DE TWEEDE WET VAN NEWTON

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Natuurkunde H3 Beweging

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante,

Verslag Natuurkunde De snelheid van een karretje.

Samenvatting snelheden en

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Een verslag van de slingerproef en de proef over de slingertijd van de eigen benen. Het verslag bevat de volgende onderdelen:

Fase 2: De waarnemingen Fase 3: De resultaten... 4

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Verslag Natuurkunde Versnelling Karretje

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

Practicumverslag ingeleverd op

Veerkracht. Leerplandoelen. Belangrijke formule: Wet van Hooke:

Inleiding opgaven 3hv

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

2QGHU]RHNGRHQ. VWO-versie Onderzoek doen

PRACTICUM SPRINGEN, KRACHT EN VERSNELLING

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht

snelheid in m/s Fig. 2

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht Soorten krachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Significante cijfers en meetonzekerheid

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

Profielwerkstuk Natuurkunde Wrijving op een karretje

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Practicum elektriciteit VMBO-t, Havo & Atheneum

Afmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)

Onderzoek doen. VWO versie. VWO-versie Onderzoek doen Versie NAAM:

jaar: 1990 nummer: 06

Snelheid en kracht. 4.1 Inleiding. 4.2 Soorten krachten

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

Krachten (4VWO)

Inleiding kracht en energie 3hv

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4

LESBRIEF LOPEN ALS EEN MENS

Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Veerconstante bepalen

MBO College Hilversum. Afdeling Media. Hans Minjon Versie 2

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo

Maken van een practicumverslag

Extra opdrachten Module: bewegen

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Meten met de ultrasoon afstandsensor:

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten

Diagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo

Waterweerstand. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Kracht en Beweging. Intro. Newton. Theorie even denken. Lesbrief 4

Diagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.

Arbeid, vermogen en rendement

B = 3. Eenparig vertraagde beweging B = 4. Stilstand C = 3. Eenparig vertraagde beweging

Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008

An analytical algebraic approach to determining differences in oscillation data between observed, computed and simulated environments

Eenparige rechtlijnige beweging

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Viscositeit. par. 1 Inleiding

Eenparige rechtlijnige beweging

Viscositeit. par. 1 Inleiding

Impuls en stoot. De grootheid stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt.

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde

KLAS 5 EN BEWEGING. a) Bereken de snelheid waarmee de auto reed en leg uit of de auto te hard heeft gereden. (4p)

Examen VWO Compex deel 2. Natuurkunde

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Kracht en Energie Inhoud

Onderzoek van de vrije valbeweging

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Mooie samenvatting: Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

NAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009

Uitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak)

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen?

Naam: Klas: Repetitie versnellen en vertragen 1 t/m 6 HAVO

Advanced Creative Enigneering Skills

Examentraining Leerlingmateriaal

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Lesbrief Hellingproef

Transcriptie:

DE TWEEDE WET VAN NEWTON Natuurkunde PO4 Roshano Dewnarain, G3a 21 06 2017 In samenwerking met Romée Danoe, Oscar Zwagers, Ewoud van der Straten, Ruben Bouwsma en Eva Stok

INHOUDS OPGAVE INLEDING... 1 Sir Isaac Newton... 1 De tweede wet van Newton... 2 Onderzoeksvraag... 3 Hypothese... 3 PLAN VAN AANPAK... 4 Werkwijze... 5 WAARNEMINGEN... 6 Tabel... 6 RESULATEN... 7 Grafiek... 7 De vergelijking voor de trendlijn... 8 CONCLUSIE EN DISCUSSIE... 9

Hypothese... 9 Conclusie... 9 Discussie... 10 LITERATUURLIJST... 11 BIJLAGEN: LOGBOEK... 12 ONDERZOEKSVRAAG EN DEELVRAGEN... 12 ORIENTATIEVRAGEN... 13 PLAN VAN AANPAK... 13 Werkwijze... 13 Tabel... 14

INLEDING Naar aanleiding van het hoofdstuk over kracht en beweging, hebben we een zelfstandig onderzoek gedaan naar de tweede wet van Newton. Op school zijn we bezig geweest met een practicum, waar we nu verslag naar doen. Sir Isaac Newton Isaac Newton wordt door velen beschouwd als de grootste wetenschapper ooit. Voor ons lijken Newtons inzichten lijken voor ons van zelfsprekend. Toch was dit in zijn tijd een ander verhaal. Een wetenschappelijke revolutie was het, Newtons bevinding. In 1642, met kerstmis, werd Newton in het dorpje Woolsthorpe geboren. Vanaf zijn twaalfde ging Newton naar school, maar toonde niets van zijn intellectuele talenten. In zijn vrije tijd was hij echter veel bezig met academische bezigheden, voornamelijk wetenschap. Hij deed de lokale bevolking perplex staan met zijn vliegende lantaarns en handgemaakte waterlokken. John Stokes, een leraar van Newton, zag het talent van de jongen in en moedigde hem aan om naar de Universiteit van Cambridge te gaan. Op zijn negentiende werd hij hier toegelaten. Vaak was Newton veel drukker bezig met zijn eigen onderzoeken, waardoor hij nauwelijks tijd besteedde aan school. Hij slaagde dan ook maar net. 1

Newton heeft enorm veel ontdekkingen gedaan. Te beginnen met zijn bekendste: de drie grote wetten van beweging. Het verhaal gaat dat hij zijn inspiratie voor zijn ideeën over zwaartekracht kreeg op een late zomerdag in 1666, toen hij een appel zag vallen. Zijn drie wetten luiden: 1e wet van Newton F=0 v=constant 2e wet van Newton F = m a 3e wet van Newton FAB = -FBA F = resultante (N) v = snelheid (m/s) F = resultante (N) m = massa (kg) a = versnelling (m/s2) FAB kracht van A op B (N) FBA kracht van B op A (N) De tweede wet van Newton De tweede wet van Newton luidt: Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort. In formulevorm is dit: F = m a Hierin in F de nettokracht, m de totale massa en a de versnelling. Deze formule laat zien dat een nettokracht een versnelling veroorzaakt, de kracht veroorzaakt dus een verandering van de snelheid. Volgens deze wet is de kracht die nodig is om een versnelling te veroorzaken gelijk aan de versnelling keer de massa. Je kunt dus ook andersom redeneren. Als de kracht groter wordt, wordt de versnelling groter (er vanuit gaande dat de massa gelijk blijft). Verder zegt de wet dat als de massa groter wordt, je een grotere kracht nodig hebt om dezelfde versnelling te bereiken. Met een luchtkussenbaan kun je een wagentje versneld laten bewegen. Uit de baan stroomt door vele gaatjes lucht, die ervoor zorgen dat de glijder zweeft op een laagje lucht. Hierom zijn de tegenwerkende krachten te verwaarlozen. De resultante is dan gelijk aan de zwaartekracht op de gewichtendrager en het gewichtje. 2

Onderzoeksvraag Het doel was om de tweede wet van Newton als het ware te bewijzen. Met dit doel in ons achterhoofd hebben we de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Als je de kracht op de glijder verdubbeld wordt de versnelling dan ook twee keer zo groot? Om de hoofdvraag zo goed mogelijk te beantwoorden, hebben we ook nog drie deelvragen bedacht: 1. Stel de vergelijking op voor het verband tussen kracht en versnelling? 2. Welk verband heeft de F-a diagram? 3. Is de versnelling eenparig? 4. Waarom kan je hiervan uit gaan? Hypothese Ik denk dat de versnelling twee keer zo groot wordt, als de kracht op de glijder verdubbeld. Als we dit bekijken vanuit de theorie wordt deze stelling bevestigd. Volgens de tweede wet van Newton (F = ma), wordt de versnelling twee keer zo groot als de kracht ook twee keer zo groot wordt, in het geval dat de massa gelijk blijft. De massa op de glijder veranderd niet. De kracht en de versnelling echter wel. De versnelling compenseert dus de vergroting van de kracht. 3

PLAN VAN AANPAK In het logboek hebben we het plan van aanpak anders beschreven. Omdat op de luchtkussenbaan geen gewichtjes geplaatst konden worden, waren we genoodzaakt de werkwijze aan te passen. In dit practicum onderzoeken we de volgende grootheden en eenheden: Grootheid Symbool Eenheid Symbool Massa m Kilogram g Kracht F Newton N Afstand s Meter m Tijd t Seconde s Snelheid v Meter per m/s seconde Versnelling a Meter per seconde kwadraat m/s 2 Voor dit proefje hebben we het volgende nodig gehad: Luchtkussenbaan Glijder Gewichtendrager Gewichtjes Katrol Touw Stopwatch/computerprogramma 4

In de onderstaande afbeelding is de testopstelling te zien die we hebben gebruikt. Werkwijze 1. Allereerst zorgden we ervoor dat de afstand tussen de sensoren precies 1 meter was. 2. Telkens wanneer we nieuwe gewichtjes aan het touw hingen, noteerden we de massa van de gewichtjes samen. De zwaartekracht die op deze gewichtjes werken is gelijk aan de resultante (nettokracht). Het is belangrijk dat het wagentje op zijn plek wordt gehouden. 3. Eerst zetten we het computerprogramma aan voordat we de glijder loslaten. 4. Vervolgens lazen we de tijd af wanneer de glijder door de sensoren ging. 5. Nu zetten we de glijder weer terug op zijn plek en hingen een extra gewichtje aan het touw. 5

WAARNEMINGEN Meting Massa (g) Kracht (N) Afstand (m) Tijd (s) Gemiddelde snelheid (m/s) Eindsnelheid (m/s) Versnelling (m/s 2 ) 0 0 0 0 0 0 0 0 1 25 245 1 1,3 0,77 1,54 1,18 2 50 490 1 0,8 1,23 2,46 3,08 3 75 735 1 0,66 1,52 3,04 4,61 4 100 980 1 0,62 1,61 3,22 5,19 5 125 1225 1 0,56 1,709 3,418 5,62 6 150 1470 1 0,52 1,92 3,84 7,38 7 175 1715 1 0,5 2 4 8 8 200 1960 1 0,48 2,08 4,16 8,67 9 225 2205 1 0,44 2,27 4,54 10,32 10 250 2450 1 0,48 2,08 4,16 8,67 Tabel In de bovenstaande tabel staan onze meetwaarden. De massa hebben we gewogen met een weegschaaltje. De kracht hebben we berekend door de massa te vermenigvuldigen met 9,8 (de valversnelling op aarde). De afstand hebben we standaard op precies 1 meter gezet. De tijd werd berekend door twee sensoren. De tijd is de tijd dat de glijder tussen de twee sensoren was. De snelheid werd berekend met de afstand en de tijd (v = s/t). De versnelling hebben we berekend met de tijd (de glijder ging vanuit stilstand door de eerste sensor) en de eindsnelheid (de gemiddelde snelheid is standaard de helft van de eindsnelheid, als de snelheid van de glijder vanuit stilstand gemeten wordt). 6

VERSNELIING (M/S 2 ) RESULATEN VERSNELLING (M/S2) 12 10 8 6 4 2 0 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 RESULTANTE OP DE GLIJDER (N) Grafiek In de bovenstaande grafiek is de versnelling uitgedrukt als de functie van de resultante op de glijder. In de grafiek lopen zoals je ziet twee lijnen. De lijn waarin onze meetwaarden in verwerkt zijn. En de trendlijn, hoe de grafiek eigenlijk zou moeten lopen. 7

De lijn waarin onze meetwaarden in verwerkt zijn, is zoals je ziet niet helemaal recht en er is niet echt een duidelijk verband in waar te nemen. Het verband tussen de resultante op de glijder en de versnelling in de trendlijn is recht evenredig. De grafiek gaat door de oorsprong en neemt met gelijke aantallen toe. De vergelijking voor de trendlijn: Omdat voor onze eigen waarnemingen geen vergelijking op te stellen is, stellen we een vergelijking op voor de trendlijn. Het is nogal moeilijk om een vergelijking op te stellen voor een grafiek waarvan je maar één snijpunt zeker weet. Daarom hebben we Excel het werk laten doen. De formule die hier uit komt is. Versnelling (a) = 0,0044 resultante op de glijder (F) Volgens de theorie mogen we er vanuit gaan dat er sprake is van een eenparige versnelling. Doordat op de luchtkussenbaan de tegenwerkende krachten te verwaarlozen zijn, is er dus geen kracht die de glijder tegenhoudt. 8

CONCLUSIE EN DISCUSSIE Hypothese Ik denk dat de versnelling twee keer zo groot wordt, als de kracht op de glijder verdubbeld. Als we dit bekijken vanuit de theorie wordt deze stelling bevestigd. Volgens de tweede wet van Newton (F = ma), wordt de versnelling twee keer zo groot als de kracht ook twee keer zo groot wordt, in het geval dat de massa gelijk blijft. De massa op de glijder veranderd niet. De kracht en de versnelling echter wel. De versnelling compenseert dus de vergroting van de kracht. Conclusie Als we de opgestelde vergelijking (Versnelling (a) = 0,0044 resultante op de glijder (F)) invullen, krijgen we de volgende vergelijking: a = 0,0044 F Of F = a / 0,0044 Uit deze vergelijking kunnen we concluderen dat de glijder 0,0044 kg (of 4,4 g) weegt. Aangezien de werkelijke meetwaarden dit niet 9

kunnen bevestigen, weet ik niet zeker of dit zo is. In dit geval ga ik er wel van uit. Als de kracht dus twee keer zo groot wordt, betekent dit dat de versnelling ook twee keer zo groot wordt. Discussie Op een of andere manier komen onze resultaten niet overeen met de theorie. Onze grafiek is schots en scheef, terwijl deze volgens de theorie netjes recht evenredig zou moeten zijn. Dit zou verschillende redenen kunnen hebben. De gaatjes in de luchtkussenbaan waren minimaal. De afstand tussen de gaten was redelijk groot en het aantal gaten was redelijk klein. Het zou zo kunnen zijn dat de glijder niet echt zweefde op de luchtkussenbaan, waardoor er toch nog sprake was van wrijvingskracht. Onze proef kon überhaupt niet goed uitgevoerd worden. In de bijlage ziet u wat de eigenlijke bedoeling was van dit verslag. Dit heeft voor enige complicaties gezorgd in het uitvoeren van het practicum. 10

LITERATUURLIJST Natuurkunde lesboek, nova VWO 3 De grote wetenschappers, John Farndon 11

BIJLAGEN: LOGBOEK NATUURKUNDE HAVO/VWO 3 LOGBOEK VERSNELLING EN KRACHT In dit practicum maken we gebruik van een luchtkussenbaan. Op de luchtkussenbaan zit een glijder. Deze glijder ondervindt bijna geen wrijving omdat, de naam zegt het al, er lucht onderdoor word geblazen. Met dit onderzoek proberen we te onderzoeken wat het verband is tussen de resultante (de kracht die het wagentje vooruit duwt) en de versnelling? ONDERZOEKSVRAAG EN DEELVRAGEN Onderzoeksvraag: Wat is het verband tussen de resultante op de glijder en de versnelling? Deelvragen: Is er een constante versnelling? Welk verschil kun je waarnemen tussen de meetwaarden? Hoe kun je dit verschil verklaren? 12

ORIENTATIEVRAGEN Wie was Isaac Newton? Vertel iets over zijn leven en werken. Wat ontdekte hij over kracht? Leg uit over de tweede wet van Newton PLAN VAN AANPAK Voor dit proefje hebben we het volgende nodig: Luchtkussenbaan Glijder Gewichtendrager Gewichtjes Katrol Touw Stopwatch Hieronder zie je de testopstelling die we gaan gebruiken: Werkwijze We noteren de massa per meting en berekenen de voortstuwende kracht, dit noteren we in de tabel. Dan zetten we op het luchtkussenbaan een begin en een eindstreep en meten we de tijd dat het wagentje erover doet. We doen dit met verschillende massa s op het wagentje. 13

Tabel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Met ing Ma ssa (g) Kra cht (N) Afst and (m) Gemid delde tijd (s) Gemid delde snelhei d (m/s) Eindsn elheid (m/s) Versn elling (m/s 2 ) Verho uding tussen gewich tjes 1 10-0 2 9-1 3 8-2 4 7-3 5 6-4 6 5-5 7 4-6 8 3-7 9 2-8 10 1-9 11 0-10 In totaal heb je 10 gewichtjes nodig. Let goed op de verdeling van de gewichtjes! Deze beïnvloeden de resultante. LET OP: de massa is de gezamenlijke massa van de gewichtendrager en de gewichtjes die erop liggen. Deze is dus telkens gelijk! 14