Algemeen reglement NK MBO atletiek 12 juni 2014

Vergelijkbare documenten
De onderstaande regels gelden zowel voor de regionale kwalificatiewedstrijden als voor de nationale finale.

Reglement: Atletiek Vijfkamp

Werkstuk LO Atletiek. Werkstuk door een scholier 1639 woorden 14 april keer beoordeeld

Kogelstoten. Notulist (naast kogelcirkel) Aantal juryleden: minimaal 3, bij voorkeur 5 maak de volgorde van deelnemers bekend

Hoogspringen. Rol van de begeleider

Kogelstoten. Notulist (naast kogelcirkel) Aantal juryleden: minimaal 3, bij voorkeur 5 maakt de volgorde van deelnemers bekend

Reglement - Atletiek Vijfkamp


ESTAFETTE (1) BEGELEIDING

Sportdag 2017 Klas 1 & 2

Sportdag 2017 Klas 1 & 2

Regeltjes (zoals gepubliceerd in ENERGIEK)

Atletiekdagen 26 t/m 28 mei 2014 Terrein: AV 34 Sportpark Orderbos

Een atleet met het syndroom van Down bij wie sprake is van Atlanto-axiale instabiliteit mag niet deelnemen aan de vijfkamp en aan hoogspringen.

Technisch instapbrevet INITIATOR ATLETIEK

1. Over de volgorde, waarin de deelnemers aan de beurt komen, wordt door loting beslist.

Atletiek Amsterdam 13 juni 2014

Belangrijkste wijzigingen Wedstrijd Reglement voor NK Indoor s 2018

Draaiboek atletiek sportdag

De ins & outs van het nieuwe wedstrijdreglement. Wedstrijdreglement Commissie Wedstrijdreglement

Athletics Champs. Het maken van een Athletics Champs chronoloog voor een indoorwedstrijd

Pupillenwedstrijd 'Nieuwe Stijl' Voorbeeld draaiboek

PTV hindernis beschrijvingen basis -TREC

1. Over de volgorde waarin de deelnemers aan de beurt komen wordt door loting beslist.

VLAAMSE ATLETIEKLIGA VRAGENLIJST TER VOORBEREIDING TOT HET PROVINCIAAL JURYBREVET

JEU DE BOULES: DE SPELREGELS Vooraf: Waar we in onderstaande tekst speler vermelden, kan uiteraard ook speelster worden gelezen.

Informatiebrief Special Olympics Nationale Spelen ATLETIEK, 1-3 Juli 2016, Nijmegen

14 Stap-stap-sprong. A-pupillen B-pupillen C-pupillen Mini-pupillen. In de verte In de hoogte Met een stok Meervoudig. Lopen Werpen Springen

Richt je op 1 groep bij de finish, de plekken die overblijven zijn van de andere groep. Elke groep/leerling sprint twee keer.

LES 2 GROEP: 3 t/m 8 ATLETIEK DOELSTELLINGEN:

KNAU Wedstrijdreglement

Bevorderingsexamen. 16 maart 2013

KNAU Wedstrijdreglement

Informatiebrief Special Olympics Nationale Spelen ATLETIEK, 1-3 Juli 2016, Nijmegen

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN REGLEMENT 3 HOOFDSTUK 2: DISKWALIFICATIES 3 HOOFDSTUK 3: DE LOOPWEDSTRIJDEN 4 HOOFDSTUK 4: DE SPRONGEN 7

Atletiek. FBK Sportpark, Almere

PAC & JEUGDATLETIEK INFORMATIE PUPILLENWEDSTRIJDEN. De wedstrijden De sprint Verspringen Hoogspringen Balwerpen Kogelstoten Estafette Lange afstand

Draaiboek Atletiek Sportdag 2017

Reglemententoets. Wedstrijdleider / scheidsrechter

Aanpassingen korfbalspelregels 2010

HIGHLAND GAMES Zwijndrecht 19/06/11 REGLEMENTEN

VB Meerkampen 2016 Zuid-West Nederland. Zaterdag 30 april Breda Zaterdag 18 juni - Spijkenisse Zaterdag 3 september Terneuzen

CIOS Arnhem Sporting Events SPELREGELS. Sportdag Sportaccentscholen

Reglement Special Olympics Belgium. Atletiek. Mei Belgium

Bevorderingsexamen 22 februari Kandidaten voor niveau II moeten minstens 70% behalen om te slagen en 63% om recht te hebben op een 2de zittijd.

WORKOUT 1 - AMRAP 6 min Behaal zoveel mogelijk herhalingen als mogelijk in 6 minuten van:

Kan de meeting beginnen?

2.) Heg springen : Uitvoeringsfouten ( -1 per fout ) Beoordeling ( +2 per uitvoering ) 3.) Smalle doorgang : Reglement Cross Challenge TREC:

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Antwoordmodel Reglemententoets wedstrijdleiders / scheidsrechter Wedstrijdreglement 2016/2017

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni uur

ATLETIEK 1. CATEGORIEEN 2. DEELNAME 3. MATERIAAL PIRAMIDAAL PROVINCIAAL. 2.1 Nummers

1 Teamestafette. Hindernis Estafette Sprint Duurloop. A-pupillen B-pupillen C-pupillen Mini-pupillen. Lopen Werpen Springen

VB-competitie ZuidWest-Nederland 2013

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Reglement Highland Games Galaxy Clan 2017

Formules & Constanten

Sportdag VMBO4YOU. De docenten van de VMBO4YOU begeleiden de groepen naar de onderdelen. Beste leerling uit klas 1VR, 2VR1 en 2VR2,

Sport en Spel circuit 2015

Atletiekunie. Welkom!

METEN MET ATLETEN IN HET SPORTIMONIUM

Richtlijnen en speerpunten

De lichamelijke geschiktheidsproeven bestaan uit 3 onderdelen: De looptest De fysieke testbatterij De laddertest

OCHTEND BOVENBOUW. Atletiek. 1 Sprint. 2 Balwerpen. 3 Verspringen. 4 Hoogspringen. 5 Hordenloop. 6 Speerwerpen

1 Teamestafette. Lopen Werpen Springen. Taak atleet Loop in estafettevorm als team zo snel mogelijk 12 ronden. Taak Starter en SR.

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND

SPELREGELS BEUGELEN. vastgesteld 27 mei editie 27 juni 2019

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND

BIJSCHOLING HOOFDJURYLEDEN

Nieuwe pupillenwedstrijden

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND

Plank set 1 set 2 set 3 set 4 set 5 20 sec 20 sec 20 sec 20 sec 20 sec

Programma van Eisen en Wensen BBT Testbaan

Jury-informatie. CD-jun competitie 30 juni Zevenbergen. versie D.Francois

3 STARTNUMMERS... 3 BURNOUTS... 3 STAGING... 3 START SYSTEEM... 3 KWALIFICEREN... 4 LADDERS AND PARING AUTO RUNS OF BY-RUNS... 4 BAAN KEUZE...

1a Estafette Doelgroep voortgezet onderwijs Versie

Premiestelsel KAA Gent Atletiek

Pagina 1 van 4 KNK CYNOPHILIA

REGELS voor het VEILIG en VERANTWOORD GEBRUIK van de ATLETIEK ACCOMMODATIE. RL: 12 Datum uitgave : 10 juli 2011 Versie: 0

BELANGRIJK! BEWAREN TER REFERENTIE IN DE TOEKOMST

Koninklijke Luchtmacht. Open Militair Kampioenschap ATLETIEK. 17 mei 2017 AV de Keien, Uden. programmaboekje

Belijning atletiekbanen 2015

Special Olympics Belgium [Pick the date] Special Olympics Belgium juli 2012 All rights reserved

Reglement Highland Games McGuns Clan Buurtschap Calfven. 5 juli Reglement McGuns Highlandgames Calfven 2015 Page 1 of 7

Versie maart 2015 definitief TREC club Nederland TREC Hindernis beschrijvingen

DRAAIBOEK KIDS ATHLETICS

1 Teamestafette Doelgroep basisonderwijs Versie

Aanpassingen van atletiekaccommodaties tbv gehandicapten

Draaiboek baanwedstrijd wedstrijd organisatie commissie (WOC)

De 11+ Een compleet warming-up programma

FVT_UM Fysieke Vaardigheids Toets Beschrijving/instructie parcours

Koersbal. Algemeen. Het speelmateriaal. De belijningen op de mat. (zie figuur 1.)

Tijdens de uitvoering van de testbatterij draagt de kandidaat een gewichtsvest van vijf kilogram met uniforme gewichtsverdeling.

REGLEMENT CLUBRECORDS VAN INDOOR-OUTDOOR EN WEGWEDSTRIJDEN

WORKOUT 2 - AMRAP 6 min Behaal zoveel mogelijk herhalingen als mogelijk in 6 minuten van:

INSTRUCTIES ATHLETICS CHALLENGE

SEIZOEN 2017 WOD 2 RX WOD 3 RX FOR TIME AMRAP ROND ZO SNEL MOGELIJK AF OF BEHAAL ZOVEEL MOGELIJK HERHALINGEN ALS MOGELIJK IN 10 MINUTEN VAN:

REGLEMENT PINSE HIGHLAND GAMES.

3.10c; deel 1. Het nemen van de vrije worp

Reglement pupillen competitie regio's uitgave januari 2014

Transcriptie:

Algemeen reglement NK MBO atletiek 12 juni 2014

Titelpagina Auteur: Postcode: Plaats: CIOS Arnhem Sporting Events 6823 MA Arnhem Adres: Beukenlaan 3 E-mail: case@rijnijssel.nl Telefoon: (026) 312 95 43 CIOS Arnhem Sporting Events 2014-2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever. 2

Voorwoord Dit jaar organiseert CIOS Arnhem Sporting Events voor het eerst een multi-event. Naast het jaarlijkse NK MBO zwemmen, zijn er dit jaar tegelijkertijd ook het NK MBO cross triatlon en NK MBO atletiek. Dit zal een speciale sfeer geven. De prestatie is belangrijk, maar het plezier in sporten staat ook hoog in het vaandel. Er is een DJ aanwezig en er zijn ook masseurs om de kleine pijntjes weg te masseren. Voor de innerlijke mens van de deelnemende studenten is er een sportmaaltijd. Op het NK atletiek kun je deelnemen aan de zevenkamp (kogelstoten, 100m horden, hoogspringen, 200m sprint, verspringen, speerwerpen en 800m hardlopen). Alleen wordt de zevenkamp net iets anders. We hebben straks niet één winnaar, maar acht. Er is een winnaar van het totale klassement van de zevenkamp en een winnaar per onderdeel. Er wordt dus gestreden om acht prijzen. Dit betekent dat de individuele nummers verweven zitten in de zevenkamp. Kom jij bijvoorbeeld alleen om mee te doen aan de 800m hardlopen dan kan dat. De individuele atleten en zevenkampers doen de onderdelen dus op het zelfde moment. Dit doen we zodat er voldoende deelnemers per onderdeel zijn. In dit bestand staan de spelregels beschreven van het NK MBO atletiek. Het NK zal plaatsvinden op 12 juni 2014 op sportpark Valkenhuizen te Arnhem. Dit Nederlands MBO kampioenschap is uitsluitend voor MBO studenten. Je hoeft geen atleet te zijn om deel te kunnen nemen. CIOS Arnhem Sporting Events 3

Inhoudsopgave Titelpagina... 2 Voorwoord... 3 Inhoudsopgave... 4 Algemene regels zevenkamp... 5 Algemene regels 100m en 110m horden... 6 Algemene regels hoogspringen... 7 Algemene regels kogelstoten... 8 Algemene regels 200m sprint... 9 Algemene regels verspringen... 10 Algemene regels speerwerpen... 11 Algemene regels 800m... 12 Puntentelling zevenkamp... 13 4

Algemene regels zevenkamp 1. De spelregels van de afzonderlijke nummers zijn van toepassing. De onderdelen die in de zevenkamp beoefend worden zijn gelijk aan de losse atletiekonderdelen. 2. Voor elk onderdeel is een puntentelling ontworpen die beoogt om gelijkwaardige prestaties eenzelfde aantal punten toe te kennen en de winnaar van de wedstrijd is degene die het hoogste totaal aantal punten behaalt. 3. Hoe beter de prestatie, des te meer punten levert dit op. Degene die na tien onderdelen de meeste punten heeft verzameld, wint de zevenkamp. In theorie is het aantal te behalen punten daardoor oneindig. Hieronder staan de afwijkende regels per onderdeel: 100m en 110m horden: Bij de eerste valse start krijgen alle atleten een geel/zwarte waarschuwingskaart getoond, bij de tweede valse start wordt de atleet die deze valse start maakt gediskwalificeerd. Hoogspringen: De laatst overgebleven atleet mag niet afwijken van de voorgeschreven vervolghoogten. Bij gelijk eindigen zal geen barrage worden gesprongen. Kogelstoten: Alle atleten krijgen 3 pogingen, er zijn geen vervolg pogingen voor de beste 8. 200 meter: Bij de eerste valse start krijgen alle atleten een geel/zwarte waarschuwingskaart getoond, bij de tweede valse start wordt de atleet die deze valse start maakt gediskwalificeerd. Verspringen: Alle atleten krijgen 3 pogingen, er zijn geen vervolg pogingen voor de beste 8. Speerwerpen: Alle atleten krijgen 3 pogingen, er zijn geen vervolg pogingen voor de beste 8. 800 meter: Bij de eerste valse start krijgen alle atleten een geel/zwarte waarschuwingskaart getoond, bij de tweede valse start wordt de atleet die deze valse start maakt gediskwalificeerd. Bij meer dan 1 serie, moeten in de laatste serie de atleten worden geplaatst, welke tot vóór de 800m het hoogte puntentotaal hebben. Om deel te nemen aan het volgende onderdeel moet de atleet: Minimaal één poging hebben ondernomen om tot een geldige prestatie bij technische onderdelen te komen. Minimaal van start gaan bij looponderdelen, finishen is niet verplicht. 5

Algemene regels 100m en 110m horden Bij hordelopen moet de atleet tijdens het lopen van een bepaalde afstand een aantal keer over een zogenaamde "horde" springen. Een horde is een hekje dat op de loopbaan van iedere atleet staat. De hoogte varieert per afstand, net als de afstand tussen iedere horde. Hieronder zie je een tabel met bepalingen per afstand. De aanloop en de uitloop zijn respectievelijk de afstand tot aan de eerste horde en de afstand vanaf de laatste horde tot aan de finish. Lengte Categorie Hoogte Aantal horden Aanloop Tussenafstand Uitloop 100m dames 0,84m 10 13m 8,50m 10,50m 110m heren 1,067m 10 13,72m 9,14m 14,02m Voor iedere afstand geldt dat de horde bij een druk van tenminste 3,6 kg moet gaan kantelen. Verder mag elke horde maximaal 1,20m breed zijn. De start In wedstrijden tot en met 400m luiden de commando s: op uw plaatsen en klaar. Vervolgens luidt een startschot van een naar bovengericht start revolver. Bij wedstrijden tot en met 400m is een geknielde start uit een startblok verplicht. Na het commando op uw plaatsen moet de atleet naar de startlijn gaan en geheel binnen de hem/haar toegewezen baan zijn/haar plaats innemen achter de startlijn. Een atleet mag noch de startlijn noch de grond voorbij de startlijn met zijn handen of voeten aanraken als hij/zij zich in de startpositie bevindt. Beide handen en tenminste een knie moeten in contact zijn met de grond en beide voeten moeten in contact zijn met het startblok. Op het commando klaar moet de atleet direct zijn uiteindelijke startpositie innemen, waarbij beide handen contact met de grond en beide voeten contact met de voetplaten van de startblokken moeten houden. Zodra de starter zich er van overtuigd heeft dat alle atleten stabiel de juiste starthouding hebben aangenomen, moet de revolver worden afgevuurd. 6

Algemene regels hoogspringen Bij hoogspringen is het de bedoeling om over een lat te springen. De lat-doorsnede is driekantig of rond en heeft platte vlakken aan de uiteinden. Die uiteinden rusten ieder op steun die vast zit aan een standaard. Achter de lat ligt een dikke mat van minimaal 5 meter lang en 3 meter breed. Deze mat is de landingsplaats van de atleet. De atleet mag zelf een beginhoogte voor de lat kiezen. Als hij hier overheen gesprongen is, moet hij de lat hoger plaatsen, net zolang tot hij 3 keer achter elkaar een foutsprong heeft gemaakt (maximaal 5 sprongen). Bij een foutsprong valt de lat van de steunen af. Een poging mag afgebroken worden als de grond of het matras voorbij de standaards niet aangeraakt is. De springhoogte is de afstand tussen de bovenzijde van de lat en de grond. Dit getal wordt afgerond naar beneden op hele centimeters. Tenslotte mag er bij de afzet maar één voet gebruikt worden. Aanloop en afzetgebied De minimumlengte van de aanloop moet 15m zijn. Waar de omstandigheden dit toelaten zou de minimumlengte van de aanloop 25m moeten zijn. Hoogspring installatie Alle soorten staanders mogen worden gebruikt mits ze onbuigzaam zijn. De steunen om de lat op te leggen moeten stevig aan de staanders bevestigd zijn. De lengte van de staanders moet 0,10m hoger zijn dan de maximum hoogte waarop de lat kan worden gelegd. De afstand tussen de staanders mag niet minder dan 4,00m en niet meer dan 4,04m zijn. De oplegsteunen moeten vlak en rechthoekig zijn. Ze moeten stevig aan de staanders zijn bevestigd en moeten naar elkaar wijzen. Tijdens de sprong moeten zij onbeweeglijk zijn. Het uiteinde van de lat moet er zo op rusten, dat als de atleet de lat raak, deze zowel voorwaarts als achterwaarts gemakkelijk naar beneden valt. Het oppervlak van de oplegsteunen moet glad zijn. De oplegsteunen mogen niet bekleed zijn met rubber of met enig ander materiaal, dat de wrijving tussen de oplegsteunen en de uiteinden van de lat kan vergroten en zij mogen niet voorzien zijn van veren of dergelijke. Beide oplegsteunen moeten zich op dezelfde hoogte boven het aanloopvlak bevinden. Er moeten een ruimte van tenminste 10mm zijn tussen de uiteinden van de lat en de staanders. 7

Algemene regels kogelstoten Bij kogelstoten moet de atleet een kogel zover mogelijk de sector in stoten. Het stoten moet beginnen vanuit stilstand binnen een ring. Deze ring heeft een diameter van 2,135 meter. Een deel van de omtrek van de ring bestaat uit het stootblok, welke 10 cm boven het oppervlak van de ring uitsteekt. Het "werpen" van de kogel is verboden. De kogel moet zich dan ook bij het begin van de stoot dichtbij de kin en voor het vlak van de schouder bevinden. Tijdens de stoot en de voorbereidingen daarop mag de atleet niet buiten de ring komen. De atleet mag zijn of haar voet tegen het stootblok plaatsen. De kogel moet binnen de sectorlijnen neerkomen. De sectorhoek bij kogelstoten is 34.92 graden. De gestootte afstand wordt gemeten tussen de dichts bijzijnde indruk van de kogel (het "0-punt") en de binnenzijde van het stootblok. Iedere deelnemer mag 3 keer stoten. Na deze 3 stoten telt de beste stoot. Na de poging moet de atleet aan de achterkant van de ring uitstappen (over de middenlijn). Gewichten kogels De gewichten voor de kogels zullen voor de dames 3kg zijn en voor de heren 5kg. 8

Algemene regels 200m sprint Bij het sprinten moet er worden gestart uit een startblok. Na het commando Op uw plaatsen nemen de atleten plaats achter de startlijnen. Zodra de starter overtuigd is dat alle atleten stabiel de juiste houding hebben aangenomen wordt het revolver afgevuurd. Als naar mening van de starter (of recall starter) voor het startschot de startbeweging wordt begonnen wordt dit aangemerkt als een valse start en wordt de atleet gediskwalificeerd. De tijd wordt gemeten wanneer de romp (dus niet een arm, been, hand, voet, hals of hoofd) over de finish komt Tijdens de sprint moet er binnen de eigen laan gelopen worden. De lijnen mogen niet overschreden worden. Wanneer dit wel gebeurt kan een atleet gediskwalificeerd worden. De start In wedstrijden tot en met 400m luiden de commando s: op uw plaatsen en klaar. Vervolgens luidt een startschot van een naar bovengericht start revolver. Bij wedstrijden tot en met 400m is een geknielde start uit een startblok verplicht. Na het commando op uw plaatsen moet de atleet naar de startlijn gaan en geheel binnen de hem/haar toegewezen baan zijn/haar plaats innemen achter de startlijn. Een atleet mag noch de startlijn noch de grond voorbij de startlijn met zijn handen of voeten aanraken als hij/zij zich in de startpositie bevindt. Beide handen en tenminste een knie moeten in contact zijn met de grond en beide voeten moeten in contact zijn met het startblok. Op het commando klaar moet de atleet direct zijn uiteindelijke startpositie innemen, waarbij beide handen contact met de grond en beide voeten contact met de voetplaten van de startblokken moeten houden. Zodra de starter zich er van overtuigd heeft dat alle atleten stabiel de juiste starthouding hebben aangenomen moet de revolver worden afgevuurd. 9

Algemene regels verspringen De verspringbanen bestaan uit het aanloopgedeelte, een afzetbalk en een springbak. De minimale lengte van het aanloopgedeelte is 40 meter. Het einde van het aanloopgedeelte wordt gemarkeerd door de afzetbalk, die 20 cm breed is. Minimaal 1 meter en maximaal 3 meter achter de afzetbalk ligt de springbak, die gevuld is met zand. Het is de bedoeling om zover mogelijk in de springbak te springen. De gesprongen afstand wordt gemeten tussen de achterste indruk in de springbak en de rand van de afzetbalk (loodrecht hierop). De atleten mogen ieder 5 keer proberen om zover mogelijk te springen. De beste sprong telt. Als de voet van de atleet de afzetbalk overschrijdt bij het afzetten, is de gesprongen afstand ongeldig. Tevens geldt dit als een poging. Verder is het verboden om door de bak terug te lopen. Je moet altijd meteen aan de zijkant de bak verlaten. Als je dit niet doet, is de sprong ongeldig. Voor de veiligheid moeten de kuilen die door de springers worden gemaakt regelmatig dicht geharkt worden. Om beter te kunnen zien of de atleet wel voor de balk afgezet heeft, is er na de balk een plasticinebalk aangebracht. Dit laagje plasticine steekt 7 mm boven de balk uit. Als de atleet de balk overschrijdt, maakt hij een afdruk in de plasticine en wordt zijn sprong afgekeurd. De afstand tussen de afzetlijn en de achterkant van de landingsbak moet tenminste 10m zijn. De afzetlijn moet tussen 1m en 3m vanaf het begin van de landingsbak worden geplaatst. 10

Algemene regels speerwerpen Het doel van speerwerpen is om de speer over een zo groot mogelijke afstand te werpen. Bij het landen op de grond moet de punt van de speer als eerste de grond raken. De speerwerper mag een aanloop van maximaal 36,5 meter nemen. Tijdens de aanloop moet de speer naar voren wijzen. De speerwerper mag tijdens de aanloop en het werpen het einde en de zijkanten van de aanloopbaan niet overschrijden. De speer moet slechts met een hand bij de omwikkeling worden vastgehouden. Ze moet over de schouder of het bovenste deel van de werparm worden geworpen. Ze mag nooit geslingerd of met een draaibeweging geworpen worden. Niet-orthodoxe methoden zijn verboden. Iedere atleet mag tijdens een wedstrijd 3 keer werpen. De speer moet binnen de sectorlijnen landen. Dit zijn lijnen die hun oorsprong hebben in het zogenaamde 8 meter punt. Vanaf daar maken ze een hoek van 28 graden met elkaar (zie afbeelding). Na een worp gebruikt men een meetlint om de geworpen afstand op de meten. De gemeten afstand is de afstand tussen het punt waar de speer neerkomt (het "0-punt") en de afwerpboog. Een worp is slechts geldig, als de metalen kop voor enig ander deel van de speer de grond raakt. Vanaf de voorbereiding van de worp, totdat de speer in de lucht is, mag de atleet zich niet zo omdraaien, dat zijn/haar rug naar de werprichting wordt gekeerd. Gewichten speren Voor de dames zullen de speren 500g zijn en voor de heren zullen de speren 800g zijn. 11

Algemene regels 800m De 800 meter wordt in lanen gestart, het kan voorkomen dat twee atleten een laan moeten delen bij de start. De startlijnen zijn versprongen, zodat alle atleten allemaal 800m lopen, ook in de buitenbocht. Na het commando Op uw plaatsen nemen de atleten plaats achter de startlijnen. De starthouding is staand, de atleten mogen alleen met de voeten de grond raken. Zodra de starter overtuigd is dat alle atleten stabiel de juiste houding hebben aangenomen wordt het revolver afgevuurd. Als naar mening van de starter (of recall starter) voor het startschot de startbeweging wordt begonnen wordt dit aangemerkt als een valse start en wordt de atleet gediskwalificeerd. Na 100 meter voegen de atleten samen op de binnenste laan. Deze plaats is gemarkeerd met blokjes op de baan. Na 400 meter klinkt de bel als signaal, de lopers hebben nog 1 ronde te lopen. Hinderen, een atleet die een andere atleet duwt, voor hem langs loopt of hem de weg verspert, kan worden gediskwalificeerd wegens hinderen. Het is ook niet toegestaan om laan 1 aan de binnenkant te verlaten (afsnijden). De tijd wordt gemeten wanneer de romp (dus niet een arm, been, hand, voet, hals of hoofd) over de finish komt. 12

Puntentelling zevenkamp De punten worden als volgt berekend: Punten = INT(A*(B-P) C ) voor baanonderdelen Punten = INT(A*(P-B) C ) voor veldonderdelen A, B en C zijn parameters die per discipline verschillen, zoals is te zien in de tabel hieronder. P is de prestatie van de atleet in eenheden zoals deze in de laatste kolom staat weergegeven. Event A B C Eenheden 100 m horden 9,23076 26,7 1,835 seconden Hoogspringen 1,84523 75 1,348 centimeters Kogelstoten 56,0211 1.5 1,05 meters 200 m 4,99087 42,5 1,81 seconden Verspringen 0,188807 210 1,41 centimeters Speerwerpen 15,9803 3,8 1,04 meters 800 m 0,11193 254 1,88 seconden 13