vaas auto stoel staafmixer lamp klok fiets boekenlegger # 2 Bekijk onderstaande tekst ongeveer 10 seconden. Hoe vaak telt u de letter f?



Vergelijkbare documenten
Pragmatisch veranderen in robuuste organisaties

Objectieve bewegingsanalyse Zien we wat we zien of wat we willen zien?!? Dr. Kristof Huts. 17 december 2016

Het proces van leren lezen

Creatief denken! Klaar voor de 21 e Suzanne Verheijden

Work anywhere, Flexible Telecommunications

SEIZOEN: NR: 4 CLUBBLAD VAN DE RECREANTEN VOLLEYBAL CLUB

Daarom zetten PGGM en Gemeente Ede spraakherkenning in

Opstart modulen. Einde topografie oefenen

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Doe de volgende test, deze is echt indrukwekkend! Het is geen instinkertje ofzo. SVP doe hem goed en tot op het einde, het duurt niet lang.

Leren van crisis? Gebruik je hersens!

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Simon de schildpad J van Weert 1

Thema Op zoek naar werk

Cursus Parkinson? Houd je aandacht erbij!

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts


HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

De Stilte danst Alice

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1

Schoolkrant Juli 2012

Marleen loopt met de tijd Mee. Tekeningen en tekst: Dick de Jong

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Snel en effec(ef lezen. Annemarie van der Zeeuw

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Simon de schildpad J van Weert 1

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS. Van:

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Nog niet gedaan, ga dit dan echt doen het gaat je echt verder helpen.

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Ria Massy. De taart van Tamid

Lespakket Bent u een goed verstaander? voor middelbare scholieren

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

Pinniemaat. Zo werkt de leukste spaarpot van Nederland

Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Vergelijkingen en hun oplossingen

1.3 Rekenen met pijlen

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts

Thema Kinderen en school

- Materialen verzamelen en klaarzetten voor de les; - De klei verdelen in bolletjes. - Lees het verhaal voor over slapen.

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Knabbel en Babbeltijd.

Op groot blad papier (verticaal of op plat vlak)

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts

wwww.wijzeroverdebasisschool.nl

Kennismaken. Wie zitten er bij jou in de klas? 4. Welke afspraken maak jij met je klas? 8

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9, Hoeveel blokjes tel je? Wijs het juiste cijfer aan

Misschien VIND je het vervelend, maar het is wel echt nodig om hier goed mee bezig te zijn. Waarom? Daarover hieronder en op de volgende dia s meer!

Het houden van een spreekbeurt

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

De Techniek en de praktijk

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

Welkom bij Sociaal Succesvol Ondernemen. Week 2: je bedrijf op orde Les 2: een goed businessmodel

Luisteren: muziek (B1 nr. 2)

Sorteer netjes! 1. Knip de kaartjes van bijlage 1 uit. Sorteer

Bibliotheek Mysterie

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

de leerling maken kennis met gedichten over dingen die niet bestaan

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4:



1. Je gaat zo meteen een tekst lezen. Tijdens het lezen ga je vragen stellen. Lees eerst de uitleg.

VMBO Platform PIE De impact van Smart Industry op vakmanschap en onderwijs Drs André van der Leest M.A. Voorzitter OOM / TT.nu / Projectleider Teqnow

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Gebruiksvriendelijkheid: Gebruiksaanwijzing:

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Voorwoord Adam Somlai-Fischer 10 Gepreziliteerd 12 Segito de zebra 14. Hoofdstuk 1: Wat is een Prezi? 16

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Thema In en om het huis

Liggen of leggen / kennen of kunnen

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

Thema Informatie vragen bij een instelling

Uitleg bij de spellingskaartjes.

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch

Transcriptie:

# 1 Breng onderstaande woorden onder in twee groepen. vaas auto stoel staafmixer lamp klok fiets boekenlegger # 2 Bekijk onderstaande tekst ongeveer 10 seconden. Hoe vaak telt u de letter f? # 3 Deze opgave duurt niet lang. Maak de volgende sommen, beantwoord ze één voor één, zo snel mogelijk, maar ga niet naar de volgende voordat je het antwoord hebt gegeven. Zeg het antwoord hardop. Het resultaat is verbazingwekkend. # 4 Wat is het verband tussen deze cijfers? 15+6 3+56 89+2 12+53 75+26 25+52 63+32 het lijkt makkelijk, maar 123+5 noem een gereedschap én een kleur 8 3 1 9 0 2 4 5 6 7

# 5 Lees onderstaande tekst. Wat valt u op? De Nederlandse taal is de zesde taal van Europa en moedertaal van ongeveer 22 miljoen mensen. De Nederlands sprekende Vlamingen in België zijn daarbij gerekend. In het noordwesten van Frankrijk spreken zo n zestigduizend mensen een een Nederlands dialect. Op de Nederlandse Antillen en Aruba en in de voormalige Nederlandse kolonie Suriname wordt het Nederlands dikwijls door de overhead en in het onderwijs gebruikt. # 6 Los de rekensom op. UIT: HOE HOORT HET EIGENLIJK IN NEDERLAND? KELLY SNEL & JANKE VAN DER ZAAG (2006) Neem 1000. Tel er 40 bij. Tel nog eens 1000 erbij. Tel 30 erbij. Nog eens 1000. Plus 20. Plus 1000. En plus 10. Wat is het resultaat? # 7 Twee lastige vragen. U krijgt even de tijd erover na te denken. U neemt deel aan een loopwedstrijd, u loopt de tweede voorbij. Als hoeveelste zult u dan eindigen? Indien u de laatste renner inhaalt, op welke plaats staat u dan? # 8 Kies nú een van de cijfers uit. Bij de oplossingen/verklaringen (onderaan) staat welke u hebt gekozen # 9 Kom in beweging! Ga op een stoel zitten. 2. Til uw rechtervoet een beetje op. 3. Draai met uw voet cirkeltjes (met de klok mee). 4. Terwijl u dit doet en blijft doen, tekent u met uw rechterhand het cijfer 6 in de lucht.

# 10 Lees de volgende woorden één keer hardop voor, pak daarna een stuk papier en schrijf vervolgens alle woorden op die je je nog kunt herinneren. Doe het eerst met de eerste serie woorden, vervolgens met serie draad, speld, oog, naaien, scherp, punt, prik, hooiberg, doorn, pijn, injectie, spuit, stof, breien 2. bed, rust, wakker, moe, droom, dekbed, dutten, sluimeren, snurken, tukje, gaap, kussen, nacht, suf # 11 Kunt u deze teksten lezen? Ik kon neit gvoleen wat ik aan het lzeen was. De kahcrt van de meenijklse heeenrsn! Vneglos een adefilng van Cmabridge Uinervtisy mkaat het neit uit in wklee vdroogle de ltretes in een wrood saatn, als de etsere en lstaate lteter maar op de jtsuie ptlaas saatn. De rset mag een tlotae phinooup zjin en tcoh kun je de tsket bejilvn lzeen. Dit kmot, oadmt de heeenrsn geen ltretes lzeen, maar aeleln wreoodn als geeehl. En ik ajiltd maar dkeenn dat speillng baegijlnrk is. D323 M3D3D3L1NG L44T J3 213N T0T W3LK3 GR0T3 PR35T4T135 0N23 H3R53N5N 1N 5T44T 21JN. 1N H3T 83G1N W45 H3T 23K3R N0G M031L1JK D323 T3K5T T3 L323N, M44R NU K4N J3 H3T W44R5CH1JNL1JK 4L W4T 5N3LL3R L323N 20ND3R J3 3CHT 1N T3 5P4NN3N. D4T K0MT D00R H3T 3N0RM3 L33RV3RM0G3N V4N 0N23 H3R53N5. KN4P H3? D323 M3D3D3L1NG M4G J3 K0P13R3N 3N V3RD3R V3R5PR31D3N # 12 Lezen # 13 Hoeveel poten heeft de olifant?

# 14 Welke lijn is langer? 2. # 15 Klopt de associatie? Twee boeren zijn tegen elkaar aan het opscheppen. Zegt de ene boer tegen de andere boer: Als ik met mijn tractor om mijn akker heen rijdt, dan ben ik twee dagen onderweg. Zegt de andere boer: Ja, zo n tractor heb ik ook gehad. # 16 Hieronder staan een aantal woorden in verschillende kleuren. Noem zo snel mogelijk achter elkaar de kleuren op waarin de woorden zijn geschreven (niet wat er staat, maar de kleur). zwart blauw groen oranje roze geel paars rood zwart wit

Oplossingen / verklaringen Er is geen vooropgezet verband. De woorden zijn geheel willekeurig gekozen. De oefening leert ons dat onze hersenen automatisch patronen vormen en herkennen. Wij delen nu eenmaal graag in (categoriseren). Het komt bijna nooit voor dat iemand zegt er bestaat geen verband, er zullen echter mensen zijn die meerdere oplossingen aandragen. 2. De meeste mensen zeggen dat ze 3 keer de letter f hebben aangetroffen in de tekst. Echter, de tekst bevat 6 keer de letter f. Ons brein heeft moeite met het verwerken van het woord of (evenals kinderen het woord niet niet kunnen verwerken). Deze zin is ook geschikt: FEMKE VOND HET HEEL TOF DAT FRITS HAD GEVRAAGD OF ZE MEE WILDE GAAN NAAR DE FILM OF DE DISCO. 3. Bijna iedereen (98%) noemt een rode / blauwe hamer. Hoe komt dit? Het gaat om de eerste associatie en mensen denken bij een gereedschap al snel aan een hamer. Doordat je gefocust bent op de sommen, denk je over de laatste vraag niet na. 4. De cijfers staan in alfabethische volgorde (van acht naar zeven ). 5. Heb je het woordje een twee keer achter elkaar zien staan? Al jaren is bekend dat de hersenen van mensen de neiging hebben om shortcuts te nemen in het interpreteren van informatie. Zo zullen zij automatisch een een zin goed schrijven terwijl dat misschien helemaal niet het geval hoeft te zijn. Als je het woord niet dubbel gezien hebt dan komt dat doordat je hersenen deze dubbeling automatisch hebben gecorrigeerd, zodat de zin logischer is. Een ander voorbeeld is de zin: DONALD DUCK IS EEN EEN WAGELEEND. 6. Het geode antwoord is niet 5000, wat veel mensen denken, maar 4100. Onze hersenen werken op een heel getal aan (rond, gesloten, compleet). 7. Als je de tweede person in de hardloopwedstrijd inhaalt, loop je daarna zelf op de tweede plaats (en dus niet op de eerste). De laatste persoon van de hardloopwedstrijd inhalen kan niet 8. Nee, niet iedereen kiest voor 3, maar wel veel mensen. Waarom? De 3 heeft meer rondingen en is aantrekkelijker voor het oog, vandaar dat mensen voor dit getal kiezen. 9. Verandert jouw voet ook de draairichting? 10. Wij interpreteren en vullen aan. Heb je bij serie 1 het word naald opgeschreven? Zo nee, heel goed, want dit woord stond er inderdaad niet tussen. De woorden van serie 2 cirkelen natuurlijk rond het begrip slapen, maar dit woord stond er ook niet 1 Heel goed! We lezen woorden niet letter voor letter, maar we herkennen patronen. Op grond van een beperkt aantal letters kunnen we een woord herkennen. Van elk woord in de tekst staan de eerste en laatste letter op de juiste plaats, dit lijkt belangrijk voor een snelle woordherkenning (zo blijkt uit onderzoek) 12. Zag u gelijk de de boom staan? 13. 4, 5 of 8? 14. Bekend onder de naam Müller-Lyer-illusie. De lijnen zijn even lang. De naar buiten gekeerde pijlpunten maken het stuk van de lijn die ertussen ligt groter dan het in werkelijkheid is. De naar binnen gerichte pijlpunten maken voor het oog het stuk daartussen kleiner. Het gaat om de perceptie van de lengte van een lijnstuk. 15. Veel moppen maken gebruik van impliciete associaties. Ongetwijfeld dacht u aan een nog groter stuk land, maar dit maal bleek de crux in de tractor te zitten! 16. Lastig? De linkerhersenhelft is gespecialiseerd in het herkennen van woorden. De rechterhelft is concreter en herkent de kleuren. Normaal gesproken werken de hersenhelften goed samen, zodat je bijvoorbeeld een stopbord herkent aan het woord stop en de rode kleur, wat je in staat stelt om de betekenis ervan snel te achterhalen en te weten dat je moet stoppen.