van de producent - consument wordt geacht het product te kopen. Consument gericht; wensen en behoeften van de consument staan centraal. Marketing het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of behouden van de afzet Afzet = aantal verkochte producten. Marktsegment = Aantal afnemers van een bepaald product die min of meer gelijke wensen en behoeften hebben. Doelgroep Hierop concentreert de producent zich qua productie. Marketing Mix; 1. Product 2. Prijs 3. Plaats https://www.scholieren.com/verslag/30106 Pagina 3 van 5

4. Promotie 2.1 t/m 2,2 Fysiek product we letten op de basiseigenschappen van het product. (De maaltijd heeft een bepaalde voedingswaarde) Tastbare product - ß is het product zoals het aangeboden wordt. (mooi ontwerp, verpakking, - Mobieltje, auto) Uitgebreide product - Tasbare product, uitgebreid met niet-tastbare eigenschappen, zoals de sfeer in het restaurant. Homogene producten zijn volgens de ogen van de consument allemaal hetzelfde. Heterogene producten - zijn volgens de ogen van de consument absoluut anders. Trading-up - Kwalitatief betere of luxere uitgave van zijn product aan. Bijv. een sportieve uitgave van een type auto. Trading-down - kwalitatief lager of minder luxe product. Bijv. een pocket uitgave van een boek of dagmenu s in een luxe restaurant. Productlevencyclus Geeft aan hoe de omzet van een product zich heeft ontwikkelt vanaf het moment dat het op de markt kwam. 3.1 t/m 3.3 de markt maakt de prijs - De juiste prijs vinden bij het juiste aantal producten. Prijsbepaling kostengeorienteerde prijsvaststelling = kostprijs + vaste winstopslag. - concurrentiegeorienteerde prijsvaststelling = sterk rekening houden met de prijzen van de concurrenten. - afnemersgeorienteerde prijsvaststelling = uitgaan van welke hoeveelheden de afnemers kopen bij verschillende prijzen. (DIT IS ALLEMAAL MINDER BELANGRIJK!) Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.2 Soorten markten; Abstracte markt = geen concrete, zichtbare ontmoetingsplaats; bijvoorbeeld: de arbeidsmarkt. Concrete markt = Geheel van vraag en aanbod op een ontmoetingsplaats. Marktprijs = Dit hangt af van de speling van vraag en aanbod. Hoe hoger de prijs, hoe minder producten de consumenten bereid zijn te kopen. Hoe lager de prijs, hoe meer ze willen kopen. Hoe hoger de prijs, hoe meer de producenten bereid zijn aan te bieden. Hoe lager de prijs, hoe minder ze willen aanbieden. Er is een bepaalde prijs waarbij de consument evenveel wil kopen als de producent wil aanbieden: dit is de marktprijs. 2.1 Verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid; met een tabel met een grafiek met een vergelijking. https://www.scholieren.com/verslag/30106 Pagina 4 van 5

qa = 3.5p + 25 (een voorbeeld van een vergelijking) 3.1 t/m 3.3 (Ea) Prijselasticiteit = Geeft aan hoe sterk de prijs reageert op aangeboden hoeveelheid Ea = Qa : P% Qa = (nieuw oud) : oud =.. x 100. P% = (nieuw oud) :oud =.. x 100 Ev = Procentuele verandering van de aangeboden hoeveelheid : Procentuele prijsverandering Volkomen (prijs) inelastisch aanbod = wanneer de aangeboden hoeveelheid helemaal niet beïnvloed wordt door de prijs. Het aanbod is dan totaal onafhankelijk van de prijs. Productiekosten nemen af - Groter aabod = Aanbodlijn verschuift naar links. 4.1 t/m 4.2 q (met een streepje erboven) Evenwichtsprijs = Er is maar 1 prijs waarbij het zelfde aangeboden wordt. p (met een streepje erboven) Evenwichtshoeveelheid = Er is maar 1 aantal dat dezelfde prijs bedraagt. q(met streepje bovenop) x p(met streepje bovenop) = Omzet. https://www.scholieren.com/verslag/30106 Pagina 5 van 5