Spraakbediening WERKINGSPRINCIPE. Uzelf duidelijk verstaanbaar maken. Belangrijke informatie

Transcriptie

1 WERKINGSPRINCIPE Belangrijke informatie Met spraakbediening kunt u belangrijke functies van het navigatiesysteem activeren zonder de bedieningselementen handmatig te hoeven aanraken. Hiermee kunt u zich volledig concentreren op het rijden en hoeft u uw blik niet van de weg voor u af te wenden om de mededelingen te controleren, omdat het spraakbedieningssysteem de informatie naar u terugkoppelt. Een aantal stemcommando s is beschikbaar en, met een beetje ervaring, zult u ze gemakkelijk en prettig vinden om te gebruiken. Wanneer u een van de gedefinieerde opdrachten voor het ingeschakelde navigatiesysteem uitspreekt, zet het spraakbedieningssysteem uw commando om in een besturingssignaal voor het navigatiesysteem. Uw invoeren hebben de vorm van opdrachten. U wordt aan de hand van mededelingen door deze opdrachten geleid. N.B. Maak uzelf vertrouwd met de bediening van het navigatiesysteem voordat u spraakbediening gaat gebruiken. Uzelf duidelijk verstaanbaar maken Het spraakbedieningssysteem omvat een handsfree-microfoon die in de hemelbekleding voorin uw voertuig is gemonteerd. Deze microfoon filtert omgevingsgeluiden. Desalniettemin zijn er een aantal punten die u in acht moet nemen om goed te kunnen worden verstaan: Spreek vloeiend en op normale geluidssterkte, vermijd onnatuurlijke nadruk en pauzes tussen woorden. Spreek niet tegen het spraakbedieningssysteem wanneer deze zelf een mededeling doet. Het spraakbedieningssysteem beeldt STEM HERKENNING af en laat een piepsignaal horen wanneer op een mondelinge opdracht wordt gewacht. Het is mogelijk dat geluidsinterferentie van buiten het voertuig invloed heeft op de commando s. Als u dit wilt vermijden, houdt u de portieren, de ramen en het zonnedak zo mogelijk gesloten. Wanneer een commando niet begrepen of niet gehoord wordt, reageert het spraaksysteem met Pardon, Commando niet herkend of Geen stemingave. Probeer het opnieuw wanneer dit gebeurt. Vermijd het maken van achtergrondgeluiden in het voertuig terwijl u spreekt en vraag uw passagiers niet te praten terwijl u stemcommando s geeft. De handsfree-microfoon is dusdanig geplaatst dat deze de stem van de bestuurder opvangt. Andere inzittenden van het voertuig kunnen minder nauwkeurig worden verstaan, wat kan resulteren in de weergave van verkeerde informatie op het navigatiescherm. 110

2 DE SPRAAKBEDIENING GEBRUIKEN Het systeem activeren Om de spraakbediening te activeren, gebruikt u de spraakbedieningsschakelaar op het stuurwiel. 1. Om de spraakbediening te activeren, drukt u even de schakelaar in, waarbij u ter bevestiging een geluidssignaal hoort. Het woord STEM HERKENNING worden tevens afgebeeld op het message centre om aan te geven dat het systeem wacht op een gesproken opdracht. Wanneer de geluidsinstallatie is ingeschakeld, wordt het geluid op dat moment onderbroken. 2. Zodra het systeem luistert, geeft u het gewenste stemcommando. 3. Voordat u een nieuw stemcommando geeft (uitgezonderd tijdens een dialoog), drukt u de spraakbedieningsschakelaar in. Gedefinieerde stemcommando s Het spraakbedieningssysteem begrijpt vooraf gedefinieerde commando s die woord voor woord moeten worden uitgesproken. Er is een hoorbare herinnering van de stemcommando s beschikbaar. Om de herinnering te activeren, bedient u kort de spraakbedieningsschakelaar en geeft u het volgende commando: Navigatie help, om alle commando s weer te geven. De spraakbediening onderbreken Een commando kan worden onderbroken door het woord Annuleer uit te spreken of door het indrukken van de spraakbedieningsschakelaar tot het systeem reageert met de mededeling opdracht geannuleerd. Dialogen kunnen uitsluitend worden onderbroken door het indrukken van de spraakbedieningsschakelaar op momenten waarop het mogelijk is iets in te spreken (bijvoorbeeld het geven van een naam). Als de telefoon gaat (of u een routebegeleidingsinstructie van het navigatiesysteem/verkeersinformatie ontvangt) terwijl u met een dialoog bezig bent, wordt de dialoog onderbroken. Commando niet herkend Als een commando niet door het spraakbedieningssysteem wordt herkend, reageert het systeem met Pardon. Spreek het commando nogmaals uit. 111

3 NAVIGATIESYSTEEMCOMMANDO S N.B. De stemcommando s die u kunt geven, staan in de volgende tabellen getoond. De alternatieve woorden staan tussen haakjes ( ), bijv. (voorkeur/vermijden). Optionele woorden staan tussen vierkante haakjes [ ], bijvoorbeeld: Navigatie [speel] lijst [af]. Punthaken < > geven een reeks mogelijke opties aan, bijvoorbeeld: Navigatie <PVI-categorie>. De gebruiker spreekt de vereiste woorden uit het bereik aan keuzemogelijkheden uit. Druk kort op de spraakbedieningstoets om de navigatiecommando s te activeren. Stemcommando s voor het navigatiesysteem veranderen de wijze waarop informatie op het weergavescherm wordt getoond. Een lijst met specifieke navigatiecommando s volgt. 112

4 Stemcommandolijst Navigatie help Navigatie stemaanwijzingen (aan/uit) Navigatie [toon] huidige (positie/locatie) Verwijzing in handleiding Beeldt een lijst af met voorbeelden van navigatiecommando s. Schakelt de navigatiespraakbegeleiding in of uit. Uw huidige positie op de kaart. Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). (Item 3). Navigatie toon afslagenlijst Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). Typen routebegeleidingsschermen Afslagen-modus. Navigatie toon volgende weg bij locatie Toont de volgende tussenstop op de ingestelde route. Navigatie laat bestemming zien Toont de bestemming van de ingestelde route. Navigatie toon gehele route kaart Toont de gehele route. Navigatie toon noord boven functie Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). (Item 8). Navigatie toon richting boven functie Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). (Item 8). Navigatie toon pijl begeleiding Pijl-modus. Navigatie vergroot maximaal Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). Navigatie verklein maximaal Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). Navigatie vergroot <1 12> Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). Navigatie verklein <1 12> Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). Navigatie zoomniveau <1 13> Raadpleeg SCHERMWEERGAVE (bladzijde 28). Navigatie (ga/kies) thuis Stelt de bestemming in op uw huidige huis. Raadpleeg BESTEMMINGSGEHEUGEN (bladzijde 52). Thuis. Navigatie ga naar [voorgaande] bestemming Stelt de laatst gebruikte bestemming in als bestemming. 113

5 Navigatie ga naar startpunt Navigatie (dynamische routebepaling/drg) (aan/uit) Navigatie omleiding Navigatie instructies annuleren Navigatie verwijder volgende weglocatie Navigatie (voorkeur/vermijd) hoofdwegen Navigatie (voorkeur/vermijd) tolwegen Navigatie (voorkeur/vermijd) veerdienst Navigatie <PVI-categorie> Navigatie PVI uit Navigatie markeer huidige positie Navigatie opslaan naam Navigatie ga naar <naam> Navigatie [speel] lijst Navigatie verwijderen lijst Navigatie toon kaart Verwijzing in handleiding Stelt het voorgaande startpunt in als de bestemming. De route wordt automatisch opnieuw berekend wanneer een verkeersopstopping zich op de berekende route bevindt. Raadpleeg TMC GEBRUIKEN (bladzijde 87). Dynamische navigatie. De omleiding is maximaal 15 mijl op een snelweg en 3 mijl op andere routes. Raadpleeg HET MENU ROUTE-OPTIES (bladzijde 59). Omleiding. Raadpleeg ROUTEBEGELEIDING ANNULEREN (bladzijde 67). Wanneer er één of meerdere tussenstops tijdens een begeleide route zijn ingesteld en de volgende tussenstop moet worden verwijderd. Raadpleeg BESTEMMINGSGEHEUGEN (bladzijde 52). Bestemming en tussenstop. Raadpleeg EEN BESTEMMING INVOEREN (bladzijde 31). Wegvoorkeuren. Raadpleeg EEN BESTEMMING INVOEREN (bladzijde 31). Wegvoorkeuren. Raadpleeg EEN BESTEMMING INVOEREN (bladzijde 31). Wegvoorkeuren. Raadpleeg PUNTEN VAN INTERESSE (PVI S) (bladzijde 46). PVI-commandolijst. Hiermee worden alle PVI-pictogrammen van het scherm verwijderd. Raadpleeg INGESTELDE LOCATIES (bladzijde 39). Selecteren op kaart. Slaat een spraaklabel van een geheugenpunt op. Roept een spraaklabel van een geheugenpunt op en stelt het in als tussenstop/bestemming. Speelt alle spraaklabels af. Verwijdert alle spraaklabels Toont het kaartscherm. 114

6 Navigatie toon snelweg begeleiding Navigatie rechterkaart noord boven Navigatie rechterkaart richting boven Navigatie toon (dubbele/enkele) kaart Navigatie rechterkaart vergroot maximaal Navigatie rechterkaart vergroot <1 12> Navigatie rechterkaart verklein maximaal Navigatie rechterkaart verklein <1 12> Navigatie verander naar op weg functie Navigatie verander naar off-road functie Navigatie toon off-road kaart Navigatie toon weglocatie (eerste/tweede/derde, enz.) Verwijzing in handleiding Raadpleeg HET MENU NAVIGATIE INSTELLING (bladzijde 75). Informatie snelweg. Kompas. Kompas. Dubbele-kaartmodus of enkele-kaartmodus Wegnavigatie. Raadpleeg NAVIGEREN IN TERREIN (bladzijde 67). Raadpleeg NAVIGEREN IN TERREIN (bladzijde 67). Raadpleeg BESTEMMINGSGEHEUGEN (bladzijde 52). Bestemming en tussenstop. Commando s weergeven Scherm toon (boordcomputer/4x4/navigatie/ telefoon/audio) Beschrijving Kiest de gewenste knop in het schermkader van het touch screen 115

7 PVI-commandolijst Een aantal PVI-categoriecommando s zijn opgeslagen in het spraaksysteem en worden hieronder getoond. N.B. Alle getoonde opdrachten in deze tabel moeten worden voorafgegaan door Navigatie bijv. Navigatie benzine. Benzine Parking Stadscentrum Ziekenhuis Golfbaan Restaurant Ik heb trek Winkelcentrum Hotel Rustplaats Commando 116