Navigatiesysteem. Gebruikershandleiding



Vergelijkbare documenten
GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0

Gebruikershandleiding HERE Drive

Waarschuwingen. Controleer dat uw positie stabiel is voordat u uw reis begint.

1. Deze handleiding gebruiken

INHOUDSOPGAVE. Inleiding. Veiligheidsvoorschriften. Waarschuwingen. Korte handleiding. Navigatiesysteem

Z-EMAP50 ESSENTIAL II NAVIGATION QUICK START GUIDE

Gebruikershandleiding HERE Maps

Z-E3756 NAVIGATION SNELSTARTGIDS NL

Gebruikershandleiding Nokia Maps

Het samenvattingscherm wordt ongeveer 10 seconden weergegeven. Daarna geeft het apparaat automatisch weer stap-voor-stap instructies.

Traffic Message Channel (TMC)

Multimedia Navigation New York 835 W

Nederlands. icn 600 serie. Versie 3.0. met Smart. Gebruikershandleiding

Handleiding. Nederlands

Handleiding en Tutorials

Handleiding Alpine Navigation

Spraakbediening WERKINGSPRINCIPE. Uzelf duidelijk verstaanbaar maken. Belangrijke informatie

Inhoud: Keomo B.V., Alle rechten voorbehouden. 2

PRIME/ESSENTIAL NAVIGATION QUICK START GUIDE

BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me

Introductie... Snelle uitleg... Aanraakbare items... Simpel zoeken en navigeren... Het gebruiken van bewegingen in Map View

Handleiding Navigatiesysteem Reaction

Positionering Nokia N76-1

GO x40, GO x30, GO x20, GO x10, GO,XXL IQ Routes, XL IQ Routes, XL,ONE, ONE 2nd edition, Urban Rider, Rider Pro

BAT BA A T VUS DIGIT A ALE FIETS VUS DIGIT A ALE FIETS TL A AS Handleiding FietsAtlas_Manual.indd :53:13

Z-N326 Z-N426 2DIN DEVICE NAVIGATION QUICK START GUIDE

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens

Mapsource. handleiding Mapsource vs

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Pocket online speler

Taxis Pitane Link. (gebruikershandleiding) Censys BV - Eindhoven

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

GPS NAVIGATION SYSTEM NAV USER MANUAL MOTOR HOME

Handleiding. Alpine Navigation System. Navigatiesoftware voor de Alpine Navigation System. Nederlands maart 2015, versie 1.0

Dag. Maand. Selecteer het jaar met de pijltoetsen. Jaar

Inleiding. - Teksten aanpassen - Afbeeldingen toevoegen en verwijderen - Pagina s toevoegen en verwijderen - Pagina s publiceren

Route Een programma bestaat uit verschillende routes (deelparcoursen). Elke route heeft een eigen instelling voor

Nokia 500 Auto Navigatie Aan de slag

GO x40, GO x30, GO x20, GO x10, GO,XXL IQ Routes, XL IQ Routes, XL,ONE, ONE 2nd edition, Urban Rider, Rider Pro

MG Car Club Regio West. Bert Ewalds

In deze handleiding wordt de werking van het extranet beschreven

De Konftel 300W Korte handleiding

2. Serienummer noteren (zie onderstaande afbeelding voor uitleg of raadpleeg de instructie in de FAQ op de website)

cambioapp - Handleiding

Handleiding NX404E. Nederlands

GPS Instructie MC de Kraats. Mapsource gebruik

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Linio Pocket online speler

Uw gebruiksaanwijzing. NAVMAN F25

HDS Gen3 Verkorte handleiding

Toyota Touch & Go/Plus Multimediasysteem Quick Guide

A Oplaad-LED B Touchscreen C Aan/uitknop D Luidspreker E Externe antenneconnector F USB-aansluiting G RDS-TMC-aansluiting H Sleuf voor geheugenkaart

Handleiding NarrowCasting

Hallo, laten we beginnen. Sound Rise Draadloze Speaker & Wekkerklok

Bestanden ordenen in Windows 10

Workshop Samsung Galaxy Tab 3

6. De standaard apps op uw Samsung telefoon

1. Het Online platform

En wat wil je nu met dit programma, wil je de wereld bekijken vanaf boven of wil je weten waar iedereen die je kent woont. Er zijn al een aantal

Gebruikersinstructie nieuwe Statenleden Asus T100 en T300

Veelgestelde vragen Navigatie

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

PowerPoint Basis. PowerPoint openen. 1. Klik op Starten 2. Klik op Alle programma s 3. Klik op de map Microsoft Office

Navigatie computer met TS software

HDS Live Verkorte handleiding

1. Voorwoord. Veiligheidsmaatregelen. Nederlands LET OP. Waarschuwing

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.1, juli 2006

Gebruikershandleiding

DOWNLOADEN EN INSTALLEREN VAN PEUGEOT ALERT ZONE OP. WIP Nav/Connect Nav. Vereisten

1. Wanneer een correctie moet worden gemaakt

Bijlage bij Getting Started Guide International English Edition

Handleiding Icespy MR software

Gebruikershandleiding ABAX RITTEN- REGISTRATIE

H A N D L E I D I N G E L V 1 5

inhoudsopgave Welkom bij MY GPS Tracker

Welkom bij BOEKLEZER

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.0

Basis Live Mode Functies Je kan eenvoudig camerabeelden bekijken in een layout naar keuze. Kies een layout bovenaan het scherm, in de Live Mode.

Menu. Open een document. Zoomen. Het Claro Boeklezer's menubalk bevat een aantal nuttige functies.

Handleiding Online account / Desktop computer 2016

v3 2010Sygic, a.s.all rights reserverd. Gebruikershandleiding

De Konftel 250 Korte handleiding

IRISPen Air 7. Verkorte handleiding. (ios)

Het aanraakscherm gebruiken

IRISPen Air 7. Verkorte handleiding. (Android)

Hoofdstuk 1 Wat zit er in de doos

Een route invoeren en rijden met Sygic

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

Handleiding 103: Collecte Database (CDB) voor Wijkhoofden

DESTINATOR NAVIGATES VOOR DE PACKARD BELL COMPASSEO GEBRUIKERSHANDLEIDING

Quick Reference Contact Manager SE

SmartLife Veilig Gebruikershandleiding programma s beheren

WIP Com/Connect Com/RT4

ZoomText 10.1 Bijlage bij de Quick Reference Guide

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

WERKING TEKENPROGRAMMA

Pocket guide voor de PLEXTALK PTN2 spelers (PTN2 Cross en PTN2 Standaard) [Nederlands]

F10. Gebruikerhandleiding. Nederlands

CS-WebDesign.nl. Invoeren van een product in de editor

Transcriptie:

Navigatiesysteem Gebruikershandleiding

Bedankt dit product PHILIPS met een oplossing van navigatie aan te kopen. Deze handleiding bevat belangrijke informatie over het gebruik van uw GPS. Lees deze handleiding goed door voordat u uw nieuw navigatiesysteem gebruikt. We raden u ook aan om de handleiding van uw GPS-hardware te lezen. Belangrijk: Voor gebruik in een voertuig of buiten, vereist de ontvangst van GPS-signalen een open ruimte. Het navigatiesysteem zal geen GPS-signalen ontvangen in een gebouw of op een andere plaats waar men de vrije hemel niet kan zien. Voertuigen die werden voorzien van een gelamineerde voorruit hebben een beperkte GPS-ontvangst. Dit kan worden opgelost met behulp van een externe GPS-antenne. Belangrijk: Als er bestanden worden verwijderd of de SD-geheugenkaart wordt geformatteerd, dan zal uw apparaat onbruikbaar worden. Het zal bijgevolg onmogelijk worden om de gegevens van deze kaart te kopiëren.

Inhoudsopgave Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 2

1/ Aan de slag...4 1.1 Veiligheid en toepassing van de regels...5 1.2 Back-up...5 2/ Het navigatiesysteem gebruiken...6 2.1 Uw bestemming kiezen...9 2.1.1 Een adres als bestemming invoeren...10 2.1.2 Zoekopties adres...13 2.1.3 Laatste bestemmingen...15 2.1.4 Favoriete bestemmingen...16 2.1.5 Thuis...18 2.1.6 Nuttige plaatsen/buurt overeenkomsten...19 2.1.7 Mijn POI s...20 2.1.8 Coördinaten GPS............................................................................. 21 2.2 Navigeer naar:...23 2.2.1 Navigeer naar:...23 2.2.2 Nuttige plaatsen...24 2.2.3 Een bestemming opslaan...24 2.3 Instellingen...24 2.3.1 Visuele weergave / Geluid / POI...26 2.3.2 Routeberekening...28 2.3.3 Talen/Toetsenbord...30 2.3.4 Alarm...31 2.3.5 Voertuigprofiel...32 2.4 Plaatsen instellen...34 2.4.1 Nuttige plaatsen toevoegen (POI s)...34 2.4.2 Uw POI vinden...35 2.5 Een route plannen...36 2.6 Over...38 2.7 Tijdens de navigatie...38 2.7.1 Navigatiemenu...40 2.7.2 Kaartmodus...42 2.7.3 Foutmeldingen...44 2.8 Kaartmodus...44 2.9 Enkele tips om uw PND gemakkelijker te gebruiken...45 2.10 Kaartdekking...46

Aan de slag Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 4

1/ Aan de slag 1.1 Veiligheid en toepassing van de regels Uw navigatiesysteem biedt navigatiebijstand en mag nooit tijdens het rijden worden gebruikt. Het is uiterst belangrijk dat u de volgende veiligheidsmaatregelen naleeft: Het is uw verantwoordelijkheid om uw navigatiesysteem veilig te gebruiken en op een veilige plaats aan te brengen. Het navigatiesysteem mag u niet hinderen tijdens het rijden, zodat ongevallen of letsels worden vermeden. U dient zich te houden aan de verkeerswetgeving. U mag nooit - in geen enkele omstandigheid - tijdens het rijden het navigatiesysteem bedienen: als u het systeem wilt instellen, parkeer dan uw voertuig op een plaats waar u het verkeer niet hindert. Veel plezier tijdens het navigeren! 1.2 Back-up Uw apparaat bevat een SD-kaart waarop de navigatiesoftware en kaartgegevens werden opgeslagen. We raden aan om een kopie van deze content op uw PC op te slaan, voor het geval dat u uw SD-kaart zou verliezen. Gebruik de meegeleverde SDkaart alleen met uw PND. Gebruik de SD-kaart niet met andere apparaten (digitale camera, PDA, MP3, enz.). Uw GPS initialiseren Wanneer u uw PND voor de eerste keer gebruikt, raden we aan om deze in de open lucht te gebruiken, zodat u een goede ontvangst krijgt. De eerste GPS-initialisatie kan enkele minuten duren, afhankelijk van de omgeving en de kwaliteit van het GPS-signaal. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 5

Het navigatiesysteem gebruiken Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 6

2/ Het navigatiesysteem gebruiken Enkele seconden nadat de applicatie werd geladen, wordt het hoofdscherm weergegeven. Het Startmenu biedt 4 opties: Kies bestemming om een bestemming te kiezen Kaart om de kaart weer te geven Instellingen om uw opties aan te passen Een route plannen uw route te plannen De toets voor de softwareversie (zie 2.6) Om een van deze menu s te openen, tikt u met uw vinger op de overeenstemmende toets. Om de applicatie te sluiten, klikt u op het kruispictogram, vervolgens op Ja om te bevestigen. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 7

Toetsen: De pijl aan de linkerkant van de menubalk brengt u terug naar het vorige scherm. Het pictogram van het toetsenbord dat zich rechts van de menubalk bevindt, dient om het toetsenbord op het scherm weer te geven of te verbergen. Het pijltje naar links/rechts brengt u naar de volgende of vorige pagina van de schermen die lijsten bevatten. Dit pictogram brengt u terug naar het Startmenu zonder de wijzigingen te bevestigen. Dit pictogram bevestigt uw keuze en brengt u terug naar het vorige scherm. Dit pictogram verschaft u het aantal gevonden resultaten. Dit pictogram sluit het scherm dat wordt weergegeven, zonder de wijzigingen te bevestigen. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 8

2.1 Uw bestemming kiezen Op het Startmenu, tikt u op Kies bestemming. Er zijn verschillende manieren om uw plaats van bestemming te kiezen. Deze verschillende manieren worden weergegeven op het scherm Kies bestemming en worden hieronder beschreven. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 9

2.1.1 Een adres als bestemming invoeren Op het scherm Kies bestemming, voert u het volgende uit: 1 Tik op Adres. 2 Kies het land: In de lijst tikt u op het land of de regio van uw keuze. Deze stap wordt alleen tijdens het eerste gebruik aangeboden en indien uw kaart verschillende landen bevat. De volgende keer dat u het apparaat zal gebruiken, zullen de adressen automatisch worden gezocht in het land dat u tijdens uw vorig gebruik hebt geselecteerd. Als u een ander land wilt selecteren, tikt u op de kruis die zich aan de linkerzijde van het menu bevindt Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 10

3 Selecteer de stad/gemeente: Op het toetsenbord voert u de eerste letters van de plaats van bestemming in; elke letter die u toevoegt, zal plaatsnamen weergeven. Als er maar enkele steden worden weergegeven, dan zal het toetsenbord worden verborgen. Om een stad te selecteren, tikt u in de lijst op de naam van de stad en het scherm Straatnaam selecteren wordt weergegeven. Opmerking: S Om terug te keren naar het vorige scherm, tikt u op de kruis bovenaan. S Om het toetsenbord te verbergen en de lijst weer te geven, tikt u op het pictogram van het toetsenbord, dat zich rechts bovenaan bevindt. S Na het eerste gebruik en voordat u de letters invoert, zal het systeem u een lijst weergeven met de steden die u voordien hebt geselecteerd. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 11

4 Selecteer de straat: Op het toetsenbord voert u de eerste letters van de straat van bestemming in; elke letter die u toevoegt, zal straatnamen weergeven. In de lijst tikt u op de straat van uw keuze. Als uw bestemming niet specifiek is, tik dan op Centrum van <plaats>. 5 Het huisnummer selecteren: Twee opties: S Om het even waar in de straat: tik op Ergens op <de straat>. of S Huisnummer: voer het huisnummer in naar waar u wilt gaan, vervolgens bevestigt u door op de pijl naar rechts te tikken die zich aan de rechterzijde van het toetsenbord bevindt. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 12

Opmerking: S Als de huisnummers niet op het scherm worden weergegeven, dan werden deze aan de kaart toegevoegd. In dit geval, tikt u op Ergens. 6 Tik: Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Nuttige plaatsen om een nuttige plaats (POI) in de buurt van het geselecteerde adres te vinden. Registreren onder om deze bestemming op te slaan. Weergeven om het adres op de kaart weer te geven. 2.1.2 Zoekopties adres Er worden andere manieren aangeboden om te zoeken naar adressen als plaats van bestemming. P.C Zoeken op postcode (Indien deze informatie beschikbaar is op de kaart) 1 Tik op Stad/ Postcode in de menubalk. 2 Met behulp van het toetsenbord, voert u de postcode in. 3 In de lijst selecteert u de postcode van uw bestemming. 4 Op het volgende scherm (straat zoeken) voert u de eerste letters van de straat van bestemming in; elke letter dat u toevoegt, zal straatnamen weergeven. 5 In de lijst tikt u op de straat van uw keuze. 6 Twee opties: S Tik op Ergens op <de straat>. of S Voer het huisnummer in, vervolgens tikt u op Bevestigen. 7 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 13

Zoeken naar nuttige plaatsen Op het scherm Straat zoeken, tikt u op de toets Straat/POI. 1 In de lijst selecteert u de POI-categorie. 2 In de lijst selecteert u de POI naar waar u wilt gaan of voert u met behulp van het toetsenbord de eerste letters van de POI-naam in (bijvoorbeeld de naam van een restaurant). 3 In de lijst tikt u de POI-naam. 4 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. POI Kruispunten zoeken 1 Op het scherm om de straat/huisnummer te selecteren, tikt u op Nr./Kruispunt. Kruispunt 2 In de lijst tikt u op de naam van de aangrenzende straat of voert u met behulp van het toetsenbord de eerste letters van de aangrenzende straat in, en tik op de naam in de lijst. 3 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Overeenkomst buurt Zodra het adres werd ingevoerd, kunt u als bestemming een POI in de buurt van het ingevoerde adres kiezen. Om dit te doen, zodra de bestemming is geselecteerd: 1 Tik op Nuttige plaatsen. 2 Selecteer de POI-categorie. 3 Tik op de POI naar waar u wilt gaan. 4 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 14

Opmerking: S U kunt de functie Overeenkomst buurt gebruiken als u bijvoorbeeld naar de luchthaven van een grote stad wilt gaan, aangezien deze meestal in een andere stad ligt (bijv. Orly voor Parijs). Om dit te doen, selecteert u eerst de stad en vervolgens zoekt u naar luchthavens in de buurt. Een bestemming opslaan Zodra het adres is ingevoerd (zie 2.1.1 of 2.1.2), kunt u het opslaan in het menu Favoriete bestemmingen: 1 Tik op de toets Registreren onder. 2 Met behulp van het toetsenbord voert u een naam in. 3 Tik op de bevestigingstoets in de menubalk. 4 Tik vervolgens op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Om het adres te verwijderen, tikt u op Verwijderen, vervolgens op Ja in het bevestigingsvenster of Nee als u zich hebt vergist. 2.1.3 Laatste bestemmingen De laatste 20 bestemmingen werden opgeslagen en kunnen via dit menu worden opgeroepen. Navigatiebijstand naar een van de opgeslagen bestemmingen starten: 1 Tik op de toets Laatste bestemmingen. 2 In de lijst tikt u op een van de adressen. 3 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 15

2.1.4 Favoriete bestemmingen U kunt de bestemmingen van uw keuze opslaan. Een adres in het menu Favoriete bestemmingen opslaan: 1 Tik op de toets Favoriete bestemmingen. 2 Tik op Nieuwe favoriete bestemming toevoegen. 3 Stel uw plaats van bestemming in zoals beschreven in de paragraaf Een adres als bestemming instellen. 4 Gebruik het toetsenbord om het favoriete adres een naam te geven. 5 Tik op de bevestigingstoets in de menubalk. 6 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. De navigatiebijstand naar een favoriet adres starten: 1 Tik op de toets Favoriete bestemmingen. 2 In de lijst tikt u op een van de adressen. 3 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 16

Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 17

2.1.5 Thuis U kunt uw thuisadres opslaan 1 Tik op de toets Thuis. 2 Voer uw adres in zoals beschreven in de paragraaf Een adres als bestemming invoeren. De navigatiebijstand naar uw thuisadres starten 1 Tik op de toets Thuis. 2 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Uw thuisadres verwijderen 1 Tik op de toets Thuis. 2 Tik op Verwijderen, vervolgens tikt u op Ja in het bevestigingsvenster of op Nee als u zich hebt vergist. Bij het eerste gebruik of wanneer u uw thuisadres hebt verwijderd, zal de applicatie u vragen om een adres in te voeren wanneer u op de toets Thuis drukt. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 18

2.1.6 Nuttige plaatsen/buurt overeenkomsten U kunt altijd zoeken naar een POI in de buurt van waar u zich bevindt. Op het scherm Kies bestemming: 1 Tik op Nuttige plaatsen. 2 In de lijst die wordt weergegeven, tikt u op de POI-categorie waarin u interesse hebt. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 19

3 Tik op de POI naar waar u wilt gaan of selecteer deze uit de lijst door de eerste letters van de naam in te voeren. 4 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten of op Opslaan om deze op te slaan. 2.1.7 Mijn POI s zie 2.4 Plaatsen instellen Selectie van uw nuttige plaatsen Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 20

1 Tik op Mijn POI s. 2 Selecteer een van uw nuttige plaatsen door er op te tikken: 3 Tik vervolgens op: Navigeer naar, om de navigatiebijstand te starten (zie 2.2 Navigeer naar) Verwijderen om een POI te verwijderen, tikt u op Ja in het bevestigingsvenster of op Nee als u zich hebt vergist. Nuttige plaatsen om een POI te selecteren in de buurt van een geselecteerd adres (zie 2.1.6 Nuttige plaatsen). Weergeven om het adres op de kaart weer te geven. Uw nuttige plaatsen aanmaken zie 2.4 Plaatsen instellen Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 21

2.1.8 Coördinaten GPS Tik op Coördinaten GPS. Met deze optie kunt u uw bestemming instellen aan de hand van de breedte -en lengtegraad (graden, minuten en seconden). Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 22

2.2 Navigeer naar: Nadat u uw bestemming hebt geselecteerd via een van de voorafgaande methodes: Navigeer naar, om de navigatiebijstand te starten. Nuttige plaatsen, om een nuttige plaats (POI) in de buurt van het geselecteerde adres te vinden. Registreren onder, om de bestemming op te slaan. Weergeven, om het adres op de kaart weer te geven. 2.2.1 Navigeer naar: Zodra u op de toets Navigeer naar tikt, zal het navigatiesysteem de navigatiebijstand naar de gekozen bestemming starten en zal het navigatiescherm worden weergegeven. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 23

2.2.2 Nuttige plaatsen Zodra het adres werd ingesteld, kunt u als bestemming een POI in de buurt van het ingevoerde adres kiezen. 1 Tik op Nuttige plaatsen. 2 Selecteer de POI-categorie. 3 Tik op de POI naar waar u wilt gaan. 4 Tik op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Opmerking: S U kunt de functie Overeenkomst buurt gebruiken als u bijvoorbeeld naar de luchthaven van een grote stad wilt gaan, aangezien deze meestal in een andere stad ligt (bijv. Orly voor Parijs). Om dit te doen, selecteert u eerst de stad en vervolgens zoekt u naar luchthavens in de buurt. 2.2.3 Een bestemming opslaan Zodra het adres is ingevoerd (zie 2.1.1 of 2.1.2), kunt u het opslaan in het menu Favoriete bestemmingen: 1 Tik op de toets Opslaan. 2 Met behulp van het toetsenbord voert u een naam in. 3 Tik op de bevestigingstoets in de menubalk. 4 Tik vervolgens op Navigeer naar om de navigatiebijstand te starten. Om het adres te verwijderen, tikt u op Verwijderen, vervolgens op Ja in het bevestigingsvenster of op Nee als u zich hebt vergist. Voer een naam in met behulp van het toetsenbord. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 24

2.3 Instellingen U kunt uw navigatiesysteem aanpassen door op de volgende toetsen te tikken: S Visuele weergave / Geluid: hiermee kunt u de wijze waarop kaarten worden weergegeven kiezen, de types nuttige plaatsen instellen die op de kaart worden weergegeven en het volume van de luidsprekers aanpassen. S Routeberekening: hiermee kunt u de opties voor de routeberekening instellen. S Alarm: hiermee kunt u de functie Radaralarm activeren. (1) S Voertuigprofiel: hiermee kunt u het snelheidsprofiel en de maat van uw voertuig instellen. Hiermee kunt u uw transportmiddel instellen. S Taal: hiermee kunt u de taal van uw navigatiesysteem selecteren of het type toetsenbord dat u wenst te gebruiken. S De toets Uit om de applicatie af te sluiten. 1 - Volgens versie Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 25

2.3.1 Visuele weergave / Geluid / POI 1 Dag / Nacht / Auto Selecteer een nacht- of dagweergave van de kaart, of stel de automatische modus in. In de modus Nacht worden de kleuren van de kaart aangepast, zodat u s nachts niet gehinderd wordt door het display. In de automatische modus wijzigt het systeem automatisch naar dag- of nachtweergave, afhankelijk van het tijdstip. Het schakelt ook automatisch naar de nachtmodus als u door een tunnel rijdt. 2 2D / 3D / Noord / Auto Tik op deze toets om een kaart tweedimensionaal of in perspectief weer te geven, of de kaart naar het noorden te richten, of om de zoom aan te passen aan uw snelheid. 3 Geluid Op dit scherm kunt u het volume van de luidspreker aanpassen. U kunt het volume verlagen door op het pijltje links te tikken, als u op het pijltje rechts tikt, dan zal het volume worden verhoogd. S Om uw keuze te bevestigen, tikt u op het pictogram Bevestigen. S Om uw keuze te annuleren, tikt u op het pictogram Thuis. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 26

3 Nuttige plaatsen (POI s) Op dit scherm kunt u de POI-categorieën kiezen die op de kaart worden weergegeven: S Om de gewenste POI-categorieën weer te geven, selecteert u het vakje van de categorieën die u wenst weer te geven, vervolgens bevestigt u door te tikken op het pictogram dat zich rechts bovenaan het scherm bevindt. S Om alle POI-categorieën weer te geven, tikt u op Alles. S Om alle POI-categorieën te verbergen, tikt u op Geen. S Om alle acties te annuleren, zonder het scherm te verlaten, tikt u op Annuleren. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 27

2.3.2 Routeberekening Op dit scherm hebt u de keuze uit de volgende routeberekeningen. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 28

S Criteria: voor elk van de volgende toetsen worden er twee opties voorgesteld: Q Snelste / Kortste: hiermee kunt u de snelste of kortste route berekenen. Q Tolweg / Geen tolweg: hiermee kunt u kiezen of er al dan niet tolwegen worden omvat. Q Autobaan / Geen autobaan: hiermee kunt u kiezen of er al dan niet autobanen worden omvat. Q Ferry / Geen Ferry: al dan niet een ferrylijn in een route omvatten. Q Aankomstkant: als de bestemming een huisnummer is, dan zal deze optie ervoor zorgen dat u aankomt aan de kant van het geselecteerde nummer. Geen aankomstkant: als deze optie is ingeschakeld, dan kan u zowel aan de kant van het nummer als aan de andere kant aankomen. Deze optie is uitsluitend beschikbaar als de plaats van bestemming een tweerichtingsbaan is. Q Onverharde wegen / Geen onverharde wegen: met deze optie kunt u onverharde wegen (geasfalteerd) toelaten / niet toelaten. Standaard worden onverharde wegen toegelaten. Q Grensovergang / Geen grensovergang: met deze optie wordt het overschrijden van een landsgrens toegelaten of niet toegelaten. Dit heeft geen effect als de bestemming zich in een ander land bevindt. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 29

2.3.3 Talen/Toetsenbord Op dit scherm kunt u de taal van de menu s en spraakbesturing wijzigen. Met behulp van de linker en rechter pijltjes kunt u de taal van uw keuze selecteren. Om uw keuze te bevestigen, tikt u op Bevestigen. Om uw keuze te annuleren, tikt u op Thuis. Toetsenbord Op dit scherm kunt u het toetsenbord instellen. Met behulp van de linker/ rechter pijltjes kunt u het type toetsenbord selecteren dat op de zoekschermen wordt weergegeven: AZERTY (Frans toetsenbord), ABC (alfabetisch) of QWERTY (Engels toetsenbord). Voor alfabetische toetsenborden zijn er twee verschillende displays mogelijk: met drie of vier lijnen. In totaal zijn er vier mogelijkheden. Om uw keuze te bevestigen, tikt u op Bevestigen. Om uw keuze te annuleren, tikt u op Thuis. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 30

2.3.4 Alarm (1) Op dit scherm kunt u de functie Radaralarm instellen. Tik op de toets om de gewenste functie te activeren, vervolgens tikt u op Bevestigen. Q Vaste radar: standaard permanente snelheidsregeling. Q Mobiele radar: plaatsen waar de snelheid handmatig wordt gecontroleerd. Q Stoplicht radar: radar bij stoplichten. Q Snelheid: een geluidssignaal waarschuwt u dat u rijdt overtoeren. 1 - Volgens versie Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 31

2.3.5 Voertuigprofiel S Vervoerswijze: met dit links-rechts menu kunt u de vervoerswijze veranderen. Door op de pijlen te tikken, kunt u uit drie opties kiezen: Auto, bus en truck. zodra u uw vervoerswijze hebt geselecteerd, tikt u op Profiel van het voertuig om uw parameters in te voeren. S Snelheidsprofielen: Deze instellingen zijn van toepassing als de Snelste routeberekening werd geselecteerd (zie 2.3.2). Q Max. snelheid: Hiermee kunt u de maximale snelheid van uw voertuig instellen, om de reistijd te berekenen, zal er met deze maximale snelheid rekening worden gehouden. Q Snelheidsprofiel: Met deze optie kunt u een snelheidsprofiel selecteren dat zal worden gebruikt om de route te berekenen. Er zijn 3 standaard snelheidsprofielen: ze kunnen worden aangepast. Met deze optie kunt u de snelheid aanpassen naargelang de categorie van de weg. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 32

Er zijn 4 wegcategorieën beschikbaar: Hoofdwegen (worden op de kaart in het rood aangeduid): Deze wegen maken deel uit van het wegennet dat grote steden verbindt. Deze wegen maken voornamelijk deel uit van het snelwegnet en de ringwegen rond de grote steden. Ze zijn bedoeld voor zeer veel verkeer. De meeste van deze wegen hebben gecontroleerde toegangswegen, d.w.z. dat de toegang en afslag alleen via op- en afritten verloopt. Wegen van tweede niveau (worden in het geel op de kaart aangeduid): Deze wegen zijn van minder belang, maar verbinden de meeste steden en zijn bedoeld voor zeer veel verkeer. De toegang tot deze wegen wordt meestal ook gecontroleerd. Wegen van derde niveau (worden in het Donkere grijs op de kaart aangeduid): Deze wegen zijn van nog minder belang, ze verbinden verschillende dorpen alsook de belangrijkste wijken in een stad, ze zijn bestemd voor redelijk veel verkeer. Wegen van vierde niveau (worden in het Licht grijs op de kaart aangeduid): Dit zijn alle andere wegen: straten/wegen van weinig belang, doodlopende straten, verkeersvrije straten, enz. Deze wegen worden alleen bij het begin en einde van een route gebruikt. Als de waarde op 100% wordt ingesteld, dan wordt er geen snelheidswijziging toegepast. Maar als de waarde bijvoorbeeld voor één categorie op 50% wordt ingesteld, dan zal de snelheid voor de wegen in deze categorie door twee worden gedeeld. Als gevolg zal de geschatte reistijd voor deze wegen tweemaal zo lang zijn. Bij het plannen van de route zal er aan deze wegen de laagste prioriteit worden gegeven. Anderzijds, als de waarde voor een categorie op 150% wordt ingesteld, dan zullen de wegen van deze categorie de hoogste prioriteit krijgen. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 33

2.4 Plaatsen instellen Uw kunt uw eigen nuttige plaatsen (POI) aan de kaart toevoegen, een naam geven en naar deze zoeken in de POI-database. 2.4.1 Nuttige plaatsen toevoegen (POI s) Er zijn twee manieren om nuttige plaatsen toe te voegen: S In de navigatiemodus, kunt u een POI toevoegen aan de hand van de huidige GPS-positie waar u zich bevindt): Q Tik op het pictogram. Q Gebruik het toetsenbord om de nuttige plaats een naam te geven Q Bevestig met het pictogram. S In de kaartmodus kunt u een POI toevoegen door zijn positie op de kaart te selecteren: Q U kunt de kaart bewegen door met uw vinger of stylus over het scherm te slepen en de gewenste POI op de kaart onder het kruis in het midden van het scherm te plaatsen. Q Tik op het pictogram. Q Gebruik het toetsenbord om de nuttige plaats een naam te geven. Q Bevestig met het pictogram. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 34

2.4.2 Uw POI vinden Er zijn twee mogelijkheden om in de applicatie naar uw persoonlijke POI te zoeken. Begin vanaf het scherm Kies bestemming: Tik op de toets Adres Q Selecteer het land, en vervolgens de stad. Q Op het scherm Straat zoeken, tikt u op de toets POI. Q Tik op het pictogram Mijn POI s. Q Tik op de POI naar waar u wilt gaan. Q Op het scherm Start navigatie, tikt u op Navigeer naar om de navigatiebijstand naar de POI te starten of op Visuele weergave om het op de kaart weer te geven. Tik op de toets Nuttige plaatsen. Q Tik op het pictogram Mijn POI. Q Tik op de POI naar waar u wilt gaan. Q Op het scherm Start navigatie, tikt u op Navigeer naar om de navigatiebijstand naar de POI te starten of op Visuele weergave om het op de kaart weer te geven. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 35

2.5 Een route plannen U kunt uw route op 2 verschillende manieren plannen: 1 De navigatie starten met via-punten. 2 Een simulatie starten (zonder GPS) om een reis voor te bereiden of de route te visualiseren, met rij-afstanden en tijd. U kunt ook via-punten toevoegen. Om een via-punt in te stellen, tikt u op. Dit zal u naar het scherm Kies bestemming brengen. Een via-punt selecteren zal een laten verschijnen. U kunt het gebruiken om een geselecteerd via-punt te verwijderen. Wanneer u 2 of meerdere via-punten hebt ingesteld, dan kunt u met de toetsen hun volgorde wijzigen. Het laatste punt is het aankomstpunt. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 36

wordt geactiveerd als u een rit met meer dan 3 bestemmingen plant. Als u tikt op "Ja" dan keert u op het einde van uw rit terug naar het beginpunt. Uw bestemmingspunten worden opnieuw georganiseerd om uw rit te optimaliseren. Als u tikt op "Nee" dan wordt uw rit vanaf uw beginpuntpunt tot uw laatste bestemming geoptimaliseerd. (zonder terug te keren naar uw beginpunt.) Wanneer er tenminste 2 via-punten zijn en u hebt bevestigd, dan zal er u worden gevraagd of u de simulatiemodus wilt uitvoeren. Als u op NEE tikt, dan start de navigatie en worden de via-punten in de route voor het aankomstpunt geïntegreerd. Als u op JA tikt, dan zal het 1st via-punt het startpunt worden. Opmerking: De simulatie wordt herhaaldelijk afgespeeld totdat u deze stopt. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 37

2.6 Over Dit scherm toont welke softwareversie er op uw PND werd geïnstalleerd, evenals de verschillende auteursrechten en jaren in verband met de kaart en de POI in gebruik. Tik op Copyright. 2.7 Tijdens de navigatie Het navigatiescherm bevat menu s en allerlei informatie over uw route. m l k a b h f A50 c d g e i j Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 38

Toetsen a b c d e f g h i j k l m mn Toets Omleiding: berekent een alternatieve route. Als u geen wijzigingen maakt, zult u na 10 seconden terugkeren naar het navigatiescherm. Toets om de huidige positie op te slaan als persoonlijke POI. Toets Dempen. Toets om de kaartmodus te wijzigen (zie Kaartmodus). Naam van de huidige straat of een symbolische voorstelling van de rijstroken. (2) Geschatte tijd tot bestemming. Als u op dit pictogram tikt, zal de resterende tijd veranderen naar aankomsttijd. Resterende afstand tot bestemming. Huidige snelheid. Pictogram dat de geselecteerde vervoerswijze voorstelt. GPS-signaal. Symbool voor het tweede volgende manoeuvre (dit pictogram verschijnt alleen als (1) (2) de twee manoeuvres kort op elkaar volgen) of kondigt een radar aan of kompas. Symbool voor het volgende manoeuvre (volgende afslag) en de afstand tot het volgende manoeuvre. Het cijfer 1 duidt het aantal kruispunten voor het manoeuvre aan. (2) (1) (2) Geeft het aantal rijstroken weer en welke u kunt nemen. Realistische weergave die u het verlaten van snelwegen en rotondes helpt voorbereiden door het juiste rijvak te tonen. N 1 - Volgens versie 2 - Geel duidt de richting aan die u moet volgen Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 39

S Omleiding: Alternatieve route De toets Ringweg over berekent een alternatieve route terwijl de huidige route een bepaalde afstand wordt geblokkeerd. Als u op een van de afstandstoetsen op het scherm tikt, dan zal de route die eerst werd berekend, over de geselecteerde afstand worden geblokkeerd, vanaf het volgende kruispunt, en zal er een nieuwe route worden berekend. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 40

2.7.1 Navigatiemenu Als u op het scherm tikt, wordt het navigatiemenu weergegeven. De opties zijn: S Visuele weergave/geluid - zie 2.3.1 S Routeberekening - zie 2.3.2 S Voertuigprofiel - zie 2.3.5 S Alarm - zie 2.3.4 Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 41

De navigatie stoppen S Als u de navigatie wilt stoppen, tikt u op Stop navigatie, vervolgens op Ja om te bevestigen. S Ga naar - zie 2.1 Bestemming kiezen 2.7.2 Kaartmodus Deze modus dient om uw route op een kaart weer te geven. d E c i g h b j a f Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 42

Toetsen a b c d e f Terug naar vorig menu. De hele kaart weergeven. Inzoomen: elke tik op de toets zal de weergave vergroten. Uitzoomen: elke tik op de toets zal de weergave verkleinen. De blauwe lijn op de kaart stelt de huidige navigatieroute voor. Routeblad: vermeldt de manoeuvres voor de berekende route. De pijltjes aan de onderkant van het scherm brengen u naar de volgende of vorige pagina. Bovenaan worden de tijdsduur en de lengte van een route aangeduid, alsook het paginanummer dat wordt weergegeven. Om het scherm te verlaten en terug te keren naar de kaartweergave tikt u op het pictogram dat zich rechts bovenaan bevindt. g h i j Toets die de positie onder de centrale cursor als een persoonlijke POI opslaat. Toets om de volledige route weer te geven: geeft de volledige route weer en de positie van het voertuig op deze route. Toets om de resterende route weer te geven: geeft de resterende route weer, vanaf de huidige positie van het voertuig. Laat u terugkeren naar de navigatiemodus. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 43

2.7.3 Foutmeldingen S Zwak GPS-signaal: als er onvoldoende satellieten zijn om de positie te bepalen, of er is geen ontvangst, dan geeft het navigatiesysteem de volgende foutmelding Geen GPS-signaal. De initialisatie en de ontvangst van GPS-signalen kan door de voorruit van sommige voertuigen worden gewhinderd, mocht dit het geval zijn, plaats dan het navigatiesysteem op het onbehandeld deel van de voorruit en in een open ruimte. S Onbereikbare positie: Het is mogelijk dat sommige bestemmingen onbereikbaar zijn, afhankelijk van de geselecteerde vervoerswijze; een verkeersvrije straat is bijvoorbeeld niet bereikbaar in de modus Auto. Echter, het systeem zal u begeleiden naar het dichtstbijzijnde bereikbare punt. 2.8 Kaartmodus De kaart geeft uw huidige positie op de kaart aan als de navigatiemodus niet geactiveerd. Als er navigatie wordt uitgevoerd, laat de toets Kaart u naar het scherm navigatie gaan. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 44

2.9 Enkele tips om uw PND gemakkelijker te gebruiken S Op een zoekscherm zal elke letter die u invoert de keuze beperken. Alleen bestaande letters of cijfers worden weergegeven en geactiveerd. Zodra uw verwacht resultaat in de lijst wordt weergegeven, tikt u op het resultaat om het te selecteren. S Om een letter te wissen, tikt u op DEL. S Op het alfanumerieke toetsenbord tikt u op [123] om het numeriek toetsenbord krijgen. Om terug te keren naar het alfabetisch toetsenbord tikt u op [abc]. S De berekende route wordt als een blauwe lijn op de kaart weergegeven. S Voor een overeenkomst in de buurt worden de POI van dicht tot ver weergegeven - in rechte lijn gemeten - van uw huidige positie (of van een positie die voordien werd geselecteerd). S De geschiedenis slaat alleen de laatste 20 bestemmingen op. Deze wordt automatisch vernieuwd: elke nieuwe bestemming vervangt de oudste. S Als er veel POI s tijdens het navigeren worden weergegeven, dan wordt er meer werkgeheugen gebruikt, wat de vlotte weergave van het scherm negatief beïnvloedt. Daarom raden we aan om uitsluitend POI s weer te geven die van nut zijn voor u. S De totale afstand en de totale geschatte tijdsduur worden aan de linkerkant van het navigatiescherm weergegeven. S De positie die door de GPS wordt bepaald, kan door verschillende factoren worden beïnvloed: Q Ontvangstkwaliteit van de signalen die door satellieten worden uitgezonden. Q Omgeving (gebouwen, tunnels, hoogspanningslijnen, enz.). Q Batterijniveau. S Kortste routes worden geoptimaliseerd op het vlak van totale afstand. S Snelste routes worden geoptimaliseerd op het vlak van totale reistijd, die wordt berekend op basis van de snelheidsbeperkingen van de wegen. Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 45

2.10 Kaartdekking (1) Europa Andorra, Oostenrijk, België, Frankrijk, Duitsland, Gilbraltar, Italië, Luxemburg, Monaco, Nederland, Portugal, San Marino, Spanje, Zwitserland, Staat van de stad Vaticaan. 1 - Volgens versie van 15 landen Navigatiesysteem Gebruikershandleiding, 2013 46

DPA Europe S.A.M 14 Quai Jean Charles Rey 98000 MONACO - MONACO contact@philips-car.com BNM core SDK TomTom Wikango Inside The Free Type Project Gedeeltes van deze software zijn eigendom van The Free Type Project (www.freetype.org) 2008. Alle rechten voorbehouden. libpng, 1998-2010 Glenn Randers-Pehrson zlib, 1995-2010 Jean-Loup Gailly en Mark Adler