Werkstuk door een scholier 2435 woorden 3 mei 2011 5,7 40 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave I. inleiding II. De geschiedenis van de KNGF III. Een speciale hond IV. Een blinde ziet niet V. Een puppypleeggezin+ film VI. Leren op school+film VII. Goedgekeurd VIII. Een geleidehond lenen IX. Leren in de stad+ film X. Welke baas XI. Een geleidehond lenen XII. Samen op school XIII. Bibliografie Inleiding Ik hou mijn spreekbeurt over KNGF geleidehonden. Omdat ik het een leuk onderwerp vind en er nog veel van kan leren. Ik ben op het idee gekomen omdat mijn oma zelf een hond heeft die ik ook wel eens uitlaat. En daarom ben ik op het idee gekomen om over de KNGF geleidehonden te doen. Geschiedenis van de KNGF In de eerste eeuw na Chr. waren er mensen die werden geleiden. Dat blijkt uit een Romeinse muurtekening. De eerste moderne geleide hond die stamde uit de tijd na de eerste wereldoorlog. In 1923 verloor duizenden soldaten hun gezichtsvermogen door een soort gifgas. Deze soldaten hadden hulp nodig. In 1923 werd voor het eerst een geleidehondenschool geopend in Potdam (Duitsland). In 1927 stichtte Dorothy Eustis een geleidehondenschool in Zwitserland. De blinde soldaat Morris Frank schreef haar. En reisde vervolgens naar Zwitserland af. Hij kwam met de herder Buddy terug in Amerika. Hij was de eerste die z n geleide hond gebruikte. Op 19 maart 1934 opende H.K.H (Hare Koninklijke Hoogheid) Koningin Juliana het NGF (Nederlandse Geleidehonden Fonds). Het jaar daarop leverde de eerste trainer Ph. van der Most de eerste Nederlandse geleidehond af. In 1953 na het bezoek van Koningin Juliana ontving de NGF (Nederlandse Geleidehonden Fonds) het predicaat (Benaming) Koninklijke. De NGF (Nederlandse Geleidehonden Fonds) werd KNGF (Koninklijke Nederlandse Geleidehonden Fonds). https://www.scholieren.com/verslag/38434 Pagina 1 van 5
Een speciale hond Een geleidehond kan je niet zomaar kopen bij een dierenwinkel of een asiel. Zulke honden kun je alleen bij KNGF (Koninklijke Nederlandse Geleidehonden Fonds) aanvragen. Voor zo n speciale hond moet je een handicap hebben zoals: Blind zijn en nog veel meer. Er zijn maar drie rassen die worden gebruikt voor een geleidehond: Labrador Retriever, Duitse Herder en een Golden Retriever en alle andere kruisingen daar tussen. De stichting KNGF (Koninklijke Nederlandse Geleidehonden Fonds) kiest het liefst gezonde honden om mee te fokken (Fokken is dat er gezonde en jonge diertjes geboren worden). Je hebt vrouwtjes honden en je hebt mannetjes honden. De vrouwtjes worden ook wel de teefjes genoemd. Als een teef (vrouwtjes hond) met een reu (Mannetjes hond) paart dan is er kans dat er een nest jonge puppy s (Jonge hondjes) wordt geboren. Als er puppy s (Jongen hondjes) worden geboren dan zien ze er vaak het zelfde eruit en hebben ze vaak ook de zelfde eigenschappen. Zoals: graag willen helpen, betrouwbaar zijn en niet vlug bang zijn. De fokhonden wonen als een gewone hond wonen bij een gezin. Daar worden ook de puppy s geboren. De naam voor de pup moet kort en duidelijk zijn. Alle pups die in hetzelfde nest worden geboren krijgen allemaal de zelfde begin letter voor de naam. De pas geboren puppy s blijven bij hun moeder tot dat ze 7 weken oud zijn. Dan gaan de puppy s naar een puppypleeggezin. Een blinde ziet niet Mensen die blind zijn die kunnen niet zien dat weet iedereen. Blinden leren beter naar geluiden te luisteren. Je moet maar eens met je ogen dicht horen wie er hoest, praat of loopt. Kinderen die niet kunnen zien of slechtziend zijn, kunnen naar een speciale school. Daar leren ze om zich zelf aan te kleden, een beker melk in schenken zonder te morsen en allen boodschappen doen. Maar die blinden/slechtzienden krijgen ook de gewone vakken zoals wij: Rekenen, Taal, Spelling, Geschiedenis en topografie. Sommige blinde mensen gebruiken ook een taststok. Zo weten ze bijvoorbeeld: Waar een bocht is en of er een trap is. Ze kunnen tikken en dan weten ze waar ze zijn. Blinden die moeten verdurend met die stok op de grond tikken. Zoon taststok ziet er als volgt uit: Dat is een witte stok met reflecterende rode strepen. Bij elke stap die ze zetten moeten ze goed voelen en luisteren en daar worden ze steeds heel erg moe van. Meestal gaat er ook iemand mee om de blinden de helpen. Maar die mensen hebben daar niet altijd tijd voor en moeten ze heel lang wachten tot diegene tijd heeft om met hem de gaan lopen. Daarom willen heel veel blinden een geleidehond. De hond leidt een blinde zonder ergens tegen aan de lopen. Een puppypleeggezin Een pleeggezin is een gewoon gezin met ouders, kinderen en misschien huisdieren. Mensen in z n gezin zorgen een tijd 12 tot 15 maanden voor die hond. De vrijwilligers doen het werk gratis en voor niets. Zo helpen ze de KNGF (Koninklijk Nederlandse Geleidehonden Fonds. In Nederland zijn er ongeveer 150 puppypleeggezinnen. De hond moet in het puppy pleeggezin de basis commando s zoals een gewone hond leren. Ook moeten honden weten waar ze poepen en plassen waar het baasje (Mannelijke baasje) of Vrouwtje ( Vrouwelijke baasje ) dus ze mogen het niet in huis doen. Ook moeten de honden vriendelijk voor de mensen doen. Ook mogen ze later niet meer schrikken van gillende kinderen en ook niet van toeterende auto s. En ook niet bang of gek worden van onweer en vliegtuigen. De puppy moet worden beloont als hij iets goed doet. Een puppypleeggezin doet het met het zeggen van goed zo en een brokje geven elke keer https://www.scholieren.com/verslag/38434 Pagina 2 van 5
maar weer. Tot dat hij zelf de dingen goed doet. Vaak belonen helpt beter dan hem heel vaak te straffen. De hond moet overal mee naar toe. Met de auto, de bus, trein, boodschappen doen, het park in, naar de kinderboerderij of naar de kermis. De mensen van de KNGF (Koninklijke Nederlandse Geleidehonden Fonds) komen regelmatig langs om te kijken of het goed gaat en hoe het met de hond gaat. Het puppypleeggezin vertelt ook hoe het met de hond gaat. Het puppypleeggezin heeft een jaar lang lekker kunnen zorgen, ravotten en stoeien met de hond. Na ongeveer 14 maanden gaat de pup naar de geleidehonden school in Amstelveen (Noord-Holland) (Nederland). De mensen moeten dan afscheid nemen van de hond en dat valt niet mee. Goedgekeurd De hond gaat naar de geleidehonden school in Amstelveen. Eerst moet de hond naar de dierarts die daar werkt. De dieren arts bekijkt de hond heel goed. De dieren arts onderzoekt de ogen van de hond of die goed zijn. Hij maakt ook foto s van de hond om te kijken of de botten en de heupen van de hond goed zijn. De hond moet later veel lopen met zijn baas. Dan moeten de heupen en de poten natuurlijk goed zijn. Ook wordt beken of de hond goed luistert. En als dan alles in orde is dan mag hij naar school. Bij de school hebben ze binnen en buiten hokken. Een kennel ( een honden verblijf/hondenfokkerij). De honden zitten dan met zijn tweeën in een kennel. Dat is natuurlijk gezelliger voor de honden. Een instructeur (een soort van leraar) is iemand die de hond alles leert. Als eerste leert de hond dat hij een tuig aan krijgt. Het tuig is gemaakt van leer. het gaat onder de buik van de hond door. Aan het tuig daar zit de beugel (een soort handvat) aan vast. Als de hond het tuig met de beugel aan heeft dan is de hond aan het werk. Als het tuig uit gaat dan is de hond een gewone hond meet. Stoeien, rennen en spelen hoort er ook elke dag bij. Dus het leren gaat op een leuke manier. De instructeur (soort van leraar) roept ook heel vaak: brave hond of goed gedaan. Of geeft de hond een aai over zij bol. Zo krijgt de hond ook echt plezier in het leren. Leren op school De hond gaat samen met de instructeur (soort van leraar) naar buiten. Hier begint de instructeur samen met de hond te oefenen. Als eerste moet de hond weten waar die moet lopen. Dat is altijd links voor de baas. Het oefenen gebeurt stapje voor stapje. Elke dag worden de oefeningen herhaalt totdat de hond weet hoe het moet. De eerste tijd duurt de oefening maar kort: een kwartier en dat wordt steeds wat langer. Net zo lang totdat de hond het wel een paar uur achter elkaar kan werken. Dat moet de hond later ook kunnen! Al vlug gaat de instructeur met de hond op een andere plaats oefenen in bijvoorbeeld: een woonwijk, winkelcentrum of op de markt. De hond leert bij iedere stoeprand te stoppen. Zo weet ook de baas: hé daar is een stoeprand. En dat is voor de blinden een teken om op te letten. En zo struikelt de blinden niet bij een stoeprand. Net als kinderen moet leren de hond leren om recht over te steken. Geleidehonden leren dat ook. Maar de blinde luistert zelf of hij kan over steken als er geen verkeer aankomt. De hond leert ook commando s (een bevel doe dit, doe dat). Zulke commando s voor een geleidehond zijn: Vooraan (ga maar lopen), links, rechts en zoek de zebra. Sommige mensen denken dat een geleidehond Nederlands kan verstaan maar dat is niet zo. De hond begrijpt niet wat rechts en wat links is. Maar hij weet wel at hij moet doen. De hond heeft geleerd: bij het commando rechts moet ik die kant op. De instructeur leert de hond om een hindernis heen te lopen. De hond moet dan een ruime bocht nemen. Dan kunnen de hond en zijn baas er gemakkelijk omheen lopen. Niemand wil zijn hoofd stoten https://www.scholieren.com/verslag/38434 Pagina 3 van 5
tegen een laag hangende tak of een zonnescherm. De hond leert daar dan op te letten. De instructeur wijst ernaar en zegt: let op!! Samen lopen ze dan er om heen. Na enkele dagen weet de hond dat hij de erom heen moet loepen. Ook leert de hond commando s de weigeren. De hond mag zijn baas nooit in gevaar brengen. Bijvoorbeeld: de instructeur zegt dan bij een opgebroken stoep dat de hond gewoon door moet lopen. Maar wat de instructeur wil vindt de hond niet veilig. De instructeur zegt dan bijvoorbeeld: zoek links dan gaat de hond links zoeken om het gevaar te omzeilen. Later moet de blinden erop kunnen vertrouwen dat de hond hem op een veilige manier leidt. Leren in de stad De hond heeft al heel veel commando s geleerd en maakt ook bijna geen fouten meer. Elke dag gaat de instructeur (een soort van leraar) met de hond op stap. En telkens worden er weer nieuwe dingen geleerd. Bijvoorbeeld: stoppen voor een deur. De hond doet zijn kop om hoog en dan weet de blinden precies waar de deurknop zit. De blinde kan dat voelen aan de beugel. Ook bij de commando s zoek, zoekt hij naar een lege plaats in: een trein, bus of tram. Daarna gaat de instructeur met de hond in het centrum van Amsterdam oefenen. Daar is het heel druk en veel verkeer, dus een goeie plek om te leren. De hond moet in Amsterdam zijn werk ook goed doen. De hond heeft geleerd: Tuig aan betekent= aan het werk voor mijn baas. Dan laat de hond zich niet afleiden. Als het tuig af is de hond af dan mag de hond lekker met andere honden spelen. Na ongeveer een half jaar krijgt de hond een blinde baas toegewezen. Elk jaar komen er ongeveer 60 geleidehonden bij. Welke baas Als je een geleidehond aanvraagt moet je volwassen zijn, anders krijg je er geen toegewezen. Dat komt omdat de hond een baas moet hebben waar naar de hond moet luisteren. Een blinde die niet goed kan lopen kan ook geen geleidehond krijgen, want je moet een hond 4 keer wandelen om je hond uit te laten. Natuurlijk moet je zelf ook niet bang zijn voor honden. Ook moet een blinden ook zelf goed de weg kennen om zijn hond te sturen. Als een blinden een aanvraag stuurt naar KNGF (Koninklijke Nederlandse Geleidehonden Fonds) komen de mensen van de school eerst praten. Ze willen precies weten waarvoor ze de hond gaan gebruiken. Zo kan de stichting precies bepalen welk ras ervoor moet gebruikt worden. Een geleidehond lenen De geleidehonden zijn erg duur. Dat komt omdat het speciale honden zijn. Het fokken kost anders ook heel veel geld wamt de reu (mannetjes hond) en de teef (vrouwtjes hond) moeten gezond en sterk zijn. Goed voer is ook heel erg duur en de dierenarts is ook niet echt goedkoop. En de honden moeten lange tijd leren voordat ze kunnen werken. De instructeur (een soort van leraar geld met zijn beroep. Dat alles bij elkaar maakt z`n hond erg duur. Gelukkig hoeven de blinden de hond zelf niet te betalen. Pas als de hond zijn werk niet meer kan doen gaat hij naar een opvang gezin of mag de hond bij zijn blinde baas blijven, maar dan hoeft de hond niet meer te werken. Dit gebeurt als de hond te oud word. KNGF (Koninklijke Nederlandse Geleidehonden Fonds) heeft daarvoor een contract (overeenkomst). Er staat dat de blinde de geleidehond goed moet verzorgen. Als hij dat doet dan moet hij zijn handtekening eronder zetten. https://www.scholieren.com/verslag/38434 Pagina 4 van 5
Samen op school Een blinde heeft een hond aangevraagd en de mensen van de school kiezen een die klaar is met zijn opleiding. Als ze een hond hebben gevonden die goed bij een blinde past. Daarvoor moeten ze elkaar eerst goed leren kennen. De blinde en de hond komen samen logeren op de geleidehonden school in Amstelveen. De hond en de baas zijn daar dag en nacht bij elkaar. Zo leren ze goed met elkaar vlug en goed kennen. Overdag gaat de blinde met de hond en de instructeur (soort van leraar) oefenen. De beugel aan doen, het verzorgen van de hond, elke dag de hond borstelen enzovoort. Dan gaat de blinde met de hond naar de stad om de commando s te leren. Zeggen wat de hond wel en niet moet. s Avonds moet de blinden naar de school om praten met andere mensen. Daar praat de blinden met mensen die daar ook zijn om te leren werken met hun hond. Er zijn daar ook lessen/oefeningen over hoe je, je hond moet verzorgen. 2 weken later gaat de blinde, hond en instructeur om in huis te oefenen. Samen gaat de hond, blinde en de instructeur routes lopen. Als dat goed gaat dan kan de instructeur weer naar de geleidehondenschool om andere honden te trainen. Nu gebeurt het dat de hond en de blinde allen blijven. Nu moeten ze zich zelf redden. https://www.scholieren.com/verslag/38434 Pagina 5 van 5