7,7. Samenvatting door een scholier 2220 woorden 23 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4: Voeding en vertering

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4

8.3. Boekverslag door T woorden 19 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4. 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen

boek: biologie voor jouw ; klas 5 hoofdstuk 4 voeding hoofdstuk 4 paragraaf 1 geen belangrijke informatie hoofdstuk 4 paragraaf 2 voedingsmiddelen:

Samenvatting Biologie Thema 4 voeding en vertering

Samenvatting Biologie Thema Vertering

Samenvatting door een scholier 2124 woorden 26 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4: Voeding en Vertering.

THEMA: VOEDING EN VERTERING VWO

5,2. Samenvatting door een scholier 1671 woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen.

2,7. Samenvatting door Niels 1791 woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

7. Het gebit De bouw van het gebit Tanden en kiezen noem je gebitselementen. kroon. wortel

- Bij dierlijke voedingsmiddelen wordt bederf vaak veroorzaakt door salmonellabacteriën.

6 groepen voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water mineralen en vitamines. Je hebt alle 6 voedingsstoffen nodig om gezond te blijven.

Samenvatting Biologie Voeding en vertering

- Yoghurt: aan melk worden speciale soorten bacteriën toegevoegd. Deze bacteriën zetten energierijke stoffen in melk om in melkzuur.

Samenvatting Voeding en Vertering Biologie voor Jou VMBO 4. M.b.v. melkzuurbacteriën kun je melk omzetten in yoghurt Kaas en zuurkool

Samenvatting Biologie Voeding en vertering

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

5,8. Bs 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Samenvatting door een scholier 1678 woorden 31 oktober keer beoordeeld.

beschermende bouwstoffen brandstoffen reservestoffen eiwitten x x vetten x x x vitamine x x water x Mineralen x x koohlydraten x x x

Samenvatting Biologie Voeding en vertering

6,8. Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

- melkzuurbacteriën maken van melk yoghurt - melkzuurbacteriën worden gebruikt om zuurkool te maken

Examentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P?

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

Spijsverteringsstelsel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3

Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering

Aantekeningen B4T1 Voeding en vertering

6,5. Antwoorden door Een scholier 2083 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,9. Samenvatting door E woorden 6 november keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting door Een scholier 2020 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Samenvatting Biologie Thema 1.

5. a) Ja, brood bevat vel zetmeel (polysachariden) en snoep veel suiker (disachariden) b) D Want zonnebloem olie bevat meer onverzadigd vet

Mitochondriële ziekten

Samenvatting Biologie thema 2 voeding en vertering

6,5. Samenvatting door een scholier 1940 woorden 21 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Praktische opdracht Biologie Het verteringsstelsel

Samenvatting Biologie Thema 2 voeding en vertering.

5. a) Ja, brood bevat veel zetmeel (polysachariden) en snoep veel suiker (disachariden) b) D Want zonnebloem olie bevat meer onverzadigd vet

Spijsvertering vmbo-b12

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Voeding en vertering. Hoofdstuk 2

Samenvatting Biologie H2: Voedsel en vertering

Mitochondriële ziekten Spijsvertering

Samenvatting Biologie 2mhv thema 1

Examen Voorbereiding Voeding

- De allereerste moedermelk bevat eiwitten. Daardoor is de melk gelig van kleur, eiwitten zijn belangrijk voor een baby om nieuwe cellen te maken

Tractus digestivus externe secretie

Samenvatting Biologie Samenvatting Hoofdstuk 11 Vertering

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Thema 4 voeding en vertering

6,1. Werkstuk door een scholier 2069 woorden 7 april keer beoordeeld. 2 Vertering

5,5. Samenvatting door een scholier 2060 woorden 22 februari keer beoordeeld. Biologie

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen:

HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL. Combinatie opleiding VIG - MZ

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4, Voeding en vertering

23 keer beoordeeld 18 juni Plantaardige stoffen.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

6,3. Samenvatting door een scholier 2755 woorden 14 november keer beoordeeld. Biologie voor jou

HOOFDSTUK 15 VOEDING EN VERTERING

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

In dit deel van de bronnenbundel wordt eerst het verteringsstelsel van koeien beschreven. Daarna wordt het verteringsstelsel van varkens beschreven.

Samenvatting H H7 Eten H9 Je lichaam werkt

Vitamine B12 Brood Glucose Biefstuk Fruitsap Proteïnen. Zetmeel Calcium Broccoli

SPIJSVERTERINGSKLACHTEN

Vitamine B12 Brood Glucose Biefstuk Fruitsap Proteïnen Kiwi Zetmeel Calcium Broccoli

5,4. Antwoorden door een scholier 913 woorden 31 januari keer beoordeeld. Basisstof 1; voedselproductie

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5

Samenvatting Biologie Stofwisseling

ENZYMEN. Hoofdstuk 6

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

Spijsvertering. Voorwoord. Mijn spreekbeurt gaat over de reis van het voedsel. Met een moeilijk woord heet dat Spijsvertering.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen:

5.5. Boekverslag door Charley 1538 woorden 24 juni keer beoordeeld. Scheikunde

Energie-uitwisseling en stofomzetting in organismen. Plantyn Copyright

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

Gezonde Leefstijl: Alcohol

Voorbereidende opgaven Examencursus

Bouwstoffen: voor groei, ontwikkeling, herstel lichaam en vorming cellen en weefsels.

Er zijn zes groepen voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitamines.

Fysiologie / spijsvertering

Les 7 Spijsvertering 2. Spijsvertering Maag. Maagwand. Maag, duodenum, gal, resorptie, vetten, eiwitten, poortader

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Gezonde voeding

Koolhydraten. Voeding en Welzijn

Spijsverteringsstelsel. Anatomie. Mondholte Andere namen: Transportfunctie. Digestieapparaat Spijsverteringsapparaat

Werkstuk ANW Spijsvertering

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel.

Bekende koolhydraten: *glucose C6H12O6. *zetmeel (C6H10O5)n (macromolecuul) Een macromolecuul is een hele lange verbinding.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 12 en 14

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Module Voeding basis varkens

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

In dieet: Koolhydraten Vetten Eiwitten Brandstof (o.a. in celmembraan en grondstof hormonen)

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 2220 woorden 23 januari 2011 7,7 34 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Voeding en vertering Bassisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen Voedingsmiddelen Alles wat je eet of drinkt Voedingsstoffen Bruikbare bestandsdelen uit voedingsmiddelen Voedingsvezel Een verzameling stoffen die niet door de mens kan worden verteerd (bv. cellulose). Ballasstoffen =voedingsvezel Voedselvezel bevorderd de darmbewegingen en de stoelgang. De zes belangrijkste voedingsstoffen: - eiwitten (proteïnen) - koolhydraten - vetten (lipiden) - water - mineralen (zouten) - vitamines Bouwstoffen Worden gebruikt bij de vorming van (delen van) cellen en weefsels. Vooral belangrijk bij groei en ontwikkeling van lichaam, vervangen van afgestorven cellen en herstellen van verwondingen. Brandstoffen Worden gedissimileerd om energie te leveren. Nodig voor arbeid verrichten, groei, ontwikkeling, herstel en temperatuur op peil houden. Alle zes voedingsstoffen zijn belangrijk om gezond te blijven maar een tekort aan mineralen en vitamines kan bepaalde ziektes veroorzaken. Eiwitten Eiwitmoleculen zijn opgebouwd uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuurmoleculen. In eiwitten van de mens komen 20 verschillende aminozuren voor. Bij volwassenen kunnen acht aminozuren niet of onvoldoende worden gevormd. Deze moeten via het voedsel binnenkomen. Dit zijn essentiële aminozuren. https://www.scholieren.com/verslag/37928 Pagina 1 van 8

De overige niet-essentiële aminozuren kunnen in de lever worden gevormd uit andere aminozuren. Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen, zij worden gebruikt als bestandsdeel van cytoplasma, kernplasma en van tussencelstof. Eiwitten kunnen niet dienen als reservestof! Sommige eiwitten werken als: - Enzymen: versnellen chemische reacties in cellen - Hormonen: regelen processen in het lichaam - Transporteiwitten: hebben een functie bij het transport van stoffen (bv. hemoglobine in het bloed) Aminozuren die niet bij de eiwitsynthese worden gebruikt, worden gedissimileerd. Hierbij ontstaat ammoniak, die in de lever wordt omgezet naar ureum. Ureum wordt uitgescheiden met de urine. Koolhydraten Kunnen worden ingedeeld in: - Monosachariden: glucose en fructose - Disachariden: sacharose en maltose - Polysachariden: zetmeel Koolhydraten zijn belangrijke brandstoffen in je lichaam. 1 gram koolhydraat levert 17 kj energie. Bij een teveel aan koolhydraten zet het lichaam deze om naar glycogeen of vet. Een klein deel daarvan wordt omgezet in glycogeen (een polysacharide) en dat wordt opgeslagen in de lever en in de spieren. Het grootste gedeelte wordt omgezet naar vet. Dit wordt opgeslagen onder de huid of rondom organen. Koolhydraten kunnen een rol spelen als bouwstof (DNA-molecuul bevat desoxyribose = een monosacharide). Vetten (lipiden) Opgebouwd uit een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen. Verzadigd vetzuur Bevat het maximaal aantal waterstofatomen en heeft een rechte vorm. Vooral in dierlijke voedingsmiddelen. Bevatten ook veel cholesterol, veroorzaakt vaatziektes doordat cholesterol die bloedvaten vernauwd. Cholesterol is een vetachtige stof die in het bloed komt. Onverzadigd vetzuur Bevat niet het maximaal aantal waterstofatomen en heeft geen rechte vorm. Vooral in plantaardige oliën en vis. Belangrijk in het voorkomen van vaatziektes doordat het cholesterol afbreekt. Glycerol en de meeste vetzuren kunnen in je lichaam worden gevormd uit andere organische stoffen. Daardoor hoeft je voedsel maar weinig vetten te bevatten. Essentiële vetzuren: moeten voorkomen in de voeding. (voorbeeld essentiële vetzuur = linolzuur) Dienen als brandstoffen (1gr -> 38 kj) en bouwstoffen. Vet dient als reservestof. Het wordt gebruikt als schokbreker maar ook als isolatie om het lichaam warm te houden. Het is voor zeer lange termijn. Voor het verbranden van 1 gram vet is twee keer zoveel energie nodig dan voor glucose. Maar het levert ook twee keer zoveel energie op. Water https://www.scholieren.com/verslag/37928 Pagina 2 van 8

Water is een belangrijke bouwstof voor je lichaam. Water is ook belangrijk als oplosmiddel voor andere stoffen. Als een stof oplost veranderen de moleculen niet. Water is ook een transportmiddel. Water is belangrijk voor de regeling van het lichaamstemperatuur (bv. door zweten). Uitademen, urine en ontlasting zorgen voor verlies van water. Dit wordt weer een beetje aangevuld door dissimilatie maar het meeste door eten en drinken. Mineralen (zouten) Mineralen dienen als bouwstoffen. Maar zijn maar in kleine hoeveelheden nodig. Bv. calcium (Ca), kalium (K) en ijzer (Fe) Spoorelementen Mineralen die nodig zijn in zeer geringe mate. Bv. fluor (F), fosfor (P), jood (I), magnesium (Mg) en zwavel (S). Zijn vaak bestanddelen van enzymen en hormonen. Mineralen zijn klein genoeg dat zij oplossen in water waardoor zij door het darmkanaal heen kunnen. Vitamines Vitamines zijn organische stoffen die ervoor zorgen dat je gezond blijft. Zij zijn vaak bestanddelen van enzymen. Niet alle vitaminen kunnen in je lichaam worden gevormd. Provitamines Vitamines die in de voeding zitten en kunnen worden gebruikt om andere vitamines in het lichaam zelf te vormen. Gebreksziekten Ziektes die ontstaan bij een gebrek aan vitamines. Maar er kunnen ook ziektes ontstaan met een teveel van vitamines. Vitamine-B-complex Vitamine B is een verzameling van verschillende stoffen. Basisstof 2: Het aantonen van voedingsstoffen - Basisstof 3: Gezonde voeding De basis van een gezonde voeding is variatie. In voedsel mogen niet te veel additieven (= toegevoegde stoffen) voorkomen. Adviezen voor gezonde voeding Behalve variatie is ook de hoeveelheid voedsel belangrijk voor gezonde voeding. De hoeveelheid die iemand nodig heeft is afhankelijk van verschillende factoren: geslacht, leeftijd, lichaamsgewicht. De energiebehoefte is afhankelijk van de lichamelijke inspanning. Als je teveel eet wordt je dik. Dan gaat je lichaam vet opslaan (buikvet). Mensen die vooral vet opslaan bij de buik hebben een verhoogde kans op hartziekten, vaatziekten en suikerziekte. Om op een gezonde manier af te vallen kun je bijvoorbeeld een vermageringsdieet volgen. Het conserveren van voedsel https://www.scholieren.com/verslag/37928 Pagina 3 van 8

Door het conserveren van voedsel worden de omstandigheden voor micro-organismen ongunstig gemaakt. Alle organismen zijn afhankelijk van de werking van enzymen. Door voedsel op een lagere temperatuur te bewaren, gaat de enzymactiviteit afnemen of geheel stoppen. Zo bederft voedsel niet. Invriezen is een manier van snel bacteriën doden. Ingevroren voedsel moet na ontdooien snel worden klaargemaakt omdat er dan makkelijk bacteriën bij kunnen komen. Het bederf wordt vaak veroorzaakt door salmonellabacteriën. Bij voedselvergiftiging wordt iemand binnen enkele uren ziek door giftige stoffen. De bacteriën zelf hoeven niet meer aanwezig te zijn in het voedsel. Klachten: buikpijn en braken. Bij voedselinfectie komt een ziekmakende hoeveelheid micro-organismen in de darm terecht. Dit verstoord het natuurlijk evenwicht. Goede hygiëne bij het voorbereiden van voedsel is belangrijk om voedselvergiftiging, voedselinfectie en besmetting te voorkomen. Pasteuriseren Melk wordt snel verhit tot 72 C, hierbij worden bijna alle bacteriën gedood. Steriliseren Melk wordt verhit tot 130 à 140 C en dan direct erna wordt het vacuum verpakt. Additieven (toegevoegde stoffen) Conserveermiddelen Toevoeging aan voedsel dat ervoor zorgt dat het langer goed blijft. Natuurlijke conserveermiddelen Zuur, suiker en azijn. Onnatuurlijke conserveermiddelen Kunnen mensen flink ziek maken. Antioxidanten Zorgen ervoor dat voedsel niet ranzig wordt (bv. maynaise). Emulgatoren Zorgen ervoor dat voedsel in de juiste toestand blijft, dat niets naar de bodem zakt of naar boven drijft. Kleur-, geur- en smaakstoffen Worden toegevoegd aan voedsel om het aantrekkelijker te maken. Basisstof 4: Het verteringsstelsel van de mens Vertering vindt plaats in het darmkanaal (verteringskanaal). Dit gebeurt met behulp van verteringssappen die worden gemaakt in de verteringklieren. Veel verteringssappen bevatten enzymen. In de wand van het darmkanaal bevinden zich kringspieren en lengtespieren. Die trekken zich afwisselend samen waardoor het darmperistaltiek ontstaat. Hierdoor wordt het voedselbrij voortgeduwd, gekneed en goed gemengd met de verteringssappen. Het darmperistaltiek wordt geregeld door het autonome zenuwstelsel. Voedingsvezel (prikkel) prikkelt de spieren in de wand van het darmkanaal (receptor), vooral in de dikke darm. Hierdoor wordt de darmperistaltiek bevorderd (reactie). Door de mechanische bewerkingen vindt de vertering beter plaats. https://www.scholieren.com/verslag/37928 Pagina 4 van 8

Kauwen gebeurd met kiezen, snijtanden en hoektanden dienen voor het afbijten van stukken voedsel. Door kauwen wordt voedsel gemengd met speeksel. Speeksel bevat slijm en een enzym. Slikreflex De huig sluit de neusholte af. Het strottenhoofd sluit de luchtpijp af zodat het voedsel alleen de slokdarm in kan. Slikken prikkelt de peristaltische beweging van de slokdarm. Zo wordt het getransporteerd naar de maag. Maagsap wordt toegevoegd door kliertjes in de maagwand. Maagsap bevat enzym, zoutzuur (HCI) en slijm. Zoutzuur zorgt voor een zuur milieu in de maag. Bacteriën worden op deze manier gedood. Maagslijm vormt een beschermende laag voor de maagwand. Deze is van eiwitten gemaakt en het maagsap zou deze kunnen beschadigen anders. De uitgang van de maag wordt afgesloten met het maagportier. Als deze kringspier zich ontspant gaat een kleine hoeveelheid eten naar de twaalfvingerige darm. In de twaalfvingerige darm monden de afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier uit. De lever produceert gal. Gal wordt opgeslagen in de galblaas. Als het nodig is gaat het gal via de galbuis naar de twaalfvingerige darm. Gal bevat galkleurstoffen en galzure zouten. Vet lost niet op met water. Galzure zouten emulgeren vetten en oliën. De alvleesklier produceert alvleessap. Alvleessap en darmsap bevatten verschillende enzymen. Basisstof 5: De verteringssappen Monosachariden, water, mineralen en vitamines hoeven niet verteerd worden voordat ze in het bloed worden opgenomen. Eiwitten, disachariden, polysachariden en vetten moeten verteerd worden voordat ze in het bloed kunnen worden opgenomen. Eiwitmoleculen -> aminozuurmoleculen Moleculen van polysachariden en disachariden -> monosachariden Vetmoleculen -> glycerolmoleculen en vetzuurmoleculen Speekselklieren Er zijn drie paar die zich in de mond bevinden. In de mond begint de vertering. Wordt geregeld door het autonome zenuwstelsel. Speeksel bevat het enzym amylase. Amylase is een onderdeel van de vertering van zetmeel naar maltose (disacharide). Amylase wordt onwerkzaam in de maag. Pepsinogeen is een inactief pro-enzym dat in de maagwand wordt geproduceerd. In de maag wordt pepsinogeen onder invloed van zoutzuur geactiveerd tot pepsine. Onder invloed van het enzym pepsine worden eiwitmoleculen gesplitst. De verteringsproducten zijn enkele vrij lange aminozuurketens, die polypeptiden worden genoemd. Pepsine kan zelf ook pepsinogeen activeren. Dit is een proces van positieve terugkoppeling. Het openen en sluiten van het maagportier is afhankelijk van de ph in de twaalfvingerige darm. 1. Als er voedsel in de twaalfvingerige darm komt, wordt de ph laag. De kringspier van de maagportier trekt zich samen. 2. Alvleessap (basisch) uit de alvleesklier komt dan in de twaalfvingerige darm waardoor de ph weer stijgt. 3. De maagportier ontspant weer zodat er meer voedsel bij kan. https://www.scholieren.com/verslag/37928 Pagina 5 van 8

Alvleessap Bevat de enzymen amylase, trypsine, peptidasen en lipase. Amylase Verdere afbraak van zetmeel tot maltose. Trypsine Splitst lange polypeptiden tot korte polypeptiden. Peptidasen Breekt korte polypeptiden verder af tot dipeptiden en tripeptiden. Lipase Splitst vetmoleculen tot een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen. Darmsap Bevat onder andere de enzymen maltase, sacharase, lactase en peptidasen. Maltase Splitst een maltosemolecuul in twee glucosemoleculen. Sacharase Verteert sacharose. Lactase Verteert lactose. Peptidasen Breken de di- en tripeptiden af tot aminozuren. Vertering van eiwitten: eiwit pepsine lange polypeptiden trypsine korte polypeptiden peptidasen di- en tripeptiden peptidasen aminozuren Vertering van zetmeel: zetmeel https://www.scholieren.com/verslag/37928 Pagina 6 van 8

amylase maltose maltase 2 x glucose resorptie Enzym Substraat Verteringsproduct(en) Amylase Zetmeel Maltose Lactase Lactose Glucose en galactose Maltase Maltose Glucose Sacharase Sacharose Glucose en fructose Peptase Eiwitten Lange polypeptiden Tryptase Lange polypeptiden Korte polypeptiden Alvleessappeptidasen Polypeptiden Di- en tripeptiden Darmsappeptidasen Di- en tripeptiden Aminozuren Lipase Vetten Vetzuren en glycerol Basisstof 6: Resorptie De wand van de dunne darm is sterk geplooid. Op de darmplooien staan uitstulpingen: de darmvlokken. De buitenste laag cellen van de darmvlokken wordt het darmepitheel genoemd. De cellen van het darmepitheel hebben een groot aantal microscopisch kleine uitstulpingen, de microvilli. De darmplooien, darmvlokken en microvilli zorgen ervoor dat de oppervlak voor het opname van stoffen heel groot is. Stoffen in het darmepitheel worden opgenomen door actief transport. Deze opname wordt resorptie genoemd. Er vindt bij resorptie een intensieve dissimilatie plaats. In de darmvlokken bevinden zich haarvaten en lymfevaten. Geresorbeerde monosachariden en aminozuren worden opgenomen in het bloed via de haarvaten. Ook mineralen, vitamines en een groot deel van het water wordt zo opgenomen in het bloed. Een groot deel van de haarvaten gaan naar hetzelfde bloedvat: de poortader. Aan de onderkant van de blindedarm zit een uitstulping, de appendix (wormvormig aanhangsel). Bij een blindedarmontsteking (appendicitis) is de appendix ontstoken. In de dikke darm word alle water geresorbeerd en de laatste mineralen. Er leven in de dikke darm veel bacteriën. Die produceren een enzym voor de vertering van cellulose. In de verteringssappen van de mens komt geen enzym voor dat cellulose kan verteren. Bij de vertering van cellulose ontstaat glucose. Sommige bacteriën produceren vitamines (bv. vitamine K), die worden geresorbeerd in de dikke darm. Onverteerde voedselresten verzamelen in de endeldarm. Hier worden ook stoffen geresorbeerd. https://www.scholieren.com/verslag/37928 Pagina 7 van 8

De endeldarm wordt afgesloten door een kringspier, de anus. Ontlasting (feaces) bestaat uit onverteerde voedselresten, water en zeer veel bacteriën. https://www.scholieren.com/verslag/37928 Pagina 8 van 8