Willen weten hoe het echt zit



Vergelijkbare documenten
Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Q&A Bestuurlijke visitatie

Notitie functioneringsgesprekken

Acteren in het krachtenveld

Welkom in het Horizon College

NSOB Winter Course. Ambtelijk vakmanschap

Evaluatie groepsinteracties door ervaringsdeskundigen stichting Waarheid bij JCC den Haag De kracht zit in de mensen én de methode!

COLUMN VERBINDEND EN ONDERWIJSKUNDIG LEIDERSCHAP NATIONAAL ONDERWIJSDEBAT 9 OKTOBER 2008 HARRIE AARDEMA, CONCEPT

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

Voor de Raad van State als adviseur en bestuursrechter is het van. belang zicht te hebben op wat er leeft in de werelden van recht,

Wat doe jij op de eerste schooldag in 2015???

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ridderkerk dragen we samen!

Audit & communicatie? Framing, scripting, casting

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

Procesmanagement. 10 tips. Onafhankelijk. Degelijk. Duidelijk.

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd

OP ZOEK NAAR...NIEUWE GEMEENTEGRENZEN. EEN PRAATSTUK

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Alleen samen maken we Nijkerk mooier

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving.

Het organiseren van een proefvisitatie

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Opleidingsprogramma DoenDenken

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. Geachte mevrouw Arib,

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

Verdieping: Waarom aftreden?

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld

Leiderschapsrollen Uitgelicht

Handvesttoets; Wat is het? Wat levert het op? Februari 2016

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Samenvatting. Adviesaanvraag

Kritische reflectie op de rol van de adviseur in het publieke domein. Bijdrage aan AEF live op donderdag 15 september 2016

Voorbeeldig onderwijs

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014

Onderzoek Van regels naar relaties

REKENKAMERCOMMISSIE. Aan de leden van de raad. Geachte leden van de raad,

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Informatiepakket stakeholderpro

Innoveren als avontuurlijke tocht

Toezichtsvisie Woonstichting Land van Altena

In contact met belanghouders!

Het Nieuwe Werken en Werken Anno Nu

Intervisie wat is het?

Reflectieverslag mondeling presenteren

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum: Toekomstagenda Vijf van de Meierij.

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Communicatie en participatie

Wij. maken Dordt SAMEN AAN DE SLAG MET INITIATIEVEN. Wij maken Dordt Samen aan de slag met initiatieven

Het Innovatiekompas Inspiratie sessies Dr. Guy Bauwen

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

COLLEGIALE BESTUURLIJKE VISITATIE

De HGW-bril toegepast in de cel leerlingenbegeleiding

Het waarom van ons aanbod

Zoetermeer, 24 juni 2015

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

VISITATIE VAN WONINGCORPORATIES. Verantwoorden en leren

Een betrouwbare overheid. Gemeentelijke samenwerking en financiën

Duiden, verbinden en vakmanschap

Games & Interactie c Art, Media & Me Saskia Freeke Sonja van Vuuren Martin Lacet John Hennequin

Coalitievorming en Participatie: Een praktische beschouwing

Maatschappelijke aandeelhouders. Nijmegenaren als volwaardige gesprekspartners van corporaties, zorg- en onderwijsinstellingen

Procesdenken en de cultuur van de organisatie

Weerbaarheidsnieuws. Thema: duurzame inzetbaarheid. Nr. 17 NIEUWSBRIEF. Inhoudsopgave: Weerbaarheidsnieuws

Onderwerp: Advies over de informatievoorziening betreffende de Amsterdamse jeugdhulp

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

Communiceren met de achterban

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

Een paar maanden geleden installeerde ik een burgemeester. Dat doe ik wel vaker, maar dit was echt een burgemeester 2.0.

Presentatie evaluatie RAP

WIJ ZIJN ACTIUM EN DIT IS ONZE KOERS STRATEGISCHE KOERS

AANPAK BINNENSTAD SCHIEDAM

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De ervaren commissaris verdiept en vernieuwt. Ook zichzelf. High Level Toezicht

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Werkconferentie woensdagmiddag 24 april Erfgoednota Leiden Startdocument voor hoofdthema Stad van (internationale) kennis en collecties

Ilta van der Mast Naar een nieuw systeem van sociale volkshuisvesting

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Vraagstelling fundamentele vragen


TRAINING PUBLIC AFFAIRS

*Z001F59E44 9* Leiderdorp, 16 september Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid

Reflectie op besluitvorming en handelen

Evaluatieverslag mindfulnesstraining

Samen vormgeven aan de toekomst

Aandacht nodig voor goed onderwijs op het gebied van ondernemerschap

Loslaten is het nieuwe vasthouden. Hoofdstuk 9

Werkplan 2018 Regio 9

STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING

Transcriptie:

Willen weten hoe het echt zit Een nadere beschouwing van de Visitatiecommissie wijkenaanpak Maurice Cramers Mark van Twist Vorm geven aan inhoud ATELIERREEKS

Willen weten hoe het echt zit Een nadere beschouwing van de Visitatiecommissie wijkenaanpak Maurice Cramers Mark van Twist 2014 isbn 978-90-75297-36-2 Vorm geven aan inhoud atelierreeks

Inhoudsopgave 1 Woord vooraf 3 2 Verantwoording 5 3 De Visitatiecommissie wijkenaanpak 7 4 Zicht krijgen op de praktijk 12 5 De visitatiecommissie op zoek naar hoe het echt zit 14 6 Façades ontnemen het zicht op de werkelijkheid 18 7 Een gelaagde werkelijkheid 24 8 Van de rauwe werkelijkheid terug naar de talige werkelijkheid 26 9 Tot slot 28 Noten, literatuur 30 Over de auteurs drs. Maurice Cramers msus is senior adviseur bij het Directoraat-generaal Wonen en Bouwen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. prof dr. Mark van Twist is hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit en is decaan en bestuurder van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Eerder in deze reeks verschenen Bestuursondersteuning tussen voorhoede en achtervang Een essay over de compensatie van de onvolkomen organisatie, Martijn van der Steen, Rik Peeters, Mark van Twist, Martin Schultz, 2012 Gezag uitgedaagd Over populisme en politie, Timo Kansil, 2012 Gevoel voor bewijs Naar vloeiende verbindingen tussen kennis en beleid, Rien Rouw, 2011

1 Woord vooraf Op een koude, zonnige donderdagmiddag in december 2010 fietst een vijftal leden van de Visitatiecommissie wijkenaanpak door de deelgemeenten Charlois en Feijenoord in Rotterdam-Zuid. Tijdens het ochtendprogramma van de visitatiedag heeft de commissie gesproken met de wethouder wijkenaanpak van Rotterdam, de verantwoordelijke bestuurders van de deelgemeenten Charlois en Feijenoord en de bestuurders van de woningcorporaties Com Wonen, Vestia, Woonbron en Woonstad. Onderwerpen voor de visitatiedag zijn het zogenoemde Pact op Zuid en de Bijzondere Aanpak Zuid. De fietstocht in de middag is georganiseerd door corporatie Woonstad en ambtenaren van de gemeente en is bedoeld om de commissieleden te laten zien hoe hetgeen gedurende de ochtend is besproken er in het echt uitziet. Samen met een vertegenwoordiger van deelgemeente Charlois, de programmaleider van de gemeente Rotterdam, en een medewerker van Woonstad start de commissie haar fietstocht vanuit het Wijkcentrum in de Clemensstraat in Oud Charlois. Onderweg wordt als eerste gestopt bij een herstructureringsproject in de Vogelbuurt. Vervolgens geeft de medewerker van Woonstad iets verderop uitleg hoe het proces van woningrenovatie in de Bas Jungeriusstraat is verlopen en informeert over de problemen met de verhuur- en verkoopbaarheid van de woningen na de renovatie. De volgende bestemming is de hoek Boelstraat / Bonaventurastraat waar de commissieleden bij de wijkpost van de deelgemeente Charlois worden opgewacht door de gebiedsmanager van de Tarwewijk. Hij vertelt de commissieleden over de problemen in de buurt en de positieve effecten van de door de deelgemeente aangestelde straatcoach. Vervolgens loopt de commissie naar de Voetjesstraat om een beeld te krijgen van het hardnekkige probleem van verwaarloosde binnentuinen. De leden van de commissie zien fietswrakken, vuilniszakken, afgedankt meubilair en veel en hoog onkruid. Vervolgens stapt iedereen weer op de fiets en steken zij de Mijnsherenlaan over naar de Millinxbuurt. Woningcorporatie De Nieuwe Unie (voorloper van Woonstad) heeft hier rond de eeuwwisseling flink geïnvesteerd in het opkopen, slopen en renoveren van wooncomplexen. De commissieleden stappen even af bij het Millinxparkhuis, een nieuw multifunctioneel centrum met o.a. een kinderdagverblijf, dat geldt als keerpunt van de vernieuwing van de Millinxbuurt. De fietstocht eindigt in het wijkcentrum op het Oleanderplein, waar het programma van de visitatiedag in de vorm van gesprekken met professionals wordt voortgezet. Willen weten hoe het echt zit 3

Bij visiteren gaat het er om te achterhalen hoe de werkelijkheid in elkaar steekt, nagaan hoe het echt zit. Het voeren van gesprekken met bestuurders, professionals, bewoners, en zoals in het geval van het bezoek van de Visitatiecommissie wijkenaanpak aan Rotterdam, een bezoek aan de wijk in de vorm van een fietstocht, maken daar onlosmakelijk deel van uit. Onmiskenbaar leveren ze een rijker beeld op van de uitvoeringspraktijk van wijkgericht werken dan alleen wordt verkregen uit beleidsnota s en onderzoeksrapporten, waarin innovaties en creatieve werkwijzen zijn teruggebracht tot abstracte beschouwingen of statistieken. Maar achter deze getoonde werkelijkheid schuilen andere vraagstukken. Krijg je als visitatiecommissie ook echt de werkelijkheid te zien? Is het op deze wijze verkregen beeld behalve rijker ook werkelijk beter, in de zin van juister en echter? Wat de visitatiecommissie vanaf de fiets waarnam zagen ze met eigen ogen en was dus echt. Maar is er niet veel meer sprake van een vooropgezette enscenering, waarbij de commissie een door de te visiteren partijen opgesteld programma ingaat, en verworden de commissieleden niet tot de zoveelste fietskudde van beleidstoeristen? Dat zijn vragen die, ver voorbij de vrijblijvendheid, relevantie hebben voor een visitatiecommissie die aan fact finding wil doen, maar die zich ook breder opdringen aan de ambtenaar, onderzoeker, en politiek bestuurder, al was het maar omdat zij moeten werken met de inzichten die een dergelijke commissie te bieden heeft. 4 Vorm geven aan inhoud_ atelierreeks

2 Verantwoording Sinds de start van de wijkenaanpak zo n zes jaar geleden lijkt het wat stil geworden rondom de Vogelaarwijken. De financieel-economische crisis heeft haar sporen nagelaten. De miljoenen die nodig waren om de programma s uit te voeren zijn onder druk komen staan en woningcorporaties hebben de afgelopen jaren hun investeringsruimte zien teruglopen. De rijksinzet is tegenwoordig gericht op het ondersteunen van experimenten en het verspreiden en verankeren van de kennis van innovatieve werkwijzen die in deze wijken de afgelopen jaren zijn beproefd. Nu ruim de helft van de destijds afgesproken periode van tien jaar rijksbetrokkenheid voorbij is, is er volop politieke discussie over de vraag hoe de rijksinzet deze kabinetsperiode verder zal worden ingevuld. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waar de wijkenaanpak na het verdwijnen van het ministerie van vrom is belegd, bouwt hierbij voort op de bevindingen van de Visitatiecommissie wijkenaanpak. De commissie bezocht in 24 bezoeken alle 40 Vogelaarwijken en acht bij de wijkenaanpak betrokken Haagse departementen. Het initiatief voor deze commissie was genomen door de voormalige minister voor Wonen, Wijken en Integratie, Van der Laan. Toen de wijkenaanpak zo n twee jaar onderweg was, ontving hij de wethouders wijkenaanpak van 18 gemeenten op zijn departement om de instelling van een visitatiecommissie te bespreken. Gemeenten, woningcorporaties en andere maatschappelijke organisaties hadden in deze periode wijkactieplannen opgesteld, met de rijksoverheid waren charters ondertekend, en de uitvoering van deze plannen was op gang gekomen. Er was die middag een breed gedeeld verlangen om te weten wat er in de praktijk van de ambities op papier inmiddels terecht was gekomen en wat deze daadwerkelijk hadden opgeleverd. Aan de visitatiecommissie zou worden gevraagd te reflecteren op de aanpak tot op dat moment, en van hen input te krijgen voor het aanscherpen van de uitvoering van de aanpak naar de toekomst toe. Willen weten hoe het echt zit 5

Als lid (Mark van Twist) en als secretaris (Maurice Cramers) waren wij beiden aan deze Visitatiecommissie wijkenaanpak verbonden. Dit essay doet verslag van een academisch zelfonderzoek op het functioneren van deze Visitatiecommissie wijkenaanpak, een persoonlijk verslag gebaseerd op onze ervaringen met deze commissie 1. Met de Visitatiecommissie wijkenaanpak als casus is de centrale vraagstelling van het voorliggend essay hoe in de visitatiecommissie de zoektocht werd ingezet naar de echte werkelijkheid als wens en begrijpelijk verlangen om bij te dragen aan de kwaliteit van beleid en uitvoering. Wij richten ons op de visitatiecommissie wijkenaanpak. Maar, ondanks het op het eerste gezicht misschien wat specifieke karakter van deze visitatie, is de betekenis van onze beschouwing breder. Vergelijkbare kwesties bij pogingen om zicht te krijgen op de praktijk van beleid en de dilemma s die daarbij spelen, doen zich ook voor bij de instelling van andere onderzoeks- en adviescommissies en zijn ook relevant voor visitaties op andere beleidsterreinen of evaluatief onderzoek naar de praktijk van beleid. Gesprekken en literatuurstudie bij de voorbereiding van dit essay wezen uit dat een aantal dilemma s waar de commissie zich voor geplaatst zag ook bijvoorbeeld in de woningcorporatiesector, of het hoger onderwijs van betekenis is. We beginnen onze beschouwing met de overwegingen die hebben geleid tot de instelling van de Visitatiecommissie wijkenaanpak, gevolgd door een korte uiteenzetting waar het verlangen en de zoektocht naar het echte in de praktijk van beleid vandaan komt. Vervolgens gaan we in op het traject dat de commissie bij haar wens en zoektocht om zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te komen heeft doorlopen. We sluiten af met een reflectie of het daarmee verkregen beeld behalve rijker ook werkelijk een beter, in de zin van echter beeld heeft opgeleverd, en hoe de commissie zich bij haar advisering in het eindrapport daartoe heeft verhouden. 1 Dit essay is voor alle duidelijkheid niet een samenvatting van de inhoudelijke bevindingen van de commissie. Daarvoor verwijzen wij naar de eindrapportage Doorzetten en loslaten, die verkrijgbaar is bij het ministerie van bzk en op internet te vinden is (http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/ rapporten/2011/06/30/eindrapportage-visitatiecommissie-wijkenaanpak-doorzettenen-loslaten-deel-1.html en http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/ rapporten/2011/06/30/doorzetten-en-loslaten-toekomst-van-de-wijkenaanpakvisitatiecommissie-wijkenaanpak-deel-2-rapportages-rijksoverheid-en-28-gemeenten. html). Hier gaat het om persoonlijke observaties uit de visitatieronde, die wij in aanvulling op het rapport graag met u delen. 6 Vorm geven aan inhoud_ atelierreeks

3 De Visitatiecommissie wijkenaanpak In 2007 werd door het Kabinet Balkenende iv de wijkenaanpak gestart met het doel een impuls te geven aan de uitvoering van het Grotestedenbeleid en de stedelijke vernieuwing. Naar het oordeel van het toenmalige Kabinet had het staande beleid in de voorgaande jaren onvoldoende effect gesorteerd en was er in de probleemwijken onvoldoende voortgang geboekt. Probleemwijken hebben doorgaans te maken met een grote complexiteit en stapeling van maatschappelijke problemen. Er is weinig bekend over hoe de factoren waarop de verschillende problemen betrekking hebben, zoals de kwaliteit van de woningen en de leefomgeving, de door bewoners ervaren veiligheid, hun sociaal-economische positie, en de integratie van migranten in de Nederlandse samenleving, met elkaar samenhangen. Dergelijke wijken hebben te maken met wat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wel ongetemde problemen, of wicked problems noemt. In een dergelijke situatie is het niet goed mogelijk om van te voren uit te rekenen welke beleidsmaatregelen en instrumenten het gewenste effect zullen hebben en hoe tot vitale coalities kan worden gekomen. Doorgaans wordt een breed en gevarieerd beleidsinstrumentarium ingezet, waarvan de effectiviteit in de praktijk zal blijken. De Algemene Rekenkamer spreekt in dit verband van een proces van beleidsleren. Tegen deze achtergrond moet ook de instelling van de Visitatiecommissie wijkenaanpak worden gezien. De insteek van Van der Laan was om de commissie te laten reflecteren op de beleidsinzet van overheden en lokale partijen, en de kwaliteit van het proces waarbinnen de uitvoering van het beleid tot stand kwam. De visitatiecommissie werd geacht feedback te geven op het maatschappelijk rendement van de inzet van publieke middelen en kennis in te brengen over wijkgericht werken. Nadenken, overleggen en rapporteren over complexe problematische situaties waarvoor niet meteen een oplossing voorhanden is, en die ene waarheid niet bestaat. Meer zicht krijgen op hoe problemen als slechte woningen, verloedering, gevoelens van onveiligheid, en hoge werkloosheid in achterstandswijken met elkaar samenhangen, en waarom overheden, woningcorporaties, politie, welzijns- en andere in de wijk actieve hulporganisaties er onvoldoende in slaagden om stappen vooruit te zetten. Willen weten hoe het echt zit 7

De commissie werd om het kort te zeggen gevraagd al visiterend bij te dragen aan kennisproductie, kennisoverdracht en kennisutilisatie en daarmee een impuls te geven aan de uitvoering van het beleid (cf. Schulz, 2010: 42). Visitaties vinden in Nederland plaats in tal van vakgebieden: in de gezondheidszorg, bij opleidingen in het hoger onderwijs, woningcorporaties, de publieke omroepen, musea, onderwijsinstellingen, politiekorpsen, de rechterlijke macht, het Grotestedenbeleid. Deskundigen van buiten reflecteren en geven een frisse blik op het functioneren van organisaties met het doel de kwaliteit van de eigen dienstverlening te verbeteren. Door het krijgen van kritische feedback van experts, en door zelf goed uit te leggen welke keuzes zijn gemaakt en waarom, worden zo is de veronderstelling van veel publieke en private organisaties die zich laten visiteren de doelen eerder bereikt, worden betere prestaties geleverd en zal tot meer draagvlak voor de ingezette koers worden gekomen. In essentie gaat het bij al deze visitaties om een externe beoordeling door een onafhankelijke commissie; een kleine groep van experts die op basis van documenten en gesprekken met bestuur en relevante personen de organisatie doorlicht. De commissie spiegelt waarom bepaalde beslissingen zijn genomen en op grond van welke argumenten keuzes zijn gemaakt. Vreemde ogen zijn immers doorgaans beter in staat om de blinde vlekken te zien. Sterktes en zwaktes komen aan de orde met een advies over verbeterpunten. Een terugblik op het verleden wat is de stand van zaken met betrekking tot het halen van gestelde doelen en ook vooruit kijken naar de toekomst. Het gaat om een horizontale communicatie op basis van gelijkheid en collegialiteit, waarbij verbeterpunten worden aangereikt op grond van elders opgedane ervaringen. Een visitatie vermijdt aldus de allures van een inspectie. Veeleer wordt er een open dialoog gevoerd, waarin vanuit een afstandelijke betrokkenheid ervaringen worden uitgewisseld. De inzet van het visitatie-instrument draagt bij aan het vergroten van het lerend vermogen van organisaties. De informatie uit visitaties geeft input voor nieuwe beleidsplannen, strategieontwikkeling, organisatieontwikkeling en draagt nieuwe zuurstof aan voor de uitvoering. Daarmee lijkt er op het eerste gezicht weinig tegen het instellen van een visitatiecommissie ingebracht te kunnen worden, maar onomstreden zijn ze niet. Een typisch Nederlands fenomeen: voor alles een commissie valt regelmatig in de vaderlandse media terug te lezen*. De Nederlandse rijksoverheid stelt gemiddeld om de anderhalve week een ad hoc commissie in voor onderzoek, advies, evaluatie, of zoals in het voorliggende geval een visitatie. Er is veel discussie rondom het instellen van dergelijke commissies in het openbaar bestuur. De een wil er vanaf, of vindt dat het aantal 8 Vorm geven aan inhoud_ atelierreeks

drastisch moet worden teruggeschroefd. De ander ziet ze als een cruciale schakel in politiek-bestuurlijk Nederland. Voormalig minister van Bestuurlijke Vernieuwing Pechtold zei ooit gek te worden van alle adviesrapporten van commissies, het is volledig uit de hand gelopen. Hij stelde dit vanuit de gedachte dat politici zelf keuzes moeten maken en verdedigen**. Commissies zouden het democratische proces vertragen. Door te depolitiseren wordt de ruimte voor besluitvorming ook geminimaliseerd. Praten in plaats van maatregelen en een typische polderoplossing voor heikele dossiers, aldus de tegenstanders. Zij zien de instelling van een commissie als een teken van onmacht van politieke bestuurders om bij ingewikkelde afwegingen en onvolkomen informatie zelf de nodige beslissingen te nemen. Problemen worden geparkeerd en verantwoordelijkheden afgeschoven. Sinds het ministerschap van Pechtold zijn commissies echter bepaald niet van het Haagse toneel verdwenen. Integendeel, in bijna elk groot en lastig dossier spelen ze nog steeds een rol van betekenis. Ook in het geval van de wijkenaanpak werd de behoefte aan een gezaghebbende commissie die met bruikbare, politiek hanteerbare adviezen zou komen breed gedeeld. Het was een unaniem besluit van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de wethouders van de betrokken gemeenten om deze in te stellen. Dezelfde overwegingen die tegenstanders van commissies gebruiken werden hier precies andersom geduid en beoordeeld. Het gebruik maken van specifieke deskundigheid, de mogelijkheid dat een commissie onafhankelijk kan opereren en dichter op de werkelijkheid kan komen dan wanneer het bestuur dit zelf doet, waardoor nieuwe, relevante kennis wordt aangeboord waar rijk, gemeenten en andere in probleemwijken werkzame instanties hun voordeel mee konden doen en die kan worden meegewogen in de beleids- en besluitvorming, waren de doorslaggevende argumenten voor het instellen van deze commissie. Anders dan bijvoorbeeld de visitatie van een onderwijsinstelling, waar het gaat om een accreditatie, of de visitatie van een woningcorporatie, waarbij verantwoording aan belanghebbenden en stakeholders aan de orde is, lag het accent in de werkwijze van de Visitatiecommissie wijkenaanpak op leren, inspireren en verbeteren. Bij een klassieke visitatie doet de commissie systematisch onderzoek naar de effecten van de aanpak. Veelal wordt gewerkt met een gestructureerde vragenlijst of een toetsingskader. Bij de visitatie wijkenaanpak is daar niet voor gekozen. Evalueren en verantwoording afleggen over geleverde beleidsprestaties, en het langs de meetlat leggen van en oordelen over activiteiten van gemeenten, corporaties en bewoners, vonden de minister, de voorzitter van de commissie en ook de wethouders Willen weten hoe het echt zit 9

niet gepast. Ten tijde van de visitatie was de wijkaanpak pas twee à drie jaar van de in totaal tien jaar onderweg. Dat was te vroeg om toen al concrete uitspraken te kunnen doen over de voortgang. Dit was in lijn met de verwachting die de Algemene Rekenkamer in 2008 al had geuit, nl. dat de commissie op een groter draagvlak bij gemeenten kon rekenen, indien de inzet in deze fase gericht zou zijn op beleidsleren en niet op verantwoording over geleverde beleidsprestaties. Omwille van het leren een analyse nog tijdens het proces in plaats van een analyse achteraf, met het doel patronen in kaart te brengen op basis waarvan bestuurders volgende stappen zouden kunnen zetten; terugkijken op de situatie waarin de wijkenaanpak tot stand was gekomen, maar vooral ook in de situatie kijken naar hoe het (nog) beter zou kunnen met de wijkenaanpak (cf. de Bruijn, 2013). De opgave voor de commissie was om in het spanningsveld tussen visiteren en inspireren zonder in de valkuil te trappen dat het karakter van de visitatie te losjes of te vrijblijvend zou worden een echt beeld van de problematiek en de aanpak van gemeenten en corporaties te verkrijgen, en daar vervolgens ook een oordeel over te formuleren. Zij koos hierbij voor de aanpak om waardevolle ontwikkelingen en trends, die in de wijken aan de gang waren en die voortgang verdienden en in haar ogen moesten worden doorgezet, in kaart te brengen, te verankeren en verder te brengen. Op zoek gaan naar problemen, worstelingen en weerstanden waar lokale partijen in hun aanpak tegenaan liepen, zodat deze in het vervolgtraject konden worden ingepast; kijken wat er inmiddels gerealiseerd was, en ook zien wat er nog niet was gelukt. Niet afrekenen, of aansluiten bij de meten-is-weten-cultuur, en de visitatie invullen als een controletoren binnen het bestuurlijke landschap, maar het identificeren van nieuwe ontwikkelingen, innovatieve werkwijzen en eigenwijze experimenten, en nagaan hoe hierbij van elkaar geleerd kan worden. Het meetlatje gebruiken als toverstafje, waarbij er ruimte is, zoals Van der Donk (2004) stelt, om nieuwe vormen van community oriented public management te ontwikkelen. Niet het accent leggen op hoe het is, maar hoe het verder zou moeten gaan. Bij het instellen van een commissie spelen behalve de formele motieven ook altijd informele motieven mee; naast de instrumentaliteit ook de symboliek. Het feit van een visitatiecommissie is in zichzelf al betekenisvol, een werkelijkheid op zich. Met de instelling van de Visitatiecommissie wijkenaanpak bracht opdrachtgever Van der Laan zijn aandacht en betrokkenheid bij de kwestie tot uitdrukking, i.c. de uitvoering van het beleid, dat op gemeentelijk niveau zijn beslag moest krijgen. Het was zijn bijdrage aan de invulling van het met de gemeenten afgesproken partnerschap, 10 Vorm geven aan inhoud_ atelierreeks

waarbij een wederzijdse verantwoordelijkheid was afgesproken over de voortgang. De minister leverde op deze manier zijn bijdrage aan de uitvoeringspraktijk en gaf hiermee een impuls om het ingezette beleid tot een goed einde te brengen. Het belang dat hij hechtte aan de commissie kwam ook tot uiting bij de keuze van de voorzitter van de commissie, de heer W.J. Deetman. De keuze voor een ervaren oud-politicus (lid Raad van State, oud-burgemeester van Den Haag, oud-voorzitter Tweede Kamer, oud-minister en staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen) met een grote bestuurlijke intelligentie, die op de hoogte is van de belangen die er spelen en die in staat is deze te verenigen, als boegbeeld van de commissie, draagt er in belangrijke mate aan bij dat het uiteindelijke eindrapport er toe zal doen, zo was de gedachte toen hij werd benaderd. Dit werd nog versterkt door de omvang van de commissie, die naast Deetman verder bestond uit een pool van 28 leden, die alle op hun eigen specifieke terrein als deskundig te boek stonden en op draagvlak konden rekenen van de te visiteren partijen. Willen weten hoe het echt zit 11

4 Zicht krijgen op de praktijk Er zijn diverse ontwikkelingen die maken dat er in onze omgeving een indringend verlangen te ontwaren is om zicht te krijgen op hoe het nu écht zit in de praktijk van beleid. Om te beginnen is er het besef dat de bureaucratische logica van ambtenaren bemiddelt in de professionele toegang tot de werkelijkheid, zoals die zich aandient binnen de muren van een ambtelijke dienst. Met bureaucratische logica bedoelen we het fenomeen dat de eisen die aan de bureaucratie worden gesteld het handelen voor het algemeen belang, het dienstbaar zijn aan de politiek maakt, dat zij op een specifieke wijze bloot komt te staan aan de haar omringende werkelijkheid. Illustratief daarvoor is bijvoorbeeld het formulier, waarmee een burger subsidie kan aanvragen bij de overheid. De in te vullen velden worden vormgegeven vanuit het specifieke beleidsvoornemen, waardoor de instroom van de werkelijkheid nogal gekaderd wordt. Het past immers niet om op dit soort formulieren algemene vragen op te nemen als hoe voelt u zich vandaag?. De dagelijkse instroom van informatie, onttrokken van de omliggende werkelijkheid, ontvlecht zich hierdoor van de context, waarbinnen deze tot stand is gekomen. Binnen de wereld van Veiligheid en Justitie is dit besef diep doorgedrongen, getuige het vaak gehoorde credo: we kennen slechts de papieren werkelijkheid en niet de echte werkelijkheid. Extra saillant hierbij is dat juist justitie achter de façade van de zichtbare werkelijkheid kan kijken vanwege het gebruik van bijzondere opsporingsmiddelen. Dit kan leiden tot het gevoel te verzanden in een onechte, want papieren werkelijkheid. Vervolgens is vanuit de wetenschap het besef gevoed dat de praktijk van het bestuur maar moeilijk kenbaar is. De terminologie die deze gebrekkige kenbaarheid ondersteunt is die van de meervoudigheid, complexiteit, of de contingentie (zie bijvoorbeeld Teisman, 2005) en vormt enerzijds een bouwsteen van het betoog dat de overheid niet meer moet denken in termen van maakbaarheid (zie bijvoorbeeld Frissen 2002, 2007), maar geeft anderzijds ook een impuls aan het idee, dat juist naar meer, andere en betere informatie dient te worden gezocht om scherp te krijgen wat er nu werkelijk aan de hand is en wat er nu echt helpt (evidence based beleid). 12 Vorm geven aan inhoud_ atelierreeks

Ook is er de medialogica die inwerkt op het openbaar bestuur. Deze is dwingend en voorspelbaar: wat vandaag wordt onthuld in de krant, leidt morgen tot een Kamervraag, of kritische vragen uit de Raad. De vertellogica van de media wijkt af van de wijze waarop ambtenaren hun beleidsnota s opbouwen. Het binnen de journalistiek bekende adagium show don t tell uit zich in een vertelvorm, waarbij een klein, in beeld gebracht voorval symbolisch drager wordt van een abstracte beleidskwestie. Door de sterke invloed van de media op het proces van de politiek, slaat deze vertelmethode ook over naar dit domein. Kleine, verbeeldbare voorbeelden, die de brede beleidsambities van de wethouder of minister moeten dragen worden met voorrang voor het voetlicht gebracht en gepresenteerd. Een hieraan verwante ontwikkeling is de devaluatie van het idee, dat abstracte kennis ons iets van de werkelijkheid vertelt. De bekende socioloog Richard Sennett bekritiseert bijvoorbeeld het idee van de blauwdruk, waarin de suprematie van het vooraf bedachte idee ontstond. Hij stelt voor om weer te denken in termen van ambachtslieden, die, iedere dag opnieuw in hun atelier, de werkelijkheid smeden op basis van ervaringskennis, welke zij doorgeven aan hun leerlingen. Een equivalent van dit denken vinden we in Nederland terug in de gedachte dat het vmbo niet meer leerlingen in de mal van het theoretisch denken moet stoppen, maar moet loslaten in een werkplaats met hamers, draaibanken en af-te-monteren auto s of fietsen. Hoe dan ook: de centrale gedachte is dat kennis zich slechts openbaart in de directe nabijheid (ook in fysieke zin) van praktijken, routines of ambachten. Willen weten hoe het echt zit 13

5 De visitatiecommissie op zoek naar hoe het echt zit Of het nu gaat om een visitatiecommissie, onderzoekers, ambtenaren die een beleidsadvies voorbereiden, of het kamerlid dat de minister kritisch bevraagt, de wens om dicht op de praktijk te komen is veelvoorkomend; zicht krijgen op hoe het écht zit, de zoektocht naar het werkelijk ware in de uitvoeringspraktijk van beleid. Dat zijn legitieme vragen en het verlangen hiernaar is alleszins gerechtvaardigd. Immers, alleen als de feiten bekend zijn, als je weet hoe de werkelijkheid in elkaar steekt en de informatie volledig is, kan een oordeel worden gevormd, een aanbeveling worden gedaan, of een goede rapportage worden geschreven. Eerst dan is het mogelijk met partijen in de uitvoeringspraktijk het gesprek aan te gaan, tegen te spreken of toe te geven, en te onderbouwen en adviseren om beleidsmaatregelen al dan niet voort te zetten, de aanpak bij te sturen en nieuw perspectief te bieden. Startpunt voor de aanpak van de Visitatiecommissie wijkenaanpak vormde het beschikbare cijfermateriaal, beleidsnota s, voortgangsrapportages en de zogenoemde zelfbeschouwing. De leden van de commissie probeerden op basis van de relevante cijfers en feiten de problematiek te duiden, wat het gewenste resultaat zou moeten zijn, wie betrokken was en waarom het gevoerde beleid ontoereikend was. Omdat het verhaal achter de cijfers hiermee echter niet werd verteld, waren gemeenten, woningcorporaties en bewoners door de commissie ook uitgenodigd om de thema s, die zij tijdens de visitatiedag aan de orde wilden laten komen op grond van een eigen zelfstandige kritische reflectie op de uitvoeringspraktijk tot dan toe, zelf kenbaar te maken. Deze zelfbeschouwing bevatte informatie in hoeverre doelstellingen werden gehaald, wat hierbij had geholpen, wat niet goed was gegaan en waarom; het benoemen van innovatieve werkwijzen die zich in de praktijk hadden bewezen en de knelpunten en weerstanden waar in de uitvoeringspraktijk tegenaan werd gelopen. De zelfbeschouwing vormde daarmee feitelijk de gespreksagenda voor het bezoek van de commissie. Deze zelfbeschouwingen gaven een blik in de keuken, en benoemden de onderwerpen op het terrein van wijkgericht werken waar gemeenten en corporaties feedback van de commissie op wilden ontvangen. De voorgestelde situatiebeschrijvingen gaven een echt beeld van de lokale situ- 14 Vorm geven aan inhoud_ atelierreeks

atie, en de thema s waar inspiratie van de commissie op werd gevraagd burgerparticipatie, het vitaal houden van de samenwerking tussen instanties in de wijk, of het organiseren van de frontlijnaanpak werden veelvuldig genoemd deden ertoe en waren ten tijde van de visitatie in alle gemeenten actueel. Echter, niet alle openheid die in de toegestuurde stukken werd getoond bleek echt. De praktijk was immers ook dat het ging om informatie waarvan de opstellers het handig vonden dat de commissie hierover beschikte en op de hoogte zou zijn; onderwerpen, waarvan de aanpak binnen de gemeente doorgaans al een flink eind op streek was. Veel meer ging het dan om het uitdragen van de resultaten van het eigen beleid. Vermeende knelpunten, die de commissieleden zelf signaleerden na kennis te hebben genomen van de relevante achtergrondinformatie en het cijfermateriaal, en waarin de commissie voor zichzelf ook een meerwaarde voor bespreking zag, bleven geregeld buiten beeld, of waren in de zelfbeschouwing zodanig geabstraheerd, dat deze alleen nog maar weinigzeggende algemeenheden bevatte. Het beeld dat zich opdrong van de werkelijkheid had een vrij glad karakter: gepolijst, afgewerkt, bewerkt, mooi. Soms te mooi zelfs. Hier speelde mee dat de zelfbeschouwing geen vertrouwelijk, maar een openbaar stuk was. Scherp benoemen waar de knelpunten zaten zou munitie opleveren voor de oppositie in de gemeenteraad om de wethouder eens stevig aan de tand te voelen over zijn beleid en werd door ambtenaren vanuit hun optiek begrijpelijk uit de weg gegaan. In haar eindrapport kwalificeert de commissie de zelfbeschouwingen als wisselend van kwaliteit en in een aantal gevallen onder de maat, niet scherp en enigszins ongericht. Het had er veel van weg, dat gemeenten en corporaties hun zelfbeschouwingen zo redigeerden, dat voor wat betreft de toegestuurde stukken maximaal was geborgd dat de uiteindelijke bevindingen en aanbevelingen van de commissie ongeveer in lijn zouden zijn met het beleid en de aanpak, die ten tijde van de visitatie werden voorgestaan. De volgende stap voor de commissie was om naar de gemeente toe te gaan en met bestuurders, professionals en bewoners in gesprek te gaan; preciezer kijken en voorbij de beleidsnota s, kerncijfers en sluiers van de schone taal in de voortgangsrapportages, dichter bij de werkelijkheid komen door ter plaatse waar te nemen, te ervaren en te luisteren. Kijken of de wijkenaanpak op koers ligt, het opnemen van de temperatuur met betrekking tot wijkgericht werken in gemeenten, en het geven van zuurstof voor het vervolgtraject waren doorgaans de inleidende woorden van de voorzitters van de Visitatiecommissie wijkenaanpak als zij aan het begin van een visitatiedag de doelstellingen en de werkwijze van de Willen weten hoe het echt zit 15

commissie toelichtten. De commissieleden hadden voorafgaand aan de visitatie gesteld te willen spreken met de verantwoordelijk wethouder en de bestuurder(s) van de woningcorporatie, maar ook met de professionals die in de wijk actief waren (politie, onderwijzers, buurtwerkers, wijkmanagers, complexbeheerders), ondernemers en bewoners. Vragen stellen hoe het echt zit, en hoe het werkt in de praktijk. Doorgaans werd tijdens de visitatiedag anderhalf tot twee uur uitgetrokken om met de wethouder en bestuurders van de woningcorporaties het beeld van de uitvoeringspraktijk in de desbetreffende gemeente aan te scherpen. Tijdens een gezamenlijke evaluatieve bijeenkomst van de commissie na afronding van de eerste visitaties, waarbij werd teruggekeken op het proces tot dan toe, zei één van de commissieleden over deze gesprekken: we horen en zien bij het ontbreken van een toetsingskader veel van de vlag, maar weinig van de modderschuit. Dit werd toegeschreven aan het feit dat de gespreksagenda door gemeenten en corporaties zelf was ingevuld, waarbij de heikele punten nog al eens buiten beeld bleven en transparantie over het eigen functioneren ontbrak. In reactie hierop werd besloten om tijdens het overleg met de wethouder en bestuurders een aantal vaste bespreekpunten 2 aan de gespreksagenda toe te voegen; de voorkant aan bod laten komen, maar ook beter zicht krijgen op de achterkant. De organisatie en het uitnodigen van alle personen voor de visitatiedag was een zaak van de gemeente en corporatie. Van de visitatiecommissie vroeg dit zich te voegen naar en mee te bewegen met het lokaal voorbereide programma, zonder daarmee haar zoektocht naar hoe het in de praktijk echt werkt uit het oog te verliezen. Over de keuze van de persoon van de wethouder en de corporatiebestuurder(s) kon uiteraard weinig misverstand bestaan, maar bij de selectie van professionals, bewoners en ondernemers lag dat genuanceerder. Bij de ondernemers en bewoners ging het veelal om mensen, die al op de radar van gemeente en corporatie zichtbaar waren. Leden van bewonersorganisaties, buurtcomités, wijkraden of winkeliersverenigingen van wie al bekend was dat zij graag meepraatten over hun wijk. Gemeenteambtenaren beschikten over hun telefoonnummers en e-mailadressen en dit maakte dat zij ook in praktische zin snel te organiseren waren. Bij de professionals leek hun taal soms op de taal waarin de bezoekers normaliter met elkaar praten. Vaak werd genoemd, als het bijvoorbeeld om 2 Hierbij ging het over de opbrengsten en innovaties van wijkgericht werken, of deze binnen de organisaties inmiddels waren verankerd, hoe duurzaam de samenwerking tussen partijen in de wijk was, in hoeverre er uitvoeringskracht op wijkniveau was belegd, en de stand van zaken met betrekking tot burgerparticipatie en wijkeconomie. 16 Vorm geven aan inhoud_ atelierreeks

burgerparticipatie ging, het dilemma om burgers meer ruimte voor initiatieven te geven in relatie tot de neveneffecten die aan loslaten door bestuurders verbonden zijn. Het bezoek droeg de verwachting in zich een ongepolijste, rauwe werkelijkheid te openbaren; van talmende, stamelende, maar betrokken medewerkers. Het bezoek organiseerde echter niet alleen een ontmoeting met het andere, maar leidde juist tot een ontmoeting met een taal en beeld, waarmee de commissie al vertrouwd was. De laatste stap was om dan toch maar voorbij de gesprekken op het stadhuis en in de wijkcentra zelf in de wijk gaan kijken, de werkelijkheid met eigen ogen waarnemen. In elk visitatiebezoek was er ruimte ingevuld om met een bus door de wijk te rijden, of met professionals en bewoners door de wijk te lopen, of te fietsen. In 24 gemeentelijke bezoeken werd een kijkje genomen in het nieuwe zorgcentrum, werd op bezoek gegaan bij een inloophuis voor opvoedingsondersteuning, werd het net geopende Cruijff - of Krajicek court bezichtigd, praatten commissieleden met de buurtregisseur en buurtvaders over het samenwerkingsproject tussen politie en bewoners om de criminaliteit in de wijk tegen te gaan, ontmoetten zij de directeur van de nieuwe brede school in de wijk, werden gesprekken gevoerd met bewoners over belemmerende regelgeving bij het starten van een wijkonderneming, of werd de vernieuwende werkwijze van de frontlijnaanpak uitgediept. En daarnaast niet alleen zien en praten, maar ook een verhaal meemaken. In Amsterdam Zuidoost bezocht de commissie een huiswerkbegeleidingproject; echte mensen zien, en als commissie geraakt worden en gecharmeerd raken door een vader met twee dochters die het op zich hadden genomen om aan kinderen uit de buurt computerles te geven. Een authentieke ervaring en een relevant verhaal als deel van de echte werkelijkheid. Een enkel commissielid koos er zelfs voor om ook nog eens niet georganiseerd de wijk in te gaan, een dag voorafgaand aan de officiële visitatie. Een ander had de wijk al eerder in zijn/haar eigen tijd bezocht, puur vanuit professionele belangstelling. Binnen de praktische grenzen van tijd nog dichter bij de werkelijkheid, maar onvermijdelijk niet volledig. Alles wat de commissieleden zagen was echt gebeurd, maar daarmee nog niet echt, in ieder geval niet zo echt als waarop werd gehoopt. Telkens was er ook het ongemakkelijke vermoeden dat spontane ontmoetingen tijdens het bezoek aan de wijk mogelijk waren geënsceneerd, de vragen en antwoorden voorgekookt, en de plaats van handeling geen toeval was, maar wellicht het product van een zoektocht door de professionals. De commissieleden keken mee in een dag in het leven in een probleemwijk en mochten achter de coulissen komen, maar waren die niet eerst grondig opgeruimd, aangeveegd en de echt gevoelige zaken tijdig weggewerkt? De vraag drong zich op waar de grenzen liggen tussen een script en wat zich werkelijk afspeelde. Willen weten hoe het echt zit 17

6 Façades ontnemen het zicht op de werkelijkheid Onder invloed van de bureaucratische logica en de medialogica, de kloof tussen abstracte kennis en concrete praktijken, en de gebrekkige kenbaarheid daarvan in het openbaar bestuur, wijzigen de verwachtingen binnen het openbaar bestuur van de voorwaarden waaronder een ontmoeting met de werkelijkheid valt te realiseren. De daad van het ontmoeten, of de handeling van het (werk)bezoek, pareert ogenschijnlijk veel van deze euvels, omdat de ontmoeting de kennisproductie van de werkelijkheid plaatst naast of nabij de plek van arbeid / ambacht. Ook plaatst de ontmoeting of het bezoek eigen kennis terug in de context waar deze vandaan kwam, en ten derde draagt de ontmoeting bij aan wat voelt als een onmiddellijke, dus onbemiddelde ervaring. Niet langer staan formulieren, nota s of andere papieren barrières ons zicht op hoe het écht zit in de weg. What you see is what you get. Zou je denken, maar toch niet dus. In haar boek De crisiskaravaan verhaalt journalist L. Polman (2008) over Murray Town Camp, een vluchtelingenkamp gelegen tegen de flank van een van de overbevolkte heuvels in Freetown, de hoofdstad van Sierra Leone. Het kamp is bedoeld voor mensen van wie de ledematen in de burgeroorlog zijn afgehakt. Het is er vol, vies en voor invalide mensen onpraktisch. De stegen tussen de hutten zijn te smal, te modderig en te steil voor rolstoelgebruikers. Het beeld dat Polman bij haar bezoek aan het kamp te zien krijgt is echt; verveelde kampbewoners, sommigen op krukken, anderen met leegflappende hemdsmouwen, een paar zonder oren of lippen. Achter deze werkelijkheid gaat echter ook een andere werkelijkheid schuil. Een in Sierra Leone werkzame ngo heeft de bewoners een andere plek aan de rand van de stad aangeboden. De geamputeerden weigeren echter naar deze locatie waar de omstandigheden voor de bewoners met een handicap ogenschijnlijk veel beter zijn te vertrekken. Liever blijven ze. Nader onderzoek levert op dat de reden is dat ze op de huidige plek makkelijk vindbaar blijven voor donoren, hulporganisaties en buitenlandse journalisten. Internationale delegaties verschijnen aan de poort, overhandigen geld en goederen en nemen fotografen mee om dit voor de achterban vast te leggen. Ze worden door fotografen en cameraploegen betaald om hun 18 Vorm geven aan inhoud_ atelierreeks