Veiligheid en welbevinden Hoofdstuk 2



Vergelijkbare documenten
Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1

Dit is het kader; de pedagogisch medewerker maakt het verschil!

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN 0 4 JAAR

PEDAGOGISCH BELEID VAN DE SKPC

Verschil soorten relaties. Sociaal leren van jonge kinderen in kindercentra. Kinderen hebben veel aan elkaar: wat precies?

pedagogisch werken met plezier Verstoppen is alvast wennen aan eventjes weg zijn Marja Baeten Redactie PIPPO

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Het hechtingsproces. bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Kindergeneeskunde. Hechting. Hoe verloopt het hechtingsproces?

4. Verantwoordelijkheid

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogische Visie en Beleid

Hoe Zeker Ben Ik Van Mijn Relatie

Inhoud. - Hechting - Werkplek - Visie - Video-interactiebegeleiding - Tot slot

Dagritme en groepssamenstelling Hoofdstuk 10

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

VOORBEELD UIT HET PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN. VEILIGHEID EN GEBORGENHEID BIEDEN - BABY S

Ik ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin

4.4 Hechting en scheiding

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Basiscommunicatie Hoofdstuk 7

Wenbeleid KDV Polderpret

Hoe kunt u voor uw bijzondere kleinkind zorgen? Tips voor opa s en oma s. Foto Britt Straatemeier. Deze brochure werd mogelijk gemaakt door:

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Kids & Co Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf (KDV)

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels

Pedagogisch Beleidsplan

Het kind centraal. Pedagogisch beleidsplan van kinderdagverblijf Small

Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt. Verslavingspreventie Mondriaan

Ik ben pedagogisch medewerker op een VVE locatie van TintelTuin

Hoofdstuk 1. De basis

Pedagogische visie van Stichting Rijswijkse Kinderopvang. Ontdekkend spelen. Uitdagend werken

Week van de Lentekriebels

Vriendjes en speelmaatjes

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6

Pedagogisch beleid Flexkidz

Activiteitenbeleid 2013

Piramide. Informatie voor ouders en verzorgers

3/12/2013. Mijn broer heeft ADHD. Mijn broer heeft ADHD. Mijn grote broer heeft ADHD. Het zal je broer maar wezen. Ouders opgepast

Pedagogische werkwijze KDV De Torenmolen, versie november 2015 Selma Schalkwijk, locatiemanager

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Inhoud Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg

Middelpunt. In het. pedagogisch beleid. servicecentrum Postbus JM Leeuwarden

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Wennen in kinderopvang

Appendix bij Pedagogisch Beleidsplan voor Buiten Schoolse Opvang

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Slecht. gehecht. Gedrag op school

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

LEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015.

>Theoriebron 1: Hechting

Dubbeldamseweg-Zuid 97, 3314 JC Dordrecht,

PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK

Wenbeleid Kinderopvang/BSO Het Kinderparadijs

Pedagogisch beleidsplan Fris! Kinderdagverblijven

Het pleegkind in beeld

Pedagogisch beleid gastouderbureau via Laura

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Wiekslag Speciaal. Vanuit het kamertje

De Inner Child meditatie

Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios

Pedagogisch beleidsplan

PEDAGOGISCH BELEID KINDERDAGVERBLIJF HOJPIEPELOJ TE BREDA

Kinderen, lief maar. Wegwijzer Steenwijk Woensdag 12 november Carolien Boschma en Sjoukje Huisman Centrum voor Jeugd en Gezin

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE

Pedagogisch beleidsplan gastouderbureau Kind-Zijn

Huilen & troosten. Folder: 1106 Dit is een uitgave van het Flevoziekenhuis Afdeling Verloskunde September

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Uw gezin staat centraal in het Elkerliek ziekenhuis

Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.

KLEINE MENSEN GROTE WENSEN

Haïti. Anneke Vinke, 19 januari 2010

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Inhoudsopgave : Wenbeleid Voorwoord Wenperiode nieuw kind Hulp bij het wennen Kinderen die moeilijker wennen...

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf

Echtscheiding en kinderen

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

Pedagogisch beleid 0 4 jaar. een samenvatting. Juni 2015

1. Iedereen is welkom in de opvang DE KINDEROPVANG HEEFT EEN BELANGRIJKE SOCIALE TAAK

SPORT VOOR IEDEREEN. Voor een vereniging waar iedereen met plezier sport

Baby s die veel huilen Informatie voor ouders

Kinderen op bezoek op de intensive care

Pedagogisch Beleidsplan CKO De Herberg

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

Samen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie


In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en

Onrustige baby. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar

Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Het kinderpark

OMGAAN MET WAT IS ANGST? BANG ZIJN IS OK! 23/02/2015 KINDERANGSTEN

Psychosociale ontwikkeling

5 pedagogisch medewerkers

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Het leven van Max en z,n mama *week 11*

Pedagogisch plan van aanpak 2017

Achtergrondinformatie opdracht 1, module 1, les 1

Voedingsbeleid ASKA. Inhoudsopgave: 1 Inleiding blz 2. 2 Doel blz 2. 3 Uitgangspunten: Wat vinden we belangrijk? blz 3

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Transcriptie:

32

HOOFDSTUK 2 Veiligheid en welbevinden Tim, Jona en Lennaert racen buiten op de fi etsjes. Ze gaan helemaal op in hun spel. Maar af en toe stoppen ze en kijken ze in het rond. Waar zijn Kim of Adrie, hun pedagogisch medewerkers? Even kort oogcontact. Soms roepen ze wat. Dan voelen ze zich weer veilig en kunnen ze opnieuw opgaan in hun spel. Veiligheid en welbevinden Hoofdstuk 2 33 Voelt het vertrouwd en is dit een veilige omgeving? Zijn de pedagogisch medewerkers lief voor mijn kind? Voel ik me zelf ook welkom en op mijn gemak? Voor ouders zijn dit de meest basale criteria om de kwaliteit van een kindercentrum te bepalen. Zowel in de Wet kinderopvang als in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind zijn de rechten van kinderen op lichamelijke en emotionele veiligheid en op respect voor hun integriteit vastgelegd. Een kind dat zich veilig voelt, voelt zich goed en heeft energie om te leren en zich te ontwikkelen. Daarom behoort in het Pedagigisch kader de zorg voor fysieke en emotionele veiligheid tot de basisvoorwaarden. FOTO: EDDY DE BRUIJN OPWINDEND EN SPANNEND: MAMA IS WEG! EN MAMA IS TERUG. Vertrouwde relaties Een relatie is het resultaat van herhaald contact. Door langer met elkaar om te gaan, ontstaan verwachtingen. Je weet wat je aan elkaar hebt. Er ontstaat een emotionele band. Onderzoek vanuit de hechtingstheorie toont aan dat jonge kinderen zich aan hun pedagogisch medewerkers gaan hechten; ze gebruiken hen als veilige basis om de omgeving te verkennen en zoeken bij hen bescherming en troost. Een warme, vertrouwde relatie tussen pedagogisch medewerker en kind wil zeggen dat het kind weet dat er goed voor hem of haar wordt gezorgd en hij of zij wordt gerespecteerd. De pedagogisch medewerkers en kinderen kennen elkaar en zijn op elkaar betrokken. Een vertrouwde groep is het tegenovergestelde van onverschilligheid en een loszandgroep. Ook de kinderen voelen zich vertrouwd met elkaar. DOEN Nooit negatief Praat in het kindercentrum nooit negatief over ouders. Kinderen pikken dat op, voelen zich afgewezen en onveilig. Bron: Brooker, L. & Woodhead, M. (2008) Ontwikkeling van emotionele banden Het ontwikkelen van een speciale band met de ouders begint meteen na de geboorte, en wellicht al voor de geboorte door gewenning aan de stem van de moeder en geluiden in haar omgeving. Baby s van enkele dagen kunnen de geur van de melk van hun moeder al onderscheiden van die van andere moeders.

34 SAMEN GENIETEN VAN DE KINDEREN. VEILIG BIJ DE VERTROUWDE LEIDSTER. FOTO: RUBEN KEESTRA FOTO: LOES KLEEREKOPER Hechting tussen ouders en kind Naarmate het kind meer specifieke gewoontes met de belangrijkste verzorgers ontwikkelt en duidelijker onderscheid kan maken tussen vertrouwd en niet vertrouwd ontstaan de eerste vormen van eenkennigheid en scheidingsangst. Een baby van vier maanden protesteert in de regel niet als hij of zij een dagje door een vreemde wordt verzorgd. Tenminste: als deze verzorger of pedagogisch medewerker goed weet aan te sluiten bij de ritmes en gewoontes van het kind. Maar met zes maanden hebben veel baby s al een duidelijke voorkeur voor hun eigen moeder of vader. En met acht en negen maanden protesteren veel baby s met hard huilen als de ouder hen achterlaat bij een oppas of pedagogisch medewerker. Het protest tegen scheiding of de angst voor scheiding is een teken dat er een bijzondere band is ontstaan tussen de vaste verzorgers en het kind. Het kind is zover ontwikkeld op cognitief gebied dat het de bijzonderheid van de relatie onderkent. Tegelijkertijd is de baby cognitief nog niet ver genoeg ontwikkeld om te beseffen dat pappa of mamma niet helemaal weg is. De angst van de baby is dat als papa en mama er niet zijn, dat ze dan helemaal verdwenen zijn en dat ze hem of haar hebben verlaten. ALS MIEKE VLAKBIJ IS, DURVEN ZE. FOTO: RUBEN KEESTRA In die allereerste dagen ontwikkelen de baby en zijn of haar belangrijkste verzorgers gezamenlijke patronen van aanleggen aan de borst, geven van het flesje en een ritme van drinken, rusten en boertjes laten. De allereerste band van baby s met ouders en verzorgers is gebaseerd op zintuiglijke herkenning en op vertrouwde handelingspatronen. Rond zes weken kunnen de meeste ouders genieten van het eerste lachje. Aanvankelijk lacht het kind naar iedereen even veel, maar al snel lacht de baby meer naar de ouders en vertrouwde mensen (broertjes, zusjes, grootouders) dan naar anderen. Vervangende hechtingsfiguur In de kinderopvang leert de baby dat de pedagogisch medewerkers ook goed voor hem of haar zorgen als papa of mama er niet zijn. De pedagogisch medewerkers nemen dan de functie van hechtingsfiguur over. Pas later zijn kinderen in staat om het beeld van hun ouders vast te houden tijdens hun afwezigheid. Dat heeft te maken met de ontwikkeling van hun voorstellend vermogen; dat wil zeggen het cognitieve vermogen om je een voorstelling (representatie) te maken van iets wat afwezig is. Gedurende hun tweede en derde levensjaar ontwikkelen de meeste kinderen geleidelijk aan representatieve vaardigheden waardoor ze symbolisch contact kunnen houden met hun afwezige ouders. Als papa of mama er niet zijn, kunnen ze aan hen denken en weten waar ze zijn en wanneer ze terugkomen. Vertrouwde relatie tussen pedagogisch medewerkers en ouders Kinderen zijn in de eerste plaats gehecht aan hun ouders, broertjes, zusjes en andere familieleden. Als ouders zich niet welkom voelen in het kindercentrum, kunnen hun kinderen dat gevoel overnemen. Ouders blijken vooral een lieve leidster te willen, een pedagogisch medewerker

die emotioneel betrokken is bij hun kind. Als ouders zich onzeker voelen of als er spanningen zijn tussen pedagogisch medewerkers en ouders, maakt dat de kinderen ook onzeker. Het is belangrijk dat de groepsleiding en ouders het eens zijn over basale waarden en normen en de pedagogische aanpak. Door dagelijks vriendelijk contact en overleg ontstaat wederzijds vertrouwen. Door de aankleding van de ruimte of een speciale plaats met foto s van de familie van het kind kunnen ouders het dagverblijf of de speelzaal als een stukje van zichzelf ervaren. Vertrouwde relaties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen Een vertrouwde relatie ontstaat door herhaald positief contact tussen kind en pedagogisch medewerker. Daarom zijn twee zaken van belang: Vaste pedagogisch medewerkers. Volgens het Convenant Kwaliteit Kinderopvang zorgen kinderdagverblijven ervoor dat ieder kind tot een stamgroep behoort en dat aan ieder kind maximaal drie vaste pedagogisch medewerkers worden gekoppeld. Het kind kan erop rekenen dat er altijd minimaal één basisleidster aanwezig is. De vaste pedagogisch medewerkers onderhouden ook de contacten met de ouders van het kind. Goede communicatie tussen kind en pedagogisch medewerker. In hoofdstuk 7 worden de communicatievaardigheden van de pedagogisch medewerkers besproken die essentieel zijn voor het opbouwen van een vertrouwde relatie. doen of storen. Bovenal zorgen de pedagogisch medewerkers ervoor dat kinderen plezier met elkaar hebben. Erbij horen in de groep: wij-gevoel en rituelen Onderdeel zijn van een groep geeft jonge kinderen een gevoel van vertrouwdheid. De naam van de groep (bijvoorbeeld de Rakkers of Gabbers) maakt duidelijk w elke pedagogisch medewerkers en welke kinderen bij elkaar horen. Daarnaast geven vertrouwde handelingspatronen zoals dagritme en rituelen een gevoel van veiligheid en verbondenheid aan kinderen. Heel jonge kinderen kunnen al samenspelen als ze het speelpatroon (her) kennen door de herhaling en hebben daar ook veel plezier bij, vooral met zang en grappige bewegingen. KENNIS Een hoge mate van beschikbaarheid van de leidster leidt tot een hogere kwaliteit van interactie tussen leidster en baby. Hierdoor stijgt het welbevinden van de baby, zowel tijdens het spel als tijdens de lunch. Bron: Schipper, E. de, Riksen-Walraven, M. & Geurts, S. (2006) Veiligheid en welbevinden Hoofdstuk 2 35 Vertrouwde relaties tussen kinderen Kinderen zijn vanaf heel jonge leeftijd in elkaar geïnteresseerd. Ze proberen contact met elkaar te maken en te communiceren. Vertrouwdheid tussen kinderen ontstaat bij jonge kinderen door regelmatig samen te spelen. Daarom zijn ook bij kinderen twee zaken van belang: Vaste kinderen in de groep. Als kinderen elkaar vaker tegen komen, leren ze elkaar kennen en wordt het gemakkelijker om samen te spelen. Daarom is het belangrijk dat de kinderen in de groep zo veel mogelijk dezelfde kinderen tegenkomen. Gevoelens van vriendschap ontstaan als ze fijn met iemand kunnen spelen, ongeveer dezelfde activiteiten leuk vinden en qua ontwikkelingsniveau niet te ver uiteen liggen. Goede communicatie tussen de kinderen. De pedagogisch medewerkers helpen de kinderen om zich veilig bij elkaar te voelen. Ze zorgen ervoor dat ze elkaar geen pijn WEDERZIJDSE AANDACHT. FOTO'S: SUZAN DIVIU

36 WIJ ZIJN VRIENDEN, HÈ? FOTO: LOES KLEEREKOPER Structuur en voorspelbaarheid Voor jonge kinderen is de hele wereld nieuw. Daardoor gebeuren er veel onverwachte dingen. Alles is onvoorspelbaar. Jonge kinderen zoeken daarom de nabijheid van hun ouders of pedagogisch medewerkers. Ze vertrouwen erop dat die goed op hen zullen passen. Bovendien geven de ouders en pedagogisch medewerkers structuur. Ze geven duidelijk aan wat wel en niet kan en ze begrenzen de ruimte. Zo weet het kind: als ik hierbinnen blijf, ben ik veilig, hoef ik nergens op te letten en kan ik opgaan in mijn spel. Binnen die ruimtes kan het kind op avontuur. Pedagogisch medewerkers geven structuur door: Duidelijke grenzen en rituelen, waardoor het gedrag van kinderen bijna vanzelfsprekend en positief wordt begeleid. Zie hoofdstuk 7 Basiscommunicatie. Indeling en inrichting van de ruimtes binnen en buiten, zodat kinderen ongestoord samen en alleen kunnen spelen en er ruimte is voor een rijk scala aan activiteiten. Zie hoofdstuk 9 Indeling en inrichting van de buiten- en binnenruimtes. FOTO: LOES KLEEREKOPER JONGE KINDEREN GENIETEN SAMEN VAN BEWEGINGS- SPELLETJES. KENNIS Samen spelen met kinderen met een lichamelijke beperking gaat niet altijd vanzelf. De pedagogisch medewerkers helpen de kinderen daarbij. Bron: Brooker, L. & Woodhead, M. (2008) Leren omgaan met diversiteit Het is belangrijk dat pedagogisch medewerkers ervoor zorgen dat alle kinderen zich veilig en gerespecteerd voelen, ongeacht hun culturele achtergrond, sekse of b eperking. Dit betekent dat pedagogisch medewerkers ook kinderen helpen en begeleiden om elkaar te begrijpen en samen te spelen en daarbij ook veel uitleggen en benoemen. Dagritme en groepssamenstelling, aansluitend bij de behoeftes van kinderen aan spelen, uitdaging, rust en verzorging. Zie hoofdstuk 10 Dagritme en groepssamenstelling. Een gezonde omgeving en basisbehoeften Een veilig pedagogisch klimaat stelt eisen aan de materiële omgeving. Deze omgeving moet hygiënisch zijn en kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar van lichamelijk letsel. Daarnaast komt de omgeving tegemoet aan de veelzijdige ontwikkelingsbehoeften van kinderen. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een gezonde balans tussen lichamelijke veiligheid en de behoefte van kinderen aan bewegen en exploreren. Een gezonde peuter is een kind met af en toe een blauwe plek en een pleister op de knie. Er is aandacht voor alle basisbehoeften van de kinderen. Bij de basisbehoeftes maken we in het Pedagogisch kader onderscheid tussen: Behoefte aan veiligheid en welbevinden. Zie dit hoofdstuk en het hoofdstuk 7 Basiscommunicatie.

Behoefte om te leren en ontwikkelen. In het Pedagogisch kader wordt uitgegaan van een veelzijdige ontwikkeling met aandacht voor emotionele, sociale, motorisch-zintuiglijke, taal en communicatieve, creatief-beeldende behoeftes van kinderen. Zie hoofdstuk 3 Ontwikkelen en leren van jonge kinderen en hoofdstuk 8 Steunen en stimuleren van spelen en leren. FOTO: DANIELLE HEESBEEN KLOM IK OP EEN LADDER NAAR HET RAAMKOZIJN. EEN VERTROUWD RITUEEL BIJ DE LUNCH. Veiligheid en welbevinden Hoofdstuk 2 37 FOTO: DANIELLE HEESBEEN TRIOMF VAN HET EIGEN KUNNEN OF TE GEVAARLIJK? FOTO: DANIELLE HEESBEEN HET LICHAAM, EEN BRON VAN LUSTBELEVING.

38 Samengevat Emotionele veiligheid en welbevinden van jonge kinderen in kindercentra worden bepaald door drie aspecten: GOEDE EN VERTROUWDE RELATIES» Goede en vertrouwde relaties tussen: - Pedagogisch medewerkers en de ouders. Pedagogisch medewerkers werken samen met de ouders en vullen de gezinsopvoeding aan. Ouders en thuisopvoeding zijn voor jonge kinderen het belangrijkste. - Pedagogisch medewerkers en de kinderen. Deze relatie is het hart van het pedagogisch handelen. Het is de basis van emotionele veiligheid. - Kinderen met elkaar. Kinderen komen graag naar het kindercentrum om te spelen met andere kinderen. Er is een wij-gevoel in de groep.» Goede en vertrouwde relaties ontstaan door: - Vaste relaties. Door herhaald contact leren kinderen elkaar en de pedagogisch medewerkers kennen en ontstaat er vertrouwen. - Goede communicatievaardigheden van de pedagogisch medewerkers. - Aandacht en ruimte voor diversiteit, verschillen tussen mensen en culturen. STRUCTUUR EN VOORSPELBAARHEID» Duidelijke grenzen en rituelen, waardoor het gedrag van kinderen bijna vanzelfsprekend en positief wordt begeleid.» Indeling en inrichting van de ruimte, zodat kinderen ongestoord samen en alleen kunnen spelen en er ruimte is voor een rijk scala aan activiteiten.» Dagritme en groepssamenstelling, aansluitend bij de behoeftes van kinderen aan spelen, uitdaging, rust en verzorging. EEN GEZONDE OMGEVING EN VOLDOEN AAN BASIS- BEHOEFTES» Behoefte aan veiligheid en welbevinden.» Behoefte om te leren en ontwikkelen.