Functieonderzoek van middenhand en vingers



Vergelijkbare documenten
Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

Orthopedische casuïstiek

DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE

Bijlage I. Bijlage I Functieonderzoek van de pols

Bijlagen. Bijlage 1 De tenniselleboog: oefenprogramma 135. Verwijzingen naar eerder verschenen Orthopedische casuïstiek 139.

Perifere zenuwletsels van hand en arm

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

HAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Skillslab handleiding

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015

Tricky pricks. Lenie Jacobs. 7 april Infiltratietechnieken voor de huisarts

Elleboog, onderarm en hand

De ziekte van Dupuytren en de anatomie van de hand

Skillslab handleiding

Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog

Registratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT

Bijlage I. Functieonderzoek van de elleboog

Deze uitgave is tot stand gekomen door financiële ondersteuning van MediRisk.

Deze uitgave is tot stand gekomen door financiële ondersteuning van MediRisk.

De hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz

De Pijnlijke Pols Het Onderzoek van de Pols

Titel: Anatomische predispositieplaatsen voor compressie van de n. medianus, n. radialis en de n. ulnaris: een kinesitherapeutische beslissingsboom.

WORKSHOP INJECTIES IN DE POLS EN HAND DOOR DE PLASTISCH CHIRURGEN VAN HET MARTINI ZIEKENHUIS

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

Presentatie hand- en polsklachten. 29 september 2018 NGS Kennisdag

Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum

Origineel: N. Jafari, D.W.J. Dippel, M. Scheltens- de Boer. September 2012 Update: C. Walgaard, J. Drenthen. Januari 2015

LEVEND HANDLETSELBOEK VOOR SEH-ARTSEN

Bewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit

Inleiding. Anatomie. Humerus

Spierstelsel onderbeen en voet

Vele handen maken licht werk. Even voorstellen. Welke onderwerpen? Johan Vehof. Plastisch chirurg / handchirurg FESSH 5 feb 2013

Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn

Afdeling Handchirurgie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal

Auteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde

Toetsstation. Diagnostiek en behandeling van trigger finger

Afdeling Handchirurgie

CARPALE INSTABILITEIT

Afdeling Handchirurgie

Toetsstation. Injectie carpale tunnel

Onderzoek en behandeling van artrose en artritis

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

Ulnaropathie ter hoogte van de elleboog: something old, something new

Handtherapeutische richtlijn voor de behandeling van ulnair deviatie bij reumatoïde artritis UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN

Mijn ideaal is om gezondheidszorg weer gezondheidszorg te laten zijn, zonder dat de discussie steeds om eer, geld of macht draait.

Chronische progressieve lagerugpijn met uitstraling in twee dermatomen bij een 44-jarige havenarbeider

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)

Injectietechnieken bovenste ledematen. Philippe Van Elsen 30/03/2018

3. ONDERARM POLS - VINGERS. 1 Beenderen en articulaties :

De bedrijfs- verzekerings arts en de HAGA Handen Kliniek

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

NHG-Standaard Hand- en polsklachten

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012

(1) Naam en Geb. datum (2) Type trauma scherp crush - avulsie - moderate crush - severe crush

Tabel 1. Gemiddelde periode vanaf het vaststellen van de diagnose tot de operatie met RegJoint in klinische onderzoeken

WERKAFSPRAAK CARPALE-TUNNEL-SYNDROOM

Infiltratietechnieken Hand - Pols

WERKAFSPRAAK CARPALE-TUNNEL-SYNDROOM

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Fracturen en luxaties hand

Fracturen van de hand. Mark de Vries Kim Wilhelm

VGN immobilisatieprotocollen

Anatomie van de heup. j 1.1

Handchirurgische technieken

Bijlage I Innervatie van de huid van nek, romp, arm en hand 119. Bijlage II Innervatie van de huid van been en voet 123

Onderzoek en behandeling van de hand het polsgewricht

Spierenbovensteextremiteit

De polsfractuur. Fysiotherapie. Beter voor elkaar

Onderzoek en behandeling van elleboog en onderarm

Lichamelijk onderzoek

Afdeling Handchirurgie

Het Cubital Tunnel Syndroom

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei Opgesteld door: Henny Leentvaar

Peesomzettingen voor herstel van de handfunctie na perifere zenuwschade in de arm

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

Bijlage I. Functieonderzoek van de voet

Toetsstation. Diagnostiek en behandeling van een pijnlijke duim

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE

Hevige pijn ter hoogte van de schoudertop als gevolg van een forse schouderduw, bij een 23-jarige topvoetballer

Artrose in de hand en pols (N)iets aan te doen?

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b

Richtlijnen nabehandeling flexorpeesletsel na chirurgisch herstel met 2-strand hechting Versie

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave

Misinterpretatie van zenuwletsels aan hand en onderarm ten gevolge van variaties in de motorische innervatie

Spierenbovensteextremiteit

Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

Inhoud. Lijst van auteurs 1. Verwijzingen naar eerder verschenen Orthopedische. Inleiding 5 Koos van Nugteren

NHG-Standaard Hand- en polsklachten

Transcriptie:

ji Functieonderzoek van middenhand en vingers Het functieonderzoek van middenhand en vingers wordt meestal voorafgegaan door het functieonderzoek van de pols.* Het functieonderzoek van middenhand en vingers kan het eenvoudigst worden uitgevoerd in staande houding. Een capsulair patroon wijst op artrose (bewegingsuitslag is beperkt) en/of artritis (in geval van pijn, warmte, zwelling en roodheid). Capsulaire patronen Het trapeziometacarpale I gewricht: de abductie en extensie zijn in gelijke mate beperkt en/of pijnlijk. De metacarpofalangeale en de interfalangeale gewrichten: de flexie is beperkter en/of pijnlijker dan de extensie. Passieve repositie duim. Passieve extensie metacarpofalangeale gewrichten. * Het functieonderzoek van de pols wordt uitgebreid beschreven in een eerder verschenen boek van Orthopedische Casuïstiek: Onderzoek en behandeling van de hand, het polsgewricht. K. van Nugteren, D. Winkel (Red.), Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers, DOI 10.1007/978-90-313-8079-4, 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

116 Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Passieve flexie metacarpofalangeale gewrichten. Passieve extensie proximale interfalangeale gewrichten. Passieve flexie proximale interfalangeale gewrichten. Passieve extensie distale interfalangeale gewrichten. Passieve flexie distale interfalangeale gewrichten. Weerstand extensie duim.

I Functieonderzoek van middenhand en vingers 117 Weerstand abductie duim. Weerstand adductie duim. Weerstand flexie duim. Weerstand abductie vingers II en III. Weerstand abductie vingers III en IV. Weerstand abductie vinger V.

118 Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Weerstand adductie vinger V. Weerstand adductie vinger IV. Weerstand adductie vinger II. Weerstand flexie vingers. Weerstand extensie vingers. Afhankelijk van de gevonden afwijkingen kunnen specifieke testen worden toegevoegd aan het onderzoek (zie bijlage II).

jii Toegevoegde tests M. flexor digitorum profundus. M. flexor digitorum superficialis. De onderzoeker geeft weerstand tegen het topje van de vinger. De onderzoeker fixeert alle vingers die niet getest worden op een tafel. De patiënt buigt (actief) de te onderzoeken vinger. Als dit niet lukt, wijst dit op functieverlies van de m. flexor digitorum superficialis. M. extensor digitorum communis. M. extensor pollicis longus. De patiënt strekt de vingers actief metacarpofalangeaal, maar houdt hierbij de interfalangeale gewrichten gebogen. Dit is nodig om contractie van intrinsieke musculatuur te voorkomen. Met een vlakke hand op een tafel beweegt de patiënt de duim recht naar boven. K. van Nugteren, D. Winkel (Red.), Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers, DOI 10.1007/978-90-313-8079-4, 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

120 Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Mm. interossei. Op een vlakke tafel spreidt en sluit de patiënt de vingers. Mm. interossei. Crossed-fingertest: als de patiënt de vinger en middelvinger niet kan kruisen, dan is sprake van zwakte of uitval van de mm. interossei. Intrinsieke handspieren die geïnnerveerd worden door de n. ulnaris. M. abductor pollicis longus en m. extensor pollicis brevis. Teken van Froment: de patiënt probeert aan een stuk papier te trekken met de duim gestrekt. Als dit niet lukt, zoals bij de hand links op de foto, dan is de test positief; dit wijst op n. ulnariszwakte of -uitval. Met de hand op een tafel abduceert de patiënt actief de duim.

II Toegevoegde tests 121 Musculatuur van de duimmuis: de m. abductor pollicis brevis en de m opponens pollicis. M. flexor pollicis longus. De onderzoeker geeft weerstand tegen een flecterende duim. De patiënt opponeert de duim en duwt hierbij de pink en de top van de duim tegen elkaar. De onderzoeker palpeert eventuele aanspanning van de betreffende musculatuur. M. extensor indicis en m. extensor digiti minimi. De musculatuur van de pinkmuis: m. abductor digiti minimi, m. flexor digiti minimi, m. opponens digiti minimi. De patiënt abduceert actief de pink. Aanspanning van de betreffende musculatuur kan door de onderzoeker worden gepalpeerd. In de meeste gevallen kan men wijsvinger en pink strekken onafhankelijk van de andere vingers. Men test beide vingerstrekkers door actief vinger en/of pink te strekken, terwijl de andere vingers gebogen blijven.

122 Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Valgustest van het metacarpofalangeale I gewricht in flexie. Gewoonlijk is er in deze stand niet of nauwelijks (valgus)- beweging mogelijk. Als dit wel het geval is, dan is er sprake van een letsel of laxiteit van het ligamentum collaterale ulnare. Dit wordt ook wel een skiduim genoemd. Test van Finkelstein. De patiënt voert een ulnairdeviatie uit, terwijl de duim in de vuist wordt geklemd. Als hiermee herkenbare pijn aan de radiale zijde van de pols wordt geprovoceerd, dan is vermoedelijk sprake van een ziekte van De Quervain. Valgustest van het metacarpofalangeale I gewricht in extensie. De test wordt uitgevoerd als voorgaande test (in flexie) positief is. Als deze valgustest met gestrekte duim ook duidelijk positief is, dan zijn de teugelligamenten en het ligamentum collaterale accessorium vermoedelijk eveneens afgescheurd. Nota bene: een lichte laterale beweging bij een gestrekte duim is fysiologisch.

jiii Innervatie van de huid van de hand Innervatie van perifere huidzenuwen n. medianus n. medianus n. radialis n. ulnaris n. ulnaris Handpalm Handrug Segmentale innervatie C6 C7 C8 C8 C7 C6 Handpalm Handrug Individueel is veel variatie mogelijk in de lokalisatie van de innervatiegebieden. De overgang tussen twee innervatiegebieden is vrij vaag voor wat betreft de segmentale innervatie. De huidinnervatie van de perifere zenuwen kent veel scherpere overgangen. K. van Nugteren, D. Winkel (Red.), Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers, DOI 10.1007/978-90-313-8079-4, 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

jiv Motorische uitval bij zenuwletsel Letsel van de n. ulnaris: klauwhand Door letsel van de n. ulnaris wordt spreiding van de vingers vrijwel onmogelijk, evenals metacarpofalangeale flexie in combinatie met interfalangeale extensie. Dit resulteert in een klauwstand van de hand. K. van Nugteren, D. Winkel (Red.), Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers, DOI 10.1007/978-90-313-8079-4, 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

126 Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Letsel van de n. medianus: predikershand Letsel van de n. medianus veroorzaakt uitval van een groot deel van pols- en vingerflexoren. De pink en ringvinger kunnen nog wel flecteren door contractie van het ulnaire deel van de m. flexor digitorum profundus en contractie van de m. lumbricalis III en IV, spieren die allebei door de n. ulnaris worden geïnnerveerd. Ook de m. flexor carpi ulnaris functioneert nog omdat ook deze door de n. ulnaris wordt geïnnerveerd. Letsel van de n. radialis: dropping hand Letsel van de n. radialis veroorzaakt uitval van de polsen vingerextensoren, wat leidt tot het onvermogen de hand en vingers te extenderen.

jv Excentrische spierversterking als therapie bij de ziekte van De Quervain De patiënt zit op een stoel met een dumb-bell in de hand. De zijkant van de dumb-bell rust op de duim. De onderarm wordt in de middenstand tussen pro- en supinatie op een tafel of op het bovenbeen gelegd. De patiënt kan door iets meer te proneren of te supineren de houding zoeken die herkenbare pijn oproept. In deze houding wordt excentrisch geoefend. Depatiënt tilt met de gezonde hand de dumb-bell op en laat deze zonder hulp langzaam in circa twee seconden weer zakken (figuur A). Het gewicht van de halter wordt zodanig gekozen dat de oefening in geringe mate (extra) pijn provoceert. Met de niet-aangedane hand tilt de patiënt de dumb-bell weer op (figuur BenC)totdat sprake is van maximale radiale abductie. Vervolgens laat de patiënt de dumb-bell weer langzaam, zonder hulp van de niet-aangedane hand, zakken (figuur A). Voor en na het oefenen rekt patiënt de aangedane pezen. Dit kan actief of passief gebeuren (figuur D en E). Frequentie: 4 series van 15 herhalingen, tweemaal per dag. Het trainingsprogramma duurt drie maanden. Aj A B j B K. van Nugteren, D. Winkel (Red.), Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers, DOI 10.1007/978-90-313-8079-4, 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

128 Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Cj C D j D Ej E

Verwijzingen naar eerder verschenen Orthopedische Casuïstiek Soms wordt in het boek verwezen naar reeds eerder verschenen patiëntencasuïstiek. Deze casuïstiek staat in de online vakbibliotheek van Bohn Stafleu van Loghum en is via internet te raadplegen door abonnees van Orthopedische Casuïstiek. Nadere informatie hierover is te vinden op de website van: de uitgever: www.bsl.nl de redactie van Orthopedische Casuïstiek: www.orthopedischecasuistiek.nl K. van Nugteren, D. Winkel (Red.), Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers, DOI 10.1007/978-90-313-8079-4, 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Register a A1-pulley 34, 35, openklieven 42, percutaan klieven 41 Allentest 110 amyloïdose 38 anatomie, middenhand 4, vingers 4 aponeurose, dorsale 10, 13 aponeurosis palmaris 10, 88 arteria ulnaris 103, occlusie 110, 111 arteriografie 110, 111 arthrosis deformans 74, 75, 76, proximale interfalangeale gewrichten 74 artritis 80 artrodese 75 artroplastiek 79 atrofie 101 autograft 52 auto-immuunaandoening 36, 80 avulsiefractuur 57, 63, jersey finger 68 avulsieruptuur 57 axonen 105 axonotmesis 105 b bindweefselstreng 91 boksersknokkel 52 boksersletsel 50 boutonnièredeformiteit 67, 69, digitus III 67 bowstringing 41 boxer s knuckle 52 buddytape 58, 59 c canalis ulnocarpalis 97 CANS 33, interventies bij - 40 capsulair patroon 115 caput 4 caput-ulnaesyndroom 79 carpaletunnelsyndroom 38 carpometacarpale gewrichten 4, 6 carpus 4 cervicale rib 102 cervicale wervelkolom 99 cervicale wortelcompressie 99 collageen type III 88 collagenase 90 collaterale accessoire ligamenten 8 collaterale ligamenten 4 compartimentsyndroom 16, 17 compressie, van n. ulnaris 97 compressieneuropathie 95, 103 condylen 4, 7 congenitale laxiteit, swan-neckdeformiteit 66 consolidatie 58 corpus 4 corticosteroïdinjectie 31, 40, 43, 105, bij diabetici 42 crossed-fingertest 101, 120 cubitale tunnel 94 d De Quervain, zie ziekte van De Quervain 20 diabetes 38 K. van Nugteren, D. Winkel (Red.), Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers, DOI 10.1007/978-90-313-8079-4, 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

132 Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers diabetici, corticosteroïdinjectie 42 digitus III, boutonnièredeformiteit 67 distale radio-ulnaire gewricht 79 donorweefsel 52 dorsale aponeurose 10, 13 dropping hand, n. radialis 126 duim 14 duimadductoren 100 duimmuis, musculatuur 121 dumb-bell 127 Dupuytren, ziekte van - 38, 84, 87, 89 dupuytrencontractuur 87, histologie 88, recidief 92 e echo-duplexonderzoek 110, 111 echografie 39 EMG 102 eminentia intercondylaris 8 endoprothese 75, 79, siliconen- 80 epifysairschijf 64 excentrische spierversterking 127 extensiespalk 85 extension lag 42 extensorenloge 23 extensorpees 50, 77, rupturen 79 extensorpeesletsel, indeling in zones 62 f falangen 4 falanx 7 fascia infratendinea 10 fascia supratendinea 10 fasciectomie 85, 91 fasciotomie 91, percutane 90, 91 fibrocartilagineuze metaplasie 35 fibrocartilagineuze plaat 6, 9 fibromatose 88 fibromatosis palmaris 87 fibromatosis plantaris 89 fibroseboksersknokkel 52 Finkelstein, test van - 23, 122 flexor tendon entrapment 36 flexorpeesletsel, indeling in zones 62 fractuur, hamulus ossis hamati 103 Froment, teken van - 101, 102, 120 Froment sign 101 g ganglion, pisotriquetrale gewrichtskapsel 103 gewrichtsdestructie 80 gewrichtskapsel, aantasting van - 80 gewrichtskop 4, 7 gewrichtsontsteking, metacarpofalangeale gewrichten 77 Guyon, kanaal van - 94, 97, 98, 103 h hamersyndroom, hypothenar 110, 111 hamulus 10 hamulus ossis hamati 103, fractuur 103 hamulus ossis hamatifractuur, therapie 104 hamulusfractuur 102 hand, klauwstand 125 handrug 10 hartfalen 38 hokkende vinger 33 hypothenar 94, 109, 110, 111 hypothenar hamersyndroom 110, 111, 112 hypothyreoïdie 38 i induratio penis plastica 89 infarct 93 instabiliteit 80 interfalangeale gewrichten 8, 9, capsulair patroon 115 intrinsic plus-positie 64 intrinsieke handspieren 120 j jersey finger 68 k kanaal van Guyon 94, 97, 98, compressieneuropathie 103, zie kanaal van Guyon 97 klauwhand 125 klauwstand 97, 99 kloptest van Tinel 102 knuckle pads 88, 89, 91

Register 133 kunstgewricht 75 l laxiteit 78, 80 Ledderhose, ziekte van - 89, 91 lidocaïne 39 lig. metacarpale transversum profundum 49, 50 ligamentum carpi palmare 97 ligamentum collaterale accessorium 122 ligamentum collaterale ulnare 122 ligamentum pisohamatum 10, 97 littekenvorming, boksersknokkel 52 loge van Guyon, zie kanaal van Guyon 97 lumbricalis-plus-vinger 69, oorzaken 70 luxatie 79, pees van de m. extensor digitorum 49, spontane 46 m m. abductor digiti minimi 14, 101, 121 m. abductor pollicis brevis 121 m. abductor pollicis longus 23, 24, 120 m. extensor digiti minimi 121 m. extensor digitorum 12, 46, luxatie 49 m. extensor digitorum communis 119 m. extensor indicis 121 m. extensor pollicis brevis 23, 24, 120 m. extensor pollicis longus 119 m. flexor carpi ulnaris 10, 101 m. flexor digiti minimi 121 m. flexor digiti minimi brevis 14 m. flexor digitorum profundus 14 m. flexor digitorum superficialis 14, 68, 119 m. flexor pollicis brevis 98 m. flexor pollicis longus 121 m. interosseus dorsalis 12 m. interosseus dorsalis I 17 m. interosseus palmaris 12 m. interosseus palmaris III 100 m. lumbricalis 12 m. opponens digiti minimi 14, 121 m. opponens pollicis 14, 98, 121 m. palmaris longus 10 m. triceps surae 17 mallet finger 56, 61, 62, 69, swan-neckdeformiteit 65 mallet-fingerspalk 57, 59 metacarpofalangeaal gewricht, verstoorde extensie 49 metacarpofalangeale gewrichten 4, 77, capsulair patroon 115, gewrichtsontstekingen 77 metacarpofalangeale I gewricht, valgustest 122 metacarpus 4 metaplasie 35, fibrocartilagineuze 35 M.flexor digitorum profundus 119 middenhand, anatomie - 4, functieonderzoek 115 mm. interossei 10, 120, crossed-fingertest 120 mm. lumbricales 10, 98 MRI-arteriografie 110 MRI-scan 39 musculatuur 10 myelineschede 105 myofibroblasten 88 n n. interosseus anterior 101 n. medianus 97, predikershand 126 n. radialis 79, dropping hand 126 n. ulnaris 94, compressie 97, klauwhand 125 n. ulnariscompressie 101, kanaal van Guyon 103 naaldaponeurotomie 90, 91 neovascularisatie 25 neurapraxie 105 neurotmesis 105 nierfalen 38 nodule 37 noduli 87 nodulus 30 NSAID s 40, 104 o occlusie, arteria ulnaris 110, 111 openklieven, van A1-pulley 42 os hamatum 4, 6

134 Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers os metacarpale I 4, 6, 14, 15, 16 os metacarpale II 4, 6 os metacarpale III 4, 6, 46, doorsnede door het kopje 46, pijn op kopje 45 os metacarpale IV 4, 6 os metacarpale V 4, 6, 10 os pisiforme 10, 11, 103 ossa metacarpalia 4, 5, 7 p palmaire fascie 85 Pancoast-tumor 102 peesletsel, indeling in zones 62 peesluxatie, metacarpofalangeale III gewricht 46 peesrupturen, veelvoorkomende 61 peesruptuur 57, 63, 69 peesschede 33, reumatische inflammatie 69 peesscheden 13 percutaan klieven, van A1-pulley 41 percutane fasciotomie 90, 91 perifere compressie 99 Peyronie, ziekte van De la - 89, 91 pezen 10 Phalen, provocatietest van - 102 pincetgreep 38 pink 14 pinkmuis, musculatuur 121 PIP-gewricht, secundaire bewegingsbeperking 38 pisotriquetrale gewrichtskapsel, ganglion 103 pols, functieonderzoek 115 predikershand, n. medianus 126 primaire trigger finger 33 processus styloideus radii 23 provocatietest van Phalen 102 proximale interfalangeale gewrichten, arthrosis deformans 74 pseudartrose 104 pulley 13, 30, 33 pulleys 13 q Quervain, ziekte van De - 20, 23, 24, 38, 39, 122, 127 Quinnell, gradering trigger finger 34 r radiaalabductie 4, 6 radiale sagittale band 49 ramus profundus, van n. ulnaris 103 ramus superficialis 103, van n. ulnaris 103 retinaculum extensorum 10, 24, 52 reumatische hand 69 reumatische inflammatie, van peesscheden 69 reumatoïde artritiden 78 reumatoïde artritis 36, 38, 69, 77, 79, 80, strekking van vingers 79, swan-neckdeformiteit 65, 66 ringbanden 13 ringvinger, krom 83 Roos, test van - 100 ruptuur, van extensorpees 79 s sagittal band bridge splint 53, 54 sagittale band 46, 49, radiale 46, 49, ulnaire 49 sagittale banden 10, 12 scharniergewrichten 8 secundaire trigger finger 33 sensibiliteitsstoornis 95 siliconenendoprothese 80 skiduim 7, 39, 122 snijongevallen 61 spalken 40, intrinsic plus-positie 64 spasticiteit, swan-neckdeformiteit 66 spierversterking, excentrische 127 stenose 30 stenosing tenosynovitis 36 subluxatie van een extensorpees, spontaan 49 sulcus nervi ulnaris 94 sunderland-criteria 105 swan-neckdeformiteit 64, 66, bij congenitale laxiteit 66, bij mallet finger 65, bij reumatoïde artritis 65, 66, bij spasticiteit 66, bij traumatische ruptuur 66 syndroom, carpaletunnel- 38, ulnairetunnel- 102

Register 135 synovectomie 79 synoviale membraan 34 synovitis 79 t table-top-test 90 teken van Froment 101, 102, intrinsieke handspieren 120 teken van Froment 101 teken van Wartenberg 100 tendinose 23 tendovaginitis 23, 36 tendovaginitis nodosa 30 tendovaginitis stenosans 23, 30, 36 tendovaginitis stenosans digiti II 31 tendovaginitis stenosans digiti IV 31 tenosynovitis 23, 36 test van Finkelstein 122 test van Finkelstein 23 test van Roos 100 teugelligamenten 6, 8, 122 thoracic-outletsyndroom 95, 99 Tinel, kloptest van - 102 trapeziometacarpale I gewricht, capsulair patroon 115 traumatische ruptuur, swan-neckdeformiteit 66 trigger finger 30, 33, 37, gradering volgens Quinnell 34, oorzaak 38 u ulnairabductie 4, 6 ulnairdeviatie 74, 77 ulnaire sagittale band 49 ulnairetunnelsyndroom 102 v valguslaxiteit 7 valgustest 122 vinger, hokkende 33 vingers, anatomie - 4, extensie - 10, flexie 13, functieonderzoek 115, strekking bij reumatoïde artritis 79 volaire plaat 6, 66 w Wartenberg, teken van - 100 webspace 16 wondinfectie 41 wortelcompressie, cervicale 99 wortelprikkeling 95 z zaagongevallen 61 zenuw, opbouw 104 zenuwbeknelling 105 zenuwgeleidingonderzoek 102 zenuwletsel 94 zenuwletsels, door beknelling 106 ziekte van De la Peyronie 89, 91 ziekte van De Quervain 20, 23, 24, 38, 39, 122, excentrische spierversterking 127 ziekte van Dupuytren 38, 84, 87, 89 ziekte van Ledderhose 89, 91 zwanennek 65